2016.02 Aantekeningen

 

Jan van Til

 

 

Onderstaande tekstfragmenten zijn veelal afkomstig uit reacties op LinkedIn, blogs en e-mail die ik verstuurde in de tweede helft van 2016. De volgorde van de fragmenten is chronologisch.

 

01. Hoe komen we aan geld voor Algemeen-Belang (AB) dienende zaken; voor het oplossen organisatie-brede vraagstukken – zeg ook maar?

Informatievoorziening: soepel, van hoge kwaliteit, snel, foutloos, op maat, just-in-time enzovoort – dat willen we allemaal. En het maakt ons daarbij eigenlijk niet zo heel veel uit waar ‘het spul’ vandaan komt – zolang het maar legaal en vertrouwd is en … werkt.

We kennen het fenomeen budgethouder. Daar hebben we er een aantal van. Ieder bewaakt qua euro’s een stukje van het bedrijf, samen dekken ze de hele toko af. Dat geld wordt uitgegeven volgens het adagium “eigen volk eerst”. Zo hebben organisatie-brede vraagstukken snel het nakijken. Op z’n gunstigst bouwen we ‘brede’ oplossingen binnen het bereik van de enkele budgethouder. Vaak bouwen we, in de overgekooktheid van het moment, de ene punt-oplossing na de andere. Verre van optimaal, want de vraagstukken zijn allang niet meer van het punt-kaliber, maar veel eerder van, zeg maar even, lijn- en vlakkaliber: ze overstijgen allerhande traditionele grenzen.

Hoe komen we structureel aan geld voor grens-overstijgende (bijv. budgethouder) vraagstukken? Kunnen we een soort van informatiebelasting gaan heffen? Welke dimensies (draaiknopjes) zouden als grondslag (footprint) kunnen dienen voor het opstellen van de belastingaanslag?

Waar je met het draaien aan die knopjes naar toe wilt, is, dat individuele budgethouders (punt-oriëntatie) op de hele onderneming (lijn/vlak) worden gericht en daarmee oog voor elkaar krijgen: samen moeten ze immers verstandig met de volledige AB-pot omgaan.

Daar waar de enkele applicatie (hulpmiddel) binnen het (machts)bereik en invloedssfeer van de enkele budgethouder ligt, daar ligt het informatieverkeer (met het oog op vlotte, trefzekere actie van actoren) er vrijwel altijd buiten. Daar waar de enkele budgethouder gericht is op het belang van ‘zijn’ actoren, daar ‘loopt’ het informatieverkeer altijd tussen tal van actoren – veelal cross-budgethouder (en cross-unit en cross-organisatie).

Daar waar aan intern en extern informatieverkeer alsmaar hogere eisen worden gesteld (wet- en regelgeving, steeds meer informatie in steeds minder tijd verwerken, geen tijd meer voor correctie/right the first time, steeds transparanter, just in time en ga maar door) … wordt het alsmaar belangrijker dat we weer oog krijgen voor de informatische duurzaamheid van de onderneming als geheel. Dat vraagt om organisatie-brede oplossingen voor organisatie-brede vraagstukken. Daar komt de enkele budgethouder annex informatiemanager in z’n eentje gewoon niet meer uit. Dat vraagt om zoiets als een budgethouwer.

 

02. Het is je eigen ego dat jou voortdurend ‘wijs’ probeert te maken dat jij van alles en nog wat móet hebben om iets/iemand te kunnen zijn. Het is je ego dat je voortdurend probeert ‘wijs’ te maken dat jij niet kunt zijn zonder ego. Jij bent niet je ego. Jij kunt enorm goed zijn zonder je ego. Je ego ontneemt jou zomaar de mogelijkheid tot eenvoudigweg zijn.

 

03. Het is belangrijk dat hij de juiste klok heeft horen luiden – ook al heeft hij nog niet of nauwelijks glimp van bijbehorende klepel opgevangen. Hij wéét dat die klepel ergens (uit)hangt. En hij wéét wie hij kan benaderen om de weg naar (in)zicht op klepel te verhelderen. En het is, lijkt me, goed als hij vooraleerst gewoon dóórgaat met pogen, roepen enzovoort. Support kan hij daarbij mogelijk wel wat gebruiken. Gaat hij nog meer andere hulp (van welke vorm/kaliber ook maar) van buiten/elders inroepen? Jij bent “daar met allerlei vragen weer vertrokken”, schrijf je. Moet ik dat opvatten als zoiets als huiswerk? Of is het contact hand-in-hand met jullie ontmoeting eigenlijk ook alweer voorbij en komt pas “over anderhalf jaar […] nogeens een gesprek”?

 

04. Een prachtige case die hij daar inbrengt, denk ik maar zo! Behoorlijk huiselijk, niet triviaal en bevat alle ingrediënten die op 5 oktober in jouw kookschool in een reuze gezonde ‘maaltijd’ moeten uitmonden. Schetsboek mee naar de kroeg na afloop – want van dergelijk stevige kost, vast voedsel zeg ook maar gerust, krijgt-ie geheid een reuze dorst – dorst die ook met vers gemalen/gezette koffie niet afdoende te lessen valt. Succes!

 

05. De projecten-op-het-werk hebben betrekking op document, document en nog eens document. Ze zijn behoorlijk punt-achtig in het leven gezet. Lastig dus om binnen de ruimte van een project (scope, tijd, geld) ruimte te vinden om strakke lijnen te trekken of vlakken op te spannen.

Binnen Operations komen ze letterlijk en figuurlijk om in de documenten. Maar iedereen staat er ‘gewoon’ op om de problematiek op de manier die gisteren zo gewoon was in te kaderen en aan te pakken. Het is, per slot van rekening, toch geen rocket science?! Tja, hoe zeil ik daar zo goed mogelijk door-/omheen, hoe smeed-en hamer ik de punten – zo goed en zo kwaad als het gaat – om tot lijnvormige staafjes? Een lastige bezigheid waarbij je zowel business als de eigen collega’s te vriend moet zien te houden: niemand is te beroerd om van alles en nog wat in/tussen de spaken van net-nieuw-opgezette en dus nog fragiele wielen te steken.

 

06. Voor wie maar wil luisteren – geven we presentaties over de AIR, de Asset Information Roundabout. Vrijwel iedereen vindt het een leuk en nuttig verhaal. Da’s mooi. Minder mooi is dat niemand van de tribune komt om te helpen – met een zakje geld, bijvoorbeeld. Zo komen we niet verder dan zaaien en water geven.

 

07. Hij hoopt, denk ik, vurig op die ene echte lichtflits die hem – in zijn stikdonkere nacht – al is het maar voor heel eventjes – dat nieuwe paadje naar DSO laat zien. Dat zou hem (meer) zekerheid kunnen geven – zo van: joepie … de weg, hoewel onbekend, is er wel degelijk; ik heb-um zelf gezien! Ik hoop dat-ie in een deel van je betoog voldoende herkenning heeft tot vertrouwen in dat andere deel dat op voor hem vergaand onontgonnen terrein ligt. Zo zonder kaart wacht hij, denk ik, tot volgende flits. Laten we hopen dat zijn gevraag daarop is gericht en dat hij niet op zoek is naar spreekwoordelijk stok.

 

08. Kijk naar ons verkeren met documenten. We zien dat iedere deelnemer het aller-allerliefst volkomen zijn/haar eigen gang wil kunnen gaan met documenten. En we moeten, ook m.b.t. documenten, zoals dat heet, steeds “aantoonbaar in control zijn”. Ook wil men – het is per slot van rekening geen rocket science, toch? – met één druk op de knop de juiste versie van elk situationeel relevant (pleonasme?) document op het scherm hebben staan; ‘alles’ met één druk op de knop terug kunnen vinden – het zoeken kost veel te veel tijd/energie en de zoekresultaten stellen vervolgens ook nog eens teleur. We moeten verder; er is steeds minder tijd voor correctie. En … ook dat nog … transparantie wordt alsmaar doodgewoner. Het wordt alsmaar knellender dat het ophoesten van de juiste coherente set aan documenten, bijv. i.g.v. een audit of een vraag van de ACM, zo lang moet duren.

Voor wie het ziet: we moeten dus ‘ergens’ vrijheid inleveren om een hoger gewaardeerde/belangrijker geachte vrijheid te kunnen genieten. We moeten gaan infrastructuraliseren, zeg ook maar. Om samen wat georganiseerder en uniformer door het grote, alsmaar dichter en donkerder wordende bos kunnen wandelen. Veilig en vertrouwd. Techniek kan inderdaad flink helpen, maar er is méér. Als niemand zich aan de nieuwe (en daardoor eerst zeker nog onwennige) verkeers-spel-regels wenst te houden … levert al het technische geploeter per saldo (trade-off) niet zoveel op. Zoiets als een infrastructuraliseringsdubbelslag is nodig. Uiteraard. Da’s lastig. Dat hebben we niet met de paplepel ingegoten gekregen – fysiek verkeer, tja, de hele bups was er al – in vol ornaat en werkend als een tierelier. Om zo’n huzarenstukje voor bijvoorbeeld documentverkeer (of informatieverkeer) ‘even’ te leveren vinden we te lastig, onoverzichtelijk enzovoort – als we de problematiek al juist weten in te kaderen. En van de weeromstuit besluiten we dan maar om nog beter en nog harder ons best te doen met/op ons meer dan futloze (eufemisme voor morsdode) paard en zo zeulen wij ons, m.b.v. de oogverblindende, nieuwe features van SharePoint2013, enthousiast voort op de doodlopende weg (kijk daar: zie je het bord?) waarop wij alreeds zover en zo ‘succesvol’ zijn gevorderd. Binnenkort komt SharePoint2016 uit. Gelukkig maar. Zijn we al toe aan infrastructuurkunde? Het is een vak dat belangrijker is dan leren prutsgrammeren met Excel etc. op de basisschool. Veel belangrijker!

 

09. Danny, for quite a long time, indeed, “[o]rganizations have been” and, as a matter of fact, still are “struggling with integrating data across their departments and with business partners.” Why? Why do they keep on doing that? Doing the same thing over and over again … will yield the same annoying results time and again. We know that. So, why don’t we stop focussing on integrating and start focussing on integrate-ability? I disagree with you, Danny, on “differences in semantics are intricately difficult”: differences (in semantics) cannot, I repeat cannot, be solved; that’s impossible! For differences are simply … different. Solving would obscure/deny/disrespect/… the differences. You state that “[a] lot of semantics comes from context, and can thus not be defined up-front.” Can you give one example of “semantics” that does not come from context and, therefore, can be defined up-front? If you cannot give one example … do you agree that all semantics comes from context? I fail to see what the basis could be for your “just enough and just in time semantics”.

 

10. As far as I can see … you very much do introduce a context when you say: “Applied to strictly business terminology”! And withIN that applied/chosen context, you “believe the semantic differences *can* be solved without obscuring/denying/disrespecting the differences.” The context you introduced is an inescapable help. But will it be enough help? For there are lots of business areas – each applying their own strict business terminology. Indeed, further narrowing down the context helps to better clarify meaning and prevents the obscuring etc. of differences. And in the end, indeed, “the semantic differences *can* be solved without obscuring/denying/disrespecting/ the differences.” But only then: in the end. You state that “[d]ictionaries are a great example of semantics without context”. Without a context one cannot get to a definition. Can you? Context is a very important driver for assignment of meaning. In your dictionary example context is definitely present, but … thrown away/left implicit after the definition came into being.

 

11. Hoe moeilijk is het om een reeds gevulde hand nog verder te vullen? Alles wat je erin gooit, ketst a.h.w. af op de reeds aanwezige vulling. D’r moet eerst het nodige uit – da’s nogal wiedes. Maar ja … wie doet dat nou – zolang-ie denkt dat-ie op rozen zit en hij het nare geprik van die dingen verwart met opwinding over hetgeen-ie zelf allemaal bij elkaar bedacht heeft? Nee, tot bloedens toe houdt-ie dr aan vast – stevig vast. Zoiets geldt vast ook voor hoofd en hart. Waar h&h vol van zijn stroomt het doorgaans per-omgaande antwoord rijkelijk van over.

Wat is wijsheid. Hoeveel energie wil je er (nog) in stoppen? Zijn animo staat, als ik je goed begrijp op doceren/zenden en z’n oren zijn mogelijk al geruime tijd niet uitgespoten. Wellicht lijdt hij aan (h)oorstenen?

 

12. Mocht je je zinnen nog anders willen verzetten/energie nog anders willen focussen: op 28 oktober 2016 oreert/inaugureert Jos Trienekens aan de OU over Hoe ver-vliegt onze informatie? Er staat o.a.: “In zijn oratie belicht Jos Trienekens informatiekwaliteit vanuit verschillende perspectieven, namelijk een technologisch-, een ondernemings- en een netwerkperspectief. Trienekens plaatst vraagstukken, resultaten en ontwikkelingen in een kader en licht daarbij recentelijk opgestarte onderzoeksprojecten toe.” Toe maar – ook een netwerkperspectief. Misschien ziet hij nog wat ruimte voor vruchtbaar onderzoeksproject?

 

13. Van wie is welke informatie? De eigenaar bepaalt het gebruik ervan (wie mag gedurende welke periode vanuit welk motief wat met welke informatie). De eigenaar kan houder(s) aanwijzen om zijn belangen te behartigen en zo het gebruik van zijn informatie in goede banen te leiden. Wanneer partijen die gebruik maken van informatie daarover ook nog eens verplicht moeten rapporteren … zijn we al een heel eind, Peter!

 

14. Wat een energie zit er in jouw (Da)antwoord – bewonderenswaardig! Ja, ook ik sta nog op zijn mailinglist en trof dat verzoek om zijn rijstebrij-gevraag te voorzien van antwoorden eveneens op mijn digitale deurmat aan. Nee, ik kon geen energie vinden om reactie te formuleren. Ik word al kriegelig als ….

Waar zal zijn response op jouw oproep ditmaal op neerkomen? “[R]aakt contact […] subiet verbroken”, wordt het een “uitvlucht”, of “blijft het stil”? Een vriendelijk bedankje voor je belangwekkende bijdrage met, natuurlijk, de belofte er serieus naar te kijken plus toezending van de onderzoeksresultaten – als je daar prijs op stelt ten minste?

 

15. Het draait inmiddels volop om de organisatie van informatie en al jaren niet meer om de informatie van je organisatie. Het draait allang niet meer om de organisatie als centraal en vaststaand en autonoom bolwerk maar veeleer om de organisatie als passant en voorbijganger die ‘onderweg’ de juiste graantjes afzet/meepikt. Wanneer “senior management en toezichthouders meer digitale kennis hebben dan hun voorgangers” is dat natuurlijk mooi, maar dat helpt hooguit even als een soort tussenstap. Ondertussen leidt de hele (ook nog eens verslavende) focus op al dat techno-en-digi-gedoe vervelend àf van de kern van de zaak: situationeel betekenisvolle informatie tot trefzekere actie in handen van mensen!

Ook de IT zelf zit al geruime tijd op dood spoor; wordt al jaren gedreven door “achterhaalde denkbeelden”, n.l. dat successen uit het verleden garantie bieden voor de toekomst. IT bracht, zoveel is zeker, veel, ja heel veel vooruitgang, maar dient zichzelf nu opnieuw uit te vinden – wil ze onderdeel blijven van werkelijke oplossingen en geen onderdeel worden van het probleem. We rennen als lemmingen achter de ene gadget na de andere aan zonder te zien dat we nog maar nauwelijks vooruitgang boeken.

 

16. Dank je wel voor je toch wel intrigerende response! Je bent sinds de start van emovere.nl ‘al’ de tweede die “Uitdagende columns” in mijn geschrijf ontwaart. Da’s mooi, want zo zijn de meesten ook bedoeld. Op mijn beurt vind ik – en ik ben geen IT-er – je conclusie “Boeiend” dat “vanuit de IT zo betekenis-vol gedacht wordt!” Was het maar waar! Ik tref dat eigenlijk vrijwel nergens aan; techno staat al sinds jaar en dag prominent in de aandacht van de IT – informatie van situationeel heldere betekenis tot trefzekere actie in handen van mensen … kwijnt weg. Het is daarom steeds mijn dringende oproep aan iedereen om nu eindelijk eens “betekenis-vol” te gaan denken en doen. Mocht het je interesseren: op information-roundabout.eu gebeurt in wezen hetzelfde.

Nogmaals dank voor je belangstelling. In geval je met concrete vragen ‘zit’ … schroom niet, mogelijk kan ik een klein stapje verder helpen.

 

 

 

December 2016, 2016 © Jan van Til