2015.02 Aantekeningen
Jan van Til
Onderstaande
tekstfragmenten zijn veelal afkomstig uit reacties op LinkedIn, iBestuur
Binnenlands Bestuur, Via Nova Architectura, andere blogs en e-mail die ik
verstuurde in de periode Juli tot en met December 2015. De volgorde van de
fragmenten is chronologisch.
01. Ondertussen verscheen een
nieuw item aan de horizon. Het heet Asset Management. De manier waarop dat nu
draait is vatbaar voor verbetering. Maar hoe? En één van de architecten wees
daarbij haarfijn op wat er allemaal al aan tussenresultaten ligt op het vlak
van bijv. de topologie-studie – waar, naar zijn idee, eigenlijk nog veel te
weinig mee is gedaan. Dat wordt dus/mogelijk een tweede/volgende leven voor het
topologie-onderwerp; nu in het kader van Asset Management. Het is hoe dan ook
weer een kans die voor het grijpen is komen te liggen – en dus gegrepen dient
te worden!
02. Dank je wel voor de tijd
die je zo royaal voor me inruimde! En voor het delen van de onderwerpen waar je
momenteel mee bezig bent. Dat stimuleert enorm! Dank ook voor het delen van de
stukken en het vertrouwen dat daar uit spreekt. Ik ga ermee aan de slag en zal
m’n commentaar graag aan je terugkoppelen.
Een tijdje terug al weer
schreef ik over de (groene) energierotonde al even een kort artikeltje: Energy
Roundabout aches for information roundabout. Het zijn mijn persoonlijke
ideeën; zie evt. ook de voetnoot. En ik geef direct toe: je moet wel al een
beetje een disruptive mindset hebben om zo’n stip aan de horizon te kunnen zien
– en… wellicht waarderen.
03. Dank je wel voor je
positieve response. Ja, ik heb zelfs de indruk dat Capaciteitsmanagement een
heel grote uitdaging gaat worden om tot een efficiënt energie-geheel te kunnen
komen. Want hoe stelt Capaciteitsmanagement van moment tot moment op
verantwoorde, slimme etc. wijze de meest juiste energie-mix samen? – Dus
inclusief de mate van inzet die ervoor nodig is van de verschillende deelnemers
aan energie-verkeer! Productie, transport, transformatie, opslag en consumptie
van allerhande modaliteiten moet steeds goed op elkaar zijn afgestemd.
Nee, zo’n soepel draaiend
energiesysteem (energierotonde) staat er niet van-vandaag-op-morgen! Er zijn
vele gevarieerde en ook nog eens variërende spelers die allemaal wat in de
energie-melk willen brokkelen. Want al die autonoom opererende spelers moeten
toch op de één of andere manier op die ene energie-lijn worden samengebracht?!
En een niet onbelangrijke vraag daarbij is ook wie er met het been vandoor gaat
als de honden erom beginnen te vechten.
Daarom is, denk ik, een
Station als Capaciteitsmanagement cruciaal – spin in het energie-web zeg ook
maar – als het gaat om het verzamelen, verwerken enzovoort van basale gegevens
op verschillende schalen van verschillende spelers inzake verschillende
modaliteiten en functionaliteiten.
Zover is het (nog) niet. Maar
ondertussen moet er, denk ik, hard gewerkt (gaan) worden aan het concept voor
dat Station: hoe ziet het er uit, wie zijn de spelers, hoe gaan we met elkaar
om, wat zijn de verkeersregels enzovoort. Want als het eenmaal zover is – ook
al zou het nog ‘maar’ gaan om alleen de eerste schoorvoetende stapjes voor de
modaliteiten gas en elektriciteit… is het bijzonder onverstandig te denken dat
we het dan wel even voor elkaar boksen en dat debacles als met EPD en ook met
de OV-chipcard ons wel bespaard zullen blijven. Dat zou ‘nogal’ naïef zijn.
Waarom zouden we er niet van leren? Beter kan maar direct voor een andere, zorgvuldiger
strategie gekozen worden – is mijn idee.
Wanneer zo’n energie-breed
concept gedragen klaar ligt – en daar is veel inbreng van vele externe (en
interne) partijen voor nodig… kunnen onderscheiden partijen, elk vanuit de
eigen kracht, positie enzovoort, het concept op ordelijk samenhangende wijze
concreet gaan invullen – dan krijgt de energierotonde gestalte.
04. Does the semiotic triad of Peirce really look the
way you draw it? Peirce would draw it ‘slightly’ different, I think: see Semiotic Triad.
In case you want to dive into the dynamics of Peirce’s triad… Pieter Wisse
developed the semiotic triad into a Semiotic
Ennead.
05. In de bijlage van dit
bericht de volgende versie van ons artikel “Stelselmatige impuls tot
energieverkeer”. De tekst geeft, denk ik, wel een goed beeld van het nieuwe
energieveld en moet nog wel (hier en daar flink) bijgeschaafd worden. Wat je
natuurlijk opvalt is dat er nu sprake is van een DEEL I. Helemaal aan het einde
van de tekst stel ik een DEEL II en DEEL III voor. Op die manier wordt het niet
direct te groot en kunnen we, zo denk ik, de verschillende onderdelen goed uit
(en bij) elkaar houden. DEEL I kan iedereen snappen. DEEL II (evt. IIa, IIb, …)
moet behoorlijk goed voorstelbaar zijn voor iedere deelnemer aan
energieverkeer. En DEEL III… de crux… snapt vrijwel niemand (maar dat geeft
hopelijk niet zo heel veel als de voorgaande delen voldoende vertrouwen wekken.
Je zou ook kunnen zeggen: DEEL II is het (meer) populaire/publiekstaal deel;
DEEL III is het grondige/stelseltaal deel.
Wat vind je van het
DEEL-idee? Van de opzet in-delen?
06. Afgelopen week had ik een
afspraak met E. Bijzonder goed gesprek gehad. Uitgelegd hoe ik de
energierotonde zie, met wie ik er contacten over heb, en hem het belang van
Station Capaciteitsmanagement daarbij uiteengezet; dat we maar beter alvast aan
de slag gaan omdat zo’n ding er niet van vandaag op morgen staat. Wat opviel is
E’s enorme techno-drive. Lyrisch is hij over Data Driven Strategy; praatte zeer
gedreven over Energy Coins, Blockchains en over disruptive technologies.
07. Een bestuurder is als een
timmerman die als vanzelf een hamer ziet – ook als er helemaal niets te
spijkeren valt. Ja, ook een bestuurder is een vakman met een door gedegen
opleiding aangemeten gekregen vakbril. Echter… lang niet alle problemen vragen
om een (eerst en vooral) bestuurlijke oplossing. Juist vaklui zouden zich dat
moeten realiseren. Da’s wel zo professioneel!
08. Peirce modeled a ‘Y’ – you
say: “Peirce […] describes the sign as having three parts in the shape of a ‘Y’
– with the representamen and the object being the two upper parts of the ‘Y’
and the interpretant as the bottom of it.” I take that to express an
irreducible three-some. We have an X (some-thing in reality; object), the
representation of X (the sign that some-how points to the object in reality)
and the interpretation of X (the meaning of the signed sign in my mind (not
yours)). Peirce also felt that something fundamental was still missing in his
Y. That’s what he articulated as the ground. Pieter Wisse added dynamics and
developed Peirce’s ground by expanding/transforming the Semiotic Triad into a Semiotic
Ennead.
09. Sjonge, dat je ondanks
alle-en-meer aandacht vragende gebeurtenissen tijd voor zo iets … onder-geschikts
wist te vinden! Dank je wel. Ja, ik geloof dat we met jouw frisse blik toch
weer een hele stap verder zijn! Goed idee ook om het vaste vervolg zo open
mogelijk te houden – en afhankelijk van wat zich als best mogelijke inhoud voor
vervolgstap x aandient te acteren. Dank je wel ook voor je suggesties om
stukjes tekst weg te laten/nieuw op te zetten – simpele(r) verhaallijn &
zakelijk! Ik ga poetsen aan de volgende versie van het eerste deel.
10. The Strength of IT? No doubt; that’s the T! The Weakness of IT?
Again, no doubt; that’s the I. Yet, people are interested in the I: in situationally
meaningful information. But IT is only/mainly interested in the T (and in
digital data). IT doesn’t have the slightest clue about information. And that
is understandable, even logical: it’s simply beyond her paradigm.
The Threat for IT? Repeating yesterday’s successes over and over again
in a world that is more than ready for the next real break-through.
The Opportunity for IT? That IT comes to terms with her limitations: IT
operates at the cybernetic level – yes, that’s a serious limit. Let IT Embrace
this limitation and start to operate from that power, for the limit of power is
the power of the limit!
11. Dank je wel voor het
doorsturen van de link
naar de European Interoperability Reference Architecture (EIRA)! Ik heb er naar
gekeken, maar doorgrond nog niet (helemaal) wat jij er zo interessant aan
vindt.
Als ik kijk naar waar het
(wat mij betreft) eerst en vooral om behoort te draaien bij interoperabiliteit…
– te weten overdracht van bedoelde betekenis van informatie – dan… ben ik al
vrij snel uitgekeken. Helaas. Want daar waar het gaat over “semantics” wordt
CCTS als voldongen feit naar voren geschoven. En dat werkt dus niet. Want: Duurzame
interoperabiliteit vraagt om radicaal andere benadering van semantiek.
Vanuit dàt/mijn perspectief ben ik dus niet enthousiast te krijgen! Wat is het
dat jou erdoor in beweging brengt/bracht?
12. Question
(on LinkedIn): Why can’t we all get along? As long as the main question for
all/most humans remains What Can I Do To/With You … instead of What Can I Do
For You … humans won’t really get along. As long as humans are mainly
human-havings instead of human-beings … they won’t get along (very well).
13. Fascinerend – die
vaststelling dat “de Haagse vierkante kilometer”, als een aparte wereld,
“volstrekt gescheiden” denkt-en-doet van die wereld waaraan ze haar
bestaansrecht ontleent. De Bruijns, overigens pakkende, beschrijving tekent een
doorgewinterde Haagse wereld die zich kip- en kiplekker voelt bij reeds lang
vervlogen ‘dynamiek’ van diligence en postduif. Want niets menselijks is ook
het Haagse vreemd: wat goed werkte probeer je natuurlijk uit alle macht in
stand te houden – ook al is het denken en doen in die andere wereld (o.a. door
ICT) in ongekende stroomversnelling terechtgekomen en onherkenbaar veranderd.
Moet het “blauwdrukdenken”
dan maar als volstrekt achterhaald en/of te statisch terzijde worden geschoven?
Nee, dat denk ik niet. Wie inziet en erkent dat we vandaag de dag, met name
door toedoen van ICT, in een kwa-li-ta-tief àndere wereld verzeild zijn
geraakt…
1.
Die snapt dat we
met een postduif/diligence-mindset niet verder komen dan het moderniseren van
wat labeltjes: e-overheid, digitale agenda, basisregistratie enzovoort. Want
een mindset die tot-en-met vertrouwd en vergroeid is met dossiers, kan nu
eenmaal geen d0ss1ers voortbrengen.
2.
Die snapt dat het
Haagse mindset-roer (dus) radicaal om moet. Ook al gaat dat ten koste van veel
van het oude en vertrouwde; ten koste mogelijk ook van de eigen bekende en zeer
gewaardeerde positie. Loslaten van oude mindset is reuze lastig. Dat kost tijd.
Net als bouwen aan een nieuwe. Vandaag beginnen dus.
3.
Die snapt dat
blauwdrukdenken niet uit de tijd is, maar ‘slechts’ naar een volgend
abstractieniveau moet worden getild om moderne informatiemaatschappij duurzaam
voort te kunnen brengen.
4.
Die snapt dat er
(dus) een nieuwe set invarianten moet worden gevonden (ontworpen) waarmee veel
van het (constante) oude en vertrouwde als een setje variabelen nieuw plaats
krijgt. Het gaat, inderdaad, klopt, om een systemic
change. We moeten m.a.w. uitvissen om welke dimensies/invarianten het eerst
en vooral draait in moderne netwerkmaatschappij/informatiemaatschappij.
Da’s flink wennen. Voor
iedereen. En die lui in die àndere wereld zijn al een stukje verder. Die weten
al haast niet meer hoe een postduif eruit ziet. Doorwerken dus! Waaraan? Aan
die nieuwe set invarianten die samen de systemic change uitmaken!
Nee, aan de hand “van een
straf reisschema” lukt het niet neer. Ja, “het trekken [staat] centraal” want we
weten “niet precies waar we uitkomen”. Maar wie gewoon maar wat “de richting
[bepaalt] en op stap [gaat]”, die ziet de systemic change over het hoofd en
komt maar zo van de ene regen in een andere drup terecht. Stel daarom (A) eerst
en vooral vast wat de essentie, wat de crux van dat trekken is – die nieuw
invarianten dus – zodat we (B) daarna samen, tot duurzame
informatiemaatschappij, kunnen optrekken. Laat dat eerste, A, nou een net een
(kwartiermakers)‘werkje’ zijn dat op het bordje van “de Haagse vierkante
kilometer” thuishoort…. Het is (met gevoel voor understatement) lang niet
chique dat het Haagse nog altijd “volstrekt gescheiden” denkt-en-doet van die
àndere wereld, B, waaraan ze haar bestaansrecht ontleent. Want zonder adequate
leiding bepalen de bewoners van die àndere wereld gewoon zelf een richting en
gaan op stap. Kom op leeuw! Je staat al veel te lang in je hempie! In de benen.
Het is tijd om te vertrekken. Haagste tijd!
14. Begin augustus maakte
iemand (via LinkedIn) melding van een personeelsadvertentie van de overheid: De
overheid zoekt/zocht solution architects. Mijn oog viel daarbij op het lijstje
‘hot topics’. En wat viel op? Mijn reactie: Uiterst merkwaardig dat op het
lijstje van “[o]nderwerpen die de komende periode binnen het Rijk nadrukkelijk
spelen en waar UBR|I-Interim Rijk zich op richt” het o zo wezenlijke topic
informatie-infrastructuur annex systematische organisatie van informatie he-le-maa
ontbreekt.
15. Dank je wel voor je
reactie, B. Een paar opmerkingen. Wie altijd maar wat blijft doen wat-ie altijd
al heeft gedaan… en daar dus steeds dezelfde soort professionals bij blijft
zoeken… zal nooit meer/anders krijgen dan-ie altijd al kreeg. Wie iets aan de
orde stelt met een wat hoger nieuw-gehalte… krijgt – hoe kan het ook anders –
met onbegrip te maken. Dat komt natuurlijk omdat het… nieuw is. Logisch.
Onbegrip kent vele verschijningsvormen. Jij kiest/probeert de vorm “hoog
zweverigheidsnivo” om zo mijn aanwijzing te ontwapenen, te neutraliseren
enzovoort. Jammer. Informatie-infrastructuur is, klopt, nieuw en dus… onwennig
– moet nog landen, zeg ook maar. Dat lukt echter niet als we vooral blijven
letten op het onwennige, zweverige. Ook jammer: nee systematische organisatie
van informatie is geen “pleonasme”. Wel is het nogal – daar is-ie weer … nieuw.
Dus onwennig. En ook hier geldt: landen lukt niet zolang we het maar wat
lacherig blijven wegduwen. Zolang we niet serieus beginnen te mikken op
informatie van situationeel heldere betekenis in handen van mensen tot
trefzekere actie… blijven we zitten met inconsistentie, duplicaten, groeiende
time-to-market van oplossingen, hoge/stijgende kosten enzovoort. Met
informatie-infrastructuur – een natuurlijke ontwikkelingsstap – valt daar een
enorme slag te maken. Kijk bijv. eens naar The
Core of Information Oriented Architecture.
16. B, Uit je woorden meen ik
te kunnen opmaken dat je ruim voldoende gelukkig bent in/met de huidige oplossingsruimte
die idealiter goed werkt, maar in de praktijk stelselmatig iets heel anders
laat zien.
17. Maar…, B, ik heb het niet
over icTEE; ik heb het over IEct. icTEE gaat sinds haar ontstaan eigenlijk
alleen maar over Techno en Techno-aspecten (inclusief de techno-aspecten van
informatie). De IE-kant van IEct is nog nooit serieus aan bod geweest.
Informatie is een mensen-ding; bij IEct draait het eerst en vooral om
informatie van situationeel heldere betekenis in handen van mensen tot
trefzekere actie. En daarvoor moet je informatie ànders organiseren – waarna de
icTEE prima weet hoe daar verder mee om te gaan.
18. “[S]telsel van
Basisregistraties”, zeg je, B. Zelf vind ik het misleidend om een koe paard te
noemen. Als het beest geluid begint te maken, gaat het geheid fout. Als je de
discussies – alleen al op LinkedIn – ook maar een heel klein beetje volgt …
weet je dat “stelsel” een vlag is die de lading domweg niet dekt. De ordelijke
samenhang die het woord “stelsel” suggereert, is niet gerealiseerd – een
stelselmatig ontwerp is nooit gemaakt. Iets dergelijks geldt ook voor het woord
“basis”. Klinkt goed, maar ’t is ‘gewoon’ verkooppraat, vooruit noem het holle
retoriek. Uit je woorden meen ik, overigens, opnieuw, op te kunnen maken dat je
toch maar wat om mijn hete brij heen blijft draaien. Daaraan besteed ik mijn
energie niet langer.
19. Ja, met Opzichtige
verwarring laat je mooi zien hoe Mulisch in de val stapt waar velen vandaag
ook, net als Mulisch – zonder het op te merken, intrappen. Niet zoeken naar een
“rijkere formulering” (zeg maar even: energie), maar keihard doormodderen
met/vanuit gas waar je dan wel iets met elektriek bij aan bakt (“verdere
beginsel[en]” erbij halen). En uit “de opgave van het bestemmen van hun
onderlinge verhouding” kom je niet (goed) uit: dat wordt dan dóórdwalen en
dóórmodderen.
20. In the discussion group Systems Thinking op LinkedIn vraagt iemand:
“Is there a good way to combine models?” Mijn ‘wilde’ reactie: Models an sich?
There is no such thing! Begin with the end in mind: repeatable integration.
Therefore… make every model integrate-able. Then they will integrate over and
over again. So, just make … systematic models. Try to grasp and understand An Intermediary Meta-systematics.
21. Zolang het zgn.
metafysisch realisme nog overal hoogtij viert, blijven opdrachtgevers en
opdrachtgevers eerst en vooral de isolationistische zienswijze in dito
oplossingen vertalen. Pas wanneer erkenning en ruimte ontstaat voor subjectief
situationisme, kunnen stelselmatige oplossingen ontstaan waar iedereen
situationeel zijn/haar voordeel mee kan doen.
22. N, in my mind… each and every systemizer is an individual, is an
observer, is a subject, is motivated, is erudite, has certain
skills/experience, has interests, is situated both in time and space etc. etc.
So … when two individual systemizers develop two ‘rather’ different system
models for one and the same system, they are very likely to produce
non-integrate-able system model parts for differing parts of that system. A
subjective situationist, for example, will develop ‘quite’ other models than a naive
realist. But two alike systemizers will far more likely produce system models
that by and large integrate by juxtaposition.
23. Answering your
LinkedIn-discussion/question (should I model the situation or the system?) by
making use of a contragram: the situation of the system is the system of the
situation.?
24. Indeed! “[O]ne has to model
as many Situations in order to get a sufficient model of the System.”
Brilliant!
Look (for example) at IT… In almost all
problem-cases only a few (categories of) situations are (often implicitly)
taken into account to solve the problem at hand by means of a system. And the
moment such a system becomes operational… some (a lot) of the situations for
which the system provides a solution have changed and do not occur anymore… And
that’s be-caused by a rather isolationistic view on the problem.
By taking sufficient relevant categories of
situations into account – explicitly … one gets a … systematic picture (design,
model) of the system.
So … when designing for a, say, gas transport
system, one needs to take sufficient relevant categories of transport (e.g.
goods, persons, electricity, water, oil, sewerage, drainage, …) into account in
order to create a systemic picture of/for the gas transport system – which then
turns out to be, ‘only’, a specialization of a systemic picture of a transport
system.
25. Your words: “Briefly, I suggest that one reason for having different
understandings of the same thing […]”. Please do not forget the Observer. Two
people looking at the same spider might develop quite different behaviours
(behaviours that also may develop over time). Behaviour (of an Observer)
depends on assigned meaning (by the Observer). Assigned meaning (by an
Observer) depends on the situation (including the Observer). Other situation;
other meaning; other behaviour.
26. Please do appreciate the design-reach as differing from the/a
construction-reach. The design-reach is much larger (sufficient relevant
categories of situations) than a chosen construction-reach (be-caused by a
specific problem). Then … this very rich design-reach be-causes a
construction-reach that proves to be very resilient….
27. Humans
are relational as well as situational beings – so much so that they don’t even
realize it most of the time. Largely unaware of it they (as Observers) ‘automatically’
assign, motivated by some-things, meaning to the any-things in the situation
they think they are part of. Behaviour follows from assigned meaning. Behavior
changes the situation… etc. etc. See also Semiotic
Ennead.
28. N, you ask: “what is [my] definition of [my] word ‘situational’?” I do
hope you’re not asking for an absolute definition, but for a … situational
definition! For, using a contragram: the definition of situational is the
situationality of the definition.
I assume that … in reality all (im)material things somehow are related to
other (im)material things and that these things/relations change over time. So
… no-thing out there in reality is An Sich – i.e. without any relation to
any-thing else. I also assume that … in one’s individual ideality (a pleonasm)
there is an ever evolving unique representation of reality. And, of course,
keep in mind; using another contragram: the reality of ideality is the ideality
of reality.
If one looks to reality, i.e. by means of his/her existing and ever
evolving idealities of reality, one ‘sees’ that representation, that rich
fabric of things-related-to-things. As soon as (which is usually quite soon!)
ones motives start to direct ones interest (focus) to a certain part of that
fabric … that part, say, rises up – leaving the rest of the fabric unturned (in
case your imagination mainly produces question marks, please have a look at – only
– the picture in Context-modellering).
Now, what about the situation? Well, the situation is the unturned part of the
fabric! Indeed, in case one focuses slightly different, one also yields a
slightly different situation.
And a slightly different situation gives rise to a slightly different
assignment of meaning by the motivated observer to the risen part of the
fabric. Behaviour follows from assigned meaning. Behaviour changes the fabric…
changed fabric changes meaning… etc. etc. That’s the system of situationality!
And the system of situationality is the situationality of the system. Should I
model the situation or the system? Well … model systematically by taking
sufficient relevant categories of situations into account.
29. A contragram (see John.D. Haynes) can really help you to get out of
normal, unaware, automatic thinking. If you’re stuck in some problem … and/or
used to/familiar with thinking from a to b, from going through the tunnel from
the one side to the other … a contragram very friendly, patiently, … helps you
to flip around, to jump to another side, to ….
30. G,
a slogan of mine is: “Things don’t exist by themselves. Every-thing springs
forth from the ever changing relationships that continually create it.” In IT,
Object Orientation is still ‘hot’. Unfortunately. In Object
Orientation’s Credentials, I tried to explain the weakness of OO and suggested
CO as a tremendous improvement. So, I think, I can understand your idea/praxis
to “always model the situation”. In doing so the system will rise and come
about. Also, remember: the system of the situation is the situation of the
system.
A word about situation and context.
I see three, say, dimensions: real-ality (reality), sign-ality and
idea-ality (ideality). For the reality-dimension, I use the term situation. For
the ideality-dimension, I use the term motive. And for the
sign-ality-dimension, I use the term context. For further explanation please
see my article Semiotic
Ennead.
Be-caused by a motive (ideality) I focus (ideality) on a thing
(reality). That thing is situated – always. That situation (reality) is
sign(all)ed to me by my senses as a context (sign-ality) representing the
situation (reality). And when I get the picture, the meaning of it all (the
situation in reality) … a concept (ideality) emerges into being in my mind,
getting me into motion, i.e. behaviour (in reality).
31. J, please do not forget: it’s not about the
method itself. That’s only a means to another end. It’s all about choosing the
(most) promising one(s) for application in a specific situation in order to try
and make that end (more) reachable. And afterwards, looking back, one can say:
this-or-that worked fine in that specific situation (and there is no guarantee
it will work a next time).
32. K, we, humans, have no means to know reality immediately: our senses –
taking in environmental sign(al)s – are always in between. We also have to deal
with The Mechanism Of Mind (de Bono): the mind almost always manages to
recognize/associate the ever incoming streams of sign(al)s on its internally
learned/known categories. Furthermore we are equipped with a kind of fast
operating auto-pilot: quite handy for performing lots of routine actions
(talking, walking, eating, running, drinking, driving, …). In steady situations
and/or situations with a limited variety (Ashby) one can even do ones job on
auto-pilot (one’s mind doesn’t mind). Finally, one’s mind is also able to
learn, i.e. to associate/integrate new situations with what it already
learned/knows.
Are there implications for design? Yes! Today the situations-we-live-in are
much more volatile than some decades ago. Situations live shorter than ever and
repeat themselves less than ever. Human behaviour, however, by nature rests on
(individually) assigned meaning. And assigned meaning still comes from situations
(coming in through our senses and mapped onto/associated with mind-categories
already present). Information is, unfortunately, still designed/modelled based
on fixed and predefined situations; situations that are left implicit, are
simplified in order to force limits on real variety. That might be oké in a
steady world. However, such a world does no longer exist. Information,
therefore, should be explicitly and systematically designed/modelled in order
to be able to continually provide the observer/user with information about the
actual situation at hand.
33. Geweldig. Wat een goed
idee om de Wiu-reeks (Werk in uitvoering) voort te zetten! Voortbouwen aan een
reeds ingezette reeks. Informatiekundig geschrijf scheiden van populair
geschrijf – maar via verwijzingen (peep-holes) andere kant(en) laten zien. Ik
duik erin… worstel… en kom weer (bij je) boven met response! Bedankt voor je Werk
in uitvoering, deel 5 (en eerdere afleveringen)!
34. Dank voor je geduldige
uitleg voor een traag begrijper als ik. Ja, idd, zo zag ik het nog niet, maar
met her-ietsing wordt (de weg van) verdere contextualisering afgesloten,
afgestopt. Her-ietsing is dus wel een heel bijzonder fenomeen! De nieuwe figuur
29 is een ‘hele verademing’; daarmee valt alles in de oude figuur 28 op z’n
plek (Werk
in uitvoering, deel 5). Mooi!
35. Als bijlage mijn versie 2
van ons deel 2 van Stelselmatige impuls tot energieverkeer. Ik kondigde al aan:
“Ik hoop je dit weekend een eerste aanzet/draft voor deel 2 van onze serie te
sturen. Het is nu nog teveel een allegaartje van stukken-en-brokken.” Het
stukkerige en brokkerige karakter heb ik nog niet echt kunnen verwijderen, maar
een beeld kun je jezelf nu al wel van deel 2 vormen (zo je dat al niet kon).
Het is, nadrukkelijk, een tussenversie. En die tussenversie is wat mij betreft
ver genoeg om een impuls tot verdere stelselmatigheid goed te kunnen gebruiken.
Zoals je (al snel) zult zien, volg ik ‘gewoon’ de indeling van deel 1. Verder
lijk ik op twee gedachten te hinken: waar gaat het om – middelenbeheer of
beheer van middelenverkeer (of … is dat wellicht hetzelfde).
Als je er met jouw frisse
blik er eens naar zou willen kijken … en er wat van zou kunnen vinden … zou ik
dat enorm waarderen. Moeten we in deze richting verder? moeten we de stukken en
brokken in een andere richting omgooien?)
36.
Als je eigenlijk liever toch maar niet naar een persoon wilt kijken … liever
niet werkelijk iets voor een persoon wilt betekenen … zijn etiketten toch wel
een hele uitkomst, hoor! Van etiket door naar BDC en dan weer snel verder naar
euro’s. Zo, de eco-cirkel is weer rond, het brood ligt weer op de plank –
volgende perso… oeps… patiënt (hopen dat-ie al een ponskaartje heeft). N.a.v. En
daar komt direct het volgende label voor meneer.
37. Een etiket is, naar mijn
idee, een eenvoudig hulp-middel. ‘Suiker’ op de suikerbus; ‘Koffie’ op de
koffiebus enzovoort. Zo grijp ik door middel van het etiket liefst in één keer
het juiste middel om weer een stap verder te komen (bijv. koffiezetten). Wie zo’n
hulp-middel echter over-belast, bijv. door er financiële gevolgen aan te
verbinden, raakt m.i. gemakkelijk (nog gemakkelijker?) het zicht op de
mens-en-zijn/haar-problematiek kwijt. De behandelaar kan nieuw gedrag gaan
vertonen (welke DBC levert het meeste op). Het management van de behandelaar
kan nieuw gedrag gaan vertonen (hoe verhogen we de omzet). En ook verzekeraars
kunnen nieuw gedrag gaan vertonen (deze behandelaar is te duur).
38. Toen ik met deel 2
startte, had ik al vrij snel het vage (op dat moment nog niet verwoordbare
idee) dat hetgeen we in deel 1 vanuit de invalshoek energie (middels middelen)
ter sprake brachten … in deel 2 bruikbaar zou moeten kunnen zijn door het
vanuit het perspectief van middelen (ten dienste van (in ons geval) van
energie) te benaderen.
Dat me ut nu wel lukt om
‘het’ te verwoorden, is te danken aan jouw frisse blik: broodnodig! Dubbel
dank. Want, zo had ik er nog niet naar gekeken … dat we met deel 1 eigenlijk al
tot over onze oren in middelenbeheer verwikkeld waren geraakt. Zo lastig is het
blijkbaar om over zoiets abstracts als energie te denken/praten dat we ons
‘heil’ al heel snel en als vanzelf bij de zoveel tastbaardere middelen ervoor
zoeken!
In deel 1 kwam middel
eigenlijk alleen maar ter sprake als, zeg maar even, voldongen feit; nodig om
de in verandering zijnde energie-zaak te kunnen aankaarten, nodig om het over
energie als bewegend ding in ons vizier te kunnen hebben. Met deel 2 draaien we
de zaak om en wordt energie a.h.w. het voldongen feit. Middel nemen we op de
korrel, brengen we in vizier. Waar het middel voor gebruikt wordt is eerst even
van minder belang. Is het in deel 1 de energie die beweegt, in deel 2 zijn het
(dan) de middelen die bewegen. Voor energie (gas) zouden we kunnen zeggen
(slogan): van put tot pit. Voor middelen zou de beweging (dan) kunnen beginnen
bij winning van ruwe grondstof (bijv. ijzererts) tot en met een roestige pijp
op de vuilstort. Of … kijken we dan veel en veel te breed? Nee, toch?!
Dus, nee, ik doelde in de
tussenversie dus niet op energie die beweegt (dat was deel 1), maar op de
middelen in dienst van het (in ons geval) energie-gebeuren, middelen die
‘onderweg’ in het totale middelen-beweeg-proces (middelenverkeer) ergens op de
‘mat’ vallen om op één of meerdere plaatsen in bijv. een leidingnet te
belanden.
Waarschijnlijk staan deel 1
en deel 2 toch wat minder los van elkaar dan we in ons hoofd hadden. Laten we
de ondertitel conform jouw voorstel veranderen – wanneer er een
betere/evenwichtiger ondertitel opduikt, zien we weer verder. Ik sluit niet uit
dat we ook nog iets-of-wat aan de inhoud zelf moeten sleutelen. De jongste
versie van deel 1 stuur ik als bijlage mee (ik verwerkte nog wat typo’s en
opmerkingen van mijn collega).
Inderdaad wat is hier en daar
precies een middel? Energie is idd ook te zien als middel! En dat geldt
evenzeer voor de middelen waarmee energie wordt opgewekt, gewonnen,
getransporteerd enzovoort. Elk middel vergt middelenbeheer. Steeds moet helder
zijn over welke soort middelenbeheer we het hebben, welke middelen eronder
vallen. En, ja, inderdaad, het energie-middel kan weer nodig zijn om het
transport/transformatie-middel voor energie te laten functioneren. Voor onze
insteek – energieverkeer – kijken we in onze artikelenserie primair naar de
middelen die op energieverkeer betrekking hebben.
Ja, prima idee dat jij
herschrijving van de inleidende paragraaf ter hand neemt. Dat levert vast
verdere stof tot aanscherping/verheldering van wat we nu eigenlijk precies aan
het schrijven zijn.
39. Een rijdende trein van koers laten veranderen…. Kortste klap? Zelf
een ander spoor erbij aanleggen met wissel-en-al en zelf als wisselwachter
optreden. Verder kun je wat rommelen aan de bovenleiding, spoorstaven op losse
schroeven zetten of een flink obstakel op de rails plaatsen. Kortom: reuze frustrerend
dus.
40. De response van Enexis op
onze presentatie was wat ons betrof toch wel wat merkwaardig. Samengevat: we
herkennen wat jullie zeggen; dat station zijn wij al voorbij. Hun
(reclame?)verhaal – want het was naar mijn idee toch wel wat al te mooi om waar
te kunnen zijn – luidde dat bij hun het GIS-systeem het spot (single point of
truth) is; dáár komt alles binnen en vandaaruit worden de andere systemen
(SAP-PM, SCADA en ook de toepassingen voor capaciteitsplanning) van data
voorzien. En voor de rest van de belangstellenden is er de data in het BW. Mooi
als je het zo geregeld hebt – da’s bij ons toch net iets losser. Wij herkennen
dat verhaal, zeker, maar menen toch te weten dat zoiets als Haarlemmer olie nog
altijd niet bestaat (of … lopen we echt ver achter?) Nee, kijk, waar zij toch
vooral mee zaten en zitten was integratie. Integratie, ja. Zij zijn druk, druk
doende om een voor Enexis universele tussentaal te ontwikkelen – een tussentaal
die je dan ‘op’ de ESB spreekt. Daarvoor maken ze gebruik van allerhande
referentiemodellen (CCTS, CIM, OAGIS, …). Daar pikken ze uit wat van hun gading
is… vullen het aan met hetgeen ze missen. Doen dan nog wat abracadabra (ik
begreep er iig weinig van) en dan is er hun CDM (tussentaalmodel) waarvan ze
weer vele patterns afleiden die ze gebruiken voor message-generatie. Hopeloos
dus. Kijk, dàt station zijn wij dan alweer enige tijd gepasseerd.
41. Afgelopen vrijdag gaf je
aan richting informatie-registers te willen.gaan Als ik het goed begreep aan de
hand van jullie conceptueel datamodel (master-entiteiten). Da’s reuze
interessant. Want hoe doe je dat – hoe ontwerp je een stelsel van ordelijk
samenhangende registers?
Ook bij ons moeten we
hoognodig naar registers toe – nou, ja, dat vind ik. Heb er al menig balletje
over opgegooid, maar het ontbreekt aan zoiets als informatie-oriëntatie – het
denken-en-doen vanuit informatie. Applicaties/techno-denken overheerst en er is
maar weinig idee voor andere mogelijkheden. Is dat conceptueel datamodel
geheim, ik bedoel, zou je dat met me mogen delen? Als je wilt… denk ik graag
met je mee.
42. In my mind it’s a great idea (and practice) to start the
drawing/designing of any model/system with a line: a horizontal line. I call
that line the “horizon”. At the start all of the model/system lies behind that
horizon. And when I start to ‘move’ (design) towards that horizon… a
model/system starts to come into being (to emerge) be-caused by the ‘shifting’
of my initially chosen horizon. And the system that starts to emerge; that
(e-)motions into existence, is determined by my motives (motives emote/motion
one into motion). Everything in front of as well as behind my subjectively
situated and moving horizon is part of the model/system. But only the part in
front of it I (want to) see/take into account. In that way a model/system is
always open; never finished. A systematically designed system could be good enough
when all relevant categories of situations (what’s that?) with respect to that
model/system took place in the mind of the designer without causing changes to
the model/system anymore. Such a model/system isn’t perfect, but sufficiently
equipped and ordered (how did the systematic ordering come about?) to have the
resilience to absorb quite a lot of changes that surely will come to pass.
43. Dank je wel voor je
reactie op Pas
goed op je spullen. Voor het oog van het volk lijkt het allemaal nog wel
aardig voor elkaar te zijn. Het is helemaal niet moeilijk voor autoriteiten om
op bestaande privacywetgeving te wijzen. Ook is er een privacy-waakhond in
functie. Wat wil je nog meer/anders? Bestuurlijk is het best heel aardig in
orde. En met wat slaapverwekkende retoriek houd je het volk nog wel even
rustig.
Enne … als er wat fout gaat,
legt de minister het gewoon uit, roept eventueel sorry en we gaan weer verder
(en anders treed je af en doe je de volgende ronde gewoon weer lekker mee). Zou
een regering, een bedrijf wel zo blij zijn met zo’n manifest
waar iedereen verantwoording moet afleggen inzake zijn/haar gebruik van
informatie? Momenteel gaat men gewoon de eigen gang. Men linkt gewoon
allerhande database-jes/registers aan elkaar; er kraait geen haan naar. Ik koop
een X via Internet en wordt vervolgens wekenlang achtervolgd met reclame over
X. Ga maar door.
44. Ja, wie een geheel (een
levend evenwicht van/tussen/in levende centers) domweg niet ziet, te
ingewikkeld vindt, buiten het eigen specialisme verklaart enzovoort … en zich
(dan maar) liever richt op een enkel center, vooruit op een klein handjevol
centers (de uitersten, de krenten in de pap, de eigen voorkeuren enzovoort),
die raakt op een gegeven moment ook zijn uitverkoren en tot in de hemel
bejubelde centers kwijt en staat met lege handen aan het einde van (alweer) een
spoor van verbrokkeling: geen centers, geen geheel. Dat levert natuurlijk
teleurstelling op. Via rouw, uithuilen en loslaten blijkt de eindeloze cirkel
opnieuw te sluiten: vol enthousiasme begint men even later weer overnieuw. Deze
keer zal het lukken! Gelukkig (?) beschikt men over een overvloed aan centers –
voor elk wat wils. Daaraan geeft men zich (opnieuw) hartstochtelijk over; en
voortstuwing naar het volgende debacle kan alvast als aanstaand ‘wapen’feit
worden genoteerd. Van euforische hoogte naar depressieve laagte. Dat lijkt de
ene constante te zijn. De andere constante lijkt aan te geven dat men
categorisch weigert naar geheel te kijken, vanuit geheel te (gaan) werken.
En wij, wij met ons
informatie-geheel-praat, wij praten tegen dovemans-center-oren. Praten als
3D-ers in een aan 2D verslingerde wereld. Soms, heel soms horen we een zwakke
echo van wat we zo vaak roepen. Men praat bijvoorbeeld over context, maar doelt
er steevast mee op de 2D-projecties die ze ervan maakten. En dat schiet niet
op, integendeel. Dezelfde woorden – maar in zo’n verschillende ‘taal’ (context)
gesproken….
Evenwicht? Evenwicht valt pas
vanuit (groter) geheel waar te nemen…. Ik probeer even een
bergbeklimmersmetafoor: men klimt en klautert alsmaar hoger – steeds weer
zoekend naar nieuw houvast. Maar de top … die is zo goed als onbereikbaar. Zou
men hem al bereiken, dan blijkt dat men op de verkeerde berg zit – de
center-berg. En evenwicht … tja da’s alleen op de geheel-berg verkrijgbaar. En
hun val, hun onvermijdelijke val wordt met elke ‘stap vooruit’, met elke
‘innovatie’ alleen maar dieper.
En wij? Laten (ook) wij
onverdroten doorgaan! Blijven wijzen op de weg van evenwicht. Wellicht op zoek
ook naar die bezem waarmee (een hoekje van) de tent (ten goede) kan worden
gekeerd.
45. Tijdens het Plato-project
liepen wij er tegenaan dat – zelfs met de manier waarop wij data de Plato-data
organiseren (en dat kun je nog niet echt stelselmatig noemen) we al een fikse
proces-onafhankelijkheid bereikten. Al tijdens het project wijzigde de business
haar procesgang. En ook na het project is de procesgang alweer tweemaal
gewijzigd – zonder dat de datasets ervoor over de kop hoefden; zonder dat de
organisatie van data ervoor op de schop moest.
46. Isn’t communicating always (by definition) contextual? The amount of
context needed to get ones meaning across may differ (widely). Therefore … “In
today’s world-wide communications network in which people of different cultures
participate, such an approach” optimizes understanding. There will never ever
be a guarantee for understanding. Never. Impossible. People are motivated
beings that assign their own meaning. Indeed: “what is needed in order to […]
understanding and communication is that speakers/writers make what they want to
say explicit and as clear as possible.” How? They use context. Context that
goes along with text over the communication network.
47. I don’t see why “high-context communication has limited application”.
Suppose you’re talking about X. And suppose I don’t understand and ask for
(further) explanation. Your answer will be something like: Context(X). In case
I’m still too puzzled with respect to X and Context(X) then Context(Context(X))
will eventually follow – enriching the context until, finally I, get it. So… I
fail to see (yet) what you mean by “high-context communication has limited
application”. That’s my X. Now waiting for your Context(X)-response.
48. How about my explanation? Can you see that it also “is consistent with
the explanation provided in the Wikipedia dictionary”? In a
high-context-culture a person ‘simply’ talks X (leaving context implicit). In a
lower level he supplies more context and talks Context(X) and he talks
Contex(Context(X)) etc. in even lower levels.
49. Ruim vier maanden terug
was er de “Gasunie-groot” sessie. Als ik op de toen uitgereikte zgn. metro-kaart
het groene spoor (Energienetwerk 2030) volg… vind ik precies één hoofdstation
dat samenloopt met het grijze spoor: Gasunie-in-transitie. En voor dat
hoofdstation geldt geen (bijzondere) ambitie/doelstelling van Gasunie. Maar een
visie zou er toch wel moeten zijn denk ik! Want als er nu ‘ergens’ een Plek
valt aan te wijzen waar op termijn tal van grote/kleine energie-spelers – als
deelnemers aan energie-verkeer iets mee van doen hebben/krijgen… een plek waar
hart van Groene Energierotonde concreet en aanwijsbaar (op energie-niveau)
klopt… dan is het – denk ik – precies daar: ‘op’ Station Capaciteitsmanagement.
Dat is, denk ik, de plek – de
‘energie-verkeerscentrale Driebergen’, zeg ook maar even – waar van moment tot
moment op verantwoorde, slimme etc. wijze de meest juiste energie-mix wordt
bepaald/gekozen – inclusief hoe die mix door middel van inzet van de
verschillende deelnemers aan energie-verkeer tot stand komt, getransporteerd/geconverteerd
en afgeleverd wordt. Da’s niet niks!
Zelf ben ik informatiekundige
(dus: géén IT-er). Een informatiekundige maakt zich druk over de informatie die
betrekking heeft op het gedrag van mensen en spullen – dus lòs van hoe e.e.a.
in IT-hulpmiddelen wordt verpakt. En vanuit dat perspectief ben ik (dus)
bijzonder geïnteresseerd in dat Station.
En daarom ben ik, samen met
Pieter Wisse, een civiel informatiekundige, in de pen geklommen om eerst en
vooral vanuit informatiekundig standpunt op systematische, stelselmatige wijze
na te denken over dat overkoepelende “energiesysteem” waar we het met z’n allen
steeds over hebben. Dat energiesysteem waarvoor gas, elektriciteit en warmte
als (belangrijke) deelnemers tellen.
Deel 1 van onze
artikelenserie zit in een afrondende fase. Met deel 2 zijn we inmiddels
gestart. Deel 1 is introducerend van aard; deel 2 gaat (zoals we er nu tegenaan
kijken) over het gedrag van/met de spullen waarmee we, zeg maar even,
‘energie-tje spelen’. Ik stuur je deel 1 toe. Mocht je erop willen reageren:
graag!
Deel 1 is inmiddels
gepubliceerd: Stelselmatige impuls tot
energieverkeer – energiewereld in verandering.
50. Wouldn’t it be great to have a fairly simple system that facilitates
any level (High … Low) of sending/transmitting information in order to support
any level of (High … Low) receiving/interpreting information – including the
possibility to ask for additional context? Such a system would be ‘terribly’
open and not limiting any application. And, yes, of course – any sensible
sender adjusts his message as good as possible in order to reach as much as
possible understanding right the first time!
51. Op een gegeven moment
slaat het bord voor je kop naar binnen en vervolgens neer als eelt op je ziel.
Dan kun je nog wel praten over iets, maar je kunt dat iets niet meer voelen.
52. Indeed – dialogue! Not restricted
to the cybernetic level, but also and explicitly taking the signific level into
account. I’m not familiar with Bohm’s version; can you please supply me a link
to some introductory article regarding his version? I use the dia-enneadic
version for dialogue. That version is suitable for use in systems that operate
at the cybernetic level and are able to convey information at the human
(significs) level.
53. Thank
you for sharing: “For a (not so easy) overview of Luhmann’s theory of
communication and its (theoretical) implications see: Niklas
Luhmann and Communication”. Indeed, “not so easy” – I had a studying look
at the presentation. Interesting! It certainly deepens my understanding of
Wisse’s dia-enneadic model. Are there, in your opinion, aspects in Luhmann’s
theory that, say, overshadow Wisse’s dia-enneadic model? Based on the
small/overview presentation I couldn’t discover any (yet).
54. The “not so easy” applies, I think, to both Wisse and Luhmann. And I
think I can ‘see’ what you mean by saying Luhmann being more easy to you than
Wisse. Some years ago I tried to catch and understand the Wissian model/ennead
myself. It resulted in an introducing document: Semiotic
Ennead. My conclusion: the ennead is very useful to catch the informational
side/aspect of a system (which is of course a system) in order to be able to
build information roundabouts. For that reason we made an effort to extend the
system approach: An
intermediary meta-systematics.
55. Als ik het goed begrijp,
probeer je zoiets te zeggen als: door ever evolving techno bouwt ieder
individueel levenslang steeds gemakkelijker aan zijn eigen data-spoor, waarbij
door (digitale) ontmoetingen data-vonkjes kunnen overspringen die de
data-sporen zo hier en daar inter-linken. Zo, als ik het goed begrijp, zo
schuifelt ieder subject voor zich door tijd en ruimte en plakt hier en daar een
stickertje (X was here) op de voor hem/haar intrigerende objecten. De
individuele life-experience die tot-en-met vanuit het aller-eigenste-IK wordt
geleefd en beleefd.
56. Ik kwam vandaag de Let’s design our energy website
tegen. Informatieve website! Mooi. Alle nadruk ligt, begrijpelijk, op het
‘ding’ dat we energie noemen. En, ik geef het onmiddellijk toe, dat alleen al
is ook machtig interessant en ronduit fascinerend! En sexy! Veel sexy-er dan
het onderwerp dat ik wil aansnijden – denk ik.
Wat m.i. toch wel sterk
onderbelicht blijft is de factor informatie. In onze moderne
informatiemaatschappij kunnen we ‘natuurlijk’ alle nadruk blijven leggen op het
‘ding’, maar is het verantwoord, is het verstandig om er maar ‘gewoon’ (weer)
van uit te gaan dat het met informatie-óver-het-‘ding’ vanzelf wel goed komt?
Reflexmatig zeggen we gemakkelijk zoiets als: “tja, … dat is het pakkie-an van
IT! Toch?!” Maar is dat terecht?
Moeten we de factor
informatie niet direct en meer integraal mee-weven in het geheel dat we
energie-transitie noemen?
Is het niet reuze belangrijk
dat we onszelf terdege realiseren dat hand in hand met wat we de energie-transitie
noemen, de posities van bestaande en nieuwe spelers geheid ook flink in
beweging zullen komen en daarmee ook zoiets als informatie-transitie op gang
komt?
Zou het niet verstandig zijn
om ook op informatie-vlak actief mee te gaan denken aan de vorming van
informatievoorziening die passend is voor een energie-maatschappij waarin
(aard)gas ‘doodgewoon’ één van de vele energiedragers is?
Op de metrokaart wordt
weliswaar melding gemaakt van de stations “ICT” en “Slimme technologie” en
“Systeemwerking” – en dat moet ook; is ook goed, maar fungeren die niet net
iets teveel als zandmannetjes die wezenlijker zaken verdoezelen?
Moeten we niet actief gaan
nadenken over zoiets als een “Energieverkeerscentrale Driebergen”? Straks is
het gas op (of: uit de gratie) … stel je voor dat Gasunie tegen die tijd een intrigerende
rol zou kunnen spelen in (Europees) energieverkeer. Wow! Wie de belangrijkste
(informatie-)kruispunten in handen heeft, die ….
Op de metrokaart is het
station “Capaciteitsmanagement” voorzien. Prachtig! Lijkt geknipt voor de
Driebergen-rol. Laten we onszelf, als speler-van-naam in het energie-geheel
niet verwaarlozen! Of … laten we dat toch maar aan ‘de markt’ over? Of aan
technologie? Nee toch?!
Voel je ervoor om hierover
eens nader met mij van gedachten te wisselen?
57. Dank je wel voor je
antwoord! Ik had de hoop erop al bijna “van mijn bureau [laten ]vallen.” Is wat
jij een “[p]robleem bij [mijn] vragen” noemt niet eerder een uitdaging? Juist
omdàt er “nog geen consensus” bestaat omtrent registers en verdeling van data
over registers? Het enige houvast dat er is … en dat kan ook eigenlijk niet
anders, is “van veel te weinig niveau”! Is dat niet het beste vertrekpunt? Ook
los van een (conceptueel) model kun je werken aan ideeën, (vuist)regels,
(rand)voorwaarden enzovoort omtrent het verantwoord, duurzaam enzovoort
samenstellen van informatieregisters. Wellicht werpt dat ook een
nieuw/helderder licht op in’s/out’s van een/jullie eigen conceptueel model.
Maar, goed, tussen jouw
regels door meen ik iets te kunnen lezen van: joh, laat (eerst) maar even.
Klopt dat? Hoe dan ook, “[i]n the meanwhile” zal ik mijn gedachten eens wat
ordenen en communiceerbaar maken.
[Zie Aanzet tot duurzame registers
(gepubliceerd in december 2015)].
58. Energieparticipanten (hoe
groot/klein ook) zijn nooit autonoom, maar onderling afhankelijk. Altijd. Dat
geeft zoveel meer ruimte voor inhoud aan relatie. Nadruk op autonomie
separeert; onderlinge afhankelijkheid brengt samen(werking) en doet recht aan
onderlinge relatie. Privacy is ook een apartheids-woord. Vanuit onderlinge
afhankelijkheid (samen)werken aan onderling vertrouwen(srelatie) – da’s
crucial.
59. Q: Pas wanneer je weet
waar het om draait met informatie, kun je de boel ermee omdraaien. Wat zou die
crux toch zijn?
A: De crux? Meer waarde
organiseren met minder inspanning – zou dat kunnen?
Q: Ja…, maar, wat is dan de
crux? Die crux die leidt tot die omdraai-ing, tot “meer waarde […] met minder
inspanning”?
A: Wait and see (:
Q: Heb je niet het idee dat
dat “wait” inmiddels al enkele decennia aan de gang is zonder dat er al wat te “see”
valt? Mee eens: “:(”. Het zou wel eens zo kunnen zijn dat die crux ‘gewoon’ niet
te vangen is in de vijver waarin iedereen nog altijd koortsachtig en hardnekkig
vist.
A: Zo is het helemaal. Water
via herontwerp van business en organisaties naar nieuwe vijvers laten stromen.
De vis groeit er veel gezonder op. Roofvogels kunnen er nog niet veel komen
doen.
Q: Vanuit de oude vijver
wordt in het geheel niet nagedacht over informatie-fundamentals. Informatie is
daar gewoonste zaak van de wereld; daar hoef je het niet (meer) over te hebben.
Aan de walkant van de oude vijver wordt vandaag de dag druk gesproken over
techno-techno-en-nog-eens-techno, over business process reengineering, clouds,
business intelligence, big data, data driven enzovoort. Aan de walkant van de
nieuwe vijver maakt men zich druk over waar het in essentie om draait: om
informatie-van-situationeel-heldere-betekenis-tot-keer-op-keer-trefzekere-actie.
De mensen die bij de oude vijver staan … die schudden hun hoofden; ze begrijpen
eenvoudigweg niet waar die lui, daar bij die nieuwe vijver, zich druk over
maken. Da’s toch logisch! Daar hoef je het toch niet over te hebben?! En ze
vissen stug door. In die oude vijver.
A: Zo is het – een drukdoende
bezigheid die afleidt van alle verbeeldingskracht.
60. Wat je ermee
moet? Uitzoeken wat de spreekwoordelijke kat precies is voor een ‘ding’. Hoe ‘werkt’-ie?
Waar hangt z’n eigen-zinnige gedrag van af – wat zet-um in beweging? Dat maakt
helder hoe je machines het beste om-um heen kan vormen.
Het gaat er m.i. niet om dat
we de kat veranderen – dat probeert de IT al decennia lang; hopeloos! Nee, het
gaat er om dat we de kat nu eens eindelijk gaan snappen en accepteren. Dat we
de kat aanzien voor wat-ie in essentie is, wat-um beweegt enzovoort. Dat we met
onze wasmachines aansluiten op/bij de kat. De kat heeft het primaat, niet de
wasmachine.
Eigenlijk houdt de IT zich al
geruime tijd (understatement) bezig met … kattenkwaad. En de kat laat het zich
al decennia lang welgevallen en aanleunen. Katten in nood maken rare sprongen –
gaat het gezegde. Raar soort domesticatie….
Naar mijn idee is het
iT-aspect van een verandering uitdrukkelijk van het type wasmachine. Dat heeft
alles te maken met technologie – die domweg beperkt is tot het niveau van de
wasmachineverandering. Omdat de meeste iT-dingen nu eenmaal in een kat-omgeving
(met een veel rijker handelingsrepertoire) moeten functioneren, behoort het te
draaien om de kat (en zijn kattigheden) waaromheen het beperkte hulpmiddel van
het type wasmachine zich heeft te vormen. En daar zit-um de kneep … iT-ers
denken dat hun wereld ruimer is dan die van de kat en dat de kat er goed aan
doet zijn gedragsoren te laten hangen naar de beperktere mogelijkheden van de
iT.
61. Vroeger draaide het om
het doen, het werkwoord (organiseren). Later begon het meer en meer te draaien
om het ding, om het zelfstandig naamwoord (organisatie). Om macht en autonomie
enzovoort. Om vasthouden en vastleggen/kanaliseren van wat je (denkt dat je)
hebt. Zo kwam het doen op tweede plan terecht. Wat de ding-hebbers nogal eens
vergeten is dat ze niet zonder de doe-ers kunnen… dat het juist de doe-ers zijn
die het ding voortduren creëren – door hun ge-doe. Tja, en dan raakt het ding
wat de ding-hebber zo krampachtig probeert vast te houden onherroepelijk in de
versukkeling.
62. Since the first Industrial revolution mankind fell more and more,
deeper and deeper under the spell of ever more advanced technology and the
advancements-without-limit that would come along with it. Our insatiable hunger
for technology drives us and enslaves us. No one wants to wake up. These ‘developments’
continue to liberate as well as estrange human beings from the supernatural to
begin with and nowadays even from their own congeners. We’re making progress ….
63. More than often we look at (nowadays) ill directions …. We look at
integration instead of integrate-ability. We look at CSF’s instead of CFF’s
(F=Fail). We rely heavily on standardization at the cost of preservation of
real differences. We focus on errors of commission and neglect errors of
omission. Etc.
64. Seger de Laaf (iBestuur):
Trias Politica
klopt niet. Klopt! De Trias Politica is niet meer van deze tijd. In onze nieuwe
wereld is uitbreiding dringend gewenst: Pentas Politica.
65. Als je met “eerst zelf
tot een verwoording te komen omtrent het eigen gebruik” idd doelt op het
uitwerpen van “een groot net […] waarin de elementen gevonden kunnen worden die
bijdragen tot”, kan ik me er al weer een stuk beter in vinden. Bij mij ontstaat
echter verwarring als iemand eerst – individueel – een “eigen fundament” wil
leggen. Want op basis van zo’n individueel opgebouwd fundament heb ik nog nooit
een “groot net” zien uitgeworpen worden – d.w.z. een net dat flink veel verder
reikt dan dat zelf verworven fundament.
Wil K iets bruikbaars vinden
voor ‘ingebruikname’, dan zal hij – hoe counter-intuïtief dat misschien ook is,
hoezeer dat ook de scope van zijn casus te buiten gaat – Groot Net – even
afscheid moeten nemen van kerkgebouw en moeten veralgemeniseren tot gebouw en
zo door tot (gebruiks)object. Ook zoiets als een pen, een USB-stick, … kun je
in gebruik nemen. En de ingebruikname door de één betekent in nogal eens de
uitgebruikname door een ander. Enz.
66. Beetje erg kort door de
bocht, Seger, lijkt me: “Academisch doch interessant stuk van Pieter Wisse.” Maar
goed, geeft niet; volgende
pijl op zelfde boog. Zijn reactie erop? “Stukken beter! Ik heb nog wel
twijfels bij de registermacht. Die zou wat mij betreft ook tussen de vier
andere machten in kunnen worden gezien. Maar dat is meer een semantische
discussie.” Sjonge, wat een stopvatting: “Maar dat is meer een semantische discussie”!
Mijn slotreactie: Door-um apart te zetten past-ie er naadloos tussen!
67. Prachtig zo’n overzicht! Heel nuttig ook! In de
gauwigheid zie ik alleen initiatieven die zich richten op de transitie van fossiel
naar renewable en op de transitie van meer van wat-we-eigenlijk-al-hebben, maar
dan sneller, slimmer en beter. M.b.t. die andere transitie-soort – het loslaten
van gas/elektriciteit/… als primaire vertrekpunten voor denken en doen en het
overstappen op energie als primair vertrekpunt, waarbij gas/elektriciteit/… dan
‘toevallige’ verschijningsvorm zijn – zie ik nog geen initiatief op de kaart
staan. Misschien iets voor de (nog lege) categorie “Studie, onderzoek, research”?
Voor een dergelijke transitie verwacht ik toch dat er op een gegeven moment
zoiets als de Energieverkeerscentrale Driebergen aan de horizon verschijnt. Wie
zou die rol gaan pakken?
68. Ja, marginale
veranderingen noemen ze tegenwoordig innovatie. En een wat groter ervaren
innovatie noemen ze disruptie. En voor werkelijke veranderingen hebben ze
gewoon geen woorden meer ….
69. Oké, dank je wel voor je
reactie, daar kan ik me wel iets bij voorstellen. Goed ook om te horen dat daar
“al wel door partijen over [wordt] nagedacht”. Is Gasunie één van die partijen?
Het zou, lijkt me, toch zuur zijn als zo’n Driebergen ons ontglipt.
70. Op Binnenlands Bestuur: Open
Data: een Gesloten Schat. De geschiedenis lijkt zich weer eens te herhalen
…. Hoe was het ook al weer? Een startende economie kenmerkt zich door de
goederen (1) zelf. Daarna wordt transport/transformatie (2) van die goederen
reuze interessant, daarna informatie over (3) transport/transformatie van die
goederen. Pas daarna ontstaat moment van bezinning en gaan we nadenken over de
vraag waar het eigenlijk allemaal goed voor is: zingeving (4). M.b.t. open data
zit de overheid in fase 2. M.a.w.: zonder bewustzijn lopen we het ingesleten
karrenspoor gewoon weer af, ontstaan geen binnen-weggetjes en duurt het (dus) nog
wel even.
71. Health
data? There is no such thing! When, for some reason, I focus on X … does
the relevant data with respect to X become X-data? Next, when, for some other
reason, I focus on Y … does the relevant data with respect to Y become Y-data?
And what do we do with the overlap between X-data and Y-data? This way of
talking and thinking doesn’t solve anything, it only causes problems. Problems of the very type we're already drowning in.
72. Wie een oplossing moet
realiseren voor één hoek in één enkel bedrijf, komt al gemakkelijk voor
behoorlijke uitdagingen te staan (1*1). Wie een oplossing moet realiseren voor
een scala aan hoeken in een scala aan bedrijven en/of personen en/of verbanden
van personen (n*m)… die staat ècht voor een kwa-li-ta-tief vol-strekt àndere
opgave. Wie dus een n*m-opgave probeert aan te vliegen en te realiseren met
methoden/werkwijzen die hooguit geschikt zijn voor 1*1-opgaven, mag een
veelheid aan problemen verwachten (‘gelukkig’ beschikken we al over veel
praktijkvoorbeelden). Veel van de opgaven waar iig een overheid voor staat zijn
typisch n*m. Hoeveel opleidingen zijn er al die mensen klaarstomen voor het
realiseren n*m type oplossingen? Hoeveel ICT-bedrijven zijn er al die n*m
oplossingen kunnen bouwen? Hoeveel opdrachtgevers zijn er al die notie hebben
van 1*1 en n*m?
Commentaar n.a.v. een bericht
op iBestuur: Overheidsproject
is als een mammoettanker.
73. Vroeger was organiseren
eerst en vooral een werkwoord. Toen gebeurden er een handjevol industriële
revoluties en verdwaalden we nogal: we knoopten onszelf helemaal op aan de
ver-ding-ing ervan – organisatie – zelfstandig naamwoord – en vandaag de dag
kan het alom bezongen ding de veranderingen niet of nauwelijks nog bijbenen. En
zo komen we weer terug bij AF, bij kern: organiseren.
74. De werkelijkheid is
werkelijk waar, lijkt me. Ik kan de werkelijkheid echter niet on-middellijk
waar-nemen (voor waar aannemen). De werkelijkheid dient zich via signalen aan –
signalen die middels mijn zin-tuigen bij mij binnenstromen. Wanneer ik die
signalen als teken opvat, realiseer ik me individueel e.e.a. over de
werkelijkheid – ik haal me er e.e.a over in mijn hoofd, kom tot be-teken-is.
Wanneer ik op basis van mijn be-teken-de realisaties (van de werkelijkheid) in
actie kom, breng ik veranderingen in de werkelijkheid aan, veranderingen die
weer kunnen worden waar-genomen enzovoort, enzovoort.
75. Met Stilstand
leg je iig een soepele strik om een bundel eigen werk: een volgende aflevering
in je ont-dekkingstocht langs allerhande eerder ont-dekkingswerk. Klinkt als
een aanstormende bundel! Of …?
76. Kijk – dat vind ik dan
toch maar weer een prachtige opsteker! Op LinkedIn ‘liked’ de manager
automatisering van Gasunie ons artikel Stelselmatige
impuls tot energieverkeer, deel 1: energiewereld in verandering.
77. E, dank je wel voor je
‘like’ (op LinkedIn)! We zijn bezig met deel 2 – dat deel gaat (vooral) over
die hele waaier aan spullen waarmee al die spelers hun, zeg maar even, energie
‘doen’: Asset Management dus. Nogmaals dank voor je like!
78. Pas wanneer datgene wat
we zo graag als organisatie duiden, voortdurend nieuw wordt voortgebracht door het
verband dat van organiseren weet … zou je kunnen zeggen dat er sprake is van
voldoende wendbaarheid. Maar, ja, voor een dergelijke organisatie is zo’n vraag
nogal … onzinnig.
79. Zolang we menen zoiets
als een organisatie (ding) te moeten hebben om te kunnen zijn, missen we
essentie en verliezen we zowel zijn als datgene wat we meenden te moeten hebben
om te kunnen zijn.
80. Velen zakken alsmaar
dieper weg in het vertrouwde, maar o zo onverbiddelijke drijfzand van vermeende
vastigheid. Loslaten om opnieuw te kunnen (vast)pakken. Uitademen om opnieuw te
kunnen inademen. Integreerbaarheid i.p.v. integratie. Reële verschillen i.p.v.
overeenkomsten. Enzovoort.
81. W, we zijn bezig met een
serie korte artikelen onder de vlag ‘Stelselmatige impuls tot energieverkeer’.
Deel 1 is net verschenen: energiewereld
in verandering. Momenteel werken we aan deel 2 – dat deel zal vnl. gaan
over asset management; werktitel: Middelenbeheer in verandering.
82. Hoe ontwerp je een stelsel
van ordelijk samenhangende (informatie)registers? Een reuze intrigerende vraag!
Welke keuzes zouden daaraan zoal ten grondslag kunnen liggen? Aanzet tot duurzame registers levert
een voorzet! Commentaar, vragen enzovoort: welkom!
December
2015, 2015 © Jan van Til