Grond onder informatiemodellering
Jan van Til
Wat is het eigenlijk dat het
ontwerpproces ‘achter’ onze informatiemodellen stuurt? Op basis van welk denken
komen ze tot stand? Staat u daar wel eens bij stil?
Vroeger, zo tot pak-um-beet 1960/70, bleek de wereld rustig en stabiel;
verdeeld in duidelijke vakjes/zuiltjes. Eventuele veranderingen verliepen kalm
en kabbelden rustig achter elkaar aan. De dingen waren zoals ze waren en gingen
zoals ze gingen, lagen behoorlijk vast en kenden hun plaats. Voorspelbaar.
Definities van begrippen waren lang houdbaar en golden breed; vastlegging ervan
in absolute zin lag voor de hand – ging eigenlijk ‘automatisch’. Je kon er op
blindvaren. Het werd doodgewoon. Niemand die er nog bij stil stond.
IT kwam opzetten, won snel
terrein en begon het einde van deze rust in te luiden. De inmiddels als een
huis staande notie van absolute betekenisgeving werd eenvoudigweg overgenomen
bij het modelleren van informatie. Niemand die over de validiteit van dat
uitgangspunt nadacht. Groot (technisch) probleem destijds bleek zgn.
normalisatie, maar daar werd uiteindelijk een bruikbare oplossing voor
gevonden. En verdere ontwikkelingen? Die bleven uit. Alles wat over
informatiemodellering gezegd moest worden leek te zijn gezegd.
Zoals reeds aangestipt: IT
veranderde de wereld. Radicaal. Onomkeerbaar. Vandaag de dag blijft vrijwel
niets nog lang hetzelfde. Veranderingen buitelen over elkaar heen. De effecten
van ene verandering worden nog maar net zichtbaar of de volgende dendert er al
weer overheen. Voorspelbaarheid verdwijnt meer en meer. Bedrijven en
maatschappij staan boordevol met IT-systemen en het grote gros is met tal van
andere systemen verbonden. Any time, any place, any who, any why en anything – het is werkelijkheid
geworden. En het
is allang niet meer de vraag wàt IT zou kunnen
betekenen op een bepaald terrein (neem bijv. onderwijs), nee, de vraag is veel
eerder wat (in dit voorbeeld) onderwijs eigenlijk is in het licht van hetgeen
IT ons bracht. Radicaal dus.
Hedendaagse organisaties zijn
(sterk) afhankelijk geworden van informatie en informatieverwerking in/door
andere organisaties. Wie kan, informatisch gesproken,
de eigen broek nog – zonder blikken of blozen helemaal zelf ophouden? Nee,
vanuit informatisch perspectief bestaan de
afdelingsmuren, de bedrijfs-/branchegrenzen allang niet meer. Een enorm kluwen
aan interfaces spoelt dagelijks, onvermoeibaar, vele gigabytes aan informatie
tussen gevarieerde en variërende belanghebbenden heen en weer. Vanuit informatisch perspectief bekeken, fungeren de zelfstandige
organisaties-van-nu eigenlijk vooral als onderling afhankelijke eenheden van
omvattender, zeg maar even, informatie-organisatie.
Hoeveelheden informatie
groeien spectaculair. Proces cycle-times – zowel
binnen als tussen organisaties staan onder druk en worden alsmaar korter. Tijd
om fouten te herstellen is er vrijwel niet meer – en dat geldt ook voor het
zoeken naar aanvullende informatie. Actualiteit en kwaliteit van informatie
worden steeds belangrijker. Toezichthouders stellen meer en strengere eisen.
Transparantie is de norm; right the first time het
nieuwe adagium. Het draait eenvoudigweg om direct heldere betekenis van
informatie tot snelle, trefzekere actie – binnenkort moet informatie gewoon in
één klap voldoende duidelijkheid brengen. En dat vinden we dan doodgewoon.
Hoe organiseren (modelleren)
wij in dergelijk tumult onze informatie? Dat is de vraag die voorligt. Hoe zit
het, m.a.w. met onze informatiemodelleringspraktijk? Wat hanteren we als grond,
als denken eronder? Eigenlijk is er op dat vlak, sinds de aanvang van
automatisering, verrassend weinig gebeurd. De praktijk leunt nog altijd op het
denken, leven en werken uit de tijd waarin ieder rustig, voor zich z’n eigen
dingetje op z’n eigen manier in z’n eigen hokje deed. Past dat nog in een
wereld waarin vele afdelingen/units, vele bedrijven/branches – informatisch bekeken – tot ver over hun oren van elkaar
afhankelijk zijn geworden en dagelijks vele malen bij elkaar over de digitale
vloer komen? Wat is een, afdeling, unit of bedrijf eigenlijk (nog) in het licht
van dergelijke, onstuimige, disruptieve ontwikkelingen? Steeds nadrukkelijker
krijgen we te maken met informatie-organisatie die onze huidige organisaties
om- en overspant.
Is absolute betekenisgeving aan
informatie – ons met de paplepel ingegoten – eigenlijk (nog) wel houdbaar?
Iedereen die al wat langer meeloopt, weet uit eigen ervaring dat verschillende
mensen in processen/afdelingen bìnnen één organisatie
al gemakkelijk (heel) verschillend aankijken tegen één en hetzelfde object in
de werkelijkheid. Iedereen weet dat de verschillen tùssen
organisaties vaak nog (veel) groter zijn! Iedereen weet ook dat reële
verschillen noodzakelijk zijn voor de verschillende mensen(groepen) in
onderling afhankelijke organisaties om hun werk in samenhang goed te kunnen
doen. Absoluut? Hoe bedoelt u?
Vele, aanhoudende pogingen
zijn en worden ondernomen om het probleem van afwijkende betekenissen, van
verwarring en ambiguïteit, van inconsistentie op te lossen. Stuk voor stuk
stoelen ze (zonder dat het werd en wordt beseft) in essentie op absolute
betekenisgeving: één definitie voor heel de afdeling, één definitie voor heel
het bedrijf, één definitie voor de hele branche. Enzovoort. Op dat vlak wordt
heel wat afgepolderd; vele miljoenen worden eraan gespendeerd. Maar … waarom
werken dergelijke initiatieven – vaak ondersteund met indrukwekkende
standaarden – matig tot niet? Kort antwoord: omdat mensen, naar hun aard, zo
niet in elkaar zitten; zie vorige alinea. Iedereen weet, uit eigen ervaring danwel intuïtief, dat reële betekenisverschillen niet
straffeloos kunnen worden weggepoetst – ook niet met groots opgezette
standaarden. Dat gaat keer op keer fout.
Waarom … waarom komt
eigenlijk niemand op het idee het absolute karakter van betekenis van
informatie eens onder een vergrootglas te leggen? Is dat zo langzamerhand geen
onderzoek(je) waard?! Waar/hoe zouden we uitkomen als we eens uitgaan van de –
elke mens op het lijf geschreven – gedachte dat betekenis van informatie niet
absoluut, maar, laten we zeggen, relatief is? Relatief t.o.v. de concrete,
onderhanden (werk)situatie.
Ja, zeker, nou en of dat
onderzoek waard is – en het is al uitgevoerd ook! Met succes: een stevig
onderbouwd alternatief ligt op de plank en daarmee voor het grijpen. Gegrond op
subjectief situationisme. Praktisch mogelijk gemaakt middels methode annex taal
voor contextuele informatiemodellering: Metapatroon.
Waar vele mensen, vele
afdelingen, vele bedrijven qua informatie onderling afhankelijk zijn geworden …
waar betekenis van informatie niet overal hetzelfde is, maar reële, door
situatie en moment ingegeven afwijkingen vertoont … daar loont een manier van
organiseren (modelleren) van informatie die over tal van bedrijven heen stand
houdt – d.w.z. reële betekenisverschillen in tact laat en tegelijk een solide
gemeenschappelijke basis vormt onder samenwerking in tal van gevarieerde en
variërende verbanden; de deelnemende organisaties aan informatie-organisatie,
zeg ook maar.
De vaste grond onder de
voeten van absolute betekenisgeving in de stabiele en traag opererende
vak-en-zuil-wereld-van-weleer … verweekt tot gevaarlijk drijfzand in de enorme
en nog altijd toenemende dynamiek van de totaal-wereld zoals wij die dag in dag
uit zien en ervaren.
Absolute betekenisgeving
werkt niet bij mensen. Dat viel vroeger niet zo op; de wereld was immers klein,
overzichtelijk, eenvoudig en veranderde maar langzaam. Mensen konden dat qua
invulling en betekenisgeving prima bijbenen – het meeste speelde zich pal onder
hun neus af. Maar in een wereld waarin verandering, zoals men zegt, de enige
constante is en we in hoog tempo simultaan met tal van partijen, zowel nabij
als veraf, te maken hebben … partijen die zowel ieder-voor-zich als ook in
onderlinge samenhang een veelheid aan vaak onderling afhankelijke dingetjes
doen … ook in zo’n wereld draait het om de mens. De
mens-en-zijn-eigenaardigheden die we voortdurend optimaal dienen te faciliteren
met informatie van situationeel heldere betekenis tot trefzekere actie.
Wie oog krijgt voor de
eigenaardigheden van informatie m.b.t. betekenisvorming-in-mensen: informatie
is qua betekenis alleen situationeel te duiden …
Wie inziet hoe radicaal de
wereld, met name door toedoen van IT veranderde: de overzichtelijke setting van
het eigen rustige erfje is a.h.w. binnenste buiten getrokken en leeggeschud op
dat ene grote en woelige wereld-plein …
Die krijgt weer zicht op
vaste grond onder zijn/haar informatiemodellerings-voeten:
informatie dient met het oog op heldere betekenis tot trefzekere actie te
worden gemodelleerd; contextueel dus – niet langer absoluut. En Metapatroon …
metapatroon is daarvoor een reële en veelbelovende mogelijkheid. Da’s pas Innovatie!
Juni 2016, 2016 © Jan van Til