2018.01 Aantekeningen
Jan van Til
Onderstaande
tekstfragmenten zijn veelal afkomstig uit reacties op LinkedIn, blogs en e-mail
die ik verstuurde in de eerste helft van 2018. De volgorde van de fragmenten is
chronologisch.
01. Why airplanes never fly over the south pole – would be a much more
interesting question!
02. Wanneer ‘het’ ondanks
alle pogingen, mogelijkheden enzovoort toch maar niet lukt, toch maar niet gaat
werken … wordt het tijd om toch eens een spa dieper te graven zou je zeggen. Is
het niet ietwat onnozel van mensen om oplossing hardnekkig te blijven zoeken in
alsmaar dezelfde ‘oude’ richting?
03. Waarom ligt de focus (nog
altijd) op systeem? Het draait niet langer om het systeem, maar om hetgeen het
systeem transporteert en/of transformeert … #wakkerworden.
04. Mijn eerste indruk van
het artikel is dat het eerste woord van de titel ervan enigszins misplaatst is.
Vervang “Infusion” door “Confusion”
en veel van de tekst valt direct en keurig op z’n plek.
05. Met aflevering
60 van je aantekeningen geef je (opnieuw) inzicht in een veelheid aan
studieresultaten en een mix aan (deels bekende) correspondentie. Zoals ik je
tijdens onze laatste HIW al aangaf, liet ik eind 2017 ook enkele aantekeningen verschijnen.
06. When people forget or neglect who they really are – human-beings … they
gradually become human-havings that are convinced
that they need to have in order to be able to be. This have-need (slavery)
makes people for ever hungry – they still very much long to be, but in their
minds being became just another thing to have. Their be-have-ior totally shifted from be-ing
to have-ing. And so … so they lose both: having as
well as being.
07. In het decembernummer van
Inzake, het digitale magazine van PwC, staat, o.a., een interview met René Oudejans (CFO Gasunie) over de
bijdrage van Gasunie aan de overgang naar
hernieuwbare energie: De
rol van slimme data in de energietransitie. Kernwoord in het interview? Infostructuur!
08. With respect to data/information modelling: There is no need for dying. But its position/part in the whole, its
grounds, its orientation, its aim, its …, however, must be thoroughly revisited
and redesigned!
09. M.b.t. de ZiRA: Mogelijk
heb ik niet goed genoeg gekeken, maar ik mis één of meer grondprincipes inzake
de organisatie van informatie.
10. Digitale revolutie, disruptie, transformatie, transitie, …. Als iets –
tegenwoordig – niet over de kop gaat komt niemand er nog z’n bed voor uit.
Gaap!
11. Merkwaardig! Dat zijn web-venster nog bestond wist ik wel. Maar
daar stond al sinds jaar en dag niets meer op. Merkwaardig – een revival? Geen
idee. Ik heb Jaap daarom maar gewoon een berichtje gestuurd. Hij zal het wel
weten!
12. Dàt
is alweer een hele tijd geleden! Hoe gaat het ermee, Jaap? Dat www.jaapvanrees.nl was blijven bestaan wist
ik. Maar de inhoud ervan is nu toch wel drastisch veranderd. Nieuw leven in
jouw brouwerij?
13. Is het niet reuze
intrigerend dat, ondanks de erkenning dat “Data, the world’s most valuable resource”
is … nèrgens in het hele rapport
de manier waarop wij met data omgaan als problematisch wordt bestempeld? Het
draait van A tot Z om “Digitalisering in het energielandschap” – m.a.w. de sexy
en tastbare T van IT. Vissen zullen nooit naar water vragen. Hoe komen we ooit langszij
… met de crux of the matter?
14. Na enkele malen, met tussenpozen lezen en
herlezen … ging ik alweer beter begrijpen. Hoe kun je, ondanks het feit dat je
weet dat de enneade irreducible
is … toch met droge ogen op de proppen komen met het idee dat context,
signatuur en intext los verkrijgbaar zouden zijn –
als losse dingen zinvol te modelleren zouden zijn? Ja, dat kan ik, dankzij
nader begrip, nu ook niet meer zo goed begrijpen.
Wat verder ook – boink –
mijn begrip binnen-schokte was dat context-signatuur-intext
samen – irreducible – steeds een teken vormen. Dat
had ik me nog nooit daadwerkelijk gerealiseerd. Intext
had ik daar tot op heden altijd buiten gelaten; daar had ik me nog nooit iets
bij/over afgevraagd. Dat je met de keuze voor een bepaald knooppunt/signatuur
ook de erop betrokken context èn intext
mee-kiest wist ik – zo vaak gelezen in tekst en gezien in plaatjes … maar op de
één of andere manier waren dat in mijn denken toch gewoon losse ‘dingen’
gebleven … los in verband, dat wel; geen irreducible
teken …
Excuses voor zoveel tot op heden onbetrapt onbenul. En ook: dank je wel voor je getoonde
inschikkelijkheid om daar toch maar weer zo geduldig en zo uitgebreid
tekst-antwoord op te geven! Eigenlijk moet ik nu heel veel van jouw werk
opnieuw lezen ….
Dus, nee, context en/of intext
als tekensystemen – door signature verbonden … laat
maar zitten; klopt niet.
Als zich in de enneade
langs de tekendimensie de tekens tonen … tonen zich dan de beweegredenen langs
de idealiteitsdimensie? En de bewegingen (gebeurtenissen) langs de
realiteitsdimensie? Zou je dat zo kunnen zeggen?
Indien ja, hoe dan figuur 2 van aantekening 60.115
te lezen? Stroken gebeurtenis en teken (direct aan de horizon; metabegrippen)
dan resp. met realiteitsdimensie en tekendimensie in de enneade?
Indien ja, wat moet ik dan met beweging-tekenverkeer? Dat relateert dan beide
dimensies?
Ik stop eerst even. Volgens mij ben ik ‘allang’
weer uit de (volgende) bocht gevlogen. Kun je (nog) wat geduldig licht werpen
in mijn wankelend begrip?
15. Question for the New
Energy Coalition: What is – By Far – the biggest Issue with respect to
this whole energy transition ‘thing’?
16. Well … Perhaps … Smartphones enjail us
into a new unprecedented boredom.
17. Ja, ik vrees dat je
gelijk hebt. De tekst, Dringende
oproep, is kort – dat zal maken dat er nog wel mensen zijn die er aan
willen beginnen. Kort geeft gemakkelijk grote sprongen – dat maakt dat het
licht van de eventuele lezer al snel op donker tot zwart gaat. En de titel …
d’r zijn zoveel mensen die wat dringends hebben … Enzovoort.
Zo schreef ik onlangs ook een
klein tekstje (nee, niet gepubliceerd). Tja, … een zelfde lot beschoren. Zie
bijlage. Het beste commentaar wat ik er tot nu toe op kreeg is: “Ja, wel leuk.”
Vaker hoor ik: “wel wat moeilijk opgeschreven” en ook: “die stip aan de horizon
ligt wel erg ver weg”. Inderdaad, “Het is ook nooit goed. :-)”
18. Poor
–
brand new – data scientists! They proudly hurry to do it the good old
standard way. Just wondering: wouldn’t it be better to do it the intelligent
way? By creating an infostructure first?
19. Sinds het verschijnen van
de bundel Eerlijk zullen we alles delen.
Verkenningen naar interoperabiliteit, in december 2008, valt de papieren
versie van Digitaal Bestuur, tegenwoordig
iBestuur magazine ‘al’ bij mij op de deurmat!
En, ja, ook ik zag-um verschijnen in Nummer 25 van
januari 2018: de informatierotonde ‘van’ JenV. Ja,
erg mooi: “Interactie is het sleutelbegrip” – en niet alleen voor de
informatiestrategie van JenV, wat mij betreft!
En interactie is door-en-door
situationeel en temporeel! Altijd al geweest. Doodgewoon. Logisch. Gewone
mensen hebben het daar (dus) niet over; iedereen ‘weet’ dat en denkt, praat,
werkt, … immers dienovereenkomstig. Besef ervan zit a.h.w. diep-onbewust –
weggezakt in de genen ofzo. Gewone mensen kùnnen dan
ook niet op het idee komen te denken dat ‘zoiets’ bij IT-ers,
zodra ze hun, zeg maar even, IT-muts opzetten, opeens, floeps
– alsof een soort van herseninfarct zich bliksemsnel voltrok – volstrekt ànders werkt: het situationele raakt subiet en zomaar zoek.
Ook de IT-er heeft geen idee van de schade die-ie keer op keer aanricht. Wat
een impasse! Of: patstelling! Voor zowel gewone mensen als voor IT-ers is de kous, zoals zij die zien, immers af! Wat kan er
nog fout gaan? Alles is goed doorgesproken. Het hulpmiddel taal deed geen enkel
waarschuwingslicht aanfloepsen … hooguit een,
eventjes maar, zwak opgloeien aan de zijde van de gewone mens – zonder dat hij
er ook maar een begin van een vinger op kon leggen.
Wie heeft een beetje geloof
en geeft geld en ruimte voor een serieus experiment?!
20. In de bouw noemen ze, wat
IT-ers al zo heel snel en gemakkelijk architectuurprincipes
zijn gaan noemen, gewoon … constructieprincipes.
21. Een
prijsvraag. Kwam ik vandaag tegen en moest om de één of andere … reden direct
aan jou denken. Iets voor Information
Dynamics om een schot te wagen? Er is een prijzenpot(je) van vier miljoen
euro. Nog bijna acht maanden te gaan voordat de inzendingstermijn sluit (27
september 2018).
22. Franc Weerwind,
burgemeester van Almere in De
informatiesamenleving van Franc Weerwind: “Het Digitaal Stelsel
Omgevingswet is een verschrikkelijk moeilijke klus. Het vergt om te beginnen
een totaal andere manier van denken van alle betrokkenen”. Graag mee eens, ja –
inderdaad, “van alle betrokkenen”, dus niet alleen van de overheid; óók van IT-ers – de lui die DSO ontwerpen/bouwen!
Oók aan de zijde van IT-ers
vergt het “een totaal andere manier van denken” en daarna volgt onontkoombaar,
want zo gaat dat nu eenmaal, die totaal andere manier van dóen! Wat
denken-en-doen IT-ers bij DSO zoal kwalitatief ànders?
23. Volgens Peter Seignette maken ketens
rectificatie van persoonsgegevens nog ingewikkelder (1 februari 2018,
Partnerpagina van PBLQ op iBestuur). Zou
het zo kunnen zijn dat … zolang we ijzeren Heinig aan de aard, het wezen, de
crux, de essentie van informatie zelf voorbij blijven lopen … we niet of
nauwelijks verder zullen komen qua structurele oplossing van dit soort
vraagstukken?
24. Reagerend op een reactie
op mijn artikel op LinkedIn Pulse: Als
Informatie het voor het zeggen had (9 februari 2018).
Ja,
zeker, Paul(1), die knellende modellen zijn ook informatie! Maar dergelijke
modellen vormen dat zo vervelend knellende keurslijf, vooruit noem het een
kerker, waarin Informatie “met [haar] handen geboeid op de rug en [d’r] voeten
vast in het blok” tot “passende dienstverlening” moet zien te komen.
Onmogelijk! Omdat ze “stuk voor stuk en doorgaans ook zo heel ijzeren Heinig
gericht [zijn] op de enkele (probleem)situatie van een reeds (lang) vervlogen
moment.” Dat soort modellen leidt bij Informatie tot hoge ademnood; in dat
soort modellen kan ze haar vleugels domweg niet uitslaan. En juist dáár
verlangt Informatie naar: “Breng me onder in nieuwe modellen. Modellen waarin
context en tijd me expliciet voorzien van de vleugels waarnaar ik zo intens
verlang.” Maar wie gaat dat doen? Wie ziet of sense-d de nood van Informatie?
Wie peilt, aansluitend, de diepte ervan?
Wie
heeft ook maar begin van begrip van de uitgestrekte ruimte die nieuw model
Informatie aanreikt – en van de dienstverlening die daarmee vrij
komt? “Nee, de mensen zien het niet.” Het zijn de mensen die nog altijd zo goed
als niets van Informatie begrijpen … die haar, zonder het te beseffen, in
knellende modellen huisvesten en haar daarmee de das omdoen. Niet alleen haar
de das omdoen, maar daarmee ook zichzelf.
25. Reagerend op een reactie
op mijn artikel op LinkedIn Pulse: Als
Informatie het voor het zeggen had (9 februari 2018).
“Met 5G komt in ieder geval
de C weer in zicht”, zeg je? Als ik het goed heb, Paul(2) zit 5G sterk in de
hoek van T. Informatie zoekt allereerst ruimte om haar vleugels uit te kunnen
slaan. Bedenk dat er naast 5G al meer dan voldoende geavanceerde T-manieren
zijn om te vliegen (5G is maar gewoon de zoveelste in een lange rij). Er is
(voorlopig) meer dan genoeg T, verschuiving van aandacht van T naar I zal ons
veel sneller veel verder helpen; ook met C.
26. Reagerend op een reactie
op mijn artikel op LinkedIn Pulse: Als
Informatie het voor het zeggen had (9 februari 2018).
O …, Kees …, realiseer je je
wel dat je Informatie met de waardering “humoristisch” enorm op haar ziel hebt
getrapt? Wat Informatie betreft gaat het hier om een door-en-door serieuze
zaak! En van “humoristisch” stoom je vervolgens in één en dezelfde adem door
naar “gevaar”. Ja, beperkingen zijn inherent aan alle modellen … maar dat is
niet zozeer een gevaar; dat is een vast gegeven! Waar het Informatie om gaat,
is dat de nieuwe modellen als het ware driedimensionaal zijn, waar de oude niet
verder reiken dan twee dimensies. Een kwalitatief verschil – en daarom duurt
het, nog lange, lang tijd voordat de nieuwe modellen, op hun beurt, weer gaan
knellen! Volgens Informatie is het Echte Gevaar (als je het dan toch over
gevaar wilt hebben) dat de mensen Informatie gevangen blijven houden in oude
modellen omdat de nieuwe ook niet zaligmakend zijn. Nee, als je er zo over
denkt en spreekt, dien je de zaak die Informatie zo vurig bepleit niet!
27. Dank je wel voor je
compliment, Han! Wanneer je een IT-er als mens aanspreekt, ziet-ie onmiddellijk
en zonder ook maar de geringste twijfel dat “informatie per definitie dynamisch
en situatie gebonden is.” Maar zodra hij/zij op z’n IT’s
bezig gaat … lijkt die nuchter menselijke logica plotsklaps te zijn verdampt en
verdwenen. De IT-er is zich volkomen onbewust van die malle denk-switch. De
mensen om hem/haar heen kunnen zich zo’n malle denk-switch totaal niet
voorstellen. Zie daar de impasse. Zou personificatie
van informatie tot Informatie daar wat verandering in kunnen brengen?
28. Ha, ha – prachtig! Wàt een goed idee – zo rollen, leven, bewegen, betekenen we
elkaar van de ene in de volgende Situatie. Lijkt me prachtig: Informatie en
Techniek samen om tafel. Wie weet wordt Communicatie gespreksleider. Subject
wellicht het meelevend, -sprekend publiek. Een voorstelling waarin e.e.a. volgens
de Semiotische Enneade gestalte krijgt ….
Hoever laat je personificatie
van Informatie en Techniek gaan? Uit de reacties die ik tot nu toe kreeg, maak
ik op dat personificatie vertrouwd aanvoelt, ja zelfs zo vertrouwd dat men met
Informatie meevoelt en ook als niet al te snugger en min of meer als
slachtoffer beschouwt. Anderen vinden de tekst humoristisch en/of wijzen op
gevaar. Ook dat laatste moest ik natuurlijk door Informatie laten weerspreken.
29. Well … what about the world-view of the modeller? A naive realist
differs widely from a subjective situationanist!
30. The
world-view of the modeller heavily influences what
the modeller can and cannot see, understand etc. It
therefore influences all parts of “the four-cycle of modelling”. It influences
the Questions the modeller will (not) ask – to begin
with. It guides – whether the modeller is aware of it
or not – all of his/her behaviour (thinking,
questioning, talking, hypothese-ing, modelling,
testing etc.). And … believe it or not: the same goes for the world-view of the
trainer of the modeller. If the leading world-view of
the trainer-modeller is, say, subjective situationism … he/she will face an immense and almost
impossible task in case the leading world-view of a pupil-modeller
is, say, logical atomism for their world-views are worlds apart!
For subjective situationism you may want to have
a look at the website of, indeed, Pieter Wisse: www.informationdynamics.nl.
31.
Ja, boven verwachting; prachtig om te zien hoe lezers zich soepel en zomaar met
Informatie verbinden, als vanzelf met Informatie meevoelen, ermee gaan praten,
dingen in de schoenen schuiven enzovoort, enzovoort. Dank je wel voor je
compliment en enthousiasme tot verdere uitnutting van
deze boodschap-vorm! Gisteren opperde iemand om Techniek, en wellicht ook
Subject en Situatie – naast Informatie ook stem te geven en met elkaar in
diepgaand gesprek te brengen. In response daarop stelde ik voor om Communicatie
daarbij eventueel als gespreksleider te laten optreden. En Subject als
meelevend en meesprekend publiek plek te geven. Als Situatie dan ook nog stem
krijgt, hebben we, met of zonder Techniek, Subjecten in door de Tijd heen
wisselende Situaties die met elkaar in gesprek zijn – Informatie
uitwisselen/Communiceren.
32. Dank je zeer voor je
enorme geduld en de meer dan uitgebreide uitleg! Vele malen (her)las ik je
bericht van 21 januari 2018. Verhelderende uitleg – bijv. over die nul!
Prachtig. Daarmee viel heel wat weer op vertrouwde z’n plek – hoewel dat
natuurlijk niet echt kan. Pas vanuit het ongerijmde kan het gerijmde post
vatten, vaste grond vinden, ontkiemen en tot bloei komen. Maar dat vond ik (en
vind ik nog wel) moeilijk om te hanteren. Ook het hanteren moest ik langzaam
maar zeker loslaten om het te kunnen … hanteren. Intellectuele constipatie
kreeg ik er van. De enneade is alleen als geheel te
hanteren. Dat ‘wist’ ik ergens wel – zo vaak gelezen en zelf ook meerdere malen
opgeschreven …, maar begreep het blijkbaar zo magertjes dat ik er niet of
nauwelijks ‘kwaad’ in zag en e.e.a. zomaar wat meende te kunnen negeren door
onderdelen ‘gewoon’ apart beet te pakken en in stelling te brengen. Onderdelen
die daar natuurlijk prompt op reageerden door als zeepbellen uit elkaar te
spatten of als zand door je handen weg te glippen. Irreducible.
Onlosmakelijk verbonden.
33.
Waar hebben we – dus ook Politie – wèrkelijk schreeuwend behoefte aan? Aan
adequate informatievoorziening; níet aan ICT! Zien we het cruciale verschil
(eigenlijk) nog?! In verbijsterde response op artikel in iBestuur:
Overbelaste
politiemensen gaan in ICT.
34. E zoekt een artikel over
ontwerpende ontwikkelmethoden die het niet doen, minister Dekker schrikt zich
rot van digi-drama bij de rechtspraak, Wisse gaat
gewoon door met zijn pleidooi voor een maatschappelijk kader voor
beroepsverhoudingen, Van Til is een man die nog op/met papier werkt, Van R nog
altijd geen spoor, Jansen deed ooit eens wat met Manifesto informatieverkeer;
‘doet’ tegenwoordig in gezondheidszorg voor ouderen, S oefent mogelijk nog
altijd met dat moeilijke woord “interdependentiediagram”.
Jazeker “[doe je me] nog een
plezier met afschrift”! Het zijn wat mij betreft zowel blik-verruimende als ook
heel elegante samenvattingen van oude(re) koek die nog altijd kakelvers is. Met
E als mikpunt en mogelijk nieuwe parel-consument.
Over parel-consumenten
gesproken – wie helpt minister Dekker uit de brand? Digi-drama
bij de rechtspraak. Je hebt brief mogelijk al klaar liggen … zou S (als hij klaar
is met oefenen) hier weer wat ruimte mee weten te creëren? Ik hoop het.
Jansen is directeur van, en
opleider vanuit, de Anneke van der Plaats Foundation en bezig met een nieuw
boek: De waarheid over dementie. Hij adviseert, schoolt en ondersteunt (thuis)zorg-
en verpleeginstellingen, belangenverenigingen, gemeenten e.d., in de
welzijnsgerichte toepassing van kennis over omgevingszorg, beleving en
dementie. Verder is hij regelmatig als gastdocent te vinden op Hogeschool en
Universiteit. Voorgaande sprokkelde ik bijeen uit zijn LinkedIn profiel. En ik
kan niet anders zeggen: dat (soort dingen) zie ik hem he-le-maal
doen!
Van Til … ja, die raakt meer
en meer uitgerangeerd. Een nieuwe generatie komt aan zet. Informatie-foob en techno-fiel. Ja, techno
is ze met de paplepel ingegoten en aan info hebben ze geen boodschap …. Van Til
… dat is de man die nog met papier werkt … Dat riep zo’n jong aanstormende
collega onlangs tegen me. Vriendelijke grijns. Hij bedoelde het niet kwaad.
Maar het trof me meer dan ik op dat moment wilde toegeven. Vol vuur. Met z’n
hart en hoofd helemaal in de cloud, z’n beide handen
barstensvol – geladen met virtual reality, digital disruption, data science, artificial intelligence, machine learning,
big data en analytics. Hoge dopamine levels maken dat
hij met grootst genoegen welhaast bezwijkt aan/onder dergelijke digitale lust.
Onaantastbaar waant hij zich – wie doet hem wat?! Overtuigd van de technologie
aan zijn zijde. Blakend van zelf- en technovertrouwen.
Technobees tot in de haarvaten … zonder ook maar
spoor van begin van info-bewustzijn. Boulimia-techno en anorexia-info. Wat jij
richting E aandraagt in je bericht van 15 april 2018 … ‘ontwikkelt’ zich
dagelijks voor mijn ogen – ik vind het werkelijk heel erg akelig om te zien.
Erover praten werkt averechts – ikzelf ben immers het probleem – de
zeur/zuurpruim. Terwijl iedereen zo constructief bezig is met innovatie,
vooruitgang, het realiseren van de digitale visie enzo
… sta ik (weer) op de rem.
35. Leuk artikel: DENKhotel helpt Digital Business een stapje verder!
Intrigerende vraag ook: “Welke energie informatiediensten kunnen wij
ontwikkelen waarmee de energietransitie versneld kan worden?”
Naar mijn idee krijgen we pas
ècht en ook bijna als vanzelf versnelling als we ons
om te beginnen richten op zoiets als informatie-infrastructuur. Dè basisdienst onder “energie informatiediensten”.
Naar aanleiding van één van
Fennema’s eerste speeches, schreef ik Energy Roundabout aches for information roundabout.
Dat was in 2015. Vrij recent, december 2017, liet Oudejans
zich uit over Infostructuur. Dat was in het decembernummer van Inzake (PwC): De
rol van slimme data in de energietransitie. Naar aanleiding daarvan schreef
ik Energiestransitie
op stoom. Want, ja, we moeten verder en er is nog heel veel te doen!
Misschien helpt e.e.a. je bij
je activiteiten bij Digital Business. Succes!
36. Onlangs is bij ons met de
nodige tam-tam het product Betty Blocks, kortweg BB,
binnengehaald. Een digitale legoblokkendoos voor snelbouw.
Hoog Haarlemmer Olie gehalte – vrees ik eigenlijk toch wel weer, maar iedereen
is enthousiast – eindelijk gaat het deze keer wèl
goed komen ….
Het plaatje in de bijlage,
voortgekomen uit de denk-koker van BB, geeft de rooskleurig ingeschatte
toekomst van de agile denk- en doewereld wel heel
aardig weer, denk ik … Wat BB betreft maakt iedereen in 2023 z’n eigen
applicaties! Klik-Klik-Klaar. Maarre … waar zit de Tovenaar
die zorgt dat er iedere keer weer opnieuw
informatie-van-kraakheldere-betekenis-tot-trefzekere-actie uit komt en blijft
komen?
37. Het algoritme
heeft het gedaan. Ja, … Met welk doel is het algoritme ontworpen? Voor welk
toepassingsbereik is het (derhalve) geschikt? Wat is het wereldbeeld van de
ontwerper? Wat is het wereldbeeld van de opdrachtgever (tot ontwerp van het
algoritme)? Wat is de uiterste houdbaarheidsdatum van het algoritme? Wie mag
het algoritme (namens wie) gebruiken? Met welk doel? In welke situaties?
Gedurende welke periode? Over doelbinding gesproken. Welke (kwaliteits)eisen
stelt (de ontwerper van) het algoritme aan de input? Wie waarborgt dat de input
er van geval tot geval aan voldoet? Ga zo maar door ….
38. Vorige week had ik een
discussie met een collega (een BB-adept) over de verwachtingen die een
BB-consultant heeft van hem als het gaat om het aanleveren van gegevens, datamodel,
proces enz. Ja, want volgende week gaan ze serieus van start met het bouwen van
de eerste BB-applicatie (idd agile met sprints van één week). Via de metafoor
trampoline-en-trampolinespringer probeerde ik hem duidelijk te maken dat de
BB-consultant m.i. toch vooral gezien moet worden als de springer die prachtige
kunsten maakt dankzij, enerzijds eigen competenties en anderzijds dankzij een
professionele en goed geoliede trampoline. Want, ja, wil die BB-consultant de
mooiste sprongen soepel en snel kunnen vertonen … dan is een professionele
trampoline daarvoor een keiharde must, zo hield ik mijn collega voor – en die
trampoline … die vertegenwoordig jij: jij moet weten waar de gegevens vandaan
komen, hoe ze te organiseren/te modelleren, hoe de processen draaien enzovoort.
Die BB-consultant, zo gaf ik hem verder aan, stelt jou niet zozeer allerhande
aannemer-vraagjes (daar kom je wel uit), maar toch vooral trampoline/ontwerper-vraagjes;
hij gaat er m.a.w. gewoon van uit dat het ontwerp grotendeels klaar ligt …. Het
kwartje begon te rollen bij hem, maar kon (nog) geen vruchtbare uitgang vinden.
Ik hoorde iig niets vallen.
Tijdens de BB-cursus kwam die
eerste BB-applicatie ook even ter sprake. En al snel werd mijn collega opnieuw
duidelijk dat er op trampoline-niveau belangrijke dingen ontbraken. De
belangrijkste concepten blijken niet duidelijk te zijn – bij hem niet en bij de
business ook niet: al pratend bleek wat de business ‘project’ noemt daar niet
zoveel mee te maken te hebben, maar meer met zoiets als een ‘contract’. En ook
dat bleek, weer wat verder gravend, vooral te maken te hebben met een ‘tender’
… Wat?!? De cursus ging niet over die nieuwe applicatie en we braken die
discussie dan ook maar af. Tja … wie trampoline negeert, misplaatst,
veronachtzaamt enzovoort … gaat vroeger of later via buiklanding plat op ‘t
aangezicht om aansluitend modderfiguur te slaan. Zou het kwartje weer wat
verder zijn doorgerold? Nog een lange weg te gaan, vrees ik.
39. Waarom … waarom zou bij uitstek “de overheid [moeten] worden
geholpen”? Ja, mogelijk zit er een veelheid aan splinters in oog van overheid,
maar wat te denken van de balk in ‘t eigen geestesoog die het zicht van IT al
zo lang gevangen houdt? Waarom slaagt IT er de laatste paar decennia maar niet
in om – los van techno-gadgets en -buzzwords die maar
over elkaar heen blijven buitelen – nog wèrkelijk en
substantieel vooruitgang te boeken en doorbraken te realiseren? Waarom lukt het
IT maar niet om in te zien dat hetgeen samenleving tussen pak-um-beet 1960 en 1990 met zevenmijlslaarzen verder bracht … nu,
zo ná 1990, toch echt niet meer werkt?
[Korte reactie op een discussiebijdrage
op LinkedIn die inmiddels (15 mei 2018) in uitgebreidere vorm ook op Blogit is verschenen: Digitale verkrotting
van de IT bij de Nederlandse overheid]
40. The existence of essence is the essence of existence.
41. Ik hoop dat ik hem vooral
via trial & error al vrij snel e.e.a. opbouwend kan meedelen om al doende –
op termijn – langzaam enig besef wakker te schudden omtrent de schrikbarende
beperkingen van zijn dream-tool. Op termijn, want
ongelukken gaan voor de ‘baat’ uit. En dan … dan zal hij, hoogst
waarschijnlijk, van alles en nog wat de schuld geven: de organisatie was er nog
niet klaar voor enz. enz. Wie geen beren en leeuwen op de weg wenst te zien,
komt ze vanzelf tegen.
42. Pin me er niet op vast,
maar het is niet zo dat het me onduidelijk is dat het niet duidelijk is.
43. Tja … in een wereld die
steeds voller lijkt te raken met mensen die, vol van/met/tot zichzelf, als
centrale spil acteren waaromheen alles op volle (dolle?) toeren draait … in zo’n
(solipsistische) wereld raakt centripetale kracht meer en meer vervangen door
centrifugale macht. In zo’n wereld raken mensen lichtgeraakter, gewelddadiger
dan ooit, verder van elkaar verwijderd dan ooit, verder van de eigen zaak en
taak verwijderd dan ooit, eenzamer dan ooit enzovoort. En als het weer eens uit
de hand loopt …, dan organiseren we een mars tegen zinloos dit-of-dat om daarna
weer vol gas verder te keizer-koning-admiralen – blakend van vertrouwen in
eigen kunnen en in volle overtuiging dat het eerstvolgende hoogste goed voorbij
de admiraal ligt. Tja … ‘t Is inderdaad wel een wonder dat uit zo’n borrelende
en gistende en dampende pot nog een boodschap weet te ontsnappen. En dan moet
je inderdaad je kans grijpen en per omgaande de volgende vraag (één tegelijk)
afvuren – je weet maar nooit hoe lang een toevallig gunstig waaiende zonnewind
dit kanaal open houdt ….
44. Ja …, “[g]estandaardiseerde informatievoorziening is cruciaal.” En
minstens zo cruciaal is, mijns inziens, de vraag waaròp
informatie gestandaardiseerd dient te worden. Een wezenlijke vraag die in dit
artikel helaas onbeantwoord blijft. Wezenlijk, want standaardisatie kost nu
eenmaal vrijheidsgraden en moet dus heel zorgvuldig en weloverwogen tot stand
komen! Anders raken we van regen in drup.
Ik heb, overigens, wel het
idee dat de term “informatievoorziening” hier wat ongelukkig is gekozen. We
zitten niet zozeer te springen om een bepaalde standaardisatie van
informatievoorziening, maar om houtsnijdende standaardisatie van
organisatie-van-informatie – infrastructuur dus – als duurzame basis onder
voorziening-van-informatie
Verderop in het artikel
stellen de auteurs onomwonden dat “het nodig [is] definities op elkaar af te
stemmen, gegevens te harmoniseren en koppelbaar te
maken, met ‘locatie’ als ideale koppelsleutel.” Dat laatste, “met ‘locatie’ als
ideale koppelsleutel”, ervaar ik als een nodeloos olifantenpaadje dat geo-ers graag en heel gemakkelijk nemen. Jammer, want dat
leidt maar zo tot geo-verheerlijking en verduistert
daarmee zicht op andere, minstens zo valide ‘ingangen’. Een duurzame en veel
evenwichtiger oplossing gloort aan de horizon, denk ik, wanneer ook dergelijke ingangen
hun rechtmatige plaats onder de zon toegewezen krijgen.
Nog even weer terug naar de
vraag daarnet: waaròp informatie te standaardiseren.
Goed doordacht antwoord op die vraag zal, naar mijn idee, van grote invloed
zijn op de houding en het denken van de auteurs m.b.t. bijvoorbeeld
harmonisatie en vereiste regie. Harmonisatie gaat, onontkoombaar, gepaard met
verlies van informatie – verlies van nuances, waarin voor de afzonderlijke
partijen vaak doorslaggevende betekenis-tot-trefzekere-actie ‘verpakt’ is. Oei
…. En dan ‘regie’. Dat woord komt maar liefst acht keer voor in het artikel.
Wat zou de invloed op de vereiste regie zijn van een goed doordacht antwoord op
de vraag waarmee ik mijn reactie begon? Enne … zou er dan nog behoefte aan
“optellen” zijn (wat dat ook maar is)?
“Het is evident dat de opgave
niet het opbouwen van een nieuwe informatievoorziening is, en zeker niet het
ontwikkelen van een centrale database.” De (ham)vraag is hoe we de
verschillende kerkjes middels nieuwe los-vaste verbindingen in de verschillende
dorpjes laten staan. Dat lukt al sinds jaar en dag met een eenvoudig maar
uiterst krachtig hulpmiddel: een scharnier. Plaats een scharnier tussen de
“informatiegegevens […] afkomstig uit verschillende bronnen” en maak zo de weg
vrij voor zoiets als infostructuur. Cruciaal!.
45. Inderdaad: ontzettend
veel “organisaties, ook binnen de overheid, denken nog steeds dat zij eigenaar
zijn van gegevens. […] Die gegevens zijn niet van jou, toevallig omdat ze in
jouw systemen staan.” Inderdaad, dat “is een fundamentele fout in denken.” Zo’n
weeffout loopt evenwichtig informatieverkeer vervelend voor de voeten. In Manifest
voor informatieverkeer is deze weeffout ook al onderkend en van eerste
oplossingshanden-en-voeten voorzien.
Klopt, veel “daarvan komt
voort uit denken vanuit de eigen organisatie”. Cruciaal is het besef – nieuwe mindset – dat iedere partij een deelnemer aan
maatschappelijk informatieverkeer is en derhalve van een rechtmatige plaats
onder de informatie-zon voorzien moet zijn. Laten we daarom vooral evenwicht
zoeken en niet doorslaan naar een ander extreem door “de burger centraal [te]
stellen.” Dat zou een weeffout van dezelfde categorie opleveren. Alle partijen,
niet alleen burgers, moeten als deelnemer aan maatschappelijk informatieverkeer
serieus genomen worden.
Wie wil werken aan mindset-change, zou eens kunnen kijken naar het eigen
woordgebruik. Neem, bijvoorbeeld, het woord “overheidsgegevens” waar dit artikel
mee opent. Welke ongewenste suggesties gaan van dat woord uit? Inderdaad, niet
meer gebruiken dus; past niet bij nieuwe mindset.
46. Merkwaardig! Dat er in de
academische wereld nog altijd zo bitter weinig besef-tot-actie bestaat als het
gaat om de manier waarop betekenis-van-data zich vormt. Ook op de website van
de nog jonge Data Federation Hub kom ik niet of nauwelijks hoopgevende
aanwijzingen tegen. Wel raak ik bedolven onder een overweldigende veelheid
termen, onderwerpen en aspecten die in hoog tempo revue passeren. Een soort van
verbaal geweld waaronder dat ene flakkerende levensteken, die ene hint, die
onder noemer van “dissimilar structures”
(poster
overview) schoorvoetend haar vinger opsteekt,
domweg vertrapt wordt en in golven van afkortingen en marktpraat bezwijkt.
Laten we het maar toegeven:
we hannesen al meerdere decennia met data-gedoe – zonder dat werkelijk
houtsnijdende oplossingen zich aandienden. Wanneer … wanneer breekt besef door
dat onze uitvalsbasis – de basis waarop we jaar uit jaar in zo ijverig en
geconcentreerd en kritiekloos voortbouwen – aan vervanging toe is?
Wanneer onze huidige
toepassingen ons niet langer substantieel verder helpen, gaan we op zoek naar
nieuwe technologieën die weer nieuwe ranges aan toepassingen mogelijk maken.
En, stap twee, wanneer onze technologieën ons niet langer werkelijk verder
helpen, gaan we op zoek naar nieuwe theorieën die weer nieuwe ranges aan
technologieën mogelijk maken, die weer nieuwe ranges aan toepassingen mogelijk
maken. Logisch, toch? Is de tijd zo langzamerhand niet meer dan rijp om eens
dóór te pakken naar stap twee? Waarom blijven we zo technofiel
treuzelen bij de eerste stap?
Het draait allemaal om
heldere betekenis van data tot trefzekere actie. En betekenis-van-data is geen sitting duck, maar door en door
situationeel en temporeel. Alleen data met situationeel en temporeel meegegeven
context kan van heldere betekenis zijn en leiden tot zinvolle en trefzekere (vervolg)actie
van mensen in heel gevarieerde en ook nog eens variërende (onderzoeks)situaties.
En context is natuurlijk ook weer ‘gewoon’ data. Laten we onze data, daarom,
vanaf nu, contextueel organiseren. Kijk, dàt zou de
Research Data Lifecycle in fonkelnieuwe ruimte
plaatsen!
Alstublieft, een
nieuwe/andere theorie – hier in noodgedwongen notendop natuurlijk! En onze
technologieën? Da’s goed nieuws … onze hedendaagse technologieën zijn meer dan
voldoende geëquipeerd om ook contextuele organisatie van data te faciliteren.
Reikhalzend zie ik dan ook uit naar de toepassingen waarmee bijv. de Data Federation
Hub haar onderzoekers met reuzensprongen verder helpt. Dàt
zal research-reputatie een enorme boost geven en positie in academische
research niet alleen verstevigen, maar tegelijk ook enorm verbeteren.
47. Tja … de voorspelbaarheid
in de samenleving neemt af. Activiteiten van burgers, bedrijven en overheden
worden grilliger. De veelkleurigheid van ons handelen neemt alsmaar verder toe.
Tegelijkertijd verwachten we meer van elkaar, stellen we hogere eisen aan
producten en diensten. De roep om transparantie neemt daarbij toe. Vragen die
al samenlevend opkomen, eisen steeds sneller in-één-klap-duidelijke antwoorden.
Onze lontjes worden korter. Tijd voor correctie is er vaak niet meer. Onze
IT-systemen zijn veelal te zeer verkalkt om dergelijke dynamiek ook maar een
beetje bij te kunnen houden.
Ja, klopt, zeker, er wordt
met man en macht koortsachtig gewerkt aan oplossingen. Business Intelligence. Master
Data Management. Digital Disruption. Analytics. Cloud. Data Science. Big Data. Micro
Services. Data Lakes.
Noem maar op. Marketing komt met de ene innovatie na de andere – voor ieder die
maar hunkert naar alweer een volgende ontwikkeling. En, ja, zeker, er zijn wel
wat successen hier en daar. Maar tegelijk ook: we komen niet substantieel
verder; wat we ook aan smart-igheid uit de kast halen.
Werkelijke doorbraken blijven uit. We blijven maar tegen een voor ons vage,
ongrijpbare muur aanlopen. En we breken ons hoofd alvast weer op de volgende
vinding. Ooit moet het eens lukken! Toch?
Of … hoor ik hier een worldview wankelen?
Juni
2018, 2018 © Jan van Til