2019.01 Aantekeningen
Jan van Til
Onderstaande
tekstfragmenten zijn veelal afkomstig uit reacties op LinkedIn, iBestuur, blogs
en e-mail die ik verstuurde in de eerste vier maanden van 2019. De volgorde van
de fragmenten is chronologisch.
01. Before words were … Sign was.
02. Perhaps such a ‘periodic table’ for data – as you suggest – somehow ‘starts’
with Sign … which could be developed into a Semiotic Triangle – adding some
kind of Ground to it (Peirce) … furthering ‘it’ into a Semiotic Ennead (Wisse).
03. Could it be that the materialistic/naturalistic worldview is ‘rather’
inadequate to capture crux of information?
04. “A universal classification protocol” rather than a periodic table?
For things/stuff or for information/signs?
05. “But who will build it”? The Semiotic Ennead exists and is
operative! Sign based.
06. I would suggest that the biggest problem (amongst others) of IT is
its obsession with … things. But … are things really primary? Or are Signs
primary – and things derivative?
07. “Man was given the wisdom to name things and concepts”. I agree.
“therefore he got control of the physical world.” (Apart from the questionable
‘therefore’, but) Did man really got control or does he think he got control?
“The digital world presents a challenge”. I agree: first and foremost because
we are too clueless about what information really is …
08. Klopt, de notities zijn
wat citateriger. En ook vrageriger. Maakt voor eventuele response erop
overigens niets uit. Misschien moet ik in 2019 ook wat schelderiger worden?
09. Perhaps it isn’t about matter – how come we came to believe so?
10. Information signs for contextual organisation.
11. Wellicht zou de minister
voor Medische Zorg en Sport ook het één en ander kunnen opsteken bij
bestudering van o.a. aantekening 66.55. Eigenlijk … zou het wel heel mooi zijn
als Auke van der Woud een vervolg op zijn Een
Nieuwe Wereld zou (kunnen) laten verschijnen. Maken we met/dankzij techniek
nog altijd zulke grote sprongen? En ook nog in voorwaartse richting?
12. Betekenis in techniek
gieten … ja, dat is m.i. inderdaad wat de IT-industrie al sinds jaar en dag
doet – zonder het zelf te beseffen. Techniek laten buikspreken. Ik vermoed
overigens dat de minister voor Medische Zorg en Sport in zijn brief van 20
december 2018 aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (deels)
optrad als buikspreker van de gevestigde industriële orde.
13. Do you love
your wife? – by Simon Sinek.
14. Komende 14 februari lever
ik m’n toegangspas enzovoort in. Tot die tijd is het hoofdzakelijk werk
overdragen en hand en spandiensten leveren. Duidelijk(er) wordt dat de nieuwe
organisatie eerst en vooral met ‘blijvers’ wordt ingericht. En dat geeft ook
tijd om e.e.a. te lezen ook, bijv. One
From Many - VISA and the Rise of Chaordic Organization van Dee Hock (2005),
tijd ook om met mensen te babbelen over informatie-infrastructuur.
Kennisoverdracht dus, want, wie weet … valt er hier en daar nog een
(schilfertje van een) kwartje.
15. Ahh … ik ben er in
geslaagd over te komen; zij het nogal onduidelijk.
De minister voor Medische
Zorg en Sport kon wel eens vergelijkbaar in de wedstrijd zitten als de
geadresseerde van jouw aantekening 66.55 (en 66.57) …. Hij ziet het ‘hele
probleem’ waarschijnlijk vooral als een ‘dingetje’ – een exemplaar zeg ook
maar. Een dingetje (eenheid van techniek en taal) dat moet worden geregeld.
Even de (knappe) koppen bij elkaar – leveranciers, NEN, … – roadmapje d’r
‘onder’ en dan dóórpakken. Dat is wat hem betreft, als ik ‘t goed begrijp, de
‘uitdaging’.
Veel vruchtbaarder zou
natuurlijk zijn als hij eerst en vooral het ‘soortige’ van de problematiek zou
kunnen (in)zien. Verschillen zijn er niet voor niets – die moet je niet
weg-harmoniseren, maar voluit erkennen! En dan direct dóórpakken: reële verschillen
in onderlinge samenhang ‘neerzetten’. Dat zou hem een bouwsteensoort in handen
geven waarmee in wezen de hele maatschappij grote sprongen voorwaarts kan
maken.
In de hoop dat jouw begrip
hiermee met voorwaartse sprongen is gewijzigd.
16. Jouw exemplaar-voorbeeld
in aantekening 66.55 deed mij opeens kinderlijk eenvoudig en helderder-dan-ooit
beseffen waar ‘mijn’ business ook vrijwel altijd mee zit. ‘Mijn’ business
denkt-en-werkt in hoofdzaak ook extreem exemplarig. En toen ik dat nog maar net
zo zo’n beetje had bedacht … denderde de volgende gedachte d’r al overheen: ook
mijn eigen IT-management – inclusief IT-projectleiders – denkt ook eerst en
vooral exemplarig … Want in hun ijver om ‘te alignen’ met de business, meer de
taal van de business te spreken, een gezien en geaccepteerd gesprekspartner van
de business te worden, bij de business aan tafel te mogen zitten-en-meepraten …
zijn ook zij het soortige uit het oog verloren. Als de business maar tevreden
is met de geboden oplossingen (dingetjes); dat telt. Maar dat zijn dus allemaal
… lòsse dingetjes. Managerieel omheind middels domein, landschap, roadmap
enzovoort – hoe krijg je beweging?
17. Fenomeme.
Gepubliceerd op LinkedIn Pulse op 14 december2018 door Jan Campschroer, Senior
Consultant/Information Architect/Data Expert/IT Philosopher/Language architect
bij Ordina.
Inderdaad, mee eens, die
definities zijn “[n]iet handig omdat ze een absoluutheid van concept en term
voorstellen, die tot non-interoperabiliteit leidt van IT-systemen die door
verschillende groepen van mensen zijn gerealiseerd die elk hun eigen fenomemen
hebben gehad.” Klopt, daar wordt nu toch al zo’n 30 jaar op gehamerd: “De
betekenisgeving (door het realisatie team) en de bevriezing daarvan in
IT-systemen is wat mij betreft te lang niet gezien.”
Maar, hoe zouden “we hier in
nieuw te realiseren IT-systemen” wèl “rekening mee [kunnen] houden” zodat we
níet “óf in een situatie dat we ons in de betekenis van de grootste commerciële
speler moeten voegen (gedigitaliseerde bureaucratie) óf in een situatie van
niet koppelbare (en dus dure) systemen”?
18. Things don’t exist by themselves. Every thing springs forth from the
ever changing relationships that continually create it – call it into being.
19. How
we build national institutions plays a crucial role in ensuring prosperity for
developing nations, according to Clayton M. Christensen, Efosa Ojomo &
Karen Dillon. Well … the same is Valid for the way we organize our information
with respect to interdependent national institutions! Indeed Crucial!
20. According to Dave Ulrich “[t]he best way to foster employee
well-being is for HR to contribute to making their organizations more
competitive so that the organization wins in the marketplace.” Perhaps another
best way for HR is to quit using the term … “resource”.
21. Laat ik proberen e.e.a.
te verduidelijken. Daarbij neem ik uiteraard mee wat jij inmiddels te berde
bracht … Wie weet snap ik dan zelf al weer wat beter wat ik bedoel(de) toen ik
reageerde op aantekening 66.55 …
(A) Mijn business
denkt-en-werkt extreem exemplarig
Voorbeeld: Medewerkers van X
willen een tool ter ondersteuning van hun, zeg maar even ‘documentgebeuren’
(opslag en verwerking van documenten in dossiers), waarin ze precies de voor
hen gangbare procesgang/werkwijze herkennen. Volgens het binnen X alom
gehuldigde principe zoveel-mensen-zoveel-zinnen zou dat heel wat verschillende
exemplaren van een dossiersysteem opleveren. Moeizaam bruikbaar tot en met
volstrekt ongeschikt voor simultaan gebruik door jan-en-alleman – zowel binnen
als buiten X.
In dat ene-en-enkelvoudige
systeem dat we (sprint na sprint en stukje bij beetje) opleverden – was een
veelheid aan procesgangen in potentie beschikbaar. Maar men herkende daarin de
eigen werkwijze bij voortduur niet-tot-onvoldoende. Zij zagen hun individuele
exemplaren er niet als-vanzelf in terugkomen. Ook hun management bleef bezorgd;
hen viel niet uit te leggen dat er een ‘soortsysteem’ was gebouwd waarmee een
veelheid aan ‘exemplaarprocesgangen’ vorm kon worden gegeven. Uitleg,
uitputtende voorbeelden, enzovoort – niets hielp.
Daar waar wij geheel X (en
ook Y en Z) aan/met één soortige/stelselmatige – idd, niet (goed) te scheiden –
oplossing een hele sprong verder wilden helpen … daar konden de verschillende
deelnemers/bloedgroepen van X geen begrip noch waardering voor opbrengen; zij
wilden toch vooral ‘gewoon’ hun eigen exemplarige en atomige ding op hun eigen
exemplariege en atomige manier blijven doen (idd, niet (goed) te scheiden). En
hun management bleek ook ‘ietwat’ weinig begripsvol en doortastend: er werd
geen soortige/stelselmatige knuppel in het hoenderhok geworpen.
(B) Mijn IT-management –
inclusief PL’s denken-en-werken eerst en vooral exemplarig.
In hun ijver opdrachtgevers
tevreden te stellen – d.w.z. het project af te kunnen sluiten met de
afgesproken deliverable (exemplaar) en een goede klantbeoordeling … is er maar
weinig heilig – zo blijkt keer op keer. Het soortige (stelselmatige) van het
exemplaar (voortbordurend op voorgaand voorbeeld) wordt zonder blikken of
blozen geofferd op het oude en vertrouwde altaar van exemplarigheid (atomigheid).
Een term die hier dan nog wel eens valt is de zgn. ‘puntoplossing’. Zo’n
puntoplossing is naar mijn idee altijd atomig en draagt daarbij vaak een
hoog-exemplarig gehalte in zich mee.
Wat naar soortig riekt is de
voor PL’s geldende projectmanagementmethode met bijbehorende mijlpalen annex
procedures om verantwoording af te leggen. De gestandaardiseerde /
geüniformeerde weg, dus, waarlangs los-exemplarige resultaten tot stand komen
(komt wellicht overeen met “issues”, in (oude) ambtenarentaal, die om
losse/geïsoleerde oplossingen vragen). Op die weg gelden ook standaard
ontwikkelmethoden en standaard ontwikkelplatformen. En verder – zodra een
deliverable in de buurt van productierijpheid geraakt, steekt B&O haar
vingers in de pap die haar kant op gaat komen: de deliverable moet passen
in/bij het soortige (standaarden, structuren) dat voor B&O geldt. Al met al
veel soortigheid (standaarden) waarin de speelruimte van een PL ‘strak’ is
gekanaliseerd. Resterende speelruimte ‘zit’ dan eigenlijk alleen nog maar ‘in’
de deliverable – eerst door ongelukkige toename in exemplarigheid/atomigheid en
daarna (meestal) ook in afname in functionaliteit.
Hmmm … mijn indruk, tijdens
het schrijven en na herlezing is dat exemplaar/atomair en soort/stelselmatig
onlosmakelijk zijn, door elkaar heen lopen, niet los verkrijgbaar zijn. De
beweging rechtuit móet in één en dezelfde beweging gepaard gaan met een
afbuigende – alleen de combi maakt de paardensprong. Een paardensprong met
meerdere verbonden gezichten – nee, eerder zijn het gezichtsuitdrukkingen:
exemplarig, atomig, soortig, stelselmatig. Wellicht is exemplarisch/soortig
terug te voeren op één van de dimensies van de Semiotische Enneade (het
ding-ige, materiële). Wellicht wijzen atomisch/stelselmatig naar de andere twee
dimensies (het immateriële). Een niet-reduceerbare negen-heid – waarmee je hout
snijdende ‘paardensprong’ maakt ….
22. The science of engineering is the engineering of science.
23. What is it that caused data science into being? Why don’t we solve
thàt problem? Someone replies: “Ehm … I think it has always been here? We used
to call it mathematics and statistics … So why would you “solve” this?” Well … Math
or Statistics or Operations Research or … are tools that help solve problems.
So-called data scientists use such tools to (A) prepare data in order to be
able to use the same (category of) tools to (B) produce results based on the
prepared data. The problem I’m talking about is serious problem A. I’m not
addressing the old/known problem B. Why aren’t we able to systematically
organise our data in such a way that problem A simply doesn’t not occur/ceases
to exist?
24. Tot hoever reikt de
zorgplicht van overheidsinstanties eigenlijk? In bovenstaande
voorbeelden lijkt de zorg niet verder te reiken dan het plompverloren
uitvoeren van koud beleid – zonder dat door de desbetreffende
overheidsinstantie gekeken (gezorgd) wordt voor een warm overzicht van
mogelijke consequenties voor degene die het betreft. Wanneer allerhande beleid
onderling afhankelijk raakt, dienen beleidsmakers hun beleid te voorzien van
een bijsluiter zodat eventuele bijwerkingen tijdig helder zijn.
25. No thing exists by itself; every thing springs forth from the ever
changing relationships that continually create it. From the immaterial, the
material arises (materializes). Can anything material come into being without
the immaterial? Can anything material be sensed without the immaterial? The less
we are able to feel at home with the immaterial … the more we cling on to
matter/things that cannot really live without the life-giving and
life-sustaining immaterial that precedes it.
26. Interoperability to what? For what? At what level/scale? How do we
know so sure that it’s about interoperability?
27. Vanmiddag sprak ik W –
o.a. over Infostructuur. Een term die René Oudejans eerder hanteerde – dat was eind
2017. W wist mij te vertellen dat jij hem die prachtterm hebt ingefluisterd.
Leuk! Want zoiets als Infostructuur proberen we nu alweer meerdere jaren aan de
gang en van de grond te krijgen binnen Gasunie en ook daarbuiten. ’t Is, wat
mij betreft, een Essentieel onderwerp dat tot op heden niet of nauwelijks een
bruggenhoofd heeft weten te slaan. Helaas.
Eind december stuurde ik
onderstaand berichtje naar een collega. Hij vroeg zich af of ik bleef-of-niet
en hoe het (dan) verder moest met onze ideeën voor Infostructuur …: “Ja, klopt,
ook ik heb op het vertrek-knopje gedrukt. Op een feestje doe je er goed aan
afscheid te nemen op een moment dat het nog goed en gezellig is – de
herinnering eraan is dan optimaal. Wie langer wacht …
Nee, ik heb mijn animo voor
vertrek niet onder stoelen of banken gestoken. De regeling komt op een
uitstekend moment. M’n loopbaan bij Gasunie is, wat voorbij de ‘top’ en mijn
echtgenote zet volgend jaar ook een punt achter haar carrière. Wie langer wacht
…
Energietransitie?
Energietransitie draag ik een warm hart toe; energietransitie betekent een
fantastische periode – ook voor Gasunie als één van de spelers in de
energiebranche. Persoonlijk spreekt me de informatische kant ervan het meest
aan. Niet zozeer de techniek dus, maar juist het informatie-gebeuren. Daarbij
zie ik zoiets als de Energieverkeerscentrale
Driebergen voor me. Overal de juiste hoeveelheid energie, in de juiste vorm
en op het juiste moment. Ja, dan moeten er – informatisch gesproken – heel
andere potjes op het vuur worden gezet! Het moet dan onmiskenbaar richting infostructuur, of, weer wat anders
uitgedrukt, richting informatierotonde. Want, klopt, een energierotonde kan
natuurlijk niet zonder zo’n informatierotonde – die vormt haar onlosmakelijke informatische
evenknie!
Zoals gezegd: ik wacht niet
langer. Één van de dingen waarmee ik me blijf bezighouden is de informatische
kant van energietransitie. Maar het gaat tegelijk ook een heel
stuk breder, want, als
informatie het voor het zeggen had … Mocht je meer/anders willen weten, ik
hoor het graag – ‘k Ben d’r nu nog!”
28. Zou het niet voor
iedereen glashelder moeten zijn – al direct na een eerste (vluchtige) blik –
dat, wanneer deze plaatjes kloppen, er iets grondig mis is met ons denken over informatie
en informatie-uitwisseling?
29. Dank voor in- en meezage.
Ongelooflijk! Ik heb hier en daar wat linkjes aangeklikt … P slaagt er inzo
ongeveer de hele wereld aan te halen op de notendop van een enkele pagina tekst.
Een regelrecht wonder dat-ie zo stevig is blijven haken achter Metapattern!
Wat?! Ik jou helpen “aan enig
begrip”? Als hij er in slaagt “er van alles en nog wat althans voor [jou]
ònnavolgbaar [bij te slepen]” …? Hmmm … nee, dan doe ik liever wat nuttig(er)s
en bestudeer ik bijv. jouw aantekening-werken. Daar kom ik tegenwoordig wat
gemakkelijker aan toe, weet je. Vanmiddag, omdat er bij mij ook wel eens wat
blijft ‘haken’, en ik dat haakje kwijt wilde, van me af wilde schrijven – zeg
ook maar … knutselde ik een stukje proza in elkaar: Voorbij
interoperabiliteit heet het. ‘t Staat op LinkedIn. Als de link niet werkt,
hoor ik ‘t graag.
30.
Zegt het voort, zegt het voort! Dank voor het laten rondzingen van goed
nieuws: Voorbij
interoperabiliteit. Ook geroep vanuit woestijn moet ooit eens ergens
productief achter blijven haken …. Misschien wel bij FS dat inziet dat de S
toch wat te veel voor Stagnaardisatie staat? Het mooist zou natuurlijk zijn dat
er meerdere balletjes tegelijk wat gaan rollen en elkaar opzwepen-tot-Beweging!
Je hoort het al weer: ik loop voor muziek uit waarvan de eerste noot nog moet
gaan klinken.
Ik
begrijp dat je P inmiddels hebt gesproken? Zit er wat muziek in zijn (komende)
inspanningen, denk je?
De
overheid organiseert nogal eens congressen waar allerhande startups,
initiatieven, wapenfeiten enzovoort worden bezongen. Is dat niet een plek waar
S iets belangwekkends aan de orde kan brengen? Of passeerde dat idee allang
jullie revue?
31. Well … I didn’t mean to say that technology doesn’t matter – it does!
I did mean to say that our focus on and enslaving obsession with technology
greatly distracts us. Technology is only a means to an information-end.
Information, in turn, is only a means to well-aimed business action.
What matters is that businesses start to realise themselves that as long
as their mission doesn’t change dramatically … the information-base they need
to do their business … doesn’t change dramatically either.
What matters is that businesses start to realise themselves that this
information they need to do their business could be organised in a far more
effective and efficient way – a qualitatively new/other way: infrastructurally
or, if you like, systematically.
What matters is that businesses start to realise themselves that such a
way of organising information-itself, i.e. regardless of the technical
infrastructure on which such an information-infrastructure resides, would
greatly improve their potential (via apps etc.) for assembling actionable
information that matches the existing as well as new/unknown problems they
face.
What matters is that businesses start to realise themselves that Information Dynamics has the
knowledge as well as the tooling to bring about such information-infrastructure!
32. A great idea would be to shift our focus
from T to I. It’s not about T – it’s about I! The I comes before the T, you
know …
33. As
far as I know there exist three interaction-levels: Physical, Cybernetical and
Significal. The last one points at the human interaction level. The second
prominently refers to technology, to machines – including computers (i.e. the T
of IT). In my mind, the machine level is there to Serve the human level.
Nowadays I increasingly get the impression that it’s the other way around:
humans saying good bye to their unique human capabilities in order to get
things computer-ly done.
When we talk about IT, we almost always and almost entirely mean T; at best
we mean T-with-a-very-small-i. Rather sad, because it’s all about I and T is
only a means to the I-end. Interoperability is mainly a T-term that stems from
and thrives at the machine level – not at the human level! It’s solely there to
do its technical thing. But what about humans? Humans that use machines – to
their service? At the human level it’s all about attaching meaning by humans to
data produced by computers in order to be able to perform the right
human-action – situated and timely.
Interoperability is important, we can’t do without, but in order to be able
to serve people with technology – at their own human level – we pressingly need
to go … beyond interoperability, which is limited to the machine level. We need
to step into the world of Information-Infrastructure. And the
idea-of-something-like-an-EMHI could serve as an interesting starting point to
that – no more, no less. I prefer to work with the notion of Information Roundabout.
Indeed, differences in healthcare (just as anywhere else!) are very real and
won’t go away by shouting louder and louder about interoperability. Let’s
therefore acknowledge the differences and try to relate them without
harmonising, standardising, rationalising etc. them out of our cybernetic ways
– we’re humans! Let’s come up with a solution at the Significs level – for
humans deserve better than interoperalised data. Far better!
34. Tot nu toe verwees ik
eigenlijk nooit bij eerste gelegenheid naar Metapatroon / Metapattern. Dat leek
me beter. Klopt, dat heeft tot op heden niets bijzonders opgeleverd – een
tweede/vervolgcontact komt in de meeste gevallen niet eens tot stand. Helaas.
Ik ga vanaf nu in op je (zoveelste) verzoek tot inschikkelijkheid en blijf
rekenen (daar is het tegenverzoek) op je geduldige vasthoudendheid in geval ik
mij nog eens misga ….
35. Inderdaad, een
belangrijke les, het is cruciaal dat “de basis van data op orde [is].” Ook
(juist?) als je – organisatie-overstijgend – hebt “te maken met een groot
aantal partijen, zoals politie, GGD of Belastingdienst.” Zonder het zelf te
beseffen, maakt Branderhorst (zie evt. het artikel
op iBestuur), hopla, een Reuzensprong! De basis-op-orde per aparte organisatie …
voldoet niet meer. De nieuwe, nu overkoepelende, infrastructurele basis – díe moet
op orde! Want Branderhorst heeft gemerkt “dat definities met betrekking tot
terminologie vaak verschillen, waardoor data niet overeenkomen.” Zolang we de Reuzensprong
over het hoofd zien, komt de basis – waar Branderhorst over spreekt –
natuurlijk niet van de grond. Onmogelijk. Dan komen we ‘gewoon’ niet verder dan
wat harmoniseren, rationaliseren etc. per aparte organisatie. Dan komen we niet
voorbij
interoperabiliteit ….
36. Vind je het goed dat ik
in stukken en brokken op jouw bericht reageer?
1. Edward de Bono.
De Bono beschrijft in The
Mechanism Of Mind gedachtensporen als paadjes die door de tijd heen
ingesleten raken in een ietwat scheef hangende was-plaat waarop willekeurig
(plaats en tijd) druppels warm water vallen. Het aldus ontstane unieke
padenpatroon kanaliseert gemakkelijk de verdere druppels/de verdere gedachten
(en daarmee ook het verdere doen). Het is als met oude en diep ingesleten
karrensporen … als je er eenmaal in terechtkomt, blijkt het maar al te vaak een
reuze lastige opgave weer een eigen/ander pad te kiezen.
2. Drieslag – Vernieuwing als
dynamiek van theorie, techniek en toepassing.
Mensen die de drieslag
uitgelegd krijgen, snappen vaak reuze snel hoe dat in z’n werk gaat en ‘zien’
ook wel dat het zo zal werken. Wat ze naar mijn idee vooral ‘vergeten’ is zich
er daadwerkelijk mee te verbinden. Waar ben ik mee bezig? En waar loop ik
(steeds weer) tegen aan? Wat ga ik daar (structureel) aan doen? Dat soort
vragen lijkt helemaal niet (meer) op te komen. Wie heeft nu nog in de gaten dat
hij/zij dag in dag uit en onophoudelijke bloot staat aan een spervuur aan
techno-bombardementen? Wie trekt daaruit de conclusie dat het wel eens meer dan
de moeite waard zou kunnen zijn de techno-loop te verruilen voor de
theorie-loop? Nee, door en door technofiel als velen zijn … worden ze op hun
wenken bediend; technologieën, innovaties enzovoort buitelen over elkaar heen.
Na de teleurstelling met technologie N zal technologie N+1 toch zeker tot
betere resultaten leiden. Wie zo verslaafd is, komt niet meer (zelfstandig) uit
het diep ingesleten techno karrenspoor. Die is verdwaald en ‘t zicht op
ontsnapping(sroute) middels zo’n drieslag helemaal kwijt. Die wil gewoon een
volgende shot. ‘Gelukkig’ wordt zo’n techno-junk op z’n wenken bediend. En er
zijn geen afkick-klinieken.
3. Auke van der Woud.
Ik heb, dacht ik, wel eens
gezegd dat wanneer infrastructuur voor fysiek verkeer nog zou moeten worden
‘uitgevonden’ … dat ons dat vandaag de dag niet meer zou lukken. In de wereld
die Van Der Woud beschrijft in Een
Nieuwe Wereld lukte dat nog wel. Sterk vooruitgangsgeloof gecombineerd met
vertrouwen, met geduld/lange adem en doorzettingsvermogen – ook als je zelf
niet (lang) van de resultaten zou kunnen genieten. De overtuiging dat je
resultaten die de moeite waard zijn alleen maar bereikt door tegen een (steile)
helling op te klauteren; nooit door van een helling naar beneden te glijden.
Een begrip als Algemeen Belang had Inhoud.
Vandaag de dag vind je daar
nog maar weinig van terug, zo is mijn indruk. Vandaag de dag overheerst Ik
Belang, de hang naar scoren, naar onmiddellijk en doorslaand succes op
lichtsnelheid. What’s in it for me. Velen raken al vrij snel teleurgesteld en
zonder ook maar werkelijk geprobeerd te hebben de (voet van de) helling te
bedwingen, richten ze de blik, ‘geholpen’ door techno, al weer snel op N+1, op
iets ‘beters’.
4. Hoe sneller hoe misser
Wanneer ik met de auto langs
de diepenring van Groningen ‘scheur’, zie ik niet veel van rijke historie,
cultuur enzovoort. Dat wordt al een stukje beter als ik op de fiets stap. En
als ik al wandelend over de diepenring kom, geniet ik het meest. Ik kijk op en
om, houd m’n pas in, lees de toelichtingen die de VVV her en der aan
monumentale gevels bevestigde enzovoort.
Vandaag de dag schijnt alles
snel te moeten. Er gebeurt zoveel en niemand wil ook maar iets missen. En om
alles mee te kunnen maken, moet er ‘natuurlijk’ wel oppervlakkiger en
vluchtiger gewerkt worde. Zo maak je, ‘gelukkig’, van alles iets mee en mis je
tegelijkertijd alles. “Alles vreten, niets uitdiepen,” zoals Ad Verbrugge het
eens uitdrukte. Reuze teleurstellend, natuurlijk, maar ‘gelukkig’ is er die
niet aflatende stroom aan techno-snufjes die voor welkome distractie zorgt. Er
zit nog zo ontiegelijk veel in het vat. Iets als Artificial Intelligence,
bijvoorbeeld, houdt de hoop van velen gegijzeld.
5. Sporen via ontsporing
“Hopelijk” vallen ze “ooit
van het ene in het andere geloof”. En wel door “veranderingen langs een ànder
spoor”. Waar loopt dat àndere spoor? Loopt het misschien pal langs het oude
karrenspoor? Hoe gooien we het oude en diep ingesleten karrenspoor dicht?
Moeten we de zekerheden – gevormd door de steile wanden van ‘t bestaande
karrenspoor – helpen ondergraven en destabiliseren zodat ‘dijkdoorbraken’
ontstaan die via overspoeling en modderstromen het landschap een complete en
onomkeerbaar nieuwe aanblik geven? Waar ‘zitten’ werkzame aangrijpingspunten
voor het losmaken van een emotie die aanzet tot opstaan en vertrekken in nieuwe
richting omdat dat evident beter is dan te blijven zitten waar je altijd zat en
te blijven doen wat je altijd deed?
6. Vertrouwen
Ja, wie kun je vandaag de dag
nog (lang) vertrouwen? De snelle vluchtigheid van het moderne levensgev/woel
tast tal van betrekkingen duurzaam aan en daarmee de grond, de trampoline
waarop mensen – in vertrouwen – hun sprongen maken. Wie niet meer durft te
vertrouwen, springt niet meer, leert niet meer. Dan beginnen de wetten van de
jungle onze gebaande paden te overwoekeren. Wat er dan gaat botsen is geen
beschaving meer.
7. (Af)leren
Een steeds weer terugkerend
en taai thema. Ja, hoe krijgen mensen zichzelf zover dat ze van paradigma
wisselen? Dat ze liever wisselen dan dat ze blijven ‘hangen’? Misschien moeten
we daarvoor te rade gaan bij zoiets als het onbekommerde vertrouwen van een
kind. Oei, is dat niet iets dat middels onderwijs ‘zorgvuldig’ wordt afgeleerd?
37. Welke sector was dankzij de crisis van 2008 vooral béter af? Was
dat niet dezelfde sector die de crisis veroorzaakte?
38. Een futuroloog op
LinkedIn: “Talloze bedrijfstakken zijn al door kunstmatige intelligentie
getransformeerd”. Tja, … hoe word ik zo snel mogelijk zo ongeloofwaardig mogelijk
…
39. Aren’t all human beings biased? Isn’t
human-being-bias always situational as well as temporal? Isn’t bias therefore always relative?
Why, then, do we talk about bias as if it’s a sitting duck, an absolute?
Assume, for a moment, that person A thinks that person B has bias X at time T
and situation S. What about the thinking of person C with respect to person B
at time T and situation S? Same bias-conclusion? Highly improbable!
Why do we want to stop machines being biased? Why is it that we (so
dearly) want to treat the bias-conclusions that computers come up with
different from the bias-conclusions that human beings come up with? What, then,
is the essential difference? Do we really and thoroughly know what it means to
be a (signific) human and to be a (cybernetic) machine?
What is our own bias (worldview) with which we approach bias?
40. Vraag is wat de primaire
insteek wordt bij die “strategie van beheerst vernieuwen” …. Wordt het (‘gewoon’
weer) de T van IT of … is bij SVB ook bijgeleerd dat het grootste probleem niet
T is maar I?
41. Er is iemand (Lars
Rönnbäck ‘van’ Transitional Modeling) met een onrustige geest die de noodzaak
is gaan zien “om verschillen te administreren”. Waarschijnlijk is het voor hem
een enorme worsteling (geweest) – om zijn nieuw-gevonden handen en voeten
aardig netjes aan de romp te (k)rijgen. Wellicht is hij er nog altijd mee
bezig. Ik vermoed dat hij – hoewel hij iets van ‘de overkant’ lijkt te hebben
gezien – toch uit alle (on)macht is blijven proberen binnen de lijntjes van het
oude-en-vertrouwde te blijven kleuren. Als mijn guess-work een beetje klopt …
is het even de vraag hoe verliefd hij – al worstelende – is geworden op de
eigen oplossing. Anders gezegd hoe open hij nog staat (wil staan) om een
nieuwe/andere/vreemde kaart in zijn TM-spel geschoven te krijgen …
42. Hmmm … Wat mij iig wel
duidelijk(er) lijkt te worden, is dat de en(n)ead’s waarover jullie spreken
niet heel erg zinvol/diepgaand via een nul-identiteit vallen te verbinden …
43. Ja, helaas, helaas is
dat, zo vrees ik, waar. Een hart dat boordevol is, stroomt eigenlijk alleen
maar over. En handen die tot-en-met gevuld zijn pakken niets aan – zoiets zou
loslaten van verworvenheden en overtuigingen vergen. Een geest die, om wat voor
reden dan ook, niet bereid is een heel stuk in de schoenen van een ander met
die ander mee te lopen … zal nooit werkelijk weten wat die ander bezielt,
beweegt en doet overstromen. Tja, hoe ver loop je mee? En met welk motief? Met
sommigen niet, met anderen een stukje enzovoort.
44. “Voor [hem] lijkt een
woord prompt een aanleiding om feitelijk vergaand ònsamenhangende kennis uit te
storten.” Het lijkt er idd wat op dat hij toch behoorlijk snel bezem pakt om
ogenschijnlijke overeenkomsten rücksichtslos op één ‘strakke’ hoop te vegen en
dat-ie ‘hoop’ aansluitend verwart met ‘noemer’. Dat demonstreert hij m.i. ook
door Egyptische trinities op één hoop te vegen met de Christelijke Trinity.
45. Iets of iemand is het
kennelijk zat: “die door zorgverleners gebruikt [MOETEN] gaan worden” …
totalitaire trekjes … zorgprocessen en data-uitwisseling in beton gieten …
standaardiseren, rationaliseren, kanaliseren, uniformeren, … Maarre … waar
draaide en draait het ook nog maar weer om?
46. Verzot zijn we er op – op
de fragmentarische aanpak: Staatssecretaris Mona Keijzer publiceerde recent de
Nederlandse visie op datadeling tussen bedrijven. Alleen tussen bedrijven dus –
een ‘brede’ visie. Drie principes: 1. Datadeling komt bij voorkeur vrijwillig
tot stand; 2. Datadeling komt zo nodig verplicht tot stand; 3. Mensen en
bedrijven houden grip op gegevens. Ziet u wel? En we zijn ook helemaal weg van wishful
thinking – we-love-it! We weten natuurlijk wel dat zoiets niet of nauwelijks
werkt, maar, ach, ‘t klinkt zo aangenaam en geruststellend. Cynisch? Wie? Ik?
Kijk, er is ook die àndere
aanpak. De zgn. systematische aanpak. Houtsnijdend! Maar, ja, het moet natuurlijk
wel praktisch blijven …. Klopt, die laatste zin is cynisch!
47. “Registratie aan de Bron,
toch eigenlijk wel een mooi principe: maar nu toch wel de vrijblijvendheid
voorbij …”, zegt Jan A. Hazelzet (Professor in Healthcare Quality & Outcome
at Erasmus University Rotterdam). Enthousiast verhaal waarin van alles en nog
wat uiterst vluchtig en onsamenhangend wordt aangestipt en neergekwakt. Ziet
iemand welk probleem we en masse over het hoofd zien? Precies: de organisatie
van die informatie. Cruciaal voor de (her)bruikbaarheid ervan.
48. Er in slagen “zorgverleners
uniform te laten registreren?” De ‘abrichtung’ van zorgverleners … wie wil dat
nou?
49. Prachtig! En dan nog even
flink doorzetten met dat ene informatie-fundament onder dat ziekenhuisnetwerk …
en dan heeft iedere participant situationeel en temporeel de juiste gegevens
tot zijn/haar beschikking!
In response op Kamer
zet licht definitief op groen voor ziekenhuisnetwerken.
50. Bedenk vooral: ‘no-code’
en ‘low-code’ zijn marketing-kreten die uitwerking volgens het zandmannetjes-principe
beogen.
51. Er dient spoedig zoiets
als een informatie-bijsluiter te komen. Met daarin o.a. sluitende informatie
over het informatie-product, het informatie-productieproces en de erbij gebruikte
informatie-grondstoffen.
52. Dromen? Als het al dromen zijn (#50),
komt de dromer bedrogen uit. Het duurt alleen even voordat de dromer nattigheid
begint te voelen. En het duurt nòg langer voordat de dromer dat durft/wenst toe
te geven …
53. From the text:
“Core Vocabularies are ‘simplified, reusable, and extensible data models that
capture the fundamental characteristics of an entity in a context-neutral
manner.’”
1. Simplified … yet capturing the fundamental characteristics of any
Person.
2. Any Person behaves by definition in a specific context – always … yet
captured in a context-neutral manner.
Well … I can see why Core Vocabularies simply must fail at larger, i.e.
realistic scales. Don’t you?
54. There are parties, even parties you wouldn’t suspect … that prefer
the current fuzzy obscurity of ownership. Ownership implies control. If I’m the
owner of X … I control access to X. Every party that wants/needs to access X,
needs to ask me for permission to use it for purpose P during period T. If a
party accesses X without permission … it will for sure be reported to me. Lots
of commercial as well as non-commercial parties find that, to say the least,
difficult/troubling. Don’t you think?
55. Vroeger, toen de IT de
term architect nog niet had ontdekt, hadden we landschapsarchitect,
stedenbouwkundig architect, bouwkundig architect en binnenhuisarchitect. Aan de
orde waren: schalen. Toen de IT de term – als de fameuze kip zonder kop –
oppikte … begon het al snel te lijken op wat je op basisscholen wel ziet:
poppenhoekarchitect, bouwhoekarchitect etc. Daar is wat misgegaan – en gaat nog
steeds mis.
56. What about governments? Governments keep
lots of person-information, but the ownership of the vast majority of that
person-information lies … elsewhere.
57. Mogelijk is P aan het
broeden geslagen. En een broedende kip … komt misschien wel met een verrassend
opstel. Met zijn briljantie zal zo’n response tijdens je verblijf in Duitsland
wel van de band rollen en op je digitale deurmat belanden.
58. Ed Gent on SingularityHub:
“It turns out that when you let people program autonomous vehicles themselves,
the gap between self-interest and the greater good shrinks.” Well, could be,
but their starting point, their main driver, however, will remain …
self-interest. Nevertheless the good news is, indeed, that in their thinking
they are forced to ‘see’ beyond themselves, to ‘see’ themselves as (vulnerable)
parts of a far greater system.
59. The ethics of governance is the governance of ethics.
60. Health care is first and foremost a human being ‘thing’. And human
beings are meaning-driven; machines are – at best – data-driven. Tech prophets,
endlessly and carelessly beating their tech-religion-drums … alienate human
beings from their core. Especially when
their health needs care.
61. Artifictional Untelligence
62. Waarom zouden we
eigenlijk gegevens uitwisselen als we in heel veel gevallen niet goed weten wat
de betekenis ervan is? Daar komen ongelukken van!
Op zo’n opmerking komt
vlammend vlot respons: “Omdat we juist gaan zorgen voor eenheid van taal en
eenheid van techniek”, aldus de Director of Information Policy and CIO,
Ministry of Health, Welfare and Sport. Hij is, zoals hij zelf zegt: “geneigd
zaken halfvol te zien. Laten we het waar maken!” Bijval komt subiet van een
Medisch adviseur bij CZ: “Er wordt met name door Nictiz
hard aan gewerkt”. Een Intensivist van het Radboud UMC geeft aan: “Half vol:
eens!” Bovendien is diezelfde Intensivist van mening dat “veel gegevens zijn
prima eenduidig te definiëren en vast te leggen. En een goede basisset die
uitgewisseld kan worden zal in de dagelijkse zorg al enorm schelen. Met oa de
genoemde initiatieven moeten we een heel eind kunnen komen, lijkt me.”
Ik weet het: er zijn mensen
die beweren dat je positief moet denken, moet zijn, dat je positiviteit moet
uitstralen enzovoort – als het maar positief is komt het vanzelf wel goed. Ja,
hoor … als we nu maar lang genoeg denken, uitstralen etc. dat één plus één drie
is – komt dat vanzelf goed.
Ik richt me nog maar eens tot
de eerder genoemde directeur: O, … en hoe lang zijn al die verschillende we’s
daar dan al niet mee bezig, met die “eenheid van taal”? Al heel wat decennia,
toch?! En lukt het al wat? Uh, nou, nee. En hoe komt dat? Omdat die eenheid
eerst en vooral op het niveau van de Techniek gezocht wordt, terwijl betekenis
op het niveau van de Mens handzaam operationeel wordt. Wie de essentie van dat
verschil niet ziet, maakt, ondanks massa’s goede bedoelingen en halfvolle glazen,
de warboel alleen maar erger ….
Of daar nog reactie op kwam?
Nee, geen reactie. Niets.
63. Op LinkedIn publiceert een
Consultant Data Interoperability and Governance TNO een artikel “over onze data
standaardisatie activiteiten in Smart Industry”: Naar
een standaard voor digitale communicatie in de keten. Zelfde wijn in andere
zakken; ik denk dat we vooral verder moeten kijken dan onze
interoperabiliteitsneus lang is: Voorbij
interoperabiliteit.
64. Staat integratie van data
niet op gespannen voet met het flexibeler worden van/met data? Wie integreert
met een bepaalt doel wordt weliswaar sneller m.b.t. dat doel, maar niet
flexibeler (zelfs niet als het wel zo lijkt …). Wie weet vandaag de dag op
voorhand de doelen? Het verandert zo allemaal snel! Zou integreerbaar-maken
daarom niet veel beter zijn dan integreren?
65. Er is een tijd geweest
dat contact hoofdzakelijk verliep tussen mensen – via direct/mondeling en
schriftelijk contact. Toen kwam, terugkijkend, de eerste digitale
transformatie. En die zorgde ervoor dat we staan waar we nu staan. Inderdaad, zeer herkenbaar:
“opgezadeld met overbodig tijdrovend werk”, “werken met diverse systemen die
niet op elkaar zijn aangesloten”, “groot aantal onsamenhangende en deels
overlappende applicaties”, “werk onnodig complex en inefficiënt en leidt tot
frustraties” enzovoort.
Tegenwoordig spreken we (opnieuw)
over digitale transformatie – een volgende. Maar waarom, zo vraag ik me af,
zijn we eigenlijk terechtgekomen waar we nu staan? Waarom niet ergens anders?
Waarom is een volgende digitale transformatie eigenlijk nodig? Wat is de crux
van het probleem dat we tijdens de eerste transformatie niet/onvoldoende hebben
gezien? Wat is een adequate diagnose – wat een goede behandeling?
Toen we begonnen met
automatisering waren de technologische beperkingen groot. Langzaam maar zeker
werden programma’s krachtiger. Al snel was er die eerste
infrastructuraliseringsslag – er kwamen netwerken waarop ‘de rest’ werd
aangesloten (the network is the computer). Met die slag kwam – heerlijk, dat
heb je nu eenmaal met nieuwe infrastructuur – een enorm stuk versnelling mee! Toepassingen
voor van alles en nog wat – voor elk probleem een apart systeem – schoten
opeens als paddenstoelen de grond uit en raakten onderling tot-en-met verweven
(koppelingen/interfaces). Niet alleen binnen organisaties; ook over
organisatiegrenzen en landsgrenzen heen. En dat bracht ons – lang verhaal kort
– waar we nu staan.
Een wereldomspannend
landschap waarin de focus nog altijd sterk ligt op technologie – op de
inmiddels ontelbare applicaties/systemen – waarvan de eraan ten grondslag
liggende problemen al (deels) zijn verlopen. Een landschap waar voor elke
applicatie/systeem een apart en voor de eigen (deels) verlopen problemen
geoptimaliseerd informatiemodel bestaat. Zo blijf je, inderdaad, heen en weer
schakelen tussen tal van applicaties waarbij je op basis van de gevonden
informatie steeds weer je eigen chocola moet zien te maken. Onsamenhangend.
Deels overlappend. Klopt. En dat zit-um in de organisatie van informatie. Dat
‘gaat’ nu nog per applicatie/systeem apart en op eigen wijze, maar … dat gaat
dus eigenlijk niet meer! Voor wie het al wat ziet: eigenlijk snakken we gewoon
naar een volgende infrastructuraliseringsslag. De infrastructuralisering van
informatie. Dàt zal opnieuw een enorm stuk versnelling geven! Dat zet het
landschap zoals we dat nu kennen volledig op z’n kop; een heuse digitale
Transformatie. Ik kan niet wachten.
66. Van Der Vlugt vraag zich in The A bandwidth of I het
volgende af: “How to get the I into machines”? Hij realiseert zich: “Which of
course we can only do after we answered some more fundamental questions”. Hij somt vervolgens een viertal vragen op waarbij het
woord ‘context’ in totaal zes keer valt.
Toch maar eens even sonderen
(via LinkedIn): Well … let’s organise our Information contextually! Wouldn’t that be a
great start? Daar komt vrij snel response op: “Yeah…, but … how?” Uitstekende vraag. Antwoord erop is echter niet van
het hap-slik-weg kaliber. Vergt flink omdenken! Mijn volgende stapje/reply: What
is context really? It’s information! Of course that information has a context too! Etc. Every
text has a context. These two are inseparable! Without context every text
becomes a pretext. Isn’t exactly that the way we model our information right
now? We model text and separate it from its context. This is the heart/core of
the problem, but who understands?
67. The website of World Economic Forum reads (march 11, 2019): “AI
isn’t dangerous, but human bias is”. But … what dangerous human bias makes one
think/say that “AI isn’t dangerous, but human bias is”?
68. Marleen Stikker, the founder of Waag Society, talks about the
connections between our cultural beliefs and technical knowledge. The Dutch
Senate was the scene for discussing these narratives at Ethical Deep Dive in
preparation for Odyssey Hackathon 2019:
“Humans are bias […] it’s intrinsically connected to humans to be bias […]
technology is created by humans […] technology intrinsically is bias […] is
culture […] technology is not neutral […] Basic question […] Where are we
optimising for? […] Who defines success? […]”.
69. What is that indispensable immaterial ‘thing’ that lives somewhere
between technology and human beings? How come it’s totally absent in this
article too?
70. “Empty your mind and be free; Return to zero, conceptually.” Freedom
from? Freedom for? If one empties his/her mind then … then even being free is
out of the question! Even returning to zero is impossible. Even truth has
absolutely no place left.
“[All …] suffering is imagined.” What??! Please go tell that to, for
instance, the next of kin of the people in Christchurch or Utrecht. Is Zen
perhaps out of his mind?
71. My Goodness! Dit is, met gevoel voor understatement, toch wel een
beetje een achterhaald topic, hoor! We
moeten zo langzamerhand toch ècht verder! Voorbij
interoperabiliteit, dus.
72. Wat is de crux eigenlijk?
Nee, het is niet (herhaal: niet) eenheid van taal. Het draait van situatie tot
situatie en van moment tot moment om kraakheldere betekenis van informatie in
handen van mensen tot trefzekere actie. Contextuele organisatie van informatie –
da’s de crux!
73. Contradictio in terminis:
“neutrale wetenschap”. Pleonasme: “ideologische beïnvloeding”. Bestaat er
beïnvloeding die niet ideologisch gekleurd is? De “neutraliteit, de
objectiviteit […] van ons onderwijs” … het klinkt zo heerlijk ideologisch – om
van te watertanden. Etc.
Maarre … wie goed leest, ziet
dat ook in deze
bijdrage (weer) sprake is van eenzijdige ideologische beïnvloeding. Kan zo
worden aangemeld bij het meldpunt indoctrinatie …
74. Via een bijdrage van
“Hoofd at Bureau Forum Standaardisatie” (op LinkedIn) een vacaturemelding: “Wij
zoeken een nieuwe collega, om samen te bouwen aan een digitale overheid voor
iedereen”. Wat voor kaliber zou hij zoeken? Toch maar even vragen: moet-ie een
sterk infrastructurele inslag hebben? Nee, (nog) geen response.
75. Het is al weer ‘even’
geleden dat wij elkaar ontmoetten bij mijn voormalig werkgever (Gasunie). En ik
vind het nog altijd mooi te zien dat er vervolg op kwam en dat dat vervolg nog
steeds leeft – hoe moeizaam wellicht ook! De laatste keer dat ik je naam hoorde
vallen was half april. En dat was weer n.a.v. een email-bericht van W aan jou
gericht met mij op de cc.
Je hebt een bijzonder
moeilijke tijd doorgemaakt, zo begreep ik, en bent nu op volle kracht aan het
re-integreren. Dat moet fantastisch zijn – zo’n, zeg maar even, ‘volgende’
leven.
Indien je meent dat ik je
ergens mee van nut kan zijn … laat het weten. Wie weet zijn er in geval van
opdoemende kansen mouwen te verzinnen die we er op de één of andere manier aan
kunnen passen! Hoe dan ook: veel succes met je verdere re-integratie.
76. Mogelijk herinnert u zich
mijn naam – via W en/of V. V ontmoette ik jaren geleden bij Gasunie (mijn
voormalig werkgever) vanwege zijn groeiende interesse in
informatie-infrastructuur. W en ik kennen elkaar alweer zo’n 15 jaar. W stak
mij aan met zijn niet aflatende passie voor, om het even kort te duiden,
infrastructuur voor informatieverkeer.
Ik begrijp dat u en W al
‘enige’ tijd onderling contact hebben/onderhouden. Begin februari 2019
attendeerde hij u op een column van mijn hand, Voorbij
interoperabiliteit – vanwege onze gedeelde zorg voor stagnaardisatie.
Informatie vraagt al sinds jaar en dag om contextuele
organisatie. Als
Informatie het voor het zeggen had …
Mijn vraag aan u is: wat zou
u doen als u in de schoenen van W zou staan? Wij zoeken al geruime tijd naar de
Gouden Tip die maakt dat de informatieverkeersbal gaat rollen …
77. Some four decades ago procedures were (still) seen as an important
unifying factor. But procedures became more and more volatile/diverse. A new
unifying factor emerged: the process. But processes too became and still become
more and more volatile/diverse. What’s the next unifying factor/level? Well … that all behaviour is temporal and situational.
78. ICT wekt slechts de (en
masse voor zoete koek geslikte) suggestie van communicatie, maar komt in de
dagelijkse praktijk niet verder dan uitwisseling van data-brokjes. ICT praat
wel al wat over context enzo, maar heeft nog altijd geen flauw idee hoe dat
samenhangend te operationaliseren. ICT staat de enorme mogelijkheden die ze,
nota bene, zelf hielp creëren … zo enorm in de weg.
79. Dank u wel voor uw
bericht en positieve response. Ik vind het zeer verheugend te lezen dat u ziet
dat het de stelselmatige methode “contextuele verbijzondering” is die ons wat
“zou kunnen brengen”!
Stel nu eens dat u uw eigen
organisatie naar voren schuift als de “overheidspartij met een concrete &
brede informatiseringsopgave [die] eens uit zou willen proberen wat contextuele
verbijzondering [Bureau Forum Standaardisatie] zou kunnen brengen”. Wat is dan
een heel belangrijke, of misschien wel de belangrijkste concrete opgave die
naar uw mening in aanmerking komt voor informatiekundige verkeersoriëntatie? Zou
een dergelijk experiment uw moeite niet meer dan waard zijn?
Zou het niet prachtig zijn
als de informatieverkeersbal via ‘uw’ Bureau Forum Standaardisatie in het spel
zou worden gebracht en gaan rollen?
80. Wellicht is het zoiets
als inbreuk. Inbraak lijkt me wat zwaar, net als interventie. Een inbreuk die
vooraleerst vriendelijk wordt opgevat als een behoefte van mij. Als ik wil mag
ik op afspraak en in zijn bijzijn wel een extra plasje doen. Hij is de dokter;
ik kom mijn vloeistof brengen. En wie weet is er een diagnose.
Nou, ja, hoe dan ook: onze
hoop bestaat erin dat hij middels plasgevulde kristallen bol tot zelf-diagnose,
inkeer en inzicht komt (lang verhaal kort). ‘t Is eerst even afwachten: hij is –
volgens de out-of-office reply, die per omgaande in mijn mailbox lag – over een
dag-of-wat weer op kantoor.
81. If context is king – as you state … really king … then … why do we
still talk about information-domains the way we do?
April
2019, 2019 © Jan van Til