Rethinking information
Jan van Til
Laten we het
idee “informatie” eens opnieuw uitdenken. Hoe ziet informatie er dan uit? Wat
doet informatie met ons? En hoe gaan wij met informatie om?
Veel van
onze zakelijke en maatschappelijke contacten zijn niet denkbaar zonder brede
inzet van digitale technologie. In de afgelopen decennia drong digitale
technologie door tot in de verste uithoeken van heel ons dagelijks bestaan.
Zowel bedrijf als maatschappij veranderden daardoor in kwalitatieve zin tot
heuse informatiemaatschappij. We leerden leven met nieuwe dynamiek en met sterk
vergrote beweeglijkheid en veranderlijkheid die deze nieuwe orde met zich
meebracht.
Vraag is nu
of die kwalitatieve veranderingen die leidden tot informatiemaatschappij, zich
ook vertaalden in een andere denk- en werkwijze van opdrachtgevers en
ontwerpers van (geautomatiseerde) systemen voor informatievoorziening. Hoe
veranderde hun kijk op de positie die informatie inmiddels inneemt in bedrijf
en maatschappij? Hoe ordenen zij tegenwoordig informatie om soepel en snel tegemoet
te komen aan de zo dynamische en veranderlijke informatiebehoeften van moderne
mensen die volop participeren in informatiemaatschappij?
De antwoorden
op voorgaande vragen stellen (nog) teleur. De hele organisatie van, zeg,
initiatie tot en met totstandkoming van (geautomatiseerde) systemen voor
informatievoorziening wordt, ondanks toenemende roep om integratie, nog altijd sterk
gedomineerd door een achterhaald en isolationistisch adagium: “voor elk
probleem een apart systeem”. Dat adagium, dat, nota bene, stamt uit de
beginperiode van digitale technologie, werkt inmiddels nodeloos blokkerend voor
verdere ontwikkeling van informatiemaatschappij. Waarom? Omdat het zo verlammend
uitwerkt op ontwikkeling van infrastructuur voor modern informatieverkeer.
Ook de
eenzijdige aandacht – is het wellicht fascinatie? – voor technologie blijft
onverminderd aanhouden. Over elkaar heen buitelende technologische
ontwikkelingen weten keer op keer de aandacht – van zowel opdrachtgevers als ICT-ers
– af te leiden van het eigenlijke doel van digitale technologie. Doel? Ja, het
nut, de toegevoegde waarde van digitale hulpmiddelen voor moderne mensen die
volop participeren in informatiemaatschappij!
In
informatiemaatschappij staat interoperabiliteit tussen burgers, bedrijven en
overheden centaal. Punt. Moderne mensen wensen zich in alle mogelijke verbanden
helder en duidelijk met elkaar te kunnen verstaan. Anytime en anywhere. Ook –
nee, juist – als zij elkaar niet persoonlijk kennen en elkaar wellicht nooit
zullen ontmoeten. Zonder betekenisvolle communicatie, zonder
interoperabiliteit-van-mens-tot-mens, kunnen mensen over en weer onvoldoende
voor elkaar betekenen. En dan stagneert verdere ontwikkeling van (informatie)maatschappij.
In dat kader
wordt digitale technologie door menselijke gebruikers in toenemende mate
bestempeld als een regelrechte dissatisfier. Vergelijk het met
nutsvoorzieningen: ook die worden alleen – en ook direct in ergerlijke zin –
‘zichtbaar’ als ze… níet werken. Digitale technologie is niets meer – en niets
minder (dat ook!) dan een nutsvoorziening ten behoeve van soepele en snelle ondersteuning
van menselijke interoperabiliteit in een zich verder ontwikkelende informatiemaatschappij.
En het is
juist op het vlak van de menselijke
interoperabiliteit dat informatie opnieuw dient te worden uitgedacht.
Voordat
digitale technologie haar intrede deed, was interoperabiliteit vergaand
synoniem met menselijke interoperabiliteit. Met de opkomst van de zo dominante
digitale technologie, verschoof de oorspronkelijke begripsinhoud van
interoperabiliteit heel onopgemerkt van menselijk naar digitaal.
Dat deze
verschuiving tegelijk ook een forse verarming zou gaan betekenen, besefte toen
nog niemand. En vandaag? Vandaag is het nog steeds zo dat vrijwel niemand
inziet dat er een belangwekkend kwalitatief verschil bestaat tussen digitale
(lees ook: technische) interoperabiliteit en menselijke interoperabiliteit.
Door haar
dominantie voorzag digitale technologie informatie als het ware van een tweede
gezicht. Het oude en vertrouwde menselijke gezicht – informatie als individueel
menselijke toekenning van betekenis – kreeg er een overheersend en
overschaduwend tweede gezicht bij. Een digitaal gezicht: informatie als vooraf
vast te stellen universele betekenis.
Uit de
sociale psychologie weten we al geruime tijd dat het gedrag van mensen niet
zozeer wordt gestuurd door informatie zonder meer, maar door de betekenis die
individuele mensen persoonlijk aan die informatie toekennen. De betekenis die
mensen aan informatie toekennen ligt daarbij niet a priori vast, maar is
volstrekt afhankelijk van hun individuele motieven op een bepaald moment in
combinatie met de precieze situatie waarin zij die informatie waarnemen.
En hier ligt
de basis voor het opnieuw uitdenken van het idee informatie. Menselijke
interoperabiliteit operationaliseert de uit de sociale psychologie afkomstige
kennis. Niet alleen de informatie-waar-het-om-gaat is van belang, maar daaraan
dient, afhankelijk van de specifieke situatie, ook steeds de juiste contextuele
informatie te worden toegevoegd. Waarom? Om mensen in staat te stellen de
bedoelde betekenis toe te kennen!
Nee,
informatie staat nooit op zichzelf. Er is altijd extra informatie – lees ook: contextuele
informatie – nodig om tot toekenning van bedoelde betekenis te kunnen komen.
Informatie ontvangt haar betekenis altijd van een mens. Een mens die betekenis
gemotiveerd en situationeel toekent. Altijd.
Wie vanuit
digitaal gezichtspunt naar informatie kijkt en erover denkt, organiseert en
structureert informatie primair vanuit vooraf vastgestelde betekenis – statisch
dus. Volgens menselijk gezichtspunt vloeit betekenis dynamisch voort uit de situationeel
relevante contextuele structuur van de informatie.
Precies
andersom dus!
Om die twee
gezichtspunten naadloos op elkaar aan te kunnen sluiten, is het van groot
belang scherp oog te krijgen voor werkelijk robuuste organisatie en structuur
van informatie. Alleen informatie die voldoende fijnmazig gedifferentieerd
raakt over onderling gerelateerde informatieknooppunten – ja, klopt, dat is
contextuele informatiestructuur – kan in concrete situaties moeiteloos
geïntegreerd raken tot bedoelde betekenis.
Ja, dat is
wel even wennen: informatie is niet langer iets dat er is, maar wordt van
situatie tot situatie en keer op keer uit relevante informatieknooppunten, uit
informatiestructuur, nauwkeurig ‘geproduceerd’ tot bedoelde en actuele
betekenis voor de persoon die er om vraagt. Just In Time (JIT).
Een
zorgvuldig gekozen informatiestructuur heet ook wel informatie-infrastructuur
en werkt als enkelvoudige informatievoorziening voor een scala aan (rechts)personen
in legio situaties.
Wie
informatie op deze manier opnieuw uitdenkt, ziet dat informatie in
informatie-infrastructuur nog slechts enkelvoudig voorkomt en universeel
toepasbaar is. Dat is precies de kracht van een infrastructurele voorziening!
En met de huidige stand van technologie, grenzeloze inter(net)connectiviteit,
is het kopiëren van informatie-tot-een-eigen-kopie ook volstrekt overbodig
geworden.
Moderne
mensen die zich in alle mogelijke verbanden helder en duidelijk met elkaar wensen
te verstaan, vertrouwen op informatie-infrastructuur – precies zoals ze op
verkeersinfrastructuur vertrouwen – en hechten geen waarde meer aan eigen,
geïsoleerde en achterlopende informatiekopieën.
Door
informatie op een robuuste en duurzame manier te contextualiseren, dat wil
zeggen te ordenen tot informatie-infrastructuur, kan op een Just In Time manier
precies de juiste betekenis voor precies de goede persoon op precies het goede
moment actueel worden geproduceerd. Moeiteloos.
Kent u een
andere manier om soepel, snel en betrouwbaar tegemoet te komen aan de zo
dynamische en veranderlijke informatiebehoeften van moderne mensen die volop
participeren in informatiemaatschappij?
Informatie
wordt nog steeds gezien als het ‘goed’ bij uitstek waarmee belangrijk concurrentievoordeel
te behalen valt. Maar wie informatie opnieuw uitdenkt, realiseert zich opeens dat
concurrentievoordeel eerst en vooral gezocht moet worden in de contextualisering ervan! Een eyeopener?
Wie nog wat verder dóórdenkt, vindt nog meer voordelen.
Trouwens, wist
u dat zowel modelleermethode (metapattern)
als ook operationeel platform (knitbits) voor
ontwikkeling en implementatie van informatie-infrastructuur al geruime tijd voor
handen zijn en geduldig op uw toepassing wachten?
Rethinking
information – gelukkig is er al veel grondwerk verricht!
Januari 2009, 2009 © Jan van Til