Voorbij
interoperabiliteit
Jan
van Til
Vergeten
vraag
We zijn
verslingerd aan standaardiseren. Standaardisatie is goed, meer standaardisatie
is beter – zo lijkt het tenminste. Een vraag die daarbij niet of nauwelijks in
ons opkomt – zelfs niet in onze snelle en veelbelovende wereld die inmiddels
hoogzwanger is van big data, van analytics, van
digital, van data scientists, van disruption
en ga-maar-door – een vraag die in onze wereld vrijwel nooit wordt gesteld is
de vraag naar het bereik, naar de schaal waarop zo’n standaard soepeltjes moet werken. Een wezenlijke vraag, want veel
goedbedoelde standaardisatie leidt – en wie heeft daar inmiddels geen ervaring
mee – maar al te vaak tot frustratie, verspilling en stagnatie.
Antwoord
as usual
En omdat
zo’n vraag nog altijd niet op tafel komt, blijft het onuitgesproken antwoord
erop als vanzelf ‘hangen’ op de schaal van de heersende praktijk. D.w.z. op de
schaal van de enkele organisatie. Ga zelf maar na: in het leeuwendeel van onze taal-uitingen komt de organisatie als een soort bolwerk,
als een primair begin- en eindpunt van een veelheid aan activiteiten naar
voren.
Eigen
broek
Elke aparte
organisatie houdt a.h.w. zelf de eigen informatie-broek op. Zelfvoorziening en
zelforganisatie van informatie geven we per aparte organisatie vorm. Ieder op
de geheel eigen wijze en volgens eigen inzichten.
Kopietjes
en nog eens kopietjes
Nu is het
zo dat de meeste organisaties een aanzienlijk deel van de informatie die ze
nodig hebben ... niet zelf voortbrengen. Gevolg ervan is dat vrijwel elke
organisatie en masse kopietjes opvraagt bij andere partijen. En zo ontstaat die
niet of nauwelijks te stillen behoefte aan, zoals dat heet, interoperabiliteit.
Daarbij blijft het enkele bedrijf, zoals gezegd, bolwerk en begin- en eindpunt
van denken en handelen. En dus implementeren we vanuit zo’n organisatie, iedere
organisatie voor zich, standaard oplossingen voor het individueel ervaren
interoperabiliteitsvraagstuk!
Tingeling!
Dat
interoperabiliteitsvraagstuk speelt inmiddels al meerdere decennia – niet
alleen binnen de eigen organisatie, maar ook over organisatiegrenzen heen. En
dezelfde oplossing die we gebruiken voor de beslotenheid, de schaal van de
eigen organisatie … die gebruiken we ook, zonder blikken of blozen, als we over
de grenzen van de eigen organisatie heen opereren. Is het niet uitermate vreemd
dat niemand in de gaten heeft dat dergelijke opschaling kwalitatief àndere oplossingen vereist?
Stagnaardisatie
Hedendaagse,
breed ingezette standaard oplossingen voor interoperabiliteit vormen zo het
‘bindmiddel’ dat organisaties in het eigen individuele
informatiezelfvoorzieningszadel gevangen houdt. Interoperabiliteit is beperkt
tot het eindeloos overstorten van kopietjes en leidt tot eindeloze duplicatie,
irritante inconsistentie en aanverwante ongemakken.
Standaardisatie-op-die-manier mondt langzaam maar zeker uit in stagnaardisatie.
Voorbij
interoperabiliteit
Denken en
werken op het niveau van interoperabiliteit-zoals-we-nu-kennen heeft z’n beste
tijd gehad. We moeten verder! Want dergelijke interoperabiliteit houdt
hedendaagse organisaties buiten de lichtkring van een breder perspectief, van
vruchtbaarder schaal – inclusief Alle Nieuwe Mogelijkheden die zo’n ruimere
schaal met zich meebrengt! Voorbij interoperabiliteit wenkt, enigszins
ongeduldig, de ruimere schaal van infrastructuur. Waarom nog langer treuzelen?
Deelnemers
aan informatieverkeer
Op die
ruimere schaal verliezen organisaties – m.b.t. het informatie-aspect – hun, zeg
maar even, bolwerk-status. Op de schaal van infrastructuur, worden we allemaal
deelnemer aan informatieverkeer. Verkeersdeelnemers passen nu eenmaal goed bij
de schaal van infrastructuur. Klopt daar hoort ook verkeersregeling bij –
inclusief handhaving en sanctionering. En hulpdiensten voor allerhande ongemak.
Analoog aan fysiek verkeer. De organisatie is niet langer zelfvoorzienend
m.b.t. informatie; nee, informatieve zelfvoorziening en zelforganisatie zijn
woorden uit de oude interoperabiliteitsdoos.
Logisch:
infrastructuur voor informatieverkeer
Omdat we
opschalen van interoperabiliteit naar infrastructuur, zijn de oude en
vertrouwde standaarden/oplossingen voor interoperabiliteit niet zonder meer
bruikbaar – eventueel zijn ze inpasbaar! Want interoperabiliteitsstandaarden
verschillen nu eenmaal kwalitatief van standaarden voor infrastructuur.
Vergelijk het maar (weer) met fysiek verkeer. Steden en dorpen leggen hun
verkeersvoorzieningen niet zelf/onafhankelijk van elkaar aan om zich vervòlgens pas om de aansluiting over een weer te
bekommeren. Nee, dat gaat precies andersom! Zo behoort het ook te gaan met
voorzieningen voor informatieverkeer. Op die ruimere schaal zijn nieuwe
standaarden – infrastructuurstandaarden nadrukkelijk aan de orde.
Informatie-infrastructuur is de nieuwe standaard, zeg ook maar!
Voordelen
Met
infrastructuur voor informatieverkeer ontsnappen we aan de beperkingen die
inherent zijn aan good old
interoperabiliteit en bevrijden we organisaties, wat informatie betreft, tot
natuurlijker onderlinge verhoudingen. Ook brengen we stelselmatig
georganiseerde informatie onvermoeibaar en keer op keer tot leven in handen van
mensen die er van moment tot moment en van situatie tot situatie trefzeker hun
winst mee doen. Geen duplicatie annex inconsistentie meer. Wel action-able informatie die de veranderlijkheid van organisatie
annex omgeving soepel kan volgen.
Barensnood
Nog even en
dan komt de bevalling op gang. Daar helpt geen lieve moeder meer aan. Laten we
tijdig zorgen voor wieg en verdere opvang voor de boreling! D’r is nog heel wat
te doen!
Noot: Voor het schrijven
van deze tekst heb ik dankbaar gebruik gemaakt van de inzichten van Pieter Wisse.
De directe schrijf-aanzet vormde aflevering 65 van zijn aantekeningen.
Februari 2019, 2019 © Jan van Til