Doorgeschoten domeindenken

Doorgeschoten domeindenken

 

Jan van Til

 

 

Met zijn column Interface, de balans! (19 april 2013) vervolgt François van Heurn zijn eerdere column De eeuwige interface (15 maart 2013). Dit naar aanleiding van discussie die het onderwerp losmaakte – o.a. via De Clou van Interface (16 maart 2013). In zijn, zoals hij het zelf noemt, “tussenbalans” trekt Van Heurn “een paar voorzichtige conclusies”. In het kort:

1.     “We hebben het hier over een serieus thema, […] waar serieuze kosten mee gepaard gaan!”

2.     “De oplossing van het interface vraagstuk zit […] niet in de techniek”

3.     “De kern van een interface is, dat betekenisvolle data worden uitgewisseld”

4.     “Gegevens krijgen pas waarde wanneer zij in een context worden geplaatst”

 

Mooie conclusies – stuk voor stuk! Moeite heb ik echter met het gemak waarmee Van Heurn het begrip ‘businessdomein’ van stal haalt en toepast (derde conclusie). De belangrijkste van zijn conclusies raken er, helaas, door ondergraven.

 

In onze tot-en-met dingig gedachte wereld is een domein niet veel anders dan een vanuit een bepaald belang/motief bedachte opsluitband waarbinnen wij ons een bepaalde verzameling dingen denken. Een (handig) bedenksel dus – op basis van waargenomen patronen in een wolk aan co-existerende verschijnselen. Helaas voor dat bedenksel leven we vandaag de dag in volle dynamiek van moderne informatiemaatschappij. En in zulke dynamiek participeren steeds meer dingen op steeds meer verschillende manieren simultaan in steeds meer en ook steeds sneller wisselende verbanden/patronen. In zo’n wereld horen alarmbellen af te gaan wanneer een bedenksel als ‘businessdomein’ op het toneel wordt gehesen. Een bedenksel dat een solide fundament waarop gebouwd en vertrouwd kan worden suggereert, maar van solide vorm en inhoud verstoken blijft.

 

Om de één of andere reden intrigeert domein-denken/praten velen en raakte het gemakkelijk ingeburgerd. We gebruiken het domein-woord zomaar, als vanzelf – en naar mijn idee te pas en te onpas. Mijn stellige indruk is dat (betekenis van) informatie zich niets – maar dan ook helemaal niets aantrekt van domein-bedenksels. Informatie laat zich daarin domweg niet opsluiten. Hoe graag we dat misschien ook zouden willen. Nee, begrijp me goed: ik ben niet tegen domeinen an sich; wel tegen de idee dat informatie zich er wel gehoorzaam naar zou voegen. Wie dat denkt, moet zich afvragen of hij/zij over de eigenaardigheden van informatie al diep genoeg heeft nagedacht.

 

Het is naar mijn idee eveneens reuze onvoorzichtig te denken dat binnen de ten onrechte veilig aanvoelende opsluitband van een domein… de erbinnen aanwezige informatie (bijna) als vanzelf hetzelfde betekent/eenduidig definieerbaar is en daarom eigenlijk ook wel in beton gegoten kan worden. Van Heurn: “Binnen een businessdomein zouden […] data-definities hetzelfde moeten zijn, en zou idealiter een centrale database de benodigde gegevens voor de verschillende applicaties en gebruikers moeten bevatten.” Waarom? Waarom? Op die manier verheft het bedenksel domein zich zomaar tot wurgend knellende werkelijkheid waarbinnen van alles en nog wat – ook informatie, haar vaste plek krijgt toebedacht en vervolgens opgedrongen. Domweg – zelfs als men op de eigen vingers wel kan natellen dat informatie zich niets van domein(grenz)en aantrekt. Dergelijk denken houdt echter hardnekkig stand en komt naar mijn idee voort uit niet of nauwelijks gefundeerd idealisme – vaak in combinatie met blind vertrouwen in het al-oplossend vermogen van steeds geavanceerdere technologie. Ook de bijdrage van Van Heurn lijkt niet helemaal aan de greep van dit denken te zijn ontkomen. Voor de duidelijkheid: ik ben niet tegen technologie, welnee – we kunnen er niet (meer) zonder; wel tegen hapsnap gebruik ervan.

 

Van Heurn (derde conclusie): “De kern van een interface is, dat betekenisvolle data worden uitgewisseld.” Ja, heel goed – en direct nog een stapje verder graag: de crux van interface is uitwisseling van betekenis tussen een willekeurige X en een netzo willekeurige Y. Of X en Y zich daarbij wel/niet in hetzelfde domein, afdeling, project, organisatie, vereniging, golfbalclub, stam, natie, … bevinden is daarbij volstrekt irrelevant. Essentiële voorwaarde voor uitwisseling van betekenis is dat informatie zo is georganiseerd dat de bedoelde betekenis ervan gemakkelijk kan worden vastgesteld. En informatie krijgt haar betekenis per definitie aangereikt door middel van haar onafscheidelijke context (Van Heurns vierde conclusie)! Bij informatie-uitwisseling moet daarom niet alleen de informatie an sich worden uitgewisseld, maar ook altijd de onlosmakelijk ermee verbonden context. Dat is toch niet zo moeilijk? Ga eens na hoeveel meer we op die manier met onze huidige technologie zouden kunnen bereiken (Van Heurns eerste conclusie)!

 

Het gaat, met andere woorden, steeds om de onlosmakelijke informatie/context twee-eenheid! Ja, inderdaad, graag met Van Heurn (vierde conclusie) eens: “Gegevens krijgen pas waarde wanneer zij in een context worden geplaatst en kunnen worden geïnterpreteerd.” Echter… zolang we onze schouders blijven ophalen over de waarde van deze twee-eenheid t.b.v. situationeel heldere betekenis van informatie (in lijn met Van Heurns tweede conclusie)… zolang blijven we verschillende talen over onze interfaces toeteren, “is de kans op een Babylonische spraakverwarring levensgroot” en blijft Van Heurn zitten met de “enorme moeite die de mensheid zich moet getroosten om […] toegevoegde waarde [van informatietechnologie] in de praktijk te realiseren”. En daarvoor is het thema, inderdaad, te serieus. Daarvoor zijn, ja, ook dat, de ermee gemoeide kosten veel te hoog (Van Heurns eerste conclusie).

 

Er zijn vakkundige informatie-architecten (alstublieft geen IT-architecten!) nodig om informatie contextueel te organiseren enzovoort (in lijn met Van Heurns tweede conclusie) zodat ook op de “interface-rotonde” de afslagen keer op keer trefzeker en op basis van heldere betekenis (dus: zonder falen; zonder faalkosten) kunnen worden genomen. En dan… wanneer we de clou van interface te pakken hebben… ja, dan ontstaat er duurzame balans; dan gaan we met sprongen vooruit met de eeuwige interface! Domeinen? Nee, laat maar, die werken slechts averechts!

 

 

 

April 2013, 2013 © Jan van Til