Mijn Informatieruimte
Jan van Til
Introductie
Jaap van Rees (1) wil mensen –
jou en mij dus – informatisch (2) gezien de ruimte geven: de informatieruimte. Kort
samengevat komt zijn visie op informatieruimten hierop neer: De mens vervult
als denkend en (taal)handelend (3) wezen de hoofdrol in heel het dagelijkse
(bedrijfs)leven en wordt daarbij optimaal ondersteund met technologie. Deze
hoofdrol is helaas niet (meer) vanzelfsprekend. In de praktijk van alle dag
sneeuwt de mens zo maar onder in de technologische vernieuwingsgolven die zijn
levenssfeer onophoudelijk binnenrollen en wisselt hij zijn hoofdrol – murw
gebeukt – in voor een bijrolletje waarbij hij zichzelf (onbewust) reduceert tot
niet veel meer dan een intelligent verlengstuk van technologie. Met de
Informatieruimte wil Jaap mensen (opnieuw) bewust maken van en terugbrengen in
hun hoofdrol.
Wie Jaap’s website (4) bezoekt kan
daar nader kennismaken met het begrip informatieruimte en het bijbehorende
begrippenkader. Beslist een aanrader en ook een goede warming-up en mind-setter
voor een beter begrip van dit artikel. Een samenvatting als hierboven geeft een
compact beeld en biedt wellicht wat weinig handen en voeten aan hen die (nog)
niet met deze manier van denken en kijken vertrouwd zijn.
1. |
Van Rees is directeur van
het gelijknamige adviesbureau voor informatiekunde. Zie ook zijn – zoals hij
het zelf noemt – ‘weblocatie’ www.jaapvanrees.nl.
Jaap van Rees is ook de geestelijk vader van de Informatieruimte. |
2. |
Informatisch wil zeggen dat
met name het informatie-aspect van het menselijk waarnemen en handelen in
ogenschouw wordt genomen – zoals men bijvoorbeeld ook het financiële, het
ethische, het economische of het sociale aspect ervan kan beschouwen. |
3. |
In bijv. de Speech Act
Theory beschouwt men spreken ook als handelen: men verricht dan zgn.
taalhandelingen. |
4. |
Zie www.informatieruimte.nl voor o.a.
theorie, voorbeelden en FAQ m.b.t. informatieruimten. |
Mijn Informatieruimte
Als we een denkend en
(taal)handelend mens stelselmatig en consequent als vertrekpunt van ons
informatiekundig bezig zijn nemen… en we dus als het ware door zíjn zintuigen (5) zijn
omgeving, zijn levenssfeer waarnemen… de invloed die hij daarvan ondervindt en
daarop uitoefent (6) … dan bevinden we ons midden in zijn
informatieruimte.
Zelf maak je ook deel uit van
een ‘eigen’ informatieruimte: “Mijn Informatieruimte” (7). En vanuit
die informatieruimte ‘kijk’ je om je heen. Dag en nacht houd je jezelf bezig
met waarnemen, toekennen van betekenis op basis van jouw mentale programmering
en vormen en tonen van (re)acties, van (taal)handelingen.
5. |
Kijkvensters in het
begrippenkader van de Informatieruimte. |
6. |
Toonvensters in het begrippenkader
van de Informatieruimte. |
7. |
Hartelijk welkom in je
Informatieruimte! Het is wellicht een goed idee dit artikel vanuit dát
gezichtspunt te lezen, te ‘proeven’: kom van de tribune (toeschouwer) af en
betreed als speler (direct en intensief betrokken) het veld! |
In beweging
Daarbij beweeg je je van jouw
hier en toen – via jouw hier en nu – naar jouw hier en straks. Op die reis
beweegt je eigen - onafscheidelijke - informatieruimte met je mee en wisselen
de situaties waarin je verkeert elkaar continue af. Je ziet en ervaart op deze
reis voortdurend natuurlijke objecten en artefacten. Ook kom je op deze reis
voortdurend in contact met – voor kortere of langere duur – andere (groepen)
mensen en vormen zich op die manier ook grotere (meer mensen omvattende)
informatieruimten. Voor zolang de situatie stand houdt natuurlijk. Opgedane
ervaringen leveren steeds weer bijdragen aan jouw mentale programmering. Jouw
mentale programmering die je tegelijkertijd en voortdurend voorsorteert om
bepaalde waarnemingen op een bepaalde manier te doen, te ervaren, te
interpreteren en weer om te zetten in nieuwe (taal)handelingen.
Sterk vergrootte ruimte
Vandaag de dag ben je daarbij
– middels technologie – meer dan ooit en vooral ook sneller dan ooit in staat
waarnemingen te doen in/aan het daar en toen, het daar en nu en je beelden te
vormen over het daar en straks. Dat maakt dat je in jouw hier en nu niet alleen
invloed op je denken en (taal)handelen ondervindt van jouw hier en toen en jouw
hier en nu, maar vanuit een veel omvattender nu. Dat geldt ook voor invloeden
uit het – nu meer omvattende – verleden die hun sporen nalaten in jouw
verruimde nu.
Oppervlakkiger
Het aantal situaties dat per
tijdseenheid aanklopt aan de deuren (8) van jouw levenssfeer (9) stijgt daarmee gemakkelijk tot
grote hoogten. De indruk die je – al doende – van een situatie opdoet is
daardoor korter, minder diep, minder persoonlijk en wordt meer oppervlakkig,
meer uiterlijk, meer op afstand, meer los van je eigen zelf, van jouw
being-there-in-the-world. Details, nuances dringen minder gemakkelijk tot je
door – de volgende situatie dient zich inmiddels al weer aan en vraagt je
aandacht.
8. |
Kijkvensters in het
begrippenkader van de Informatieruimte. |
9. |
Informatieruimte in het
begrippenkader van de Informatieruimte. |
Leven op de rand
Ergens eens even goed bij
stil staan wordt zeldzamer. En technologie helpt – als een soort
tijd/ruimtemachine – om je snel van situatie naar situatie te schakelen. De
verhouding tussen wat je zelf direct (10) (reëel, onmiddellijk) waarneemt en wat je indirect (11) (via
tussenkomst van andere mensen en/of allerlei technologische artefacten)
waarneemt, is de afgelopen jaren drastisch gewijzigd in de richting van de
indirecte waarneming. Hoeveel terrein heeft jouw onmiddellijk gegeven
werkelijkheid in de loop van de tijd prijsgegeven? Het leven holt (12) zich als het
ware uit en veruiterlijkt zich gemakkelijk tot de randen van je
informatieruimte – daar waar je kijk- en toonvensters zich bevinden. Van je
informatieruimte is nog maar weinig over: in een door technologische artefacten
gedomineerde ruimte fungeer je als een intelligent medium en makelaar tussen
een veelheid aan technologische artefacten ten behoeve van het beantwoorden van
allerlei vraagstukken waar de machines zelf (nog) geen antwoord op hebben.
10. |
Een Reëel Venster in het
begrippenkader van de Informatieruimte. |
11. |
Met behulp van Kijk- en
Toonvensters in het begrippenkader van de Informatieruimte. |
12. |
In het taalgebruik merk je
dat o.a. aan de toename van het gebruik van oneliners en soundbytes. Als
allerhande nuances te ‘ijl’ worden voor waarneming, heb je daar in de taal
ook geen woorden meer voor nodig: iemand is bijvoorbeeld ‘vet poep’ of ‘vet
vaag’ of ‘vet strak’; daar zit verder niets meer tussen. Voor emoticons geldt
iets soortgelijks: een stuk of tien verschillende emoties is al heel veel:
alle emoties teruggebracht tot 10 ‘levels’ – zeg maar. |
In de knel
Dergelijke menselijke
koppelingen leiden in combinatie met het populaire en onvermoeibare integratie-streven
versneld tot een problematiek (13) die woorden als data-inconsistentie of
informatie-infarct hebben voortgebracht. Eerst naar de randen van je
informatieruimte en in de armen van de technologie gedreven, wordt je nu door
diezelfde technologie min of meer in de steek gelaten. Je kunt gemakkelijk in
de knel komen als gevolg van een overweldigende veelheid aan ICT
‘wolkenkrabbers’ waartussen ‘daglicht’ en ‘verse lucht’ schaarse artikelen zijn
geworden. Duidelijk begint te worden dat deze opvatting inzake de inrichting
van onze werk- en leefomgeving ernstige tekortkomingen in zich draagt.
Tekortkomingen die de mens naar de randen van zijn informatieruimte dringt.
Tekortkomingen die ook aangeven dat we de grenzen van de mogelijkheden van onze
heersende denk- en werkwijze(n) naderen.
13. |
Daar waar de
integratie-vrager altijd behoefte heeft aan het koppelen van
handelingssituaties (van informatieruimten), krijgt vrager – (mede) omdat hij
zich wendt tot een ICT afdeling (daarmee (impliciet) kiezend voor een ICT
oplossing) – slechts een ICT koppeling; een interface. Een wereld van
verschil! En geen van beide partijen lijkt zich daarvan (voldoende) bewust te
zijn. |
Gezocht: bewegingsvrijheid
Je voelt dringend behoefte
aan meer ruimte. Meer ruimte ten behoeve van het informatisch welzijn van jou
als bewoner van informatieruimten. Het is tijd om werk te gaan maken van de
‘herovering’ van je eigen informatieruimte. Als bewoner moet je je –
informatisch gesproken – voldoende vrij te kunnen bewegen binnen de
informatieruimten waarin je participeert en acteert. Bewegen binnen de
mogelijkheden die de culturele werkelijkheid van het moment/de situatie in een
bepaalde informatieruimte geven. Bewegen in een informatieruimte die zo is
ingericht dat jij als mens er met genoegen bent, denkt en (taal)handelt.
Voldoende autonomie. Voldoende vertrouwen, voldoende afhankelijkheid, voldoende
eigenheid. Voldoende verantwoordelijkheid. Voldoende coherentie. Voldoende een
zelf (14). En dat geldt niet alleen voor jou als individu; dat geldt ook voor
grotere culturele entiteiten waarbinnen je in verschillende situaties, in
verschillende (grotere) informatieruimten kunt verkeren.
14. |
Voor degenen die ‘The Nature
of Order’ van Christopher Alexander (beginnen te) kennen: Ik denk eigenlijk
dat de mate van aan/afwezigheid van de (15) eigenschappen die Christopher
Alexander in The Nature of Order aanreikt, hier belangrijke blik-openers
(kunnen) vormen. Verbeteringen zouden aangebracht kunnen worden in een
unfolding-achtige setting (transformerend ontwerpen). Het gaat er om dat het
individu of de groep voldoende een centrum of totaliteit is of dat opnieuw
wordt. Voldoende coherentie kan dan overeenkomen met zoiets als
‘not-separateness’, voldoende eigenheid/zelf lijkt dan op ‘boundaries’.
Vertrouwen lijkt te maken te hebben met ‘positive space’ en/of ‘deep
interlock and ambiguity’. |
Het leven op de rand
Zoals reeds opgemerkt zijn
veel van je waarnemingen indirect (via tussenkomst van andere mensen en/of
allerlei technologische artefacten). Waarnemingen aan een andere dan de jouw
onmiddellijk gegeven realiteit. Jouw waarneming is daarmee jouw interpretatie
van een representatie van de interpretatie van een ander mens of systeem. En
die ander kan het natuurlijk ook weer via-via hebben waargenomen, enz (15). Open een
site als (bijvoorbeeld) www.msn.com. De
beelden die je – binnen een paar muisklikken – getoond krijgt, bevatten
gegevens uit –letterlijk– tientallen (!) bronnen. Bronnen? Eigenlijk weet je
helemaal niets over de herkomst van de gegevens! Waar halen die ‘bronnen’ hun
gegevens vandaan?
Waarom zou je als mens je
handelen en je besluitvorming eigenlijk nog (veel) langer willen baseren op
gegevens uit een systeem waarvan de werking je niet volstrekt duidelijk (meer)
is, waarbij bovendien niet helder is waar de gegevens wegkomen en waarbij ook
niet helder is wie er wanneer uit hoofde waarvan in welke context wat mee heeft
gedaan?
Waarom zou je als mens willen
werken met systemen die maken dat je voor jezelf (weer opnieuw) allerlei
lijstjes moet gaan bijhouden over hoe de ‘zaak’ – naar jouw idee – nu echt
in elkaar steekt?
Kun je als mens eigenlijk wel
verantwoordelijk worden gehouden voor beslissingen die je op basis van gegevens
uit dergelijke systemen neemt?
15. |
Hoe vaak neem jij een
besluit op basis van gegevens met een dergelijk karakter? Gegevens waarvan je
de ontstaansketens niet kent. Gegevens die op hun reis langs de keten door
zowel mensen als machines in willekeurige volgorde en op allerlei manieren
(kunnen) zijn gemanipuleerd? Hoe vaak voel je niet de behoefte aan een
“informatische bijsluiter” waarin zaken als bijvoorbeeld herkomst,
houdbaarheid en betrouwbaarheid helder aan de orde komen? |
Loskomen van de rand
Je wordt je vaag bewust van
iets. Een onrustig gevoel komt langzaam bovendrijven en morrelt aan je
mindset... Die ouwe slobbertrui waar je je altijd zo in thuis voelde..., zit
die eigenlijk nog wel zo lekker? Jouw leven – daar aan de rand van je
informatieruimte… dat is toch geen leven? Of wel?
Er wordt gemorreld aan je
ideeën over hoe de wereld in elkaar zit. Aan de uitgangspunten die ten
grondslag liggen aan je handelen, je gedrag en de dingen die je zo doodgewoon
vindt. En als je jezelf dan – voorzichtig – begint toe te staan de ‘wereld’ op
een andere manier te bekijken… en je op een bepaald moment tot de conclusie
komt dat – hoewel ‘het’ natuurlijk eigenlijk niet echt kan..., er toch ook wel
weer wat in zit – ergens, op een bepaalde manier. Als een dergelijk zinnetje
stamelend in je geest overeind krabbelt… dan ben je losgekomen van de rand. Je
bent op weg gegaan….
2005:
Slag bij Mijn Informatieruimte
Op
weg naar de slag bij Mijn Informatieruimte. Een slag waarin je aan den lijve
zult ondervinden wat het – informatisch
gezien – betekent mens-centrisch te denken en te (taal)handelen. Meerdere malen
zul je – wellicht tot je eigen verbazing en misschien ook wel ergernis – je op
technologische leest geschoeide neus stoten. Je zult er achter komen hoe diep
technologie je leven in de loop der jaren is gaan stempelen, er mee verweven is
geraakt. Je staat eigenlijk min of meer voor de taak de lucht te gaan
(her)ontdekken die je al je leven lang inademt. Je denken over informatievoorziening in organisaties werd
tot nu toe gedomineerd door het denken vanuit (informatie)technologie. De
gebruiker van die technologie – wat hém bezielt en drijft – kwam toch eigenlijk
op tweede plan en werd – onbewust (en meer dan je lief is) – waargenomen door
een technologische ‘bril’ (en daardoor te vaak níet gezien en/of begrepen). Het
kost moeite – veel moeite – om daarvan los te komen, maar leidt wel tot een
beter zicht op de mens en een passende inrichting
van zijn werk- en leefomgeving: terug in de hoofdrol en met optimale
ondersteuning van allerhande technologie.
Mijn informatieruimte
Welkom in de ruimte die zo is
ingericht dat jij er met technologische hulpmiddelen (16) omgeven
wordt zonder er een verlengstuk van te zijn (17): Mijn Informatieruimte!
Welkom in de ruimte die zo is
ingericht dat jij door middel van kijken en tonen in verbinding, in relatie
staat met andere informatieruimten en waar het de menselijke kijkers en toners
zijn die de relatie vestigen; systemen ondersteunen dat proces ‘slechts’.
Welkom in de ruimte die zo is
ingericht dat jij je er – informatisch gezien – vrij kunt bewegen: je ziet op
passende wijze datgene wat voor jouw werksituatie nodig is; je toont datgene
wat voor de werksituaties van jezelf en anderen nodig is.
Welkom in de ruimte waarin
jij beelden van de bestaande werkelijkheid en van de gewenste werkelijkheid
creëert. Beelden die jouw gedrag beïnvloeden (kijken) en beelden waarmee jij
gedrag van anderen beïnvloedt (tonen).
16. |
In Mijn Informatieruimte
staat de mens centraal en vormen de technologische artefacten de op hem (op
zijn maat) toegesneden hulpmiddelen of gereedschappen die in zijn hand
werkzaam zijn om bepaalde doelen te realiseren. |
17. |
Dat betekent (mogelijk)
nogal wat voor de manier waarop IT kan worden ingezet. De
Mijn-Informatieruimte-mens beschikt over heldere acceptatie criteria (IT is slechts
hulpmiddel; mens is géén verlengstuk (hulpmiddel) van IT) voor IT systemen.
De mens-centrisch denkende en handelende mens heeft de systeem-centrisch
denkende en handelende mens iets belangrijks, iets wezenlijks te zeggen. |
November
2004, 2004 © Jan van Til