2019.03 Aantekeningen
Jan van Til
Onderstaande
tekstfragmenten zijn veelal afkomstig uit reacties op LinkedIn, iBestuur, blogs
en e-mail die ik verstuurde in de laatste vier maanden van 2019. De volgorde
van de aantekeningen is chronologisch.
01. “Industry 4.0 focused on the machines. Is Industry 5.0 putting
humans back in the center?”, someone askingly ‘yells’
at LinkedIn. Is that true? As far as I can tell … lots of humans adore technology,
they’re in fact enslaved to it, they bow down and worship technology in their holy
churches. As soon as enough humans have become techno-converts … humans will be
dehumanised enough to be put back in ‘the center’.
02. AVG boetes zijn te
verzekeren … Toe maar. Zijn boetes voor bijv. door-rood-rijden of
te-hard-rijden ook verzekerbaar? Kan iemand daar eens wat onderzoek naar doen?
03. “Je mag gewoon ZIJN”, zo beweert
iemand op LinkedIn. Tja … wie IS, geeft en krijgt gegeven; is niet afhankelijk
van hebben; hoeft niet te hebben om te kunnen ZIJN. Human havings
menen te moeten hebben om te kunnen zijn. Human beings
weten waar het om draait en omdraait. Juist perspectief op BE en HAVE leidt tot
pracht be-have-iour!
04. O, wow! Er is nu zelfs ook
al (sprake van) – slimme – AI …. Het kan niet op!
05. W, ik heb ‘even’ naar
jouw tekstvoorstel gekeken … en er wat van gevonden! Zie hier het resultaat: “Each and
every energy-business nowadays heavily depends on vast and still growing
amounts of information. A significant portion of this information is produced
elsewhere and made available by external parties. With respect to information
all energy businesses become increasingly interdependent. Furthermore, the need
for high quality, right-the-first-time information keeps growing and is now bigger
than ever.
This interdependency pushes all participants towards one, collective
manner of dealing with information – in short: production, management and
consumption. For each piece of information: one producer and various and
varying consumers – both in- and outside the energy sector.
How do we get this collective-manner-of-dealing-with-information
started? It’s crucial to start from the current state of affairs: i.e. don’t
mess with any of the current systems of any of the participants. Instead, add a
facility that hinges corresponding pieces of information together while keeping
them apart and untouched at the same time. Exactly the way a real hinge does:
the hinge pin keeps the blades connected and apart at the same time, supplying
the blades with precisely the freedom they need.
This sets the standard for smooth(er) dealing
with information. It’s an extreme loosely coupled setup with a bare minimum of
attributes together with pointers to information sources. Participants remain
free to develop their own systems as they seem fit – they disclose their information
as part of a blade of the hinge. It’s the hinge that relates two or more information
sources.
Hinges can be searched using the bare minimum of attributes (a non-human-readable
key, a few characterizing attributes and pointer data). The moment a fitting
hinge is found – traversing the connected blades gets one to the accompanying information
in the appointed systems.
Especially with the ongoing energy-transition this is a promising step
and a powerful way to make information available from different sources (cross
sector as well as cross border).”
06. Graag reageer ik op uw
LinkedIn-bijdrage De
digitale wereld: serie blogs GDBC van vrijdag 13 september 2019: ik wil
“een digitaal onderwerp aandragen”. Onderwerp: Informatie-infrastructuur.
Hamvraag is hier hoe
informatie te organiseren (modelleren) opdat informatie niet alleen enkelvoudig
voorhanden is, maar tegelijk ook voor een veelheid aan toepassing geschikt is.
Kortom: informatie-infrastructuur. Informatie-infrastructuur is, naar mijn
idee, van groot belang voor veel, zo niet alle, van de 20 inhoudspunten die u
in uw blog naar voren brengt.
Informatie-infrastructuur is,
zoals al even aangegeven, een wezenlijk onderwerp. We komen vandaag de dag
domweg om in ons doolhof aan informatiehooibergen. Duplicatie van informatie is
aan de orde van de dag. Inconsistentie van informatie viert hoogtij. Betekenis
van de informatie is veelal ambigu. Snel en trefzeker beslissen is vaak
onmogelijk. Dat loopt vast. Big Data, Data Science,
Analytics, AI, Machine Learning etc. brengen wel allerhande stof in de lucht,
maar lossen structureel niet of nauwelijks iets op. Veel enthousiast gejoel en
geschreeuw; geen wol van betekenis.
De stap naar
informatie-infrastructuur is echt andere koek! Informatie-infrastructuur
vermindert de hoeveelheid informatie drastisch en verwijdert
informatie-verlamming door situationeel en temporeel ‘automatisch’ informatie
van heldere betekenis tot trefzekere actie te leveren. Wie wil dat niet?!
Andere belangrijke
winstpunten met informatie-infrastructuur zijn – het is maar een greep:
* Informatie-uitwisseling
zoals-we -dat-nu-kennen verdwijnt
* Data-scientists
komen in een volstrekt ander daglicht te staan
* De time-to-market
van softwarewijzigingen verbetert enorm
* De wendbaarheid van de
organisatie krijgt een fikse boost
* De afhankelijkheid van
specifieke procesgang neemt sterk af
* De kosten van
informatievoorziening dalen met stip
* Oplossingen voor
privacy-problematiek worden een stuk eenvoudiger
Wie heeft de kracht van
informatie-infrastructuur en wat we ermee kunnen bereiken al een beetje in de
gaten? Hoe brengen we daar verbetering in aan? Ik hoor graag van u of u iets
ziet in dit digitale onderwerp. Mogelijk kan een gesprek verder helpen? Daartoe
ben ik, vanzelfsprekend, bereid.
[Nee, niets meer van
gehoord.]
07. Wat een tijdje terug nog
gewoon “configureerbaar” heette … heet nu opeens “personaliseerbaar”.
08. Blog
– Ongestructureerde data kost organisaties onnodig veel geld en vergroot
risico’s. Kom, kom, kom … gestructureerde data kost organisaties netzogoed handenvol met geld en vergroot risico’s! Het
echte en tergende probleem is natuurlijk direct gerelateerd aan de Manier
Waarop we informatie structureren! Dat doen we al decennia lang op dezelfde o
zo foute manier. En die manier kost vandaag de dag bakken-met-geld. Onnodig!…
09. We
laten het een beetje door de vingers glippen. Vriendelijk uitgedrukt – toch wel. Want om iets door
je vingers te kunnen laten glippen … moet je het wel eerst in de hand gehad
hebben. Was
dat stadium al bereikt?
10. A
Smurf Who Smurfs Smurf or A Data Model is About Communication. Information
provisioning is all about providing crystal clear meaning in order to be able
to make the right decisions towards the right actions. Therefore information
needs to be modelled towards crystal clear meaning temporally as well as
spatially. Time goes by. Situations change. Meaning changes. Information models
‘only’ need to be able to accommodate information-in-context explicitly. Such a
model ‘simply’ absorbs various and varying situations by juxtaposition. Metapattern is able to accomplish that.
11. This
article, The Unfolding of
the Data-Centric Paradigm (part 1), still carries strong
organisation/enterprise-centric breathings … data centric within the limits of
organisation-centric. I sincerely hope that – since this is ‘only’ part 1 – The
Unfolding of the Data-Centric Paradigm will open our eyes and minds in order to
let go of this organisation limit with respect to information.
12. Thank you, D, for sharing your email-address with me. Below I make a
start to try to answer your question regarding organisation centricity – data
centricity within the boundaries of organisation centricity. I’m afraid there
are no(t that many) books on this topic. Centricity is still taken for granted
for applications, for organisations. Why bother writing a book about it?
Let me start with information. And human beings. And
information-infrastructure. And then end with organisation/application.
[01]
I’m an information engineer. My fascination is all about quests that
breathe strong civil information engineering leanings. That fascination is not
about technology; it is all about behaviour of human beings as a consequence of
their assignment of meaning to received information. My focus is on true
information-infrastructure: one single organisation-of-information that serves
a multitude of situated uses/users-of-information over time.
[02]
In my mind … information is all about crystal-clear meaning towards
quality human decision-making towards well-aimed and accurate human action (I
know, there are machines that decide and act too. But machines – ultimately –
always decide and act on behalf of human beings).
[03]
In my mind … it’s always the single human being that individually –
situationally as well as temporally – assigns meaning to information it
receives through its senses. In other words: meaning of information cannot be
defined upfront in a robust, sensible way. Current thinking annex behaviour of
IT-people, however, does define meaning of information upfront – regardless of
the situation at hand.
[04]
In my mind … the meaning of, say, X depends on the situation in which X
manifests itself to an individual. Situations change over time. Other
situation, (slightly) other assignment of meaning by the individual. Other
moment in time, (slightly) other assignment of meaning by an individual. Other
individual, (slightly) other assignment of meaning by that individual.
No one in his/her right mind sees X on its own; we all see
X-in-Situation (a situation that changes over time). Always. No exception.
Whenever we strip X of its situation … we somehow decapitate X. We cannot
meaningfully separate X from the situation in which X manifests itself to us.
If we do … well, we lose at least X. Definitely.
[05]
In my mind … IT-people deal with information-about-X. They discuss X in
the (larger) situation of the problem they try to solve. In other words: they
situate X. In the course of such a discussion IT-people define X. And then … a
tragic accident occurs: IT-people forget about the discussion; they leave the
situation that gave birth to the definition of X implicit. They tragically fail
to explicate the Context (information-about-the-Situation). As a consequence …
it soon becomes blurred and eventually dissolves altogether. They, in fact,
decapitate information-about-X. And that leaves us stuck with an absolute and
upfront definition of X – that has its feet firmly planted in mid-air. This, of
course, violates the way human beings, by nature, alone as well as in groupings
(e.g. an organisation), approach and work with information.
[06]
The above, [05], described accident, of course, leaves its tragic marks
throughout every single information model. Every problem yields its own
specific set of entities annex specific distribution of attributes among them.
And every change in a problem (and changes are inescapable) yields another
specific set of entities annex specific distribution of attributes among them.
Some changes are fairly easy to incorporate/assimilate; other changes, however,
require a, say, rupture of the model and, in the wake of it, a rupture in the
software.
In a slow changing world such accidents can be mistaken as minor
incidents and may go by unnoticed. In our contemporary speedy world , however,
we must take these incidents for what they really are: accidents. We also must
(start to) realise ourselves that even the most advanced technology wave will
never solve this accident.
[07]
In order to solve this accident we must reconsider our thinking about
information. Matter is never on its own, it’s always situated ([04]). Therefore
information-about-matter cannot meaningfully live, breathe etc. on its own – it
must always and inseparably be in the company of Context
(information-about-the-Situation) ([05]). Both of them need to emerge
explicitly in information models ([06]). When we succeed to structure our
information models according to the open ended recipe of “X in Context >
Contextualised X” … we can implement true information-infrastructure ([01])
that supports [02] and corresponds with the way human beings, by nature, alone
as well as in groupings (e.g. an organisation), approach and work with
information.
[08]
Now let me turn to organisation. I already hinted at organisation in
[05] and again in [07]. With true information-infrastructure in place … a
structure in which all information is organised contextually (towards meaning
towards action) … all organisations – deeply interdependent – are able to share
and use the same source of information for their own benefit and the benefit of
their fellow-organisations. Suddenly it’s all about, say, information-traffic
between groupings. The organisation – again: informationally speaking – becomes
a participant in, say, information-traffic. And organisation centricity? Well …
there is (informationally speaking) not much value in it – is there? The same
goes for application-centricity. Applications are fine – as participants in
information-traffic as well.
[09]
I hope this is a beginning of an answer to your question: “I’d like to
think more about the implications of organization-centricity … can you
recommend any readings?” I hope to hear from you – it’s the only way to make
progress!
13. Thank you for your patience to chew on (some of) the things I mailed
to you. If you’d like to combine chewing and discussing … You’re more than
welcome!
Another thank you for pointing me to Hirschheim’s
book (Information Systems Development and Data Modeling,
Conceptual and Philosophical Foundations). Unknown to me; I’ll dive into it!
P.E. Wisse strongly influenced my thinking. It could be
labelled, as Wisse calls it, subjective situationism. Wisse, among
other books, wrote:
1. Semiosis & Sign Exchange -
design for a subjective situationism, including
conceptual grounds of business information modeling (Information
Dynamics, 2002).
2. Metapattern - context and time in information models
(Addison Wesley, 2001).
KnitbITs is the operational platform/toolset that can
be used together with Metapattern. You can also have
a look at my own website, Information
Roundabout. Information
signs for contextual organisation could be a good start.
14. Human beings are, in my mind, Motivated beings having certain
interests (some of them more or less rational; others more or less irrational).
It’s their emotions that set/ drive them into motion/ action. They may seek to
avoid certain situations (pain, stress, loss, fear, punishment, …). They may
seek to achieve/ reach/ move towards certain situations (pleasure, joy, reward,
fulfilment, …). They may do so fully-conscious/ on purpose. They may do so
less-conscious/ ‘automatically’. Etc. Therefore I don’t think that my statement
(primarily) “is informed by the classical management tradition that focuses on
people and organizations as goal-seeking.” I, nevertheless, look forward to
your view on goal-seeking.
My statement ([02]) does point to an ideality-to-be-reached.
In my mind no single human being will have any difficulty with crystal-clear
meaning of incoming information. For crystal-clear meaning is always a great
help to make quality decisions towards well-aimed actions. In reality, however,
there are, say, all kinds of ‘weeds’ etc. – and they are all over the place.
You named some of them. But no matter how ‘weedy’ things are … the question
remains: how to model information in order to get as near as possible to
crystal-clear meaning?
15. Indeed, there is always the individual that does the observing/sensing
of the signs/ signals that continually come in from the environment. It’s
always the Motivated individual that assigns meaning towards action. And the
Great Task of any information system – a task that must be taken into account –
is to provide contextualised information, i.e. to provide the individual with
information-in-context so that he/she is able to assign the intended meaning.
Whether he/she does assign the intended meaning – partly/ entirely … depends on
his/her motives. And that’s a gap that, in my mind, cannot be bridged.
16. Our surrounding world naturally can be seen as a large fabric of
interdependent and interrelated stuff. Information-about-stuff can be seen as a
large fabric of interdependent and interrelated, say, information-chunks too.
Whenever a motivated individual shows interest in a specific information-chunk,
say X, of such a fabric … all directly and indirectly and in-indirectly etc.
related information-chunks become context-to-X. If the individual refocuses his
attention from X to, say, Y … immediately/ automatically another context comes
into play. Yes and indeed: that requires new knowledge about what information
really is. And it also requires another way of modelling information! For Information signs
for contextual organisation.
17. Even tussendoor … we
barsten van de moderne technologie … waarom bouwt niemand daar een digitale verrekijker mee? Dan is
uitwisseling volledig verleden tijd en een wet m.b.t. eenvoudiger uitwisseling
van gegevens volstrekt overbodig.
18. De
kop van het artikel, “Algoritmes tonen ons de fundamentele misstanden in de maatschappij”
lijkt me idd sterk getuigen van een fundamentele misstand in de maatschappij.
19. Algoritmes verworden met
grootst gemak tot digitale buiksprekers. Wiens geld men eet, diens (digi)taal men spreekt. Het lijkt me uiterst belangrijk dat
er (snel) een goede classificatie komt. Op z’n minst moet ieder algoritme voorzien
zijn van een bijsluiter.
20. D, In the last paragraph of section 4 of Principles
for the Data-Centric Paradigm – Part 2 you write: Today’s data-centric movement aims toward a future in which “data is an
open resource that outlives any given application” and “data is globally
integrated sharing a common meaning”.
(1) My aim is that information outlives any given application plus … any
given problem that led to that application. Information needs to be modelled
regardless of the problem at hand for which a solution must be found/implemented.
In every grouping of humans there – sooner or later; usually sooner than later
– there also emerge strange, fuzzy, unhealthy, toxic, fake, mean, lying,
conflicting, politicised, unbalanced etc. interests annex behaviours that
become worded in rather obscuring, mystifying etc. ways. Let’s model
information regardless of the problem at hand, regardless of the business a
hand, regardless of the organisation at hand – those are all passers-by
nowadays, those are all secondary. Meaning is primary, meaning is the invariant
we now need. Let’s structure meaning into our model – for any grouping to be
used, for any problem to be solved, in any situation we find ourselves in.
Information-infrastructure.
(2) I don’t understand what you mean by “common meaning”. Do you mean
that all information needs to be dressed with a single world-wide (
“globally integrated”) meaning? So … X means always Y for all the people
in the whole world? If so … who decides? Has, what you call, “semantic core” a
world-wide reach? Or … is that reach limited to one information system (for one
organisation)?
21. Mmmm, D, … isn’t that rather unsatisfying:
“We who are data-centric just need to start by agreeing […]”?
Could it – perhaps – be that Data-Centric minded people haven’t thought
thoroughly enough about meaning-of-information yet? How it comes about? When?
Where(in)? If it’s absolute or relative (and if relative – relative to what)?
And what the implications of the true nature of meaning-of-information are for modeling information and building applications? And what
the implications are for concepts like “semantic core” and “business language”?
Is there exactly one ontology or more than one? Is there exactly one core
(whatever that is) or more than one?
What do Data-Centricity people officially say, where do they really
stand with respect to these questions?
22. Could you rewrite your text in simple plain English – so without any
techno-words (e.g. model, view, BI etc.) in it? I’m very curious for the
result!
23. As far as I understand your article, Data modeling and truth and reality, …
you found out you have some bias/thinking school/system of beliefs about data
modelling as well … and that some theory about data modeling
is so deeply ingrained with you, that you rarely think about it – yet it very
much defines the way you think – and act, of course … you simply take it for
granted. Somehow that seems to bother you and your desire is to talk about it.
In order to help you make explicit the essence of the giant-shoulders you stand
on … I asked you to rewrite (rethink) your article: a. to make explicit the
essence of the giant-shoulders and b. to discover (fatal) flaws in those
giant-shoulders. But from your response I understand that you’re perfectly
happy with your giant-shoulders (that you take for granted, rarely think about
etc.). That’s okay. But it leaves me puzzled. Truth? What are the shoulders you
stand on? Reality? What are the shoulders you stand on?
24. Imho: There is one truth, but there are
many possible realisations of that one truth. Truth is
not elusive; the realisations of truth are – and the realisations of
realisations too. Etc.
25. And the invariant way to model this situational diversity is … to
explicitly model the context – together with text as a two-one-ness. Again and
again.
26. “In times of drastic change learners inherit the earth; while the
learned find themselves beautifully equipped to deal with a world that no
longer exists” Eric Hoffer.
27. If one somehow has the itchy feeling that he/she doesn’t have a clue
of what information really is … well … the governance of it won’t get airborne
either!
28. Hoe
zou het komen dat de “mens een groot risico op fouten in datagebruik [vormt]”?
Zou het kunnen zijn dat de multitude aan manieren
waarop data in onze veelheid aan systemen bij elkaar wordt gehouden op geen
enkele wijze aansluit op de manier waarop alle mensen met informatie omgaan?
29. Strange … all job opportunities concentrate
on the T of IT. Are there opportunities for the I-part of IT as well?
29. Hoe identificeren mensen
zich in de dagelijkse praktijk? Altijd situationeel. Hoeveel identiteiten heeft
een mens? Inderdaad – heel wat!
30. Bedoel je T-generalisten
of IT-generalisten? Waar binnen de RUG is er plaats, tijd, aandacht voor
I-generalisten? (Herhalingsvraag voor
een RUG-recruiter).
31. Applications
come and go. Processes come and go. Procedures come and go. Departments
come and go. Organisations come and go. We desperately need to infrastructuralise information – in order to smoothly and
durably and consistently serve all these come-rs and
go-ers …
32. Waarom focust UWV zich
nog steeds op zoiets als haar applicatielandschap-dat-alsmaar-complexer-wordt?
Heeft dat ooit al eens werkelijk verlichting gebracht? Waarom blijft men
alsmaar met die ellendige hoofdpijn naar apothekers lopen als dat keer op keer
niet (blijvend) helpt?
33. “Consumers need better protection”? Well, perhaps. But first and
foremost: Consumers need to look better out of their doppen
and think more with their heads!
34. Ik bleef toch even wat
kauwen op “En dè wet? Zo beschouwd betreft zgn wet- en regelgeving een indeling volgens
verkeerssituaties; voor elke situatie geldt een rollenverdeling; met
situationele rollen op elkaar afgestemd, gelden voor elke rol ge- en verboden, maw regels voor situationele gedrags- annex
verkeersverhoudingen.” Eveneens hak-op-de-takkerig
denkend, kwam ik het volgende stukje tekst: “Wetten komen niet uit de lucht
vallen. Wanneer maatschappelijk gedrag (interactie) voortkomt uit
maatschappelijke situaties en/of leidt tot maatschappelijke situaties die als
ongewenst, onevenwichtig, fout enzovoort worden bestempeld, komt er op den duur
nieuwe/gewijzigde wetgeving die dat soort situaties (nader) reguleert/indamt.
Het gaat (volgens mij) met wetgeving nooit om concrete situaties, maar altijd
om een, zeg maar even, ‘wetssituatie’, dus een waaier aan soortgelijke
situaties. Concrete voorvallen kunnen worden getoetst aan (ge-match-d met)
wetgeving als voorval-mal/patroon.” Ik neem aan dat de term (verkeers)situatie(s) in de quote waarmee ik dit bericht
begon, correspondeert met ‘mijn’ wetssituatie?
Je geeft actor en deelnemer
apart plaats. Met actor bedoel je, als ik je goed begrijp, en in
biologietermen, een receptor waarop alleen moleculen in een bepaalde
conformatie kunnen aangrijpen (waarbij conformatie dan correspondeert met rol
en molecuul met deelnemer). Maar misschien is actor ook wel simpelweg een soort
placeholder voor deelnemer-in-bepaalde-rol. Begrijp
ik waar je op doelt?
35. BD: de hih-hah-cowboys van het digitale
wilde westen …
36. Naar mijn idee wilde Van
Rees met informatieruimten annex toon- en kijkvensters eerst en vooral een
verschuiving van denken/aandacht bewerkstelligen: van programmatuur en techniek
naar mensen/mensverbanden en hun variërende en gevarieerde informatiebehoeften.
Verder dan die stap is hij in ieder geval nooit gekomen terwijl ook die eerste
stap niet van de grond kwam.
Het “uitgangspunt dat zo’n
eenheid kijkt resp. toont volgens een werkelijkheidsoriëntatie en dat het die
oriëntatie is waarmee ‘zijn’ informatiestructuur moet stroken” was mogelijk wel
(wat) aanwezig, maar is, voor zover ik me herinner, door Van Rees, nooit
expliciet gemaakt. Zag hij het (belang ervan) niet? Nu, terugkijkend en
herinneringen ophalend, verdronk zijn aandacht m.i. al vrij snel in allerhande
soorten kijk- en toonvensters als gevolg van de weerbarstige
werkelijkheidswaaier aan gecultiveerde mensverbanden e.d. Liep hij zich met zijn
informatieruimten/vensters stuk op de werkelijkheid?
Nee, klopt wat mij betreft;
“Nergens problematiseert hij ordening van betekenissen, laat staan dat hij
beseft dat inmiddels dringend een àndere,
stelselmatige oplossingsrichting voor informatie- annex betekenissenmodellering
geboden is.” Maar je vervolgopmerking, “Vanwege zulk gebrek lijkt mij zijn
voorstel een geval van voortzetting van de programmatuuroriëntatie”, zou ik
niet zo stellig voor m’n rekening durven nemen. Van Rees heeft ‘het’ nooit
afgemaakt. Waarom niet? (Voor)Zag hij dat zijn creatie ultimo aan dezelfde
zwakte zou bezwijken waartegen hij vurig streed? Liep hij vast in z’n eigen (te
beperkte) werkelijkheidsoriëntatie?
Ondertussen ben ik (opnieuw)
gewezen – door een inmiddels ex-collega – op DEMO (Jan Dietz). Hij volgde
onlangs een cursus DEMO en raakte ervan geënthousiasmeerd. De laatste keer dat
ik naar DEMO keek was in, pak-um-beet, 1995. Maar
DEMO, hoe mooi en gelikt het zich vandaag de dag ook presenteert … mist nog
altijd de werkelijkheidsoriëntatie met het oog op werkelijke werkelijkheid, en
mikt, onder mom van werkelijkheidsoriëntatie in essentie nog altijd op betere
programmatuur voor de (meestal enterprise)
werkelijkheid. ’t Is triest: informatie-van-betekenis lijkt nog nergens de
horizon te vervormen.
37. Nou …, dat lijkt
inderdaad op iemand die de Metapatroon-smaak wat te pakken krijgt … die in het ritme
van Metapatroon komt. Mooi werk!
38. Ja, zucht, het lijkt er
mogelijk wat op dat hij al hetgeen jij hem consequent volgens
werkelijkheidsperspectief aanreikte … toch, zo goed en zo kwaad als het ging,
technologisch heeft weten te plaatsen. Jij reikte hem de rotonde/verbinder aan
als startpunt en eerste stap … Hij zet, zonder het te beseffen, de hem door jou
zo zorgvuldig aangereikte wereld op z’n kop en lijkt inmiddels als startpunt te
begrijpen het ratjetoe aan ontologieën die met wat
integratie en mappings en wat aanvullende hocus pocus
nieuw vrede op oude aarde brengen. En dat herkent hij – acht hij “workable”. Daarbij is zijn “director” (volgens LinkedIn)
net zo’n techneut als hijzelf – en ongetwijfeld reuze bezorgd als het gaat om
de goede (af)loop van de in gang gezette cloud-move.
Zoiets helpt meestal ook niet.
Ik hoop van harte dat ik het
bij het verkeerde eind heb en ook dat je er met deze ‘draai om de oren’ in
slaagt hem de volgende sectie van de ‘fuik’ binnen te loodsen. Want dáár liggen
levenslicht en levenslucht te wachten – het spul waarnaar hij snakt.
39. Nou, ja, zeg … zijn laatste bericht klinkt welhaast als een
belijdenis … een soort overgave: wat is je voorstel voor de volgende stap; zeg
het maar. Hij steekt zijn open (zo lijkt het iig)
hand uit – een (wat) lege hand misschien zelfs; ditmaal zonder modellen,
gereedschap en referenties naar boeken etc. Een hand die ruimte lijkt te bieden
om er iets verder doorslaggevends in te leggen. Ja, dat geeft hoop! Nee,
opgeven lijkt me nu niet aan de orde!
Tegelijk heeft hij, denk ik, alle hulp nodig die er maar denk- en
leverbaar is. Jouw bericht/pleidooi van 16 november lijkt hem weer een heel
stuk verder (wellicht beslissend?) over de streep te hebben getrokken. maar hij
voelt zich (nog) niet stevig genoeg in z’n schoenen staan om het nieuwe geloof
zelf en op een eigen zeepkist te gaan verdedigen. Nou, ja, dat maak
ik iig op uit zijn bericht
van 14 november: “So, I would say that if we can
identify some practical benefits for using Metapattern
and quantify those benefits in some way, we could make a case for adoption. If
not, perhaps we had best not pursue it. I think Metapattern
has tremendous possibilities, but in the U.S., businesses demand quick results,
so that limits us.” Dus, ja, wat is de
volgende stap op/in zo’n terrein? Ongetwijfeld iets wat de aanloop naar ‘n
informatierotonde in zich meedraagt.
Mooi resultaat! Gefeliciteerd!.
40. Aanhangers van AI lijken
in rap tempo te radicaliseren …
41. Sjonge … die contradictio in terminis kende ik
nog niet: “postmoderne professionaliteit”.
42. Een vos verliest wel z’n
haren; niet z’n streken … zoals – jij wijst het nog maar weer eens vriendelijk
aan – nog altijd uit zijn acties en schrijfsels blijkt. Nee, ik heb deze (m)ailing niet gehad; ‘k heb me een tijdje terug laten verwijderen
uit zijn lijstjes.
43. Dank je wel voor de
verwijzing! In deze vorm had ik het nog niet gezien. Ja, R stuurt al
maandenlang allerhande artikelen rond in ‘zijn’ architecten-community, op
LinkedIn, in ‘vak’bladen etc. Ondanks vele pogingen,
vnl. van W, om hem (ook) op een meer levensvatbaar spoor te rangeren – een
spoor dat niet alleen maar miljoenen verslindt, maar ook iets bruikbaar
informatie-infrastructureels oplevert – is hij
uitgerekend dáárvoor, dus voor dat informatie-infrastructurele perspectief,
stokdoof. Zo af en toe ‘plaag’ ik hem nog wel ns een beetje op LinkedIn … Hij
gebruikt in zijn teksten zo hier en zo daar wel de goeie woorden, maar er zit
verder niets innovatiefs in, er zit niets werkelijk vernieuwends achter – zo
ook in zijn Deltaplan. Kun jij er iets wezenlijk-moois in ontdekken? Ik niet.
Nee, het is allemaal gisteren en eergisteren wat hij roeptoetert; qua
oplossingen weet hij niets beters te produceren dan techno-oplossingen van het
kaliber waarvan er al zovele in deze wereld staan en niet functioneren.
Informatie is (ook) bij hem domweg niet in beeld, niet in goede, vertrouwde
handen. Helaas.
44. Vandaag kreeg ik, helaas,
via mail (via Information Roundabout) eveneens R’s
verzoek om weer eens zo hard en zo goed mogelijk mee te huilen in zijn
kreupelhout. Aanvullingen, tegenvoorstellen-onder-eigen-naam (niet meer dan 4
pagina’s; zijn eigen werkstuk beslaat 9 pagina’s) – ze zijn allemaal welkom.
Momenteel staan drie bijdragen (van twee auteurs) op de site. Ik zal af en toe
eens kijken of dat aantal groeit als kool …. Wie weet verschijnt er ook een
bijdrage van S.
Jij beschikt al sinds jaar en
dag over een eigen, rijk gevulde en zorgvuldig samengestelde Landingspagina. De
door hem aangeboden landingspagina komt domweg neer op het stuur uit handen
geven en dat kan alleen maar uitlopen op grote, meer, … schade voor jou. Daar
kennen we ‘onze’ pappenheimers inmiddels lang en goed genoeg voor.
45. Zoals vandaag de dag aan
het, zeg maar even, wonder van nul volkomen voorbij wordt gekeken … en de nul
(mede) om die reden door iedereen voor zoete koek wordt geslikt – men ziet het
domweg niet/heeft geen idee … zo ziet men ook het wonder noch de potentie van
de nul-identiteit niet.
46. In het linker modelletje
is ‘ergens’ natuurlijk ook sprake van een situatie – zij het impliciet,
onbenoemd en ongezien gelaten. Als je die buiten-beeld-geraakte-situatie zou
willen weergeven in het model … wat is dan de beste plek ervoor? Boven de
horizon, verbonden met het blokje onder de horizon, grijs/gestippeld?
47. Wie met een IT-Deltaplan
komt … is er kennelijk van overtuigd dat overheidsproblematiek eerst en vooral
een groot IT-probleem is. Ik kan maar niet bedenken wat de houtsnijdende fundamenten
onder dat idee zijn.
48. Zeker – is dat relevant
voor mijn vraag! Want de vraag (#46) lost er volledig mee op. Met deze uitleg,
dank voor je geduld, zie ik nu ein-de-lijk ook de
stippellijn (rechts) … en … dat-ie die correspondeert met de/het
horizon(-niveau) links.
49. Ja, wat zou Google willen
met de gezondheidsgegevens van vele miljoenen mensen? Bekijk, bijv., (nog) eens
de uitzending van VPRO Tegenlicht van 27 oktober 2019; De
grote dataroof … Een gesprek met Shozanna Zuboff. Dat geeft alleraardigst idee voor een antwoord.
50. Een
tip van Einstein – ons in herinnering gebracht door Erik Jan van Kempen, Programma
directeur-generaal Omgevingswet bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties.
Oei … is het dan niet
bijzonder pijnlijk dat de nieuwe digitale instrumenten zijn ontwikkeld op basis
van hetzelfde denken dat de huidige problemen met digitale instrumenten heeft
voortgebracht?
51. Aan welk stuk van de d’olifant sta je eigenlijk te voelen/tasten wanneer je
serieus meent dat
de overheid haar IT in rustiger vaarwater moet zien te krijgen? Het draait
niet eens om IT!
52. Zeker! Het draait om
informatie. Informatie van situationeel en temporeel kraakheldere betekenis in
handen van mensen tot trefzekere actie. Verreweg de meeste mensen zijn,
inderdaad, zoals je aangeeft, nogal tactiel ingesteld. En de branche weet dat maar
al te goed; is er reuze blij mee; heeft het verdienmodel er helemaal op
toegesneden en levert de gevraagde brood en spelen – de ene wave na de andere …
for they love it! Let our gadgets please and distract
them forever! Laat
informatie vooral in de slagschaduwen van ever-evolving
techno blijven ronddobberen. Laten we het vooral niet Internet of Information
noemen, maar IoT. En als er dan toch iets fout dreigt
te gaan, schuiven we gewoon, het is maar even een voorbeeld, data scientists het podium op – als de nieuwe tovenaars die met
veel tamtam en techno hun zandmannetjespraktijken uitvoeren en achter de
schermen vaak meer dan 80% van hun tijd kwijt zijn aan het koortsachtig
ontwarren van inconsistenties in ons alsmaar groeiende kluwen aan
informatiehooibergen waarin de spreekwoordelijke speld zich steeds lastiger
laat vinden. Nee, liever geen structurele oplossingen via de vruchtbare
invalshoek informatie – dat zou wel eens negatieve impact kunnen hebben op ‘t kip-met-gouden-ei
verdienmodel.
53. Zo, dat (#52) moest er
even uit …
54. Digitaal
patiëntgegevens uitwisselen: wie wordt de nieuwe aanvoerder? NRClive, 29 oktober 2019; Een kritisch podium voor
professionals die openstaan voor nieuwe inzichten ….
1. Is het uitwisselen van
gegevens zo langzamerhand niet erg ouderwets? Iets van gisteren? Waarom bijten
we ons zo vast in uitwisselen? Kunnen we werkelijk niets bedenken dat het
uitwisselen overbodig maakt?
2. Als het werkelijk een spel
is … is het dan een finite of een infinite
game?
3. Als er al spelers zijn …
wie zijn dan de primaire spelers? En wie gedragen zich als primaire spelers? Is
er aan gedacht dat er wel eens een cruciale speler zou kunnen ontbreken? Of dat
er speler(s) teveel zijn?
4. Als er al spelers zijn …
spelen ze dan werkelijk op hetzelfde veld? Met dezelfde werkelijk spelregels?
Wie van de spelers zijn eerder wolven dan giraffes/wie eerder giraffes dan
wolven?
5. Bestaat er onder de
eventuele spelers werkelijk behoefte aan een oplossing? Een oplossing van/voor
wat?
6. Bestaat er onder de
eventuele spelers werkelijk een eensluidend beeld van wat ‘het’ probleem
eigenlijk is? Is er wel een probleem? Voor wie?
7. Waarom moeten er bruggen
geslagen worden? Is het niet ruim voldoende als het slaan van bruggen grondig
wordt gefaciliteerd en aantrekkelijk gemaakt?
8. Wat zijn de verschillen en
overeenkomsten tussen de hier aangedragen problematiek en, bijvoorbeeld, de
ontwikkeling van de OV-chipkaart?
55. De kiekeboekomst
lijkt helemaal te zijn weggelegd voor waaghalzen en dwaalgeuzen …
56. Nationaal
Warmtecongres; kijken naar het energiesysteem van de toekomst: “Dat de
bestaande systemen slim moeten gaan samenwerken staat wel vast.” (november
2019).
Waarmee wordt dat “slim
moeten gaan samenwerken” bij uitstek gefaciliteerd? En hoe komt het eigenlijk dat
daarvoor niet van meet af aan ruim aandacht voor is – en er, maar al te vaak,
ook nooit de aandacht voor komt die het verdient?
Hoe komt het eigenlijk dat we
maar niet in kunnen/willen zien dat het niet kan draaien om integratie, maar moet
draaien om de integreerbaarheid van energiesystemen?
57. Vertrouwen … Je gebruikt
het woord een keer of tien in je bijdrage.
Wat is, volgens jou, vandaag de dag, voor overwegend postmoderne mensen, de
basis voor wezenlijk vertrouwen?
58. Is het in de dagelijkse
praktijk niet zo dat de “belangrijkste vijand van vertrouwen in
informatietechnologie” de volstrekte afwezigheid van besef is “dat
informatietechnologie niet alleen over technologie gaat, maar ook over informatie”?
Is het niet zo dat de I van IT op z’n best als een schim verkeert in de
slagschaduwen van de T van IT? Is het niet reuze merkwaardig dat het, terwijl
het, ons mensen, vandaag de dag bij uitstek draait om de I van IT … dat het na
de geboorte van de zoveelste normaalvorm, decennia geleden alweer … stil werd?
Is het daarom niet volstrekt logisch dat dergelijke iT eerst en vooral
integriteit (sic!) ontbeert en dus gedoemd is om maar wat aan te modderen –
grotendeels onopgemerkt ‘dankzij’ de dag-in-dag-uit over ons heen spoelende
veelheid aan mistgordijnen als AI, blockchain, digital disruption
enzovoort?
59. P, mogelijk heb ik me wat
onhandig/onduidelijk uitgedrukt. Excuses. Wat is/zijn de grond(en) waarop
vertrouwen sterk kan staan en niet onderuit zal gaan? Waarom “vraagt de
praktijk om nogal wat vertrouwensbemiddeling” en waarom hebben we vandaag de
dag meer en meer moeite vertrouwensbemiddeling te vertrouwen?
Dat vertrouwen wel (alles) te
maken moet hebben met moraal ben ik graag met je eens. Vertrouwen groeit
wanneer goedheid en waarheid de overhand hebben. Congruent, consistent en
coherent gedrag vormen vruchtbare voedingsbodem voor vertrouwen. Daarzonder
loopt vertrouwen voortdurend krassen, deuken en andere averij op en gaat
daaraan uiteindelijk ook kapot …
60. Nee, ik heb (nog) geen
oplossing voor het probleem dat alle verwijzingen naar teksten op emovere.nl
niet meer werken zodra de domeinnaam emovere.nl-zoals-ik-m-nu-heb verdwijnt.
Nog afgezien van het tijdsbeslag m.b.t. migreren/redigeren van de veelheid aan
teksten, zou verkopen van de domeinnaam dus domweg veel schade betekenen. En
dat houdt in dat ik emovere.nl (voorlopig) niet verkoop.
61. Hier, in de noordelijke
contreien geen gebrek aan, qua resultaat, magere en donkere informatiekundige actie-dagen. Als ‘vrijwilliger’ probeer ik via events, meetups etc. (ja, je moet mee in de vaart der volkeren)
contact te maken en onderhouden met, zeg maar even, lokale bedrijven: RUG,
Rijks ICT Gilde, DUO, UMCG, Gemeente/Provincie etc. Maar interesse voor I van
IT blijkt keer op keer tamelijk gering. Problemen op I-vlak zijn er genoeg –
dat (h)erkent men zeer wel, maar oplossingen daarvoor zijn onderweg; ‘t is
slechts een kwestie van tijd – zo belijdt men veelal vurig. Het blijken
(klakkeloze) aanhangers van dat rotsvaste geloof in een volgende
generatie/versie van T. Mijn ex-collega’s, W&W, zijn nog steeds ijverig in
de weer met wat zij inmiddels hingepin-modeling zijn
gaan noemen. Niet alleen binnen Gasunie, maar vooral
ook erbuiten: EDSN, NEDU, ENTSOG etc. Middels persoonlijk contact met W, zo
eens in de maand ‘doen’ we een Starbucks-je, probeer ik vinger aan de zere pols
te leghouden. Kortom: geen noemenswaardige vorderingen – helaas.
Daarentegen laat jouw nieuwe
oogst aantekeningen
gelukkig rooskleuriger beeld zien! Een serie prik- en haakbijdragen over, wat
naar mijn idee vooral in richting drijft van Nociety
– aangeprezen als Virtual Society (VS). Ook in deze ‘aflevering’ weer veel
geduldige en uitgebreide en heldere uitleg – voor ieder die het maar
horen/lezen wil – over allerhande informatiekundig van belang zijnde zaken /aspecten/
onderwerpen/ misstanden. Uitleg van iemand die weet waar-ie-ut over heeft en
goed bekend is met veel overheidsmaterie en hoe onnozel er nog altijd mee wordt
omgesprongen – en geadresseerde(n) daar onvermoeibaar op attendeert. Super!
Petje af!
62. De ruimte … het volgende
Antarctica … (Het Financieele Dagblad vraagt zich af
van wie de ruimte is; 5 december).
63. Leuk,
die Google-actie! W heeft me een tijd geleden wel om commentaar gevraagd op een
proefversie van die tekst.
Mijn response erop zie je in deze aantekeningen #05. Je ziet – er is niet veel
mee gedaan. Ik heb, inderdaad, “jarenlang intensief werkcontact met ze
onderhouden” We hebben heel wat af-gescharnierd in vele praatjes, plaatjes en ppt-tjes. En hun (verkoop)tekstje laat (een beetje) zien
wat er momenteel aan begin-van-begrip is ontstaan. Zoals gezegd: ik houd zoveel
als mogelijk vinger aan pols om voor zere plekken klokken te kunnen luiden – in
de hoop dat verdere verbetering zichtbaar wordt.
Ja, mee eens, er
zijn beslist parallellen te trekken met die andere zaak … En, inderdaad, van
“reële betekenisverschillen op (stelsel)schaal van informatieverkeer hebben zij
inderdaad” nog veel te weinig besef. Maar ze realiseren zich wel dat het hingepin-gebeuren slechts een eerste stap is. Ik heb er bij
W, eergisteren, 4 december, nog weer op aangedrongen om vooral ook verder te
kijken dan die eerste stap – ook/juist verder dan de T van IT.
64. PS: Ik keek nog even op
de landingspagina van/voor zijn IT-Deltaplan. Er staan
inmiddels een kleine 20 stukjes proza – alleen het stukje van Ruud Leether leek me de moeite waard om door te lezen.
65. Lees ik het goed? “Eigenaarschap
van data bestaat niet.” Het staat er echt! Lees dan de rest van de alinea (kopje
5. Data) en doe en passant eens een poging het aantal inconsistenties te tellen
…. Hoeveel komt u er tegen? En hoeveel als u het hele interview leest?
Gespot in een interview
met CIO VWS Ron Roozendaal; hij “wil het verschil maken in de gezondheidszorg”.
66. Tsjaa
L, … In een tijd die tot barstens toe is opgezwollen van propaganda, hype,
nepnieuws en spin … is het eerst en vooral zaak om welke-data-dan-ook-maar snel
en slim te verwerken tot gewenste verleidingsbeelden – in de blinde hoop en het
ijdele vertrouwen dat de werkelijkheid zich conformeert aan hetgeen ‘we’ willen
bereiken of vermijden. Wie zit er in zo’n sfeer nog te wachten op informatie
van kraakheldere betekenis tot trefzekere actie –
en dat van moment tot moment en van situatie tot situatie? Op die manier nemen
de verleidings-en verdoezelingsmogelijkheden eerder af dan toe. Dat gaat niet
helpen. Nee, die (big) data hooiberg van nu is prima! Daar kunnen we met onze eigen
AI, algoritmen enzovoort naar hartenlust mee stoeien … totdat gewenste uitkomsten
zich bewijzen.
67. Vandaag was het mijn
beurt … en kreeg ik, via information-roundabout.eu, ook “zo’n nader verzoek ”
van hem.
“Eigenlijk,” zo schreef hij,
“mis ik jouw commentaar op de webpagina https://itexecutive.nl/it-deltaplan-overheid.”
Eigenlijk? “Het maakt mij niet uit,” zo vulde hij aan, “of het een nadere
invulling betreft of een tegenvoorstel.” Want hij vindt het “belangrijk dat er
discussie wordt gevoerd in een publiek toegankelijke etalage.” Discussie? Mijn
indruk is dat-ie ‘iedereen’ achter de broek zit om vooral toch maar iets te
roepen over … Zijn voorstel. De teller v.w.b. het aantal teksten staat
inmiddels op 29; hij heeft er weer tien weten te strikken.
En, nee, ik ga er (verder)
niet op reageren. In #47 van deze aantekeningen zie je mijn prik-vraagje (via
LinkedIn). Zijn response erop was dermate tenenkrommend dat ik er verder niet
op heb geantwoord: “de oorzaak van de problematiek [ligt] in de business-laag,
de informatie-laag en de organisatiestructuur. Dat zeg ik en vele anderen.
Alleen het manifesteert zich in vaak slecht bruikbare IT. Daarom heb ik het
IT-Deltaplan genoemd.” Ordinaire marketing waarmee velen op het verkeerde been
worden gehouden.
68. Ik zou je uitspraak “Naar
mijn weten is er in de laatste veertig jaar niemand opgestaan met de vraag,
‘wat is communiceren eigenlijk?’”, gemakkelijk kunnen aanpassen in: “Naar mijn
weten is er in de laatste veertig jaar niemand opgestaan met de vraag, ‘wat is
informatie eigenlijk?’” Ook wat de door mij aangepaste vraag betreft: er is
niet of nauwelijks belangstelling te mobiliseren voor zinvol antwoord – hoe je
ook roept, evangeliseert, pleit enzovoort.
69. Naar mijn idee HEEFT digitalisering
in het hoger onderwijs (en, trouwens, waar dan ook maar) ALLE aandacht. Technofilie tiert meer dan welig – al decennia lang. Dat
is, lijkt mij, juist onderdeel van het probleem. Digitalisering behoort slechts
middel tot een ander, hoger doel te zijn. En dat hogere doel … dàt vraagt juist om aandacht – maar krijgt het niet. Het
draait niet om de T (van IT), maar om de I. En die I, dáár moet hoognodig en grondig
naar gekeken worden! De T is voorlopig geavanceerd genoeg.
70. De vraag is, lijkt mij,
eerst wat je móet oplossen – m.a.w. welke
belangrijke waarde(n) worden ernstig bedreigd. Dáár zou een groot deel van onze
aandacht naar uit moeten gaan. Het draait, nogmaals, niet om T of om
digitaliseren; het draait om I: Als
Informatie het voor het zeggen had …
December 2019, 2019 © Jan van Til