2015.01 Aantekeningen
Jan van Til
Onderstaande
tekstfragmenten zijn veelal afkomstig uit reacties op LinkedIn,
iBestuur, Binnenlands Bestuur, Via Nova Architectura, andere blogs en e-mail die ik verstuurde in
de periode Januari tot en met Juni 2015. De volgorde van de fragmenten is
chronologisch.
01. Allereerst wens ik je een
voorspoedig, vooruit, Laan-van-de-Leefomgevings-jaar toe! De Laan van de
Leefomgeving verdient naar mijn idee niets minder dan een tot-en-met
stelselmatige opzet. Zo’n opzet is niet de makkelijkste, nee, maar is wel de
enige sleutel tot duurzaam succes: dáár kan je mee thuiskomen! Infrastructurele
problematiek vraagt nu eenmaal om niet minder dan stelselmatige oplossing. Ik
hoop van harte dat je wat dat betreft dit jaar al mooie stappen mag gaan
zetten. Ik durf je te garanderen: als je eenmaal de eerste resultaten ziet en
kunt laten zien… dan wil je meer! En dan krijg je geheid ook ruimte voor meer,
daar twijfel ik niet aan. Maar dat zie je pas echt goed als je het zelf mee-maakt – of zoals Cruijff het eens zei: je gaat het pas
zien als je het door hebt (nou, ja – zoiets).
In je vorige bericht (12
december 2014) maakte je melding van een gesprek met iemand. Is daar nog iets LvdL-vruchtbaars uit voortgekomen? En je gesprek met
Rijkswaterstaat? Ja, klopt, ik ben enthousiast-nieuwsgierig (of
nieuwsgierig-enthousiast, zeg het maar). Zeg me ajb
gewoon rechttoe rechtaan als je mijn gevraag als ongepast ervaart!
02. Hieronder probeer ik jouw
vragen zo goed en zo kwaad als dat gaat te beantwoorden. Ook Pieter zette zich
al aan beantwoording van de laatste vragen – zag ik:
(1)
Het “betonnen bak”-model dat
ik je in november 2014 heb laten zien, gaf het gedrag met/van data en datasets
weer. De vrije organisatie van werk (m.b.v. werkverzoeken annex werkstappen).
Werk waarvoor/bij (één of meer versies van) datasets nodig zijn: bron-,
resultaat- en verwerkingsregeldatasets. Datasets die per data-element verwijzen
naar (versies van) data in bepaalde informatieverzamelingen. Data en datasets
zijn daarbij steeds voorzien van aspecten inzake versie-, status-, gebruiks-,
herkomst- en verantwoordingsbeheer. Die kern is, zoals jij het uitdrukt,
“Stelselmatig informatiegemodelleerd”. Voor de wijze
waarop allerhande (meer) technische data daaromheen is gemodelleerd steek ik
mijn handen even niet in het vuur – en dat is alvast een goed leerpunt voor volgende projecten! Bedankt voor je vraag!
(2)
Met Metapatroon ben ikzelf
binnen Gasunie alweer een heel aantal jaren bezig;
dat geeft belangrijke ervaring. Voor toepassing op iets ruimere schaal kwam,
terugkijkend, zo vanaf medio 2012 gelukkig meer ruimte. In die tijd schreef ik
de informatie-architectuur voor het centrale systeem (met tegelijk nadrukkelijk
het oog op de waaier aan huidige/toekomstige satellietsystemen). Rijke
correspondentie met Pieter, opgedane ervaring plus ook het Handboek
Metapatroon dat vanaf zo 2010 beschikbaar is en nog altijd wordt
bijgewerkt/geactualiseerd zijn daarbij van grote waarde gebleken. Qua symbolen
is Metapatroon uitermate simpel. Er is geen tooling
voor nodig (dat leidt maar af); met een potlood en een papiertje kun je het
beste starten: rechthoekjes, lijntjes en pijltjes – dat is het wel. Echt
‘whiteboard-proof’ zeg dus ook maar.
Er is eigenlijk maar één
advies: Begin! Wie een huis wil
kopen heeft eigenlijk maar één optie: naar binnen! Wie maar wat buiten blijft
staan staren krijgt nooit een werkelijk idee. Ik neem even aan dat je niet zelf
gaat modelleren? Daarom… hier een praktisch advies van iemand die zelf uit
ervaring metapatroon-drempelvrees kent plus de onzin ervan als je jezelf er éénmaal overheen hebt gezet: Stel, bijv. i.o.m. Pieter, een
klein ‘klasje’ van mensen samen, laat hen samen met Pieter een aansprekend
relevant LvdL-vraagstuk(je) beetpakken, modelleer,
ruik/voel wat stelselmatigheid betekent, krijg vertrouwen, bouw er een concreet
werkende proefopstelling van en zie en ervaar dat/hoe het met zo’n pilot (al)
werkt! In die pilot-vorm weet je dan het snelst waar je aan toe bent en hoe je
(alweer) concreter verder kunt/moet.
(3)
De modellen
teken/schets/krabbel je bij voorkeur eerst pratendeweg
met de hand (zoals gezegd: whiteboard-proof). Dat
levert de best/langst/diepst beklijvende ervaring op (tools leiden, zoals
gezegd, zo gemakkelijk af van waar het werkelijk om gaat).
Je kunt (kleine) modelletjes
met Powerpoint maken, maar Visio biedt nogal
uitgebreidere mogelijkheden (en, zoals Pieter al aangaf: hij beschikt over een
Metapatroon-sjabloon voor Visio). Zelf heb ik ook wel modelletjes gemaakt met
Enterprise Architect; zie evt. de plaatjes in Architectuur
van Informatie voor een eerste impressie. Maarre…
geef mij, als ik dan toch een tool moet gebruiken, vooraleerst maar Visio.
(4)
In dit stadium klinkt de roep
om een “woordenboek of bestand […] met daarin alle begrippen en hun definities”
mij toch vooral in de oren als soort echo uit een oude, d.w.z. niet-stelselmatige,
doos/denkwereld. De begrippen vormen zich in de diverse modellen/spreken uit de
diverse modellen hun eigen contextuele boekdelen: context leidt tot betekenis –
zoals je weet. Op termijn kunnen aan de hand daarvan verklarende woordenlijsten
worden ‘getrokken’ voor wie daaraan (nog) behoefte heeft/krijgt – wellicht in
zoiets als een (bepaalde versie van een) gebruikershandleiding.
(5)
Attribuut-igheden
komen in dit stadium hooguit in ondersteunende zin aan bod: om bedoelingen te
verduidelijken danwel om dreigende verwarring te
vermijden. Echter, het streven is er steeds en nadrukkelijk op gericht om de Metapatronische-rechthoekjes zodanig te schikken en te
labelen dat daaruit al voldoende samenhang-tot-bedoeling spreekt. Ja, zeker, in
de latere Functionele/Technische ontwerp-fasen t.b.v.
concrete toepassingen komen attribuut-igheden vast
wel uitgebreider en specifieker aan de orde.
Trouwens-1: Verwar een Metapatronisch-rechthoekje ajb
niet met wat je momenteel onder een object verstaat!
Trouwens-2: Ken je de bundel Interoperabel Nederland (Forum Standaardisatie; 2011)?
Het tweede hoofdstuk van Deel III, geschreven door Peter Waters, bevat een
serie heldere modellen (van de hand van Pieter Wisse) inclusief aansprekende
manier van uitleggen van bedoeling ter voorkoming van misverstanden. Dat
verlaagt, hopelijk, in dit stadium, je attribuut-druk nog verder?!
Als je vragen hebt…? Aarzel
vooral niet!
03. Wat is (voor jou) ICT?
Wat is (voor jou) de/een CIO? Dat zijn nu niet bepaald gesneden-koek-begrippen!
Voor zover ik het tegenwoordig begrijp… gaat ICT voor ten minste 95% alleen
maar over de T, over techno. Nogal eenzijdig, zou je kunnen zeggen; de I lijdt
een, met gevoel voor understatement, nogal kwijnend bestaan. En waar zo’n CIO
dan over gaat…? Weet jij het?….
04. Dank je wel, Robert, voor
je positieve response op Stelselmatig
informatiemodelleren! Ja, zeker, het gaat natuurlijk al snel om de meer
infrastructurele opgaven. En, klopt ook, dat geeft (wat) meer moeite om er
sponsoren (gezamenlijke belanghebbenden) voor te vinden. Verder zit ‘de ICT’ er
helemaal niet zo om te springen, hoor: zolang er op de huidige manier nog meer
dan voldoende geld valt te verdienen…. En dat is met elkaar erg jammer/zuur,
want de ‘beweging’ is zo onmiskenbaar richting infrastructuur. Da’s zo langzamerhand ook de enige manier om ‘de boel’
behapbaar te houden en weer eens significant vooruitgang te boeken!
Maar daar hoeven jij en ik
niet op te wachten. Niemand trouwens. Het verdient sterke aanbeveling om
informatie maar alvast stelselmatig te modelleren voor elke concrete toepassing
die je onderhanden krijgt. Dat levert je alvast een smak aan waardevolle
ervaring op, de applicatie wordt er direct al een stuk duurzamer van en ook de
kwaliteit van de eventuele interfaces vaart er onmiddellijk wel bij. En als er
eenmaal voldoende body is ontstaan – kantelpunt dus – dan kan een volgende stap
worden gemaakt tot alweer serieuzere informatie-infrastructuur (waar een aantal
applicaties dan al op voor-bereid is). En, ja, dat
natuurlijk ook: elke infra-kans die je kunt scoren, moet je natuurlijk zonder
aarzelen stelselmatig meepikken! Veel succes!
05. Bedankt voor je openheid!
Dat waardeer ik zeer. Inderdaad, graag mee eens, RWS zit in wezen in eenzelfde
schuitje: als ze de komende tijd niet werkelijk andere potjes op het vuur weten
te-bedenken-en-te-zetten… en ik begrijp van jou dat ze zich eigenlijk toch wat
ongemakkelijker beginnen te voelen… dan loopt het wellicht van stroef en
stroever richting vast(er).
Mag ik alweer een voorstel
doen? Als ik jouw bericht goed begrijp, heeft RWS wat minder ‘haast’ dan IenM. Is het een idee om mensen van RWS ook alvast een
‘klasje’ te laten vormen? Alleen maar meekijken – daar leren ze zo bitter
weinig van. Meedóen laat ook hen zoveel concreter
zien of het stelselmatige spoor hen op (water)weg helpt – of van de weg af (de
sloot in). Het is idd broodnodig dat mensen
stelselmatig gaan -leren- kijken en denken en praten. Hoe eerder RWS daar mee
zou kunnen/willen starten hoe eerder ook zij beschikken over (meer)
stelselmatige(r) denkers. Dat kost nu eenmaal tijd; je moet ‘het’ immers aan
den lijve ondervinden – zwemmen leer je ook niet uit een boekje! Wellicht is
RWS ook te porren voor zoiets als een gerichte pilot? Kunnen IenM en RWS hun drempelvrees wellicht delen door daarin samen
optrekken? LvdL zal beslist raakvlakken
hebben/krijgen met RWS – neem ik toch aan?!
Tja, hoe bedenk je zo’n
“aanpak/oplossing”? Door over de randen van diep ingesleten karrensporen heen
te kijken, eruit te klauteren en vervolgens, langzaam maar zeker, die diepe
karrensporen op een geheel nieuwe en ruimere wijze in te kaderen. Je zou
misschien ook kunnen zeggen dat Pieter alweer jaren geleden (pak-um-beet 1980? Of was het al (wat) eerder?) met Dr. Quantum
op stap is gegaan en al doende/proberende, dus met vallen en opstaan geleerd
heeft dat overstap naar zoveel ruimere 3D-werkelijkheid de (oude en vertrouwde)
2D-wereld niet zozeer doet vergaan, maar op oneindig veel manieren (situaties)
in 3D laat passen. Zie evt. Paradigm Shift voor een (vind ik) prachtige Youtube-impressie.
En bedenk daarbij dat wij al
dat voorwerk niet over hoeven te doen, gelukkig niet zeg – nee, ik zou zeggen:
laten we nu zonder dralen eerst eens op Pieters schouders gaan staan en zien
dat we zoveel als mogelijk klaar krijgen met zijn schat aan kennis en kunde:
concrete producten en ook – minstens zo belangrijk – wezenlijke kennis en
ervaring bij mensen van IenM, bij RWS, bij ….
06. Were things ever centralized?
Or did (only) humans insist on having a centralized view on things?
Was information about things
ever centralized? Or did (only) humans insist on having a centralized view on
information about things?
Were ideas about things
(intermediated by signs/information about things) ever centralized? Or did
(only) humans insist on having a centralized view/mind-set on ideas about
things (intermediated by signs/information) about things?
Things, reality, ontology – Information, signs, semiology – Ideas,
knowledge, epistemology. All together in Peirce’s semiotic triad, further
developed into Pieter
Wisse’s Semiotic Ennead.
07. “We have a rule. We never free a mind once it’s reached a certain
age. It’s dangerous, the mind has trouble letting go. I’ve seen it before and
I’m sorry. I did what I did because, I had to.” Je raadt
het al: Het is dat oude stokpaard uit 1999: The Matrix. Morpheus zegt het tegen Neo.
En G is een heel stuk ouder dan Neo…! Hopeloos dus. Maar “[you] did what [you] did because, [you] had to.”
Zijn eigen inzicht m.b.t. de door hemzelf
ten tonele gevoerde “niveauvergissing” lijkt bij hemzelf nog maar op beperkte
schaal te zijn binnengekomen.
08. Mensen die geschoold zijn in een bepaald vakgebied, hebben daarmee een vakbril aangemeten gekregen – een vakbril
waarmee ze bepaalde zaken beter, sneller, scherper, gemakkelijker, … waarnemen
dan andere. Zo’n vakbril werkt daarmee ook als een
tunnel. Bestuurders zijn opgeleid/afgericht om problemen in te kaderen en op te
lossen met instrumenten uit het hun bekende bestuurders-instrumentarium. Kijk
bijv. maar eens naar de Commissie Elias. Ook die Cie
van bestuurders gaat onderuit. Buiten de eigen vak-tunnel kijken is mogelijk
wat onwennig, maar kan weldadig veel opleveren – zeker als oplossingen keer op
keer niet blijken te werken….
09. Wie werkelijk weet te
verbinden, maakt pas echt iets los.
10. Ik probeer jou te
begrijpen; dat blijkt echter reuze lastig. Waar het (wat mij betreft) om zou
moeten draaien is de infrastructuralisering van
informatie. Een normale ontwikkeling van iets draait uit op het behoud van de
essentie ervan (als die er is). De beweging die je daarbij steeds waarneemt is
die van infrastructuralisering. In de IT is de
technische infrastructuralisering al vrij snel op
gang gekomen en nam ook een hoge vlucht. Maar nu moeten we weer verder.
Informatie is net zo’n lot beschoren. Maar daarvoor moeten we informatie niet
langer specifiek (per probleem) modelleren, maar generiek/stelselmatig.
11. Toch wel intrigerend –
dat in elkaars luchtledige praten. Wat dag in dag uit en overal gebeurt is dat
in geval van een op te lossen probleem een probleemhebber annex budgethouder
wordt gezocht, een project wordt gestart enzovoort. De gevonden/gebouwde
oplossing laat al vanaf de eerste ontwerpen annex datamodellen de oren helemaal
hangen naar hetgeen nu concreet van belang is. Dat is wat ik dagelijks om me
heen zie. Maar wat ik zou willen zien is dat slechts de te bouwen constructie
exact weerspiegelt wat nu concreet nodig is. En wat ik daarbij ook zou willen
zien is dat de informatiemodellen infrastructureel van karakter zijn – dus
onafhankelijk van wat er nu toevallig even specifiek als concrete oplossing
nodig is.
12. A
response on the article: What
comes after Moore’s redundant law? (Pete Chapman).
Another “principle
[that] is so ingrained it seems self-evident” is the naïve realism based idea
that (1) things-in-reality can stand alone and that (2) data-about-these
things-in-reality can therefore can stand alone as well and have fixed meaning
attached to it: “The metadata dependency prevents data from standing alone or
being inherently meaningful”. I agree that the “distinction between data and
metadata” is “artificial”; it’s even nonsense and we should immediately quit
the whole metadata ‘thing’. I fully disagree that data is able to “describe
itself”. There is no-thing that stands alone. There is no-thing that is able to
adequately describe itself. All things-in-reality (no exceptions) are
interdependent. The same goes for data-about-these things-in-reality. All
things-in-reality define (in a time dependent setting) all other
things-in-reality. And all things-in-reality get defined by other
things-in-reality. The same goes for data-about-these things-in-reality. I
agree: “[c]omplexity is, resulting from an outdated
information paradigm” in which application and (meta-)information imprison each
other. The new information paradigm must focus on pragmatics, i.e. clear-meaning-of-information,
meaning-enabling-quick-and-effective-action and must admit the situation-ality of things-in-reality annex the context-uality of the data-about-these things-in-reality. This
requires information to be modeled in a systematic
fashion – as a fabric independent of applications/usage. This, in other words
requires an infrastructure-alisation of information.
Isn’t infrastructure-alisation always the move to
make when ‘things’ are really getting out of hand?
13. Master
data versus Transaction data: The master data of transaction data is the
transaction data of master data.
14. No, sorry, Pete Chapman, systematic modeling
is not a top down approach. You can start anywhere at any scale (even at the
top) with systematic modeling. But, of course,
benefits grow – together with the scale-of-application. Btw: intended meaning
‘automatically’ evolves from/with systems that are built on systematic
information models. That’s because systematic information models aim at
behaviour that springs forth from assigned meaning to information that is
therefore best context-ually (also read:
systematically) organized. So, indeed, that sounds like an organic way – the
way you propose!
15. As long as individuals, regardless of their function/position etc.,
whether they’re aware of it or not, put Priority on Have-ing
over Be-ing (i.e. maintain a fierce Be-Have
imbalance) shit will continue to happen. Btw: this also counts for people that
(claim to) fight cyber-crimes.
16. In
response to Pete Chapmans article It’s
time for data to leave home.
Leave home? It’s time for data to get
home! The isolation-istic trap needs to be replaced
by the freedom of systematic interdependency. Any application needs to become
an incidental passer-by.
17. In
response to: Robots are getting more
like us and famous scientists are concerned.
O, don’t worry: humans only slowly and gradually (most of them don’t even
have a clue) say goodbye to their great potential as significs-beings
and simply adapt themselves to the lower, cybernetic level – in order to
survive (?) and to get along with cybernetics-things. We’re really making progress – don’t worry.
18. De uniformiteit van
diversiteit is de diversiteit van uniformiteit.
19. Ja, klopt. Dat geldt idd ook voor
e-health(care), big data, document enzovoort. En de vraag is dan wat doe
je/doen we er mee? We kunnen met een gerust hart de schouders ophalen omdat we
in staat bleken met nog meer voorbeelden te komen. We kunnen ons ‘natuurlijk’
ook realiseren dat de wereld in rap tempo in kwalitatieve zin aan het
veranderen is en dat we dergelijke begrippen niet langer absoluut, maar
situationeel moeten gaan vatten om steeds de juiste chocola te kunnen maken tot
duurzaam effectieve actie.
20. Wie verlangt naar een
“snaar strakke definitie” struikelt voor-ie-ut weet over de vele grijstinten.
Daar heeft geen mens wat aan. Je wilt de verschillende grijstinten juist
situationeel vangen en op coherente wijze onder één noemer samenbrengen:
samenhangende verschillen.
21. Ik heb me de afgelopen
dagen bij tijd en wijle wat met QQ trachten bezig te houden. Hieronder in een
min of meer staccatostijl wat gedachten/bevindingen.
Nee, klopt, ik heb niet het
hele boekje gelezen; dat lukt me niet: te verwarrend. Na de Voorslag ben ik
overgestapt op het zgn. blader-lezen.
Voor zover ik het wel las,
leest het boekje (voor mij) vervelend lastig. Woorden worden aan het einde van
de regel afgebroken met een streepje dat zo lang is dat het mij bij voortduur
verwart tot gedachtestreepje. Zinnen zijn zo moeilijk bij elkaar geschreven dat
ik halverwege toch vaak weer overnieuw moet beginnen: vriendelijk als ik ben,
houd ik eerst nog even vast aan de mogelijkheid dat er toch iets (diep)zinnigs
staat. Meestal helpt her-lezing echter niet verder.
En dan zegt-ie dat jouw teksten moeilijk leesbaar/ontoegankelijk zijn! Neemt-ie
dan werkelijk àlles (verkeerd) van je over? Op een
gegeven moment weet ik eigenlijk niet meer wat ik lees of waarom ik nog lees.
Het is een hele toer om m’n hoofd erbij te houden. Hoe heb jij dat weten vol te
houden? Petje af.
Wat Voorslag met de rest ven
het werkje van doen heeft ontgaat me.
Alles met elkaar lijkt het
nog het meest op een ideeën-grabbelton; op een beweringensalvo – afgevuurd uit
hagelgeweer met afgezaagde loop.
Het boekje is zo slecht
gebonden dat het aan gort ligt voor een eerste, mogelijk zinnig/aansprekend
idee fatsoenlijk post heeft gevat. Zo laat het boekje goed zien waar de kracht
ervan te vinden is: niet in de rug.
Hoewel zonder jouw
uitzonderlijke denkkracht, jouw gedachtegoed en dat intrigerende idee van jou
(pagina v) dit boekje nooit zou zijn verschenen…, heeft de (over)schrijver jou
geen enkele plaats waardig gekeurd in de referentielijst (Naslag, III).
Wel jammer voor de auteur dat
er flinke verwijdering ontstaan is: er zonder had-ie jou nog beter/langer voor
z’n kar kunnen spannen door jou mee te nemen/slepen in zijn (ver)maalstroom.
Ondertussen kun jij je meer dan gelukkig prijzen dat je al op het vroegst
denkbare moment bent uitgestapt!
Als ik het goed zie… heeft
zijn intensieve contact met jou geleid tot zoiets als een lichtflits in zijn
brein… een lichtflits die hem, hoe kort ook, iets zeer intrigerends
te zien gaf… iets waaraan hij zich heeft vergrepen (en vertild), iets dat hij
via ziek makende grappen en grollen als consortium en boek handen en voeten
heeft trachten te geven, maar nog altijd niet werkelijk heeft weten te grijpen.
Maar dat hoeft nu ook niet meer; zijn boek met waterhoofd ligt er. Het
resultaat is, voor zover ik kan overzien, een wilde takkenbos aan verwartaal.
En in die betreffende hoedanigheid… QQ… is het boek een losse flodder; niet
eens een voetzoeker.
Eindelijk heeft Essence nu
een ‘filosofische’ ‘basis’. Ondoorgrondelijk, geschreven in mistig-grijze
verwartaal. Een basis die op die manier natuurlijk een schot in eigen roos is;
een rookgordijn waarachter/waarin hij ‘voor eeuwig’ zijn gang kan rommelen –
dankzij gedachtegoed van Pieter Wisse.
Eigenlijk… eigenlijk zou je
rectificatie moeten eisen van het boek. Want je wilt jouw naam, jouw
uitzonderlijke denkkracht toch niet met zoiets wanstaltigs in verband gebracht
hebben/zien. Of, nee, doe maar niet – de auteur is vast als een kind zo blij
met elke vorm van publiciteit. Absolute stilte is hoogst, hoogst waarschijnlijk
de allerbeste remedie, het beste cadeau dat je de wereld kunt geven.
22. Is wat men vandaag de dag
innoveren noemt niet een heel duidelijke vorm van stagneren?
23. Naar mijn idee wordt de wereld steeds beweeglijker. En daarmee ook de
werkprocessen. Hoe nuttig is het (dan) eigenlijk om de oren van ICT-systemen te
laten hangen naar de veranderlijke (eigen)aardigheden van werkprocessen? Roep
je op zo’n manier de “ICT-debacles” niet ‘gewoon’ over jezelf af?
24. Ja de wereld om ons heen is veranderlijker dan ooit tevoren en de
dynamiek zal nog wel een poosje blijven toenemen. De ritmische
activiteitenpatronen die ‘vroeger’ zo gewoon waren, worden steeds zeldzamer.
Wie in zo’n wereld soepel wil kunnen blijven mee-ademen (leven)… moet zijn
zinnen dus vooral niet zetten op de één of andere procesgang. En zo’n procesgang
moet je al helemaal niet laten stollen in (de vorm van) een ICT-systeem. Dat er
“[g]rote financiële missers” te betreuren zijn en
blijven “bij het vertalen van werkprocessen naar ICT-systemen” wanneer mensen
(bijv. in Mastercourses) geobsedeerd raken/blijven door processen… mag helemaal
niemand verbazen. Zij roepen, zonder het wellicht zelf te beseffen, de
“ICT-debacles” over zichzelf af.
Wanneer
processen beweeglijker worden en niet langer (voldoende) houvast bieden, moet
bijv. een Universiteit ‘hard’ op zoek naar een nieuwe, meer invariante basis
die de hedendaagse dynamiek veel beter weet te faciliteren. Dan moeten we op
zoek naar andere structuren, de diepere structuren die ‘er’ onder (infra)
liggen. En wellicht is het dan meer dan voor de hand liggend om eens te kijken
naar iets waar het eigenlijk al die tijd al om draaide… iets dat door
obsessieve techno-dominantie maar niet in de schijnwerpers terecht weet te
komen. Kijk eens naar… informatie. Een uitermate geschikte nieuwe invariant is,
denk ik, stelselmatig georganiseerde informatie ondergebracht in
informatie-infrastructuur. Van dergelijke informatie kunnen tal van processen
op tal van manieren in tal van situaties tot in lengte van jaren gebruik maken.
Dan zouden we flink opschieten!
25. Wat is privacy eigenlijk?
Waarvan is privacy eigenlijk (zoal) een verbijzondering? Hebben we ons daar
eigenlijk al wel eens een evenwichtig beeld van gevormd – een beeld dat
werkelijk hout snijdt in wereldwijde informatie-samenleving?
26. A human-Being can have power – but it never defines him/her. A
human-Having has to have power – cannot Be with-out power. A human-Being has
needs, but doesn’t have a need to Have; it’s not what makes him/her tick. A
human-Having ticks by its Havings – and there is
always more (power) to Have – Be-Cause there is so much that so easily can get
lost. Every human-Having knows that… Rest-less,
Joy-less, Love-less, Peace-less.
27. Humans decided to have an ego and stopped being human Beings and
started to Be-Have as human Havings. And ego took
over and is convinced that it must have in order to be able to be; ego is
convinced that it will die when simply (human) being is the only thing to have.
Well… ego is right. Humans are wrong: humans can live a great life without
having an ego. Love, Peace,
Joy, Rest, … Just Be human.
28. Ondertussen breidde je je
WIU-serie weer uit met aflevering
4 en stelde je James
als voorbeeldige randfiguur te boek. Dank je wel voor eervolle vermelding –
maar laten we wel zijn: het effect ervan is nu niet direct om over naar huis te
schrijven. Ja, “[w]at valt er dan met [zulk] werk te bereiken?” Merkwaardig dat
Peirce en James niet van elkaars werk op de hoogte
lijken te zijn geweest. Maarre… komen we dat
eigenlijk niet op meer plaatsen tegen? Er zijn collega’s die naar mij(n
schrijfsels) verwijzen als het onderwerp context aan de orde komt… zonder zelf
ook maar één zo’n schrijfsel van voor-naar-achter te hebben gelezen en begrepen:
“lees dat-en-dat maar eens”, zeggen ze dan. Als ik dan vraag wat dat concreet
in de dagelijkse praktijk voor hen betekent… blijkt al snel dat ‘het allemaal’
toch wel erg moeilijk en net niet praktisch genoeg is om er echt iets mee te
doen.
29. Wat bespiegelingen n.a.v.
Variëteitkunstenmaker:
(a) Waarom, zo zou je je
wellicht kunnen afvragen… waarom zou je mensen (nog langer) voor het Middel
Metapatroon willen interesseren/proberen te winnen? Geen ‘hond’ reageert er
(nog) productief op. Ook wanneer je Metapatroon ziet als een Middel tot Remedie
(van volstrekt andere aard dan tot op heden gangbare remedies), gaan er nergens
bellen rinkelen/vallen nergens kwartjes enzovoort. Triest, ja – erg triest. Is
het (vandaag de dag, zucht, ik-gerichtheid, ongeremd en ongegeneerd narcisme,
discontinuïteit, korte termijn-denken enzovoort) niet zo dat men ‘gewoon’
fantastische Resultaten wil zien (en snel – dat spreekt voor zich)? Pas obv zo’n Concreet Werkend Maatschappelijk Resultaat als
Manifestatie van Remedie die alleen maar met Middelen als Metapatroon kan
worden bereikt, komt er ruimte voor aandacht voor bijbehorende grondslagen.
(b) Maar, zo zou je kunnen
vragen… wat is de werkelijke “innovation” dan
eigenlijk? En voor wie is zo’n innovation dan aan de
orde – wie wil-um value-n?
Is het Metapatroon zelf ? Is het Remedie? De Concreet Werkende Oplossing? Of is
het Metapatroon@Remedie@Oplossing-voor-Maatschappij,
waarbij, afhankelijk van wie er vanuit een bepaald motief/belang naar kijkt,
één, enkele of alle drie prominent boven komt/komen drijven – en de rest toch
(eerst nog wat) in schaduw achterblijft?
(c) Hoe kun je dergelijke
kennis – kennis over hoe het in dat andere reservaat (of, zo je wilt: buiten ‘kunstenaars’reservaat (quarantaine)) werkt …, dergelijk
door- en inzicht nu zodanig operationaliseren dat je met Metapatroon@Remedie@Oplossing-voor-Maatschappij
dwars door de mazen van bestuur-lijke en macht-e-lijke netten heen zwemt (zo je wilt: viraal gaat)? Wat valt
er concreet te mobiliseren zodat hetgeen zoemend terugkomt de aan het roer
staande lieden als een boemerang – onontkoombaar treft en blijft treffen? Zie
je voetnoot 1: Bestuurders/machthebbers die ‘spontaan’ hun bonus inleveren… Hoe
komen ze met al hun, in feite, beestachtige gedrag ‘opeens’ zo ‘verstandig’ dat
ze (paas)eieren voor geld kiezen?
(d) Het lijkt me zo toe dat
de kunstenaar andere potjes op het vuur zou kunnen (moeten?) uitproberen.
Hij/zij zou een (ondermijnende) tunnel kunnen graven onder bestuurdersleem door
– direct doorprikkend in de hele maatschappij tot verbluffende innovation van dat andere reservaat –zodat de met de mond
vol klappertandend staande leidslieden spontaan zoiets als ‘hun’ bonus
inleveren.
(e) Het zwaartepunt… waar zit
momenteel jouw zwaartepunt – ergens op de lijn (of de schaal) van Metapatroon@Remedie@Oplossing-voor-Maatschappij?
(f) Zou het kunnen zijn dat
je die verbanning niet alleen maar aanwijst, maar tegelijk ook ernstig
onderstreept en beaamt en bevestigt?
(g) Als de reservaat-metafoor
hout snijdt… zou ik één of meer tunnels adviseren.
(h) Inderdaad, ook onderwijs lukt
(dus) eigenlijk alleen maar via één of meer tunnels. Waar zou je zoal boven
kunnen komen en ‘het volk’ onderwijzen? En wellicht is/zijn er – naast
onderwijs – ook parallel-routes? Hoe maak je, bijv. de voorkant van Knitbits zo aantrekkelijk dat (lerende) mensen er ‘zomaar’
iets herkenbaars in zien? Er meer van willen zien/weten? Is er een tot de
(maatschappelijke) verbeelding sprekende ‘mini-app’
te verzinnen waarvoor het publiek warm loopt? Is er iets te verzinnen waarbij
het wantrouwen in de samenleving tegen bestuurders, politiek, graaiers etc. dusdanig concreet in (zelf)trilling komt en
stem/vorm krijgt dat aan hetgeen broeit handen en voeten tot beweging groeien?
(i) Ik vrees dat dat helemaal
klopt; je moet m.i. dan ook ònder die tenen door: via
een tunnel of zo. Aan het einde van die tunnel(s) leg je iets onweerstaanbaars
neer (een request for
compliance) waar het volk mee aan de haal gaat. En bestuurders gaan dan
natuurlijk en krampachtig en reflexmatig dingen roepen als dat de burger
centraal staat enzovoort. Ze streven daarmee naar niets anders dan lijfs- en
machtsbehoud, maar treffen zichzelf na verloop van tijd aan in een… reservaat.
Laten we hopen dat ze dat dan even niet in de gaten hebben! Wanneer er sprake
is van een heuse paradigmawissel (en dat is zo), dan kan de route niet over de
gevestigde orde heenlopen; aan de voordeur wordt door hen nu eenmaal niet kocht
en op bekering valt al helemaal niet te hopen.
30. Wanneer een Label (zoals
Big Data) enigszins aanslaat, ontfermt euro-hebberigheid (eufemisme: commercie)
zich er al snel over om er zo snel mogelijk zoveel mogelijk uit te halen. Het
label raakt opgeblazen – alles wat maar een beetje lijkt te passen, wordt er in
gepropt. En, idd, veel van wat als big data wordt
gelabeld is veel beter af zonder. Maar hoe zit het met ‘de rest’ – de categorie
die serieus/zer aanspraak maakt op dat label? Hoe
gaan zij Big Data Modelleren?
31.
Ton Monasso blogt op
Binnenlands Bestuur: Vergeet
ICT, denk data. Heel goed! Maar… zet de data-boel dan ook maar gelijk op
scherp: Vergeet data; denk betekenis-van-informatie-tot-effectieve-actie. Ik
zou niet weten waarom het nog eens 10 jaar (of langer) zou moeten duren voordat
dat pragmatische inzicht eindelijk eens doorbreekt.
32. Op cio.nl bericht Arnout van der Vorst over De
do’s en don’ts van systeemintegratie: “Integratie
van systemen is in 2015 een actueel thema. Organisaties trachten steeds meer
systemen met elkaar te koppelen zodat data tussen deze systemen met elkaar
uitgewisseld kunnen worden.” Maar… draait het vandaag de dag echt nog om
integratie? Echt? En wie vindt dat dan? En hoe moet dat dan in techniek vorm
krijgen? Ook als integratie of…. Of kijken we verder dan onze neus lang is en
kiezen we voor integreerbaarheid-tot-veelheid-aan-integraties?
33. Ja, aan welke criteria
moet een sign vandaag de dag voldoen wil het request for compliance dat ermee
wordt uitgestraald ontvangers in (begin van) resonantie brengen – áán-spreken?
Op welke frequentie moet je uitzenden? Op welke frequentie luisteren mensen
vandaag de dag eigenlijk? Stemmen ze zich af? Zitten wij wellicht ver buiten
het voor hen hoorbare/zichtbare spectrum?
Luisteren mensen wel langer
dan x-tijd op één frequentie – zitten ze voortdurend aan de zender-knop te
draaien. Scannen ze wellicht als een malle zodat concentratie (afstemmen) niet
of nauwelijks nog tot de mogelijkheden behoort? Komt een boodschap – een
tekenserie – überhaupt wel binnen?
En als er dan al eens iets
van een boodschap door-dringt… dan zijn er redenen
genoeg om nog wat langer door te modderen.
Verder met de vraag: aan
welke criteria moet een sign vandaag de dag voldoen
wil het request for
compliance dat ermee wordt uitgestraald ontvangers in (begin van) resonantie
brengen – áán-spreken? Moeten het wellicht twee op elkaar gelegde beelden zijn
uit twee werelden?
Moeten we wellicht een (soort
van) omgekeerde route bewandelen?
Ja, ja, goed prima… Maar die
vraag dan? Aan welke criteria moet een sign vandaag
de dag voldoen wil het request for
compliance dat ermee wordt uitgestraald ontvangers in (begin van) resonantie
brengen – áán-spreken? Welke onderbuik-gevoelens leven in brede(re) lagen van
de bevolking… onderbuik-gevoelens die gemakkelijk in resonantie komen… Waarover
raken mensen, bijvoorbeeld, in toenemende mate het stuur kwijt en hoe zou je ze
een stukje stuur weer terug kunnen geven? Zoiets moet toch mogelijk zijn met
Metapatroon, subjectief situationisme, context enzovoort?
We moeten iets
doen/verzinnen… Want… in je schulp kruipen kan altijd nog wel.
34.
Via Pulse/LinkedIn: Gezocht:
pioniers. Ja, graag mee eens, “[w]e zijn toe aan […] gedeelde
informatienetwerken.” Belangrijke vraag daarbij is hoe de informatie in zo’n
informatienetwerk georganiseerd moet zijn wil werkelijk van gedeeldheid-tot-trefzekere-actie
door welk nieuw handelingsverband dan-ook-maar sprake kunnen zijn. Da’s echt pionieren dus! Zie bijvoorbeeld information-roundabout
voor mijn bescheiden aandeeltje in het gepionier.
35. Mensen omringen zich met
techno, zijn meer-en-meer technojunk. Marginale
ontwikkelingen heten al snel innovaties. Komt Apple met iets nieuws? Dan
verschijnen er mini-campings voor hun winkelpoorten. Ten behoeve van het luid
bezingen van de eigen absolute autonomie, ligt men frequent en intensief en
diep gebogen voor het altaar van nieuw-nieuw-nieuw i.c.m. techno-techno-techno.
Alleen alsmaar nieuwere en betere techno redt en verlost ons uit de al snel
weer om zich heen grijpende ellende van het gewone.
Gewapend met smart phone krijgen we de hele wereld op ons bordje (we verwarren
dat wel eens met: ligt de hele wereld aan onze voeten) en gaan we in ons
allerindividueelste eentje de hele wereld met plaat en film en tekst te lijf.
Bij elke leuke boom doen we vreugdevol een plasje. En wanneer er toevallig iets
viral gaat, geeft het dat ‘machtige’ gevoel van
samen-met z’n allen-in-je-eentje. Even. Want lang kunnen we er niet bij stil
staan. Daar is geen ‘tijd’ voor. Zoals een bij domweg z’n neus volgt en hele
horden bloemen aandoet… zo geven mensen zich in grote getale individueel en masse over aan wat zij het-volle-leven noemen.
Mensen zijn, volgens mij,
ongeveer het enige soort wezen dat – als we ze vergelijken met takken – van
mening, ja er heilig van overtuigd is… zonder relatie met stam-en-wortels toch
echt beter af te zijn. Met techno in de hand loopt het uit de hand en over
schoenen. Niemand ziet het.
36.
Martijn, ik heb met Impassé
niet willen beweren dat het voldoende zou zijn om informatie tot situationeel
kraakheldere betekenis te modelleren. Ook heb ik niet willen beweren dat onze
hedendaagse handelingsverbanden het zonder techno ook best wel zouden kunnen
redden. Techno is noodzakelijk – als een Hulp-Middel.
Wanneer
ik vertrek vanaf de scharnierbladen – lees: vanuit eigen(aardig)heid van business en de eigen(aardig)heid
van ICT – en op weg ga en ontmoeting zoek… dan kom ik bij voorkeur uit op een
zo klein mogelijke ontmoetingsplek. Want alleen als zo’n ontmoetingsplek zo
klein mogelijk is… kan ik er zoveel mogelijk kanten mee op/uit
(vrijheidsgraden). Vergelijk het met de koppeling van twee treinstellen: de
trein moet de bocht om kunnen plus de heuvel over – dat is wat de ‘bladen’
moeten kunnen; dat zijn de vrijheidsgraden die de koppeling moet kunnen
faciliteren – opdat het geheel (de trein) kan leveren wat er wordt verlangd.
Zo’n ontmoetingsplek, zo’n scharnierpen moet me precies die vrijheden geven
zodat de afzonderlijke bladen (business en ICT) ermee uit de eigen voeten
kunnen en het geheel (business en ICT en informatie) doet wat ervan wordt
verlangd.
Wat
ik nu uit jouw reactie begrijp, is dat je òf helemaal
geen scharnierpen wilt… òf de scharnierpen wilt
volstoppen met allerhande andere zaken waarmee de scharnierwerking, de vereiste
vrijheidsgraden geheel en al verloren gaan. In beide gevallen is er mogelijk
sprake van een “digitale ruimte”, maar ben je qua business/IT-alignment weer helemaal terug bij af. En dat geeft mij dan
weer zo’n vreselijk unheimisch gevoel – in zo’n digitale ruimte wil ik niet
langer vertoeven dan nodig is.
37. Ja, wat motiveert een bij
om van dit ene bloemetje naar dat bloemetje te vliegen en niet die andere? Wat
dat met mensen te maken heeft? Ja, soms denk ik wel eens dat veel mensen het
specifiek menselijke deel van hun brein als vanzelf/onbewust hebben toegewijd/afgericht
op de rest ervan. Hoeveel mensen zijn er vandaag de dag niet die het niet meer
uitmaakt of ze nou door de hond of door de kat worden gebeten – zolang ze maar
‘gebeten’ worden. Dobberen zou je het misschien ook wel kunnen noemen. Ik hoop
dat ik dat allemaal veel te negatief zie. Natuurlijk. Maar ik twijfel.
Gisteren ‘beklaagde’ iemand
(ik kan het niet meer terugvinden; LinkedIn bepaalt
tegenwoordig zelf en at-random wat het je voorschotelt en wat niet) zich erover
dat we in een pijn-cultuur leven: angst, straf enzovoort. We maken liever errors of omission dan errors of commission. Enne… voor wie met Metapatroon op pad gaat is er maar één optie:
hij/zij moet natuurlijk wel bereid zijn een error of commission
te maken (en dat geldt natuurlijk ook voor jou en mij).
Wat kunnen we (dan) doen?
Daar denk ik de laatste dagen toch wel wat over na. Kunnen we… bijvoorbeeld…
een klein en heel aansprekend stukje (misschien wel problematisch stukje) datamodel
uit een basisregistratie pakken en het via toelichting (educatie) transformeren
naar stukje(s) stelselmatig-model (waarbij die problemen zijn opgelost)? Zou
dat (ook) kunnen leiden tot een overzichtelijk, niet te lang/moeilijk verhaal
(anders leest geen hond het) – bijvoorbeeld ondersteund met een ppt-presentatie?
38. Martijn, Inderdaad: laat
alle participanten (scharnierbladen) zoveel als mogelijk acteren en bijdragen
volgens de eigen aardigheden (abilities) en ontmoet
elkaar op een… let op want dat acht ik essentieel: zo klein mogelijke (zo klein
mogelijk dus) open plek-in-het-bos (scharnierpen). De scharnierpen laat – nota
bene: naar zijn Aard – elk van de deelnemende scharnierbladen vrij om te werken
volgens de eigen sterke kwaliteiten. De participanten richten zich daarbij op
de ontmoetingsplek.
In je eerste reactie op Impassé
gaf je aan dat de business “Naast informatie […] ook technologische middelen en
communicatie voorzieningen (ICT) [wil].” Is dat werkelijk waar? Dat zie ik toch
echt ànders! Een transportbedrijf, bijvoorbeeld,
beschikt doorgaans op de één of andere manier over transportmiddelen. Maar
daaruit trek ik niet de conclusie dat ze dergelijke hulpmiddelen ook wìllen. Het gaat wezenlijk om iets ànders:
om beweging van spullen van A naar B. Zo gaat het de business niet wezenlijk om
ICT-voorzieningen, services enzovoort (ook al komt het er wel bij kijken). Nee,
dat is wat mij betreft allemaal ‘spul’ dat prima op het ICT-scharnierblad past
en daar ook helemaal thuishoort!
Het gaat de business
wezenlijk om: informatie tot situationeel heldere betekenis. Waartoe? Als
middel tot trefzekere actie (right the first time) wat weer een middel is voor
het effectief/efficiënt behalen van proces-, afdelings- danwel
bedrijfsdoelstellingen.
En die informatie tot
situationeel heldere betekenis moet door het ICT-scharnierblad via de
scharnierpen overgedragen worden aan het business-scharnierblad. Niet meer.
Niet minder.
Ik zoek dus heel nadrukkelijk
naar een zo klein mogelijke en zo helder mogelijk afgebakende scharnierpen.
Want juist dàt laat elk scharnierblad zoveel mogelijk
ruimte om de eigen vleugels op de eigen manier zo breed als mogelijk uit te
slaan. Anders gezegd: alleen op die manier realiseer je – zoals jij het noemt
werkelijke “ontkoppeling van business en ICT”.
Wat jij naar mijn idee
voorstelt, is om die scharnierpen toch maar niet al “star op te vatten” en er
elementen (services, …) aan toe te voegen. Elementen die weliswaar ook van
(groot) belang zijn, maar in het geheel niet noodzakelijk zijn voor de
scharnierpenfunctie. Op die manier raakt de trein haar vrijheidsgraden kwijt en
is ontsporing het onontkoombare gevolg. De scharnierpen raakt ont-aard en ont-worteld; de
bladen gaan elk hun eigen weg. En op zo’n manier blijft Business/IT-alignment dus alsmaar stranden. En ik wil nu juist richting
Impassé!
Nee, maak dat
overdrachtsgebied ajb zo klein/leeg mogelijk en
vermijd uit alle macht om allerhande ‘spul’ van het business-scharnierblad
en/of van het ICT-scharnierblad af te laten glijden naar de pen, want de pen
kan die last eenvoudigweg niet dragen. Sterker nog: dáár zijn de
scharnierbladen nu juist voor!?
39. Ja, graag mee eens: “Informatie was en is dè
grondstof voor de overheid.” Naar mijn idee brengt dat – onontkoombaar – met
zich mee dat diezelfde overheid dan diepgravend, zeg ook maar grondig dient te
weten wat precies de eigenaardigheden en de eigen aardigheden van informatie
zijn. Want als je niet goed weet wat je in handen hebt… weet je er ook niet
optimaal mee om te gaan – dan liggen blunders direct om de hoek. Da’s logisch.
In (verwijderde) reactie op Het
wordt veel meer tweerichtingsverkeer (iBestuur).
40. O, dear, Paul, …. Poor, poor people! Taking themselves to the
digital! I sincerely hope they wake up soon. Far more valuable as well as
durable, in my opinion, is the concept of ‘people-cooperative’. Or, if you
like: action-cooperative for people with shared/common interests. Nowadays we
see people-cooperatives dynamically popping in and out existence with ever
increasing speeds. It’s these people-cooperatives that should dynamically and
flexibly shape their data-needs – data needs that only live as long as its
associated people-cooperatives live. So, please, no emphasis on
data-cooperatives! They’re really no great starting points and will soon
collapse because they aren’t able to carry the weight/burden people soon will
expect of them. In my opinion they’re only a modern variant of the bad old silo.
41. Ja, “Waarom reageert (zo)
iemand eigenlijk?” Waarschijnlijk heeft-ie alleen de inleidende vragen iets
minder diagonaal gelezen dan de rest. Het begin van zijn eerste reactie spreekt
al stroop-smerende boekdelen: “Jan, een mooie vraagstelling. Met jouw antwoord
ben ik het slechts ten dele eens.” Als je de rest van zijn reactie leest, kun
je eigenlijk alleen maar tot de conclusie komen dat hij het er helemaal niet
mee eens is. Vraagstelling? Welke vraagstelling; hij doet er niets mee. En ik
moet maar weer zorgvuldig kiezen op welke van zijn slakjes ik zout ga leggen en
welke niet. De start van zijn tweede commentaar is zo mogelijk nog dubieuzer:
“Jan, we zijn het duidelijk eens over waar we naar moeten streven.” Dat krijg
ik dan maar gewoon even in de mond gelegd. We zijn het eens? Zelfs duidelijk
eens? En iedere keer moet ik eerst weer vriendelijk uitleggen dat het toch echt
‘ietsje’ anders zit – pas dan kan ik verder. Verder?
Ik denk dat iets in/aan hem
(geen idee wat, maar dat vroeg-ie zichzelf inmiddels ws
ook af) even resoneerde toen hij (het begin van) mijn stukje las. Het
stimuleerde hem tot onmiskenbaar sassen, sassen tegen mijn boompje, waarna hij
opgelucht zijn weg vervolgde. Vervelend echter, denk ik, dat het boompje zich
niet onbetuigd liet. Oei, wat nu? Nu kwam het op zoiets als fatsoen aan.
Doorlopen of terugkomen tot nadere reactie? Hij kwam terug, heel fratsoenlijk, en kwam netzo
respectloos als de eerste keer niet verder/dieper dan een slap afpoeier-sasje. En nu, nu ligt hij ergens in een luie mand en droomt
van drie-enig digitale ruimten waarin ruimte plenty is voor het lekkerste
gesnuffel aan zo heel veel moois: technologische middelen,
communicatievoorzieningen, open data, cloud, …. Noem
maar op. Man, man, man wat valt er nog veel te exploreren, zeg! Zijn staart
weet eenvoudigweg niet van stilhouden. Het is één grote kwispel-partij – samen
met zijn andere vrienden in de digitale ruimte. Wat zouden we ons druk maken
over… hoe zei je ook al weer… Kijk, daar… ooh… wat
een mooie cloud… Zie je-um?
42. Ondertussen verscheen
(ook) jouw BBBB-stukje
met die prachtige metafoor van de stratenmaker. Maar ook zo’n (voor mij)
prachtige, heldere, niet mis te verstane metafoor is, zo vrees ik, aan geen
hond besteed. Men ziet het metaforische er niet eens aan. Wat zeg je nu? Is er
geen onmiddellijke oplossing? Ondenkbaar. Daar heeft niemand tijd voor. We
moeten immers… verder. Verder?
Triest. Niemand die het ziet.
43. Nee, Impassé
is al weer druk bezig om in vergetelheid weg te zakken. Zo lang kunnen veel
mensen hun aandacht niet daadwerkelijk richten/gericht houden. De houdbaarheid
van wat-dan-ook-maar verstrijkt… vliegensvlug. Met Ne Passé Pas
probeer ik de reeds instortende spanningsboog nog even, heel even maar, wat
extra leven in te blazen, nog ietsje langer in het zonnetje te houden. Als, met
jouw samenvattende woorden, “Picards analyse
luidt dat de moderne mens lijdt aan discontinuïteit”, kan ik daar wel in mee.
Hedendaagse techno-drang/hang
versplintert eigenlijk alleen maar. En zolang mensen daar maar als lemmingen in
méé-hollen, leidt dat m.i. idd
“tot verderf.” Situaties (achtergronden) wisselen alsmaar sneller. En tegen
dergelijke achtergronden valt naar mijn idee geen voorgrond nog zinvol te
herkennen. Wat moet een mens er nog mee? Voor een indruk/afdruk, voor
assimilatie is geen tijd – want de volgende, tja wat eigenlijk, is al weer aan
de orde. Orde?
Met zoiets als een
semiotische enneade zou samenhang-in-alle-‘gekte’
kunnen worden geboden. (ook) zoiets zou de boel alweer beter bij elkaar kunnen
krijgen/houden. Maar dat lukt steeds slechter omdat mensen hun eigen draaimolen
niet meer uit zijn te krijgen, omdat mensen meer en meer hun specifiek
menselijke vermogens opgeven door en masse gehoor te
geven aan de – onder mom van vooruitgang, innovatie enzovoort – aanhoudende
oproep van ICT om zich aan te passen aan de cybernetische beperkingen van IT-systemen,
waardoor ze, nee troost je – ze hebben het niet in de gaten, in een Matrix
terechtkomen en hen niets anders meer rest dan als bijtjes van bloem naar bloem
te vliegen – want… dàt is immers het volle leven.
Met dergelijke “Zusammenhangslosigkeit, Augenblickshaftigkeit
en Diskontinuität” is, inderdaad, “iemand van
ogenblik tot ogenblik steeds een totáál ànder mens.” Ja, … hoe kom je daar uit? Door idd uit te treden; door de (volgende) oplossing buiten de
heersende lichtkring te zoeken. Een ander verdwijnpunt dus, vanwaaruit
via nieuwe richtlijnen een nieuwe ruimte wordt opgespannen.
44. Wanneer je beseft dat een
bepaalde oplossingsruimte uitgemolken (uitgeput) is… dat moet – mo(e)tief? e-move-re? – je d’r uit (uittreden; buiten het oude
en vertrouwde treden; eruit verdwijnen; los-laten;
dis-creëren; de-realiseren). Je oude wereld valt in duigen – en via nieuw, snel
naderbij komend, lees ook: verschijnend verdwijnpunt (het verschijnen van
verdwijnen is het verdwijnen van verschijnen) richt nieuwe wereld zich,
wellicht eerst nog stamelend en tastend, op – de oude wereld daarbij nieuw
omvattend/invullend/creërend/realiserend. En daar ergens in het midden van de
hele beweging (move, motion/motie, motief – beweging van motief is motief van
beweging), daar hangt kort dat irrationele niet of nauwelijks kenbare
verschijn/verdwijn of verdwijn/verschijn uhh… iets.
Geen (volgende) verschijning zonder (eerdere) verdwijning. En ergens in het
midden zit zoiets als een contrapunt. Het verdwijnpunt kan daar verschijnen; het
verschijnpunt verdwijnen. Ongekend. Gelukkig maar.
45. When people start to give up, start to neglect their specific
abilities (as motivated beings at the significs
level) and simply adapt to the very limited levels of their devices (as impulsed artefacts at the cybernetics level)… they soon
will become domesticated by their machines….
46. Dank je wel voor je
response! Het druk-druk-druk argument herken ik maar al te goed! Het “Ik denk
dat het voor onze wensen wat over-gedimensioneerd – en daarom minder geschikt –
is” argument baart me toch wel wat zorgen. Mag ik kort proberen dat toe te
lichten?
Ik denk dat de vergelijking
met verkeersinfrastructuur hier prima past. En verkeersinfrastructuur is,
inderdaad, nogal “over-gedimensioneerd” tenminste… als je er naar kijkt vanuit
het perspectief van een enkele gebruiker(sgroep).
Verkeersinfrastructuur is een infra-structurele
voorziening en heeft dus tot taak vele, vele weggebruiker(sgroep)en
heel gevarieerd en soepel te bedienen. Niemand (voor zover ik weet) zegt dat
verkeersinfrastructuur vanwege z’n over-gedimensioneerdheid
minder geschikt is voor gebruik – en ziet daadwerkelijk van gebruik af.
Zo is het ook met de Plato-tooling. Plato is niet een applicatie zoals we die zo vaak
tegenkomen. Nee, het is een door-en-door infra-structureel
systeem en dus niet specifiek met het oog op die-en-die gemaakt, integendeel,
maar… het zou ook jullie wel kunnen passen – ruim zelfs.
M.a.w. ja, ik herken het
gevoel (over-gedimensioneerd, te zwaar, kanon-op-mug, …), maar ik deel je
mening “en daarom minder geschikt” niet.
Met voorgaande wil ik
overigens niet zeggen dat jullie er dus alleen maar verstandig aan zouden doen
om -hopla- met de Plato-tooling in zee te gaan. Nee,
zo’n besluit behoort op meer aspecten te zijn gestoeld!
Nogmaals bedankt voor je
response – en je tijd om dit verhaal te lezen!
47. Business Process Redesign, bpr, …. Leeft het nog? Velen denken/hopen van wel – zo is
mijn indruk. Maar… Draait het eigenlijk (nog) wel om organisatie? Of draait het
meer en meer om organiseren in wisselende handelingsverbanden? Draait het
eigenlijk (nog) wel om processen? Of draait het meer en meer om informatie van
situationeel heldere betekenis tot trefzekere actie? Wat moeten we eigenlijk
(nog) (weer) met bpr? Kunnen we Hammer en Champy niet veel beter een extra geranium geven? Moeten we
niet eens afscheid nemen van OO? Is het een idee om CO
serieus te onderzoeken (Context Oriented)? Moeten we
wel verder met SOA? Is het een idee met IOA
aan de slag te gaan (Information Oriented
Architecture)?
48. Hoe gaat/staat het met je
Laan van de Leefomgeving? Vier maanden verstreken inmiddels... wat vliegt de
tijd! Misschien heb je tijd en gelegenheid me in een twee of drie zinnen bij te
‘praten’? Zie ook aantekeningen #01, #02 en #05 hierboven.
49. Nee, W, ik doel niet op
of/of; ik doel op bewustwording van gehanteerd vertrekpunt plus op de
(afwezigheid van) productiviteit van vertrekpunt.
Als ik het heb over de b van bpr… Moeten we – informatisch
gesproken – de organisatie-als-bolwerk(ding) eigenlijk nog wel als kapstokhaak
nemen, of is het – nota bene: nog altijd informatisch
gesproken – veel productiever om uit te gaan van handelingsverband?
Als ik het heb over de p van bpr… Moeten we – informatisch
gesproken – proces-als-denkconstructie eigenlijk nog wel als kapstokhaak nemen,
of is het – nota bene: nog altijd informatisch
gesproken – veel productiever om uit te gaan van
informatie-van-situationeel-heldere-betekenis-tot-trefzekere-actie?
In geval je keuze voor de b
en de p valt op het niet-traditionele antwoordalternatief, raakt je discussievraag
voorzien van antwoord en komen de OO en SOA vragen in geheel nieuw daglicht te
staan. Dan komt er ruimte voor “radicale verbetering”.
PS.: Waarom zouden bedrijven
hun concurrenten moeten verslaan? Wat voor wereldbeeld breng je daarmee tot uiting?
50. Bedrijven-in-het-algemeen,
W, dus niet alleen de McDonald’s van deze wereld, zouden er m.i. zo heel goed
aan doen zèlf met een nieuwe, zeg maar even, Uber-variant te gaan experimenteren – dus volgens radicaal
nieuwe fundamental assumptions
(denk-breuk) annex werkwijzen (doe-breuk; rules
etc.). Beide varianten zullen pak-um-beet het zelfde
doen, maar wel volgens volstrekt en radicaal andere paradigma’s – en dus zullen
de effecten ook enorm verschillen (daar waar, bijv., lean
in de oude setting moeizaam gaat en eigenlijk alleen maar tot mislukken is
gedoemd… daar is het in de nieuwe setting alleen maar vanzelfsprekend en niet
eens de moeite waard er een apart woord voor te introduceren). Afwijkende
paradigma’s zijn nu eenmaal niet te verenigen onder één (schedel)dak. Niet eens
proberen dus. Maar, ja – wie gelooft dat nou…? Het is zoveel gemakkelijker door
te modderen in bestaande diep uitgesleten karrensporen. Iedereen doet het.
Vrijwilligers die hun nek uit durven steken? Nee? Dan komen de Ubers… onontkoombaar… dan is er geen ontkomen meer aan en
bespoedigt elke poging tot concurrentie de wurggreep om de eigen nek. Voor samenwerking is het dan te laat.
Eric Hoffer zei (al in 1973): “In times of
drastic change, learners inherit the world, while the learned remain
beautifully equipped to deal with a world that no longer exists.”
51. H, Wellicht hoorde je al
eens over de Semiotic Ennead. Mogelijk
resoneert het met het key-point in je bijdrage: “Hoe
ruim wil je het concept informatisering opvatten?”
52. Dank je wel voor je
lees-tips/materiaal. Stirner ga ik nog printen en lezen (in de trein – denk
ik). Signifische
onlosmakelijkheid met passende formalisme(n) is (voor mij) leerzaam. De
relaties Mannoury/Dantzig
en Peirce/Morris waren mij onbekend – evenals het
mistgordijn dat Morris creëerde door/met z’n inzet tot semiotische onderzoekstakken (die takken kende ik wel, maar niet hun
afkomst). Het moet je dan (in zekere zin) toch goed doen te zien dat je hun
tijd een heel stuk vooruit bent!
53. P stuurde ik vorige week
nog even een klein berichtje (#48). ‘k Was even ‘nieuwsgierig’ hoe het
inmiddels met z’n LvdL staat/gaat. Nog geen reactie,
maar dat komt mogelijk door de mei-vakantie. Wanneer
ik Google laat zoeken naar “rotonde laan van de leefomgeving” kom ik wel
nieuwe(re) documenten tegen; ze staan bol van (ongetwijfeld) goede bedoelingen,
maar niets wijst op een nieuwe en ander(soortig)e, meer productieve aanpak –
informatiekundig of zo….
54. JH, your “no” seems to rest in the assumption that we need to “forsee all possible uses”. Is that true? I don’t think so.
Suppose those systematic models are open and extendible by means of juxtapostion? Then those models can act as the living
fabric from which static (versions of) codes can be derived over and over again
(if still needed). No information loss in the ever evolving fabric. Acceptable
data loss in (each specific version of) the code. So… shifting from static to
systematic in order to be-come able to build statics dynamically.
55. Wellicht is het boek van
Auke van der Woud (Een nieuwe wereld) toch nog wel een aanrader… Dat boek laat
heel goed zien dat vakmensen destijds de boel regelden. Als je kijkt wie nu de
boel regelen… dan zijn het mensen wier vak regelen is… maar van wat? En hoe?
Zij regelen de boel maar al te vaak (en steeds vaker en eigen-wijzer)
in de trant van: als ik één keer fluit spring je omhoog en als ik twee keer
fluit spring je weer langzaam naar beneden (welke cabaretier was dat ook nog
maar weer?)
In reactie op Vakmensen
aller landen, verenigt u! (NRC Next, 21 mei 2015).
56. Elke metafoor bezwijkt al
snel onder overbelasting. De metrokaart is slechts een metafoor; niet de zaak
zelf. Naar mijn idee staat vooral transport, transformatie, opslag en interconnectiviteit van (abstractere) energie centraal,
waarmee de aandacht voor het (concretere) alleen-maar-natural-gas
wat meer en beter in positie komt náást andere vormen die ook zo hun
rechtmatige plaats onder de zon hebben.
57. Klopt als een zwerende
vinger! Er zou idd GEEN sprake moeten zijn van
vervreemding tussen vakwerk en regelwerk. Maar die is er in de praktijk dus wel
zo heel erg vaak! De vaklui zien dat. De regellui
niet; zij versterken veel eerder hun regelposities – verzamelen daarbij eerst
en vooral regelaars om zich heen hetgeen tot gevolg heft dat vaklui op alsmaar
grotere afstand komen te staan.
58. Ja, da’s
zeker iets voor de treinreis (erbij). Ik hoop dat ik in de plm. 2,5 uur durende
reis (nog een keer) door al je nieuw gepubliceerde materiaal heen kom! Differentiële
informatiekunde las ik toch al meerdere malen – nomothetisch/ideografisch. Wow, da’s mooi: dat
deed me naar de pen grijpen – een klein stukje tekst staat in de steigers, maar
wil m’n pen nog steeds niet uit.
59. Afgelopen woensdag hadden
we een “Gasunie-groot” sessie. Een sessie waar Han Fennema een toekomstverhaal hield. Nou, het gaat wat
hem betreft richting een… Energy Roundabout. Hoeveel
jaar geleden riepen wij dat eigenlijk al? Er lijkt iets te zijn doorgebroken
(al weten we niet precies wat en wat het waard is): als individuele branches redden
we het eigenlijk niet meer, we moeten ons gezamenlijk op energie richten; wij
van gas op energie, anderen van x op energie; samenwerking moeten we zoeken,
want onze (gezamenlijke) klanten willen gewoon energie. Punt. Ook zoiets deed
me (weer) naar de pen grijpen. Nu kwam er wel wat uit tevoorschijn: Energy Roundabout aches for information roundabout.
60. “Energiegebruikers vragen
niet om gas of gasinfrastructuur. Zij vragen om oplossingen en die moeten wij
hen met elkaar bieden.” En daartoe zullen we (opnieuw) een abstractie-niveau
hoger moeten gaan benutten want daar zijn de nieuwe gemeenschappelijke noemers
te vinden. En dan kom je zomaar “buiten de gasketen”
terecht: ook “de gasindustrie” dient zichzelf opnieuw uit te vinden.
61. “Hoe zou het zijn om zelf
te besluiten wie je persoonlijke gegevens ontvangt? En wie ze zeker niet
krijgt?” Hoe zou het zijn om periodiek ingelicht te worden over
personen/instanties die jouw gegevens opvroegen? Ja…, hmmm….
Kijk ajb ook eens in de bundel “Interoperabel
Nederland” (Forum Standaardisatie, 2011) – trouwens… lees gerust ook Interoperabel Europa…. In die bundel staat de bijzonder
lezenswaardige bijdrage en aanzet Manifest voor informatieverkeer. Het eerste artikel bevat de crux; de overige
artikelen vormen ‘slechts’ nuanceringen t.b.v. maatschappelijk evenwichtig
informatieverkeer.
In reactie op Regie
op eigen gegevens (iBestuur, 26 mei 2015).
62. Dank voor je request for compliance: ”Wellicht
dus ‘eerder’ iets voor later”. Het nodigde (mij) uit tot… eerder. Want, idd, ook/zelfs een treinreis naar Den Haag zit er, voor je
het weet, toch ook zo maar weer op! Al lezend… herkennend… knikkend…
hoofdschuddend… raak ik er toch weer door… ja wat is het goede woord hier
eigenlijk … geschokt? Onthutst? ‘t Is verbijsterend? En ook: zo werkt het – als
zo’n beetje sinds mensenheugenis. Enne… ook oud nieuws: hoe steviger je naar je
nieuwe ‘verhaal’ wijst, hoe harder het wordt afgewezen. Ga ja er daarna nog mee
door… dan leidt het tot uitwerping, buitensluiting, kruisiging enzovoort. Zo
rekent de gevestigde orde af met ‘anomalieën’ en doet ze zichzelf ‘recht’.
63. Leuk artikel,
Dirk-Jan! En als kwartiermaker kun je jezelf natuurlijk ook aan (een) invulling
wagen! Wellicht zit er (nog) een mooie promotie in – tot Uber-kwartiemaker
bijvoorbeeld (over ambitie gesproken). Vooruit ik doe hieronder alvast een
voorzet. Wie weet volgen er meer en kunnen we je artikel achteraf als een
oproep tot crowdsourcing (en zo door naar crowdfunding – ja, ja, over forse ambitie gesproken)
bestempelen.
1.
Het hebben van
een forse ambitie.
De overheid wil vat krijgen en houden op ontwikkelingen in de samenleving en
wil komende maatschappelijke transformaties soepel en adequaat kunnen
faciliteren.
2.
Benadering
vanuit overvloed; niet vanuit schaarste.
De aparte basisregistraties (zo zijn ze nu eenmaal bedacht en opgezet) bevatten
werkelijk een schat en overvloed aan informatie. Maak die informatie ordelijk
samenhangend beschikbaar via een voor iedereen toegankelijk
informatieverkeersplein – compleet met wandel-, fiets-, rij-, vaar-, vlieg’stroken’, verkeersregels enzovoort ter facilitering
van eigen-aardige informatiestromen annex deelnemers
aan informatieverkeer.
3.
Snel
schaalbare interne structuur.
Meeliften op de bestaande/komende basisregistraties. Daarbovenop (dus: Uber)bouwt de overheid een soepel draaiende en ook
veerkrachtige informatierotonde. Een ‘voordeur’ waarachter de afzonderlijke
basisregistraties als hoofdrolspelers hun bijdragen leveren.
4.
Niet geld maar
informatie staat centraal.
Een informatierotonde waarmee natuurlijke personen en allerhande samenlevings-
en samenwerkingsverbanden (inclusief rechtspersonen) als deelnemer aan
evenwichtig informatieverkeer dag in dag uit en op basis van betekenisvolle
informatie doodgewoon hun dagelijkse dingen doen.
En om de criticasters alvast
wat wind uit de zeilen te nemen:
· Nee, dat red je niet met een hand vol apps op een bedje van wat LOD.
· Nee, dat is heel wat anders dan de Laan van de Leefomgeving
– die er overigens wel heel goedkoop op mee kan liften (kijk, daar begint de
winst al)!
64. Wie al op jonge leeftijd
leert programmeren… raakt al jong (en zonder het te weten) gevangen in een o zo
beperkte wereld – een wereld die niet verder kijkt dan het cybernetische
handelingsniveau: de mens geconditioneerd op machine-niveau. Is er iemand die
daar een warm gevoel van/bij krijgt? Om die reden zou het dan ook zoveel beter
zijn voor -mensen- om vaardigheden op typisch menselijk niveau – op signifisch
niveau dus – aan te leren. Dat lukt met het aanleren van systematisch kijken,
in kaart brengen/modelleren van (het informatie-aspect) van de omringende
werkelijkheid. Daarna is programmeren – voor een aantal, wellicht, een (prima)
optie.
In reactie op: Leren
programmeren op basisschool noodzaak, Computable,
5 juni 2015.
65. @PeVaKe:
Het artikel ademt de sfeer van
programmeren-als-wezenlijk-en-verplicht-vak-voor-iedere leerling: dus als
standaard onderdeel van de “abrichtung” – zoals de
Duitsers zouden zeggen. De vraag is dan of je die abrichtung
op machinaal/cybernetisch niveau moet doen/beginnen of dat het oneindig veel
beter is om die abrichtung systematisch op het zoveel
ruimere menselijke/signifische niveau vorm te geven. Met vaardigheden op het
laatst genoemde niveau kun je de wereld om je heen op stelselmatige wijze
ordenen, duiden, in kaart brengen, modelleren enzovoort – eventueel ook in de
vorm van programma’s.
In reactie op: Leren
programmeren op basisschool noodzaak, Computable,
5 juni 2015.
66. Hele horden zijn, helaas,
helaas, in de ban van techno – ja zijn domweg techno’s
slaaf geworden (overigens zonder het goed en wel te beseffen/te willen weten).
Ze buigen hartstochtelijk en veel en diep voor elke marginale ontwikkeling die
ze steevast als geweldige innovaties bejubelen. En zonder het te beseffen
verkopen ze hun zo ruime signifische – typisch menselijke – mogelijkheden aan
de cybernetische beperkingen van techno – waaraan ze, hevig verlangend naar
alsmaar sneller en meer, hun ziel en zaligheid hebben verkocht. En op zo’n
speelveld vatten wij ons, inderdaad, maar beter op als scheids dan als speelbal.
67. Inderdaad, scherp gezien:
“hoe kijk je tegen de medemens aan?” In dat verband is het van groot belang
scherp in de gaten te krijgen, te hebben en te houden hoe digitalisering in de
afgelopen decennia die kijk op de (mede)mens heeft omgewoeld en alsmaar verder
omwoelt. Hedendaagse digitalisering doet dagelijks, ja vrijwel van minuut tot
minuut dat (in)dringende appèl op (mede)mensen:
beperk je ajb tot het cybernetische handelingsniveau
– het hoogste niveau dat computers aankunnen – want dan bevorder je
techno-vooruitgang. En dat wil je toch? Veel (mede)mensen gaan gretig op dat appèl in. Dat een (mede)mens daarmee z’n typische
menselijke vermogens – dwz. handelen op signifisch
niveau – te grabbel gooit… dringt nog maar tot weinigen door – vrees ik. En zo
ontstaat een cyber/mensbeeld… “bepalend voor de maatschappijopvatting en dus
ook voor het recht” en meer.
In reactie op: Burgerrechten
zijn er niet voor niets, iBestuur, 8 juni 2015.
68. Als ik op de metrokaart
het groene spoor (Energienetwerk-2030) volg… vind ik precies één hoofdstation
dat samenloopt met het grijze spoor: Gasunie-in-transitie.
En voor dat hoofdstation geldt geen bijzondere ambitie/doelstelling van Gasunie.
Als er op die metrokaart nu
‘ergens’ een Plek valt aan te wijzen waar op termijn alle grote/kleine
energie-spelers, alle deelnemers aan energie-verkeer iets mee van doen
hebben/krijgen… een plek waar het hart van de Groene Energierotonde concreet en
aanwijsbaar (op energie-niveau) klopt… dan is het –
denk ik – precies daar: ‘op’ Station Capaciteitsmanagement. Dat is, denk ik, de
plek – de ‘energie-verkeerscentrale Driebergen’, zeg ook maar even – waar van
moment tot moment op verantwoorde, slimme etc. wijze de optimale energie-mix
wordt bepaald/gekozen – inclusief hoe die mix door middel van inzet van de
deelnemers aan energie-verkeer tot stand komt.
Op allerlei terreinen moet
nog (erg) veel werk worden verzet om tal van ingrediënten van de groene energie-rotonde
rendabel, verantwoord enzovoort ‘in place’ te
krijgen. Station Capaciteitsmanagement is, naar mijn overtuiging, één zo’n
werkterrein. En Capaciteitsmanagement-op-overkoepelend-energie-niveau is naar
mijn idee niet maar gewoon wat meer van hetzelfde, van hetgeen we al kennen in
de gas-, elektriciteit- enzovoort wereld, maar echt iets ànders.
Dat vergt studie, ontwikkeling – en kan niet op het ‘laatste moment’ nog even
uit de mouw worden geschud. Waarom zouden we niet leren van de geschiedenis?
Leren van bijvoorbeeld de gang van zaken rond/met het EPD. Leren van de
geschiedenis/ontwikkeling die de OV-chipkaart al doormaakte?
Hoe positioneer jij het
Station Capaciteitsmanagement? Zouden we – let’s
design our energy – alvast moeten gaan nadenken over
een evenwichtige invulling van dat Station Capaciteitsmanagement? Een invulling
die alle toekomstige deelnemers aan energie-verkeer (klein en groot) recht doet
– met het oog op een duurzame energie-toekomst?
69. Wat dat betekent? ‘k Weet
het niet precies, maar vooraleerst duid ik het ronduit positief! En met jouw
bericht (nee, zeker “niet te eigenwijs”) gaf en geef je ook de scharnierwerking
tussen “enerzijds strategie op ruimste schaal (lees ook: visie), anderzijds
operationalisering” aan. Ja, idd, en mooi
samengepakt: “Wat dat draai- annex kruispunt in hoofdzaak moet faciliteren, is
energieverkeer gekenmerkt door a. federalisme door-de-schalen-heen en b.
modaliteiten inclusief overgangen van energie.” en, alweer idd:
da’s “alom reële variëteit.” En zie daar alweer:
worsteling. Daar kom je met een traditionele/absoluut werkende mindset niet (goed) uit. daarbij is een “variëteitkundige beschouwing onmisbaar.” En daarvoor,
d.w.z. “voor ontwerp enz. van een zo eenduidig mogelijke ordening is echter,
precies, een stelseltaal nodig.”
70. Dank je wel voor je
uitnodigende reactie. Ik zie dat je agenda voor de rest van deze week ‘dicht’
zit. Is het goed dat ik volgende week even langs loop? Mijn ideeën voor, in
jouw woorden “capaciteitsmanagement over de verschillende systemen heen” zijn
trouwens niet zo bijzonder! De insteek staat hieronder alvast kort aangegeven.
1.
Voor Station
Capaciteitsmanagement valt van alles en nog wat te coördineren: variëteit, dus.
En inderdaad, zo’n Groene Energierotonde is niet zo maar iets! Want hoe breng
je een groot aantal autonoom opererende, heel verschillende, in eigen kracht
staande/werkende partijen toch/ook op één energie-lijn samen? Met het
(gemeenschappelijke) oog op een duurzame, betrouwbare en betaalbare
energie-toekomst.
2.
De
verkeersmetafoor neem ik serieus – want die geeft, naar mijn idee, belangrijk
richting aan de worsteling. Op de energierotonde wordt iedereen… deelnemer aan
energie-verkeer. Net als in/bij fysiek verkeer (weg, water, lucht, spoor). Daar
levert de deelnemer zijn/haar bijdragen: productie, transport, transformatie,
opslag, consumptie. Daar horen – op elke schaal en voor elke modaliteit –
verkeersregels bij, sanctionering, hulpdiensten enzovoort. En dat geheel
streeft naar optimale doorstroming van het energie-verkeer.
3.
Nee, dat Station
Capaciteitsmanagement kan niet op één dag gebouwd worden (constructie) – zover
is het overigens ook nog (lang) niet. Maar het hele plan ervoor (ontwerp) moet
tot-en-met stelselmatig worden opgezet. Het ontwerp-bereik moet, m.a.w. een
flink stuk ruimer zijn dan het constructie-bereik voor, zeg maar even, een
eerste realisatiefase voor het Station Capaciteitsmanagement! Met de aanzetten
tot ontwerp en het ontwerp zelf moeten we naar mijn idee niet
wachten/treuzelen.
4.
Capaciteitsmanagement
functioneert, kijkend naar de metro-kaart als geheel, door-de-schalen-heen en
ook door-de-modaliteiten-heen. De variëteit is m.a.w., en met gevoel voor
understatement… nogal groot. Er is, zeg maar even, een variëteit-kundige
oriëntatie/aanpak nodig om te komen tot een vruchtbare, gedragen (aanzet voor)
ontwerp van Station Capaciteitsmanagement. Die oriëntatie is heel geschikt om
van meet af aan en samen met andere (gids)partijen de opzet van Station
Capaciteitsmanagement te ontwikkelen. Dàt doet immers
alle deelnemers aan energie-verkeer (klein en groot) recht en spoort met de
Stations Betrouwbaarheid en Vertrouwen – die ook aan de Gasunie-in-transitie
metrolijn liggen.
71. Programmeren-als-wezenlijk-en-verplicht-vak-voor-iedere-jonge-leerling:
dus als standaard onderdeel van de “abrichtung” –
zoals de Duitsers zouden zeggen. De vraag is/zou moeten zijn of je die abrichtung op machinaal/cybernetisch niveau moet richten of
dat het zo on-ein-dig veel
beter is om die abrichtung systematisch op het zoveel
ruimere menselijke/signifische niveau te richten en vorm te geven. Met
vaardigheden op het laatst genoemde niveau kun je signalen (informatie zeg ook
maar) uit de wereld om je heen op stelselmatige wijze ordenen, duiden, in kaart
brengen, modelleren enzovoort – eventueel ook in de vorm van programma’s. Wie
zich op voorhand sterk beperkt tot het ontwikkelen vaardigheden op dat
eerstgenoemde, lagere niveau… doet zichzelf èn
anderen (!) ernstig, ernstig tekort – zo vrees ik.
72. Dank je wel voor je
response! Core business. Ja, graag mee eens, da’s inderdaad MVO èn ontzettend
boeiend. Misschien vraag ik wel te snel (en) te veel, maar mag ik vragen aan
welke aspecten je zoal denkt bij een, zoals jij het formuleerde, “integrale
energiebenadering”?
Ik begrijp dat er heel veel
aan communicatie, voorlichting, draagvlak, enthousiasmering, … moet worden
gedaan. Getuige ook de aanwezige Stations Vertrouwen en Betrouwbaar op onze
eigen metrolijn. En ook dat we dat zelf moeten aanpakken – conform Station
Bij-Jezelf-Beginnen.
Valt onder “integrale
energiebenadering” wat jou betreft ook dat er een evenwichtig en gedragen
(liefst zo tastbaar mogelijk) gedragsmodel moet komen van hoe dat Station
Capaciteitsmanagement voor alle deelnemers werkt – een model dus waarin de verschillende
spelers zich kunnen herkennen en ook hun onderlinge posities (met name de
nieuwe energie-posities) kunnen verkennen?
Als het antwoord op die vraag
bevestigend is… dan stel ik voor mezelf vast dat ik daar erg graag een bijdrage
aan zou leveren!
73. Well, doesn’t that happen all the time? Years ago IT opened a really
great, super etc. solution space. But eventually every solution space gets
exhausted. And as always… we keep looking and searching – very, very frenetic…
and for quite a long, long time in that exhausted solution space for more… and
more…. But it isn’t there. We’d better remember Einstein (even if we don’t want
to): “We cannot solve our problems with the same level of thinking that created
them”. We need to bravely step out (disrupt) of this solution space and embrace
a new, a larger one that encompasses the current one in qualitative, surprising
etc. new ways!
In reactie op “ICT not innovative enough” en “Weak productivity turns into a problem of global
proportions” (Financial Times, 17 juni 2015).
74. Human-Havings somehow got convinced that
they have to Have in order to be able to Be. Every having they lose…
immediately affects and threatens their Be-ing; their
identity is Have-ing-based. They always strongly Long
for new/better/more advanced/… havings. They Be-Come
their Havings. Get lost in their Have-ings and completely lose their Be-ing.
They’re not able to Be-Long. They Love to Have, but cannot Be-Loved. They
‘somehow’ seem to have lost (most of) their capacity for Human-Being.
75. Je brein: ‘t Is een
fantastisch gereedschap. Een heel hand-ig hulp-middel. Na gebruik altijd weer zorgvuldig schoonmaken
en goed opbergen.
76. De variëteit-kundige
oriëntatie levert niet veel meer op dan we al hadden. Wat komt (wel) naar
voren:
1.
Er is een aantal
aspecten/invalshoeken: Productie, Transport, Transformatie, Opslag en
Consumptie van energie.
2.
Er is een aantal
modaliteit(soort)en: gas(sen), elektriciteit, CO2, zon, wind, water, ….
3.
En dat alles
natuurlijk op verschillende schalen/door de schalen heen.
Af en toe eens wat tekenend
aan een model zie ik – o.b.v. Multifocaal
netwerkmodel stelsels voor de aspecten/invalshoeken, waarbij elk stelsel
wel iets van een TransportStelsel ‘bij zich’ lijkt te
hebben. En wellicht moet een TransportStelsel soms
ook wel eens een OpslagStelsel ‘bij zich’ kunnen
hebben…. En, ja, door zo’n TransportStelsel pers/stuw
je de verschillende modaliteiten. Sommige aan-/afvoerstations leiden naar
transformatiestations in TransformatieStelsels….
Volgende week probeer ik daar een eerste plaatje van te maken. Ik voel ook een
opvolger van Multifocaal netwerkmodel aankomen….
77. Dank je wel voor je
aanbod tot meedenken/schrijven! Ja, heel graag! Want dat zal kwaliteit,
stelselmatigheid, voldoende compleetheid, diepgang enzovoort sterk bevorderen!
Dank je wel voor je aanbod! Inmiddels veranderde ik de werktitel alweer –
beetje techno erin: “Stelselmatige impuls tot energieverkeer”. Van het ene,
alweer zoveel betere idee “Op weg naar …” komt maar zo weer iets anders. En,
ja, de titel zal nog wel paar keer veranderen voordat de inkt droog is. De
richting is iig eerst wel helder (denk ik)!
Ik stel me vooraleerst (ook)
een opstel voor dat behoorlijk goed leesbaar en voldoende
aansprekend/intrigerend is voor de belangstellenden hier. En, ik hoor je
terechte bezwaren al klinken… Ja, klopt, wellicht moet zo’n populaire versie
apart verschijnen. Maar wie weet is een opzet a la Informatiekundige Ontwerpleer
ook werkbaar: een relatief korte tekst, met een veelheid aan details,
verduidelijkingen, verwijzingen, theorie, voorbeelden in voet/eindnoten
verpakt. Of… zie jij het nòg weer anders? ‘k Ga aan
de slag met intro-enzo voor de opstel-tekst plus
schetswerk. Zodra ik wat toonbaars heb, laat ik het weten.
78. Een week geleden alweer
deed ik nog een plaag-plasje op VNA: Overmorgen,
heet het. Even een extra (vr)olijke noot toevoegen aan een presentatie van Joep
Creusen.
79. Why
we have to reinvent the concept of competition and run faster than the
futures comes? Competition
relates to human-Havings; not to human-Beings. It
should be about having to be – not being to have. Human-Havings
somehow got convinced that they have to Have in order to be able to Be. Every
having they lose… immediately affects and threatens their Be-ing; their identity is Have-ing-based.
They always strongly Long for new/better/more advanced/… havings.
They Be-Come their Havings. And completely lose their
Be-ing. They’re not able to Be-Long. They Love to
Have, but cannot Be-Loved. They ‘somehow’ seem to have lost (most of) their
capacity for Human-Being. The Be-ing of Have-ing is the Have-ing of Be-ing.
80. Dank je wel voor je
response n.a.v. Overmorgen!
Tja, een vraag krijgen over Overmorgen…. Over wat dat zou kunnen zijn – ‘register
logic’…. Dat zou al een prachtig schot vanuit een roos zijn! Nee, er heeft zich
nog niet eens iemand gemeld die slechts zijn/haar behoefte wilde komen doen. Kwam
er maar een dergelijke vraag! Dan zou ik kunnen toelichten en zo …. Mijn idee
was dat je via register logic en een gatekeeper – dus
zonder al te veel en al te vreemde woorden zou kunnen verduidelijken dat het
met overmorgen toch wel om heel iets anders gaat. Maar, wie weet: geheel en al
tevergeefs – en wil het volk toch liever alleen maar wat vermaakt worden.
Ja, zeker, de “consequentie
van – consistente – contextualisering is immers dat
logica als het ware integraal verwerkt is in het conceptuele model”. En,
inderdaad, “dat is helaas een boodschap waarmee je op VNA zelfs niet onder de
noemer van verste toekomst instemmende lezers krijgt”. Daarom zocht ik vanaf Creusen’s ‘bruggenhoofd’ een aardige mogelijkheid voor een
eerste ‘pijler’ met wellicht teveel de valse suggestie dat het daar direct ook
het einde van de brug zou betreffen. Maar dat ziet verder (nog) niemand, denk ik.
81. Dank je wel voor je
inspirerende tekst! Ik denk dat de Energiewende als
een prachtige, concreet-metaforische aanloop (aanslinger-metafoor)
voor de verkeersmetafoor zou kunnen fungeren. Maar of-tie te moeilijk is…? Je
“werktekst” komt daarbij prima van pas! En, ja, wat daarna “volgt is een ruwe
schets van zo’n infrastructuur voor energieverkeer”, in stapjes opgebouwd.
Daarbij is (ook) de vraag
waarin de belanghebbenden dan in het bijzonder geïnteresseerd zullen zijn. Dit
met het oog op een eventueel vervolg, want zo’n opstel moet, denk ik, waar
mogelijk toch ook een pakkende en verleidelijke teaser
zijn. Wat zouden ze uit het uiteindelijke model (als het ooit zover komt)
willen aflezen? Even een paar schoten voor de boeg: Ik denk dat…
(A) alle
soorten deelnemers aan energieverkeer zichzelf in het uiteindelijke model
moeten kunnen herkennen en terugvinden.
(B) ze, al
kijkend/studerend/overpeinzend, een voldoende goed beeld moeten krijgen van
de/hun nieuwe onderlinge verhoudingen. Zijn ze evenwichtig? Wat wordt hun
nieuwe rol/positie? Enzovoort.
(C) ze een
voldoende goed beeld moeten krijgen van hetgeen Station Capaciteitsmanagement
gaat inhouden, hoe het vorm moet krijgen en hoe ze zich ertoe gaan verhouden.
En verder:
(D) Wat gaat
dat dan kosten, zo’n Station Capaciteitsmanagement? Wie gaat dat hoe, wanneer, …
doen/betalen? Wat vindt Brussel er (tegen die tijd) van?
(E) Enzovoort.
Ik denk dat de eerste drie
punten wel goed zijn om in het (achter)hoofd mee te nemen – ook al bij het
opstel dat we nu in gedachten hebben. Terug op aarde: eerst maar eens even
aanzet/opzet voor het opstel, een paar probeer-modelletjes, …. Deze week meer.
82. De informatie van de
organisatie is de organisatie van informatie. Het proces van structuur is de
structuur van het proces. Wat blijft er dan van de vraag (Hoe
overleeft een organisatie de informatie tsunami?) over? Waarom zou een
organisatie moeten overleven? De organisatie is niet meer dan een (toevallige)
voorbijganger; een middel in handen van een personenverband – voor zolang het
duurt.
83. Wie ervoor wil zorgen dat
informatie optimaal verwerkt kan worden… doet er goed aan die informatie
onafhankelijk van welke verwerking dan ook te structureren/modelleren. Alleen
dan is elke denkbare en situationeel wenselijke verwerking robuust en duurzaam
mogelijk. Dat zou wat zijn, zeg…!
84. Met excuses voor de
(wellicht) verwarrende indrukken die ik maakte. Ja, dat wil ik ook, een goed
verteerbaar opstel (P-niveau – populair) dat de deur naar vervolg toont/openzet/-houdt.
Maar, ja, d’r moet eigenlijk toch ook al wel wat goeds aan ten grondslag liggen
(G-niveau – grondwerk) – zo realiseerde ik me. Een pakkend stukje intro-tekst
(P) is van belang, zeker, maar dat moet daarna ook gewoon soepel dóórlopen in een aantal schetsjes-met-uitleg (P).
Met dat eerste probeersel –
grotendeels op (P)-niveau – wilde ik toch even een ‘aardig’ beginpunt hebben en
pikte hier en daar wat weg, ver-(P)-ificeerde het
wat, bracht de deelnemer aan energieverkeer er ‘lekker’ prominent in en een
handvol posities kwam alvast ‘leuk’ naar voren. Ik realiseerde me wel dat die
linker-boven-hoek zo natuurlijk niet echt kan. En met dat “b&o-domein”
heb ik ook zitten hannesen: dat paste daar ook niet echt; ik kwam alleen niet
op het idee om dat ‘ding’ a.h.w. op te rollen en in “(system)model” te stoppen.
En dat geldt ook voor die andere stelsels die ik allemaal apart neerzette. Wat
jou “overhaaste differentiatie” toelijkt, bedoelde ik als
weergave/verbijzondering van deelnemers aan energieverkeer (P). Maar ook hier
geldt weer dat je het (G)-niveau eerst aardig op de rit moet hebben waarvan je
vervolgens de (P), “een vereenvoudigde weergave àfleidt.”
Hartelijk dank voor je
(G)-model (22 juni 2015)! Een integratie (nee, geen knip/plakwerk!) van de modellen
uit Multifocaal
netwerkmodel (2006), An
intermediary metasystematics
(2013) en Verkeersprofiel. Nee, ik begrijp het geloof ik nog niet helemaal;
morgen ben ik weer fris en dan wil ik kijken of ik de diverse spelers annex
spel erin kwijt kan. Wordt vervolgd!.
85. Lees ik hier, in Worstelen
met de informatiehuishouding, nu dat alle kluitjes zijn her-bevestigd,
dat het riet er mooi groen en wuivend bij staat en iedereen er zelf chocola van
moet zien te maken (al of niet tussen het riet)?
86. That’s a powerful quote: “Businesses are drowning in data, but
starving for insights. Worse, they have no systematic way to consistently turn
data into action.” And a great insight: it’s all about… well-aimed action! And
well-aimed action follows from proper assignment of meaning. And proper
assignment of meaning comes from…? What is it that heavily determines meaning
of information? That’s context! Other context yields another meaning of the
same information. So… what is the “systematic way to consistently turn data
into action”? Just model it systematically, i.e. contextual. Information and
context Always go together – it’s an irreducible duo.
87. Op iBestuur
blogt Dirk-Jan de Bruijn op 24 juni over Als
veranderingen te snel gaan... Ja, inderdaad, “in deze beweging is één ding
over het hoofd gezien […]. Ontwikkelingen in onze maatschappij zijn steeds
minder voorspelbaar. We moeten […] alsmaar sneller en leniger inspringen op
veranderingen.” En daar zit natuurlijk ergens een eind aan: we kunnen niet
alsmaar sneller en leniger worden/doen.
Dat gaat dus, onontkoombaar,
leiden tot een shake-out. Een shake-out waarbij bepaalde ziens-/handelswijzen
worden afgewaardeerd en uit de gratie raken om andere ziens-/handelswijzen (op
een hoger abstractieniveau) te kunnen (in)zien, (be)grijpen
en (op)waarderen; ziens-/handelswijzen waarmee we dan weer met gemak een
tijdlang vooruit kunnen. Zo’n shake-out-beweging heet ook wel: infrastructuralisering. Een dergelijke verandering is
kwalitatief van aard. ‘t is even wennen, maar met zo’n nieuwe infrastructuur
past het oude – en heel wat meer! – zoveel beter. Stagnatie verschrompelt. En
we vragen ons af waarom niemand eerder op het idee kwam….
Vergis ik me, of is het
inderdaad zo dat geen van de in deze blog genoemde stappen (van bestuurlijke
aard – hoe nuttig/nodig ze ook zijn!) daar het geringste besef van heeft/ademt?
Ik ben maar zo bang dat als we niet meer/anders doen dan je stappenplan
aangeeft … het er op neerkomt dat we ons gewoon laten verrassen/inpakken door disruptieve techno om er vervolgens weer een bestuurlijke
mouw-uit-voorraad aan te passen.
Welke infrastructuralisering
willen we? Laten we dan (als een haas) in die richting gaan sturen! Anders
staan we d’r bij en kijken er maar wat naar. En laten we daarbij bedenken dat
het waarom van het wat het wat van het waarom is (ja, ook Sinek’s
prima model moeten we maar beter met een korrel zout erbij nemen).
88. Imagine a set of interrelated things. Now focus on one of them.
Perhaps it somehow rises up a little… you see? And its related things start to
rise with it. The nearest things rise the most. That focus-thing could be text.
The things that rise with it constitute its context. Of course you could have
focussed on one of the other things – yielding another context….
89. “Het is aan de
leiders/architecten van die organisaties om deze energie ten goede te
kanaliseren opdat we de menselijkheid terug krijgen”, verzucht JC op LinkedIn. Vergooien we en masse dat
wat ons typisch tot mens maakt? Kom op mens: d’r zit méér in je!
90. Why would focussing (#88) be limited to “concentrating on a specific
[…] World View”? I can concentrate very well at, say, the referee in a football
match. The players, the field, the game on the field, the audience, the
sounds/gestures the participants, fans etc. make… all make up a context that
helps understand the situation of the referee at that moment (including his
next steps/actions).
91. Als we eens kijken naar
een elektriciteitssysteem:
1.
Dan zien we
producenten die elektriciteit produceren (productie-systeem),
2.
Transporteurs die
het van A naar B brengen (transport-systeem),
3.
Transformateurs
die het omvormen tot geschikte/bruikbare vorm (transformatie-systeem),
4.
Consumenten die
het verbruiken (verbruiks-systeem),
5.
En, wanneer het
mogelijk wordt: Opslag-ers die teveel van het goedje
opslaan (opslag-systeem).
Allemaal zijn het deelnemers
aan energieverkeer.
Als we ook eens kijken naar
een gas-systeem:
1.
Dan zien we
producenten die gas produceren (productie-systeem),
2.
Transporteurs die
het van A naar B brengen (transport-systeem),
3.
Transformateurs
die het omvormen tot geschikte/bruikbare vorm (transformatie-systeem),
4.
Consumenten die
het verbruiken (verbruiks-systeem),
5.
Opslag-ers die een teveel van het goedje opslaan (opslag-systeem).
Ook hier: allemaal zijn het deelnemers
aan energieverkeer.
En twee van zulke systemen
zijn verbonden via zoiets als een, zeg maar even, overgangs-systeem. Die zijn
er vast weer in soorten-en-maten:
1.
Doorvoersysteem
Een gewoon rechttoe rechtaan systeem; het komt neer op het domweg overstorten
van het goedje vanuit het ene systeem in het andere. Zonder transformatie,
zonder opslag. Dat lukt dus niet met overgang van bijv. gassysteem naar
elektriciteitssysteem. Dat lukt wel van bijv. gassysteem naar gassysteem. Op
z’n simpelst: een buis is al op te vatten als een doorvoersysteem.
2.
Transformatiesysteem
Overgangen tussen ongelijksoortige systemen vergen transformatie. Bijvoorbeeld
van elektriciteitssysteem naar gassysteem: Power-to-Gas,
kortweg P2G. En, ja, ook een gasgestookte elektriciteitscentrale zou kunnen
tellen als G2P.
3.
Opslagsysteem
Opslag systeem als overslagsysteem…. Gas innemen vanuit het ene systeem en op
een later moment weer produceren t.b.v. hetzelfde of een ander gassysteem. Een
soort doorvoersysteem met tijdsvertraging/buffer.
4.
Combinaties van
voorgaande drie
Het hangt er dus maar weer
van af hoe/vanuit welk gezichtspunt je kijkt…. Voor je het weet kun je een
‘simpel’ transportsysteem maar beter zien als overgangssysteem (klopt het maakt
eigenlijk niet uit; kies dus slim/praktisch/…).
Kortom de grenzen zijn
allemaal niet zomaar zonneklaar. Ook binnen wat ‘men’ opvat als één
transportsysteem kunnen opslagsystemen/transformatiesystemen hun plaats hebben
En ook kunnen ze naar de opvatting van ‘men’ apart bestaan.
Traditioneel is gas eigenlijk
alleen maar een fossiele brandstof (aardgas). Tegenwoordig zien we meer
mogelijkheden en kunnen we ook naar een productiesysteem voor gas kijken op
basis van biomassa, waar via vergisting/vergassing groen gas ontstaat.
Een variant erop is een
chemisch productie-systeem waar, bijv., eerst van
water – via elektrolyse – waterstof (H2) gemaakt wordt, dat vervolgens m.b.v.
kooldioxide (CO2) via een chemisch proces wordt omgezet in CH4. En, ja, de
genoemde elektrolyse kan weer elektriciteit verbruiken dat uit windenergie is
geproduceerd. Lang leve de keten. Weer een andere mogelijkheid is om via water
(H2O) en kooldioxide (CO2) gas (als CH4) te produceren. Enzovoort.
En ikzelf… met een
‘zonnepaneel-installatie’ (productie-systeem) op m’n
dak bent ik (nu ook) producent (van heet water/warmte en/of elektriciteit).
Allereerst voor eigen consumptie, maar als ik teveel heb kan ik de productie
ook… weg-transporteren, te weten leveren aan een andere consument (eerst maar
eens mijn traditionele leverancier).
En met m’n HR-ketel was ik al consument van gas t.b.v. warmte en warm
water. En met m’n gasgestookte (of via elektriek) kooktoestel was ik ook al
consument.
Kijk eens naar een
elektriciteitscentrale. Aan de ‘ingang’ ervan tref je brandstof (gas, kolen, nucleair)
aan die daar middels transport wordt aangevoerd (continue, batchgewijs).
Dat spul wordt verbruikt (lijkt dat niet wat op transformeren?): in brand
gestoken om er water mee te verwarmen, om er (via stoom) turbines mee aan te
drijven, die generatoren aandrijven, die aan de ‘uitgang’ elektriciteit produceren
die daar middels transport wordt afgevoerd.
Een aantal gascentrales kan
zowel op kolen als op aardgas opereren en kan overschakelen (op verzoek,
aanwijzing) van gas op kolen.
Vertel ik hiermee schokkende
dingen, in die zin dat ze niet zouden passen in de systematiek van An
intermediary metasystematics?
Ik zie het (nog) niet.
Hoe geven deelnemers aan
energieverkeer aan dat ze iets willen (energie in één of andere vorm)? En waar
moeten ze daarvoor zijn? Als ik het goed zie moet dat volgens het model
verlopen via ‘activiteit’. Die activiteit (laten we zeggen het communiceren van
een aan-/afvoermelding in een gassysteem) omvat dan een speler (aanbieder), een
speler (afnemer), een speler (nu nog transporteur, straks een energie-uhhh-piloot?), een speler (vooruit: nog-een-speler),
mededelingen aangaande het waar, wanneer, wat, hoeveel en wellicht nog meer.
En zo’n melding wordt gedaan
door aanbieder en afnemer (loopt via ‘organisatie’). Die meldingen moeten dan
behandeld worden door weer een andere ‘organisatie’ met wie aanbieder en
afnemer een bepaalde ‘betrekking’ onderhouden. Enzovoort.
Waar laten we dat allemaal?
Zijn dat allemaal aspecten die ahw. landen op de
rotor (al dan niet via een “federaal meldingensysteem”)?
Als je, bijvoorbeeld, kijkt naar het waar, de plaats waarop de
aan-/afvoermelding betrekking heeft… dan heeft dat toch (direct of indirect)
betrekking op één of meer elementen in één of meer systemen? Ik vrees dat mijn
voorstellingsvermogen nu toch flink op de rek-en-strek bank terecht is gekomen….
En (dan) dat nieuwe Station
Capaciteitsmanagement. Dat energiesysteem, zeg ook maar. Dat systeem dat ervoor
moet zorgen dat van uur tot uur de optimale energie-mix wordt geproduceerd op
basis van bijdragen van de participerende systemen.
Tja, en ook zo’n systeem past
denk ik wel in de systematiek van An
intermediary metasystematics,
al zullen er natuurlijk aparte gedragsverbijzonderingen voor het energiesysteem
verschijnen.
Want waarom niet? Hoewel ik
het me (eigenlijk) niet (goed) kan voorstellen… is het wel iedere keer weer
meer van hetzelfde.
Zo eerst maar even. Mogelijk
heeft opbouwende verwarring weer een nieuwe twist gekregen.
92. S, ‘k Was me er niet zo
van bewust dat je tegenwoordig bij New Energy zit. Leuk! Als ik het goed zie,
zit je daar als enige met een informatie-oriëntatie. Klopt dat?
Met genoegen denk ik nog
altijd terug aan het praatje van Fennema op 20 mei. Over het feestje dat hij
graag wil (komen) vieren als die groene energierotonde een feit is!
Da’s een hele klus. Want hoe breng je een groot aantal
autonoom opererende, heel verschillende partijen op één energie-lijn samen –
terwijl ze toch ook hun eigen ding-waar-ze-goed-in-zijn moeten blijven doen?!
In het promo-filmpje werd daarbij heel nadrukkelijk ingezoomd op Station
Capaciteitsmanagement op de metrokaart. Fennema zei daarover m.i. terecht dat
zo’n groene energierotonde iets ànders is dan wat we
uit het verleden kennen. Het is hoe dan ook een heuse uitdaging om van uur tot
uur de optimale energie-mix te leveren op basis van bijdragen van tal van
deelnemende partijen!
Het is naar mijn idee niet
alleen heel anders omdat de verhoudingen tussen partijen veranderen (nauwere
samenwerking, onderlinge afhankelijkheid, …). Het is ook heel anders omdat die
partijen t.b.v. coördinatie van energieverkeer met een stuk gemeenschappelijk
informatieverkeer-tbv-energieverkeer te maken gaan
krijgen. En ik denk dan ook dat het meer dan ooit van belang is informatie als
(bloed)serieuze modaliteit te gaan opvatten – náást gas, elektriek enzovoort.
Want anders gaat zo’n Station Capaciteitsmanagement, denk ik, niet van de grond
komen en blijft zo’n energierotonde te veel alleen maar een mooi idee.
Ik twijfel er niet aan dat
jij daarover ook (uitgesproken) ideeën hebt. Mocht je het idee hebben/krijgen
dat ik daaraan een nuttige bijdrage kan leveren… ik hoor het graag!
93. Y, Ruim een maand terug
was er die “Gasunie-groot” sessie (20 mei). Als ik op
de toen uitgereikte metro-kaart het groene spoor (Energienetwerk 2030) volg…
vind ik precies één hoofdstation dat samenloopt met het grijze spoor: Gasunie-in-transitie. En voor dat hoofdstation geldt geen
(bijzondere) ambitie/doelstelling van Gasunie.
Als er nu ‘ergens’ een Plek
valt aan te wijzen waar op termijn tal van grote/kleine energie-spelers – als
deelnemers aan energie-verkeer iets mee van doen hebben/krijgen… een plek waar
het hart van de Groene Energierotonde concreet en aanwijsbaar (op energie-niveau) klopt… dan is het – denk ik – precies daar:
‘op’ dat Station Capaciteitsmanagement.
Dat is, denk ik, de plek – de
‘energie-verkeerscentrale Driebergen’, zeg ook maar even – waar van moment tot
moment op verantwoorde, slimme etc. wijze de meest juiste energie-mix wordt
bepaald/gekozen – inclusief hoe die mix door middel van inzet van de
verschillende deelnemers aan energie-verkeer tot stand komt. Da’s niet niks!
Hoe ziet S dat Station
Capaciteitsmanagement eigenlijk? Is dat (vooral) een strategisch iets? Of is
dat (voorlopig) eigenlijk meer iets van/voor andere afdelingen/units om beet te
pakken?
94. M, Dank je wel voor je
tijd; zoals je zag plande ik inmiddels een afspraak. Mag ik, ondanks de drukte,
dat “nogal abstract[e voorstel]” alvast wat proberen te verduidelijken?
1.
Deelnemers aan
energie-verkeer.
Er zijn al heel wat, en er komen nog veel meer spelers op de energiemarkt. Ik
noem ze graag “deelnemers aan energie-verkeer. Die deelnemers variëren van heel
klein (de individuele con/prosument) tot heel groot
(grootschalige producenten, transporteurs, distributeurs etc.).
2.
Verkeersregels.
Op een gegeven moment komen er zoveel deelnemers aan energie-verkeer dat er
onderling iets moet worden geregeld: verkeersregels; hoe gaan we met elkaar om.
Dat is momenteel per gevestigde modaliteit vaak al wel geregeld. Voor nieuwe
modaliteiten zal waarschijnlijk nog wel e.e.a moeten
worden geregeld/bijgeschaafd.
3.
Nieuw:
Cross-modaliteit.
Nu is het denken-en-doen (gedrag) in het vorige punt nog hoofdzakelijk per
modaliteit apart ingericht; daar zijn we ook tot-en-met mee vertrouwd. Het
cross-modaliteit denken-en-doen is vandaag de dag volop in ontwikkeling. Bij
het Station Capaciteitsmanagement (op de metrokaart) gaat het – zo begrijp ik
het in ieder geval – heel nadrukkelijk om cross-modaliteit denken-en-doen. Daar
komen vast ook verkeersregels bij kijken. En dat is gewoon nog (erg) nieuw –
voor iedereen.
4.
Helpen.
Volgens het nieuwe intro-filmpje wil Gasunie “helpen
schone en duurzame bronnen aan elkaar te koppelen en als een efficiënt en
betrouwbaar systeem te laten functioneren. De kracht van dat netwerk zal zijn
dat elke energiegebruiker altijd kan beschikken over de gewenste energie.”
Daarbij werd (in het filmpje) sterk ingezoomd op Station Capaciteitsmanagement.
5.
Focus op
energie-mix.
Cross-modaliteit denken-en-doen wil de afzonderlijke modaliteiten – hoe
verschillend ook – samen naar die ene noemer ‘energie’ tillen. De energie-mix
komt daarmee veel nadrukkelijker in de belangstelling te staan dan de
afzonderlijke modaliteiten waaruit ze wordt samengesteld.
6.
Nieuw soort
energie-verkeer.
En daarmee komt ook een nieuw soort energie-verkeer op gang: het intermodaliteit-energie-verkeer, zeg maar even. P2G is een
mooi voorbeeld.
7.
Energie-mix uit
modaliteiten.
Dat intermodaliteit-energie-verkeer heeft (in ieder
geval) betrekking op de te produceren energie-mix plus hoe die van periode tot
periode wordt samengesteld – en daarmee op de inzet van deelnemers aan
energie-verkeer: productie, transport, transformatie/conversie, opslag en
consumptie.
8.
Groene
energierotonde.
Als dat soepel ‘draait’ hebben we, wat je zou kunnen noemen, een (groene)
energierotonde.
9.
Capaciteitsmanagement.
Kloppend hart van die groene energierotonde is, zo begrijp ik het, dat Station
Capaciteitsmanagement.
10.
Gezamenlijk
model.
En voor dat Station zou je, m.i., een evenwichtig en gedragen
gedragsmodel/omgangsmodel moeten opzetten – samen met andere deelnemers. Hoe
moet dat Station Capaciteitsmanagement voor alle deelnemers aan energie-verkeer
gaan werken? Een model dus waarin de verschillende spelers zichzelf kunnen
herkennen en ook hun onderlinge posities (met name de nieuwe energie-posities)
kunnen verkennen.
Zo’n systematisch model dient
een samenhangend beeld te geven van zaken als de deelnemers aan
energie-verkeer, wie doet wat, de onderlinge verhoudingen, de betrokken
modaliteiten (en mogelijk meer).
95. Is
Technology Dehumanizing Society? When people neglect their specific
abilities (as motivated beings at the significs
level) and simply and gladly adapt to the very limited level of their (smart) devices
– impulsed artefacts at the cybernetics level – they
dehumanize themselves without even being aware of it.
Juni
2015, 2015 © Jan van Til