Herstart voor informatie-infrastructuur – wat let je

Herstart voor informatie-infrastructuur – wat let je?!

 

Jan van Til

 

 

Christopher Alexander, een bekend bouwkundig architect, heeft meer dan eens aangegeven dat de beste plaats om het eerst concreet aan te pakken… precies die plaats is die er het slechtst aan toe is. Zo’n aanpak, zo’n 1-stappenplan, levert stap voor stap en keer op keer het beste startblok tot de mooiste (tussen)resultaten.

 

Nu is een bestuurder natuurlijk geen architect. En dat hoeft ook niet. Maar hoe zit dat met zijn adviseurs? Zou dat niet een ànder, ja héél ander verhaal moeten zijn? Ik denk het wel! Met name adviseurs behoren de vraag naar wat er op een bepaald terrein het slechtst aan toe is van houtsnijdend antwoord te kunnen voorzien!

 

Wie ziet dat-ie leeft in informatiemaatschappij – ja, zelfs in netwerkmaatschappij zoals velen onze samenleving inmiddels noemen – kan en wil er niet omheen dat informatie er een wezenlijke rol speelt. Zo’n beetje alles ‘drijft’ in zo’n (internationale) maatschappij op informatie. In een alsmaar meer tempo makende maatschappij fungeert informatie al geruime tijd als wezenlijk verstandhoudingsmiddel.

 

In zo’n maatschappij draait het al snel niet meer om informatie als doel, maar om informatie als middel tot betekenis en zo door naar treffende actie annex economische bedrijvigheid. Het gaat erom dat we elkaar vlot en goed begrijpen; right-the-first-time wordt steeds belangrijker. In termen van economische ontwikkeling zien we (in elke economie steeds weer) de volgende ontwikkelingsgangen/fasen: die van focus op goederen naar focus op energie (transport en transformatie) naar focus op informatie naar focus op betekenis-tot-actie.

 

Wie als bestuurder nog stevig met één been in de goederen/energie-werkelijkheid staat en met z’n andere been nog niet veel verder is gekomen dan het voorzichtig steken van één (grote) teen in het nog altijd wat koud en onwennig aanvoelende informatie-water… doet er verstandig aan stevig te rade te gaan bij experts die hun benen al zoveel stevig(er) geplant hebben in waar het vandaag de dag in toenemende om draait: om informatie-tot-betekenis-tot-doeltreffende-actie.

 

Als Henri Rauch, volgens zijn LinkedIn-profielStrategist at Dutch Municipalities”, werkelijk betrokken is en serieus werk wil maken van wat hij als Eén Gemeentelijke Infrastructuur voor zich ziet… dan kàn hij natuurlijk niet blijven steken in het, hoe belangrijk ook, bestuurlijke aspect…. Nee, zeker iemand als Rauch móet zich evenwichtig realiseren dat er aan het eind van zijn neus nog andere, wezenlijke aspecten op zijn onmisbare waardering wachten.

 

Voorgaande vormt in notendop de achtergrond van die serieuze vraag in mijn eerste reactie op Rauch’s discussienota: “Wat […] zou eigenlijk de meest wezenlijke, de meest bepalende component zijn van zo’n zgn. ‘Gemeentelijke Infrastructuur’?” Wat telt hier nu precies als, om met Alexander te spreken, de plaats die er het slechtst aan toe is.

 

Peter Waters, voormalig hoofd Bureau Forum Standaardisatie, wijst in zijn reacties die slechtste plek zowel feilloos als ook uitgebreid aan als zijnde de “informatie-infrastructuur”. Klasse! Maar ook Waters zette en zet nog altijd niet door; ook Waters trok zijn grote teen snel, ja, veel te snel weer terug uit het informatie-infrastructurele water waarin hij hem enkele jaren eerder al zo veelbelovend stak. Als het ware schokschouderend geeft hij nu, in één van zijn bijdragen aan deze discussie, aan (nog altijd) op zoek te zijn naar informatie-infrastructurele samenhang. Echt waar?!

 

Rauch komt in een, het lijkt wel, uiterste poging om mee te denken, met een vraag: “Wat de Infrastructuur betreft: Helpt de hypothese dat het grootste deel van de infrastructuur al (ergens) voorhanden is in de vorm van bestaande voorzieningen alleen nog niet als erkend onderdeel van die Infrastructuur?” Wat!? Zou Rauch dan werkelijk (nog) geen idee hebben?! Hij lijkt, als schrijver van de discussienota, op voorhand wel genoegen te willen nemen met gewoon A Faster Horse. Ach, zo lijkt hij eigenlijk te zeggen, zo’n discussienota moet je natuurlijk ook weer niet al te serieus nemen, toch?

 

Ronduit teleurstellend! Nou, ja – zo ervaar ik dergelijke reacties. Wat Waters betreft: juist hij was als hoofd Bureau Forum Standaardisatie onder de noemer semantische interoperabiliteit zo uitermate veelbelovend begonnen met vormgeving van heuse informatie-infrastructuur! Zie daarvoor: Suwinet (2008), Oefenschema: basisregistraties enz. (2008), Op weg naar een stelselmatige aanpak van authenticatie en autorisatie (illustraties; 2009), Semantiek op stelselschaal (2009), Analyse van gerelateerdengegevens in het kader van RNI (2009) en Praktijkmodellering van het begrip werkgever (2009).

 

En het is juist die wetenschap die mij aanzette tot weer een volgende bijdrage aan de discussie: “M.b.t werkelijk hout snijdende informatie-infrastructuur zijn er – helaas, helaas maar weinig mensen in Nederland die daar al een beetje over hebben nagedacht en de eerste groene uitlopers van de kracht en de potentie van zulke informatie-infrastructuur zien. Peter Waters, bijvoorbeeld, beschouw ik als iemand die tot die kleine kring behoort. Hij is één van de weinigen in Nederland die behoorlijk in aanraking is geweest met, zeg maar even, origineel informatie-infrastructureel denken.” Daarvan geeft hij, trouwens, ook duidelijk blijk in de prachtige bijdrage die hij schreef voor de bundel Interoperabel Nederland (2011): VN kiest voor Nederlandse i-pass.

 

Op zulke mensen moet je zuinig zijn – ja, dat vind ik. En dat is dan ook de reden voor mijn oproep aan zijn adres: “En, Peter, m.b.t. heuse informatie-infrastructuur zitten we momenteel te schreeuwen om een nieuwe Henri Ford! Iemand die Ziet hoe het Zit. Iemand die stug stappen Zet om de wereld te (helpen) veranderen”.

 

 

 

Oktober 2013, 2013 © Jan van Til