2011.05 Aantekeningen
Jan van Til
Onderstaande
tekstfragmenten zijn veelal afkomstig uit reacties op LinkedIn, Via Nova
Architectura, Twitter, blogs (The Open Group, Binnenlands Bestuur, Digitaal
Bestuur, …) en e-mail die ik verstuurde in voornamelijk de periode November en
December 2011. De volgorde van de fragmenten is chronologisch.
01. Naar aanleiding van het
hoge contragram-gehalte in zijn boek De
Atomiumorganisatie wees ik Eric Koenen op jouw artikel: Anatomy of Contragrammar. Dat moet hem voldoende opening bieden om erop verder
te borduren – als hij wil. Even afwachten of hij er zelf op terug komt of dat
ik wellicht nog een keer moet porren.
02. Waarheid van werkelijkheid
is werkelijkheid van waarheid. Toch wel een intrigerend contragram….
03. Tja, hoeveel doden zouden
er kunnen vallen als gevolg van al die verkeerde interpretaties van die vele
gegevens die met zo’n EPD/LSP bloedstollend snel beschikbaar komen? Verkeerde
gegevens gekoppeld aan de goede patiënt. Jansen was een prima kerel; jammer dat
‘het systeem’ de verkeerde gegevens ‘schakelde’. Of via de medicus die net even
niet goed wist om te gaan met de zoveelste nieuwe versie….
04. A changing business need… needs a change in one or more business
services. Amongst lots of other things/aspects (organisational, technical etc.)
a changed business service -only- requires other combinations of systematically
organised information. The systematically organised information itself doesn’t
really change. In that way “the connection between these business portfolios
and the IT portfolios [doesn’t need to be] readily apparent”.
Once you infrastructuralise your information – i.e. organise
it systematically… this base information becomes very stable and robust.
From it you can easily and quickly make any of the combinations you need to
support your ever changing business needs.
“How do we connect these business concepts to IT? What’s the ‘unit’ that
connects IT projects, apps, and technology with business processes and
products?” The ‘unit’ is systematically
organised information…. What do you think?
05. Ja, mooi (alweer): Die
ene ruimte voor informatieverkeer! Wat zijn er bij elkaar eigenlijk al veel
mensen (geweest) die al zoveel verder hebben gekeken! Hoe verbinden we de (nog
levende) geesten? Hoe spannen we die informatieruimtelijke ‘Welt’ aanlokkelijk
op voor ‘die Jugend’? Gastcolleges? LAC2012? Dissertatie? SlideShare? Publiceren
op pleisterplaatsen langs de Digi-Highways? LinkedIn groep? Onderwijs/cursus?
06. Kotter (in Leading
Change) adviseert inderdaad om ook een leidende coalitie te vormen. Een
beetje draagvlak/rugdekking is natuurlijk niet onbelangrijk…. Alleen… moet je
dat – zeker – in de nieuwe wereld maar beter als aspecten of dimensies zien.
Alles is, tegenwoordig, tegelijk van belang. Welke focus is in z’n eentje nu
afdoende? Nee, er “bestaat geen absoluut onwrikbaar oriëntatiepunt.” Maar,
toegegeven, dat vergt wel behoorlijk benul van veranderende buitenwereld (en
voor dergelijk benul moet je nu eenmaal regelmatig naar buiten kijken – de
schaduwen op de rotswand geven onvoldoende beeld). Stel je voor dat je de
leidende coalitie bij elkaar hebt en niemand weet waarom… (Loesje?).
07. Yes, the conditions at your start are your starts for conditioning!
08. Hoe kun je “de business” nu de dingen laten doen waar ze goed in zijn en
waarvoor die business ook bedoeld is (en, dat ook: er voor zorgen dat ze al
datgene waar ze niet goed in zijn overlaten aan anderen)?
Hoe
kun je “de ICT” nu die dingen laten doen waar zij goed in zijn en waarvoor dis
ICT ook bedoeld is (en, dat ook: er voor zorgen dat ze al datgene waar ze niet
goed in zijn overlaten aan anderen)?
Elk,
business en ICT, hebben zo hu eigen aardigheden en eigenaardigheden. Er bestaan
diepe en heel reële verschillen (waarom zouden ze anders onderscheiden
bestaan?). Er bestaan ook raakpunten.
Business
heeft – onder andere – informatie nodig om te functioneren: Business
Informatie. ICT kan slechts hulpmiddelen leveren waarmee de business informatie
kan manipuleren. Informatie Technologie. Op het raakpunt ligt informatie.
Raakpunt
dus; niet zozeer een raakvlak (of raaklijn). Dat geeft, naar mijn idee, beter
zicht op de (aard van de) “alignment” problematiek. Partijen die zich niet op
een level-talking/understanding-field bevinden omdat ze informatisch gezien bar
weinig delen en bovendien een totaal andere kijk op informatie hebben, kun je
niet zo maar even align-en. Wie dat toch probeert blijft informatie-puree
bereiden. Er is, met andere woorden, meer nodig. Dat
raakpunt moet een professioneel scharnierpunt worden.
09. Harmonisation process… I don’t know much natural/legal persons that
can’t wait to be harmonised. Do you? What exactly does one become when he/she’s
harmonised by means of some or other vague process? What will the process of
harmonisation do with any-ones essential differences?
So… please don’t harmonise. Only become truly interoperable at the
individual human level. From the perspective of valued interoperability exactly
enough harmonisation will automatically and inescapably follow.
Interoperability (on balance)… gives; harmonisation too easily unbalancedly…
takes.
To the extend natural/legal persons are able and willing to gain and maintain
(new) balance, to trade values, ... to devalue some values in order to obtain
other/new much more valued values… natural/legal persons are happily willing to
make moves.
Do governments Really, Really Want to “enable citizens to travel or live
across Europe and businesses to expand within the single market without facing
costly and time consuming administrative burdens”? Or do they very much
hesitate and do they only Say they want it, because it sounds good and one can’t
possibly be against the whole idea? There’s a ‘rather’ Big difference between
the two!
I think… that governments very much realise themselves that opening up
the data etc. they keep (I don’t use the word own!) means new balances, new
distributions of power. Hmmmm. And no one exactly knows what will become of it
all… How about the complicated balances of trust and distrust amongst
natural/legal persons?!
10. Well, thank you for sharing your Firm-Believe-Statement and rather
Sceptical response to my contribution. [see #09 above]
11. Ja, M, klopt, die J.R. van SEMIC.EU heeft
z’n mind allang opgemaakt en is echt niet geïnteresseerd in afwijkende
meningen. Alleen klapvee is welkom. Tja, daarom bedank ik er verder voor daar
energie te verstoken. [zie #10 hierboven]
Hoe is het met jou/bij jullie? Doet jouw werkgever nog
(verder) mee aan Essence?
Zo af en toe kijk ik eens even op de site. Echt veel zag ik er zo sinds de
zomervakantie niet gebeuren. Maar wie ben ik? Zijn er nog kansen voor inzet van
metapatroon/stelselmatig informatiemodelleren?
Momenteel ben ik
bezig www.information-roundabout.eu
op te tuigen. Een Engelstalige site waarop ik alles wat ik tot nu toe redelijk kris-kras
bij elkaar heb gekriskrast ordelijk samenhangend probeer neer te zetten.
Mogelijk wordt het ook een ‘opstapje’ naar een dissertatie, maar dat is nog
even toekomst(muziek). Als je suggesties hebt voor ontwikkeling… Graag!
12. Jaren geleden alweer ging het domweg om ‘web-presence’.
Toen iedereen zo zo’n beetje present was, moest je maar beter wat te melden
hebben: ‘web-content’. Toen iedereen zo zo’n beetje wat te melden had, begon
het wel fijn te worden te gaan om zin en onzin wat scherper uit elkaar te houden:
‘web-sense’. Met apps kan iedereen z’n eigen sense maken uit de
informatiehooiberg. En de volgende Slag is dat we eindelijk eens wat loskomen
van onze gebiologeerdheid met technologie en de informatiehooiberg zelf eens
stelselmatig gaan ordenen.
13. Volgens mij krijg je met
het stelselmatig (d.w.z. infrastructureel) ordenen van huidige
informatiehooiberg zoiets als wat jij semantisch web noemt. Daarmee raakt
organisatie van informatie structureel ontkoppeld van de toepassing ervan in
bijvoorbeeld weet-ik-veel-wat-voor-apps. Apps die stuk voor stuk klein zijn,
die je relatief snel (a la Lego) in elkaar ‘hacked’, die werken op een
betrouwbare ondergrond aan informatie en die in principe niet zo lang mee
hoeven (Cleenex-Apps).
14. Ja…, dáár zeg je nogal
wat: “mits Siri over
de juiste Ontologie beschikt.” Zelf heb ik daar (nog helemaal) geen ‘plaatje’
bij: DE Ontologie. In glazen bol dring ik (nog) niet verder door dan één
informatie-infrastructuur waarop iedereen (bijv. via apps) zijn aller-eigenste
gang gaat op zijn allereigenste manier vanuit zijn aller-eigenste motieven.
15. Ik keek even naar Siri en mijn indruk is
toch dat die ene app (Siri) veel heeft van een uniformerende front-end
waarachter/onder tal van apps schuilgaan. Onder de ‘motorkap’ van Siri zou zo
maar die ene informatie-infrastructuur kunnen schuilgaan met een heuse
verzameling (infrastructurele) apps. Daarbovenop zou ik me per brede, populaire
etc. ontologie (vervangbare) clusters van apps kunnen indenken. En daar bovenop
komt dan siri die daartussen weer slim kan schakelen.
16. Ah. Dat is (ook) een
interessant gezichtspunt: “een soort Google voor Apps”. Niet meer zoeken naar
de juiste informatie, maar zoeken naar de juiste, dwz. jou het best passende,
app die jou de meest waardevolle informatie-combinaties voorschotelt.
Inderdaad; in de gaten houden!
17. Via Twitter een
verwijzing naar Paul Jansen’s blog: Het Einde
van de Democratie (en alle Politici verliezen hun baan)? Tja, zo ligt een
parodisme wel erg mooi klaar om in te koppen: Het Einde van de Demofratsie.
18. Dank je wel voor je
positieve reactie op mijn blog Over
raakpunt business en ICT [zie ook #08 hierboven]. Bij dat “onder andere”
kun je heel gewoon denken aan geld, mensen en middelen als gebouwen,
voertuigen, kantoorbenodigdheden, werkwijzen/afspraken, kennis enzovoort. Als
de Business een probleem heeft, is ICT naar mijn idee in de meeste gevallen
hooguit een deel van de oplossing. Er moet vrijwel altijd méér gebeuren en op
tafel komen aan oplossingen opdat de ordelijk samenhangende mix aan
deeloplossingen een Solution vormt waarmee de Business daad-werkelijk verder
komt. Goed om dat nog eens even puntig aan te raken.
Móet, jouw voorbeeld
aanhoudend, kennis aan beide zijden van de scharnierpen begrepen worden? Ik denk,
eerlijk gezegd, niet dat dat altijd mogelijk/noodzakelijk is. ICT kennis (bijv.
hardware of een datamodel) hoeft aan businesszijde niet begrepen te worden. Da’s
een ànder vak. Wederzijds vertrouwen lijkt me pragmatischer. Op vergelijkbare
manier hoeft niet alle businesskennis bij ICT aanwezig te zijn – ‘business’ is
een ànder vak; wèl de informatische aspecten ervan. Laat ieder ajb zoveel als
mogelijk de eigen broek vakkundig ophouden, dan houdt ieder ook nog een vakkundige
hand vrij.
19. Via een discussie op LinkedIn kwam ik heM
weer digitaal tegen. Hij reageerde ‘offline’ per mail op mijn vruchteloze
pogingen om stelselmatigheid duidelijk(er) op de bühne van die ander te
krijgen. Hij meldde me dat ‘het’ volgens hem om een hopeloos geval ging. Dat
was mij ook al duidelijk geworden; mijn afscheidsreactie had ik op dat moment
al gegeven. [zie #10 hierboven] Om het contact weer wat polsend te verstevigen,
reageerde ik wat uitgebreider terug. Daarop reageerde hij nog niet. Afwachten
maar weer.
20. Via Twitter: Vroeger was bankfraude
nog (gewoon) een oxymoron….
21. Zomerzon blikt vrolijk
binnen en rolt een heldere baan van licht uit over haar bureau. Minister
Ariadne van Informatieruimtelijke Ordening kijkt, even verderop in het vertrek,
uit over het nog vrijwel verlaten binnenplein. Het is nog vroeg. Vroeg in de
ochtend van deze veelbelovende dag in 2031. En Minister Ariadne geniet. In haar
gedachten passeren stormachtige ontwikkelingen van afgelopen zeven jaren nog
eens de revue….
Later vandaag zal de – wat is
gaan heten – Nationale Informatierotonde (NatIe) niet alleen officieel, maar
ook feestelijk in gebruik worden genomen. Feestelijk want na jammerlijk
mislukte pogingen om basisregistraties ordelijk samenhangend en duurzaam van de
grond te krijgen, gaat vandaag het NatIe officieel van start. Na maanden van
gefaseerd invoeren, proefdraaien en inregelen zijn burgers, bedrijven en
overheden gaandeweg vertrouwd en meer dan enthousiast geraakt over de souplesse
waarmee NatIe als vanzelf in hun belangrijkste informatiebehoeften voorziet.
Nee, zo mijmert Minister
Ariadne, zonder slag of stoot ging dat alles beslist niet. Slechts weinigen
begrepen of deelden haar visie. Vasthoudend loodste ze voortvarend broodnodige
veranderingen langs zandbanken van onbegrip en verzet.
Later vandaag…. Ze draaide
zich om en liep in de richting van haar bureau…. Werk wacht, want NatIe is nog
niet af. Is natuurlijk nooit af – want netwerksamenleving leeft volop en is
continue in ontwikkeling. Het uitgerolde licht lacht haar bemoedigend toe.
22. Veel mensen verkondigen zo maar en ook zo heel gemakkelijk dat open data
alleen maar heil brengt voor iedereen. Vorige week, het was op Twitter, was er
een voor mij bekende twitteraar die beweerde dat veel en veel meer data gewoon
helemaal open moest worden. Ik gaf hem aan: Open kan niet zonder Dicht – onder
verwijzing naar een knutsel-frutsel
op mijn blog Informatiekundig Bekeken. Als er iets “gewoon helemaal open” moet
zijn moet er dus ook iets zijn dat “gewoon helemaal dicht” is. Of hij een idee
had wat dat dan moest zijn. Ja, … aan Open zit nogal “wat meer aan [V]ast”. Hij
beloofde mij er in een blog op terug te komen…. Eerlijk gezegd… denk ik dat jouw
aanstaande white paper over Open Data er eerder is. Veel eerder.
23. Tja, die ‘offline’ reactie testte ik meteen maar even… door er wat
uitgebreider op te reageren. Was het bedoeld als een uitnodiging tot nader
contact? Wilde hij slechts een soort van gevoelde verwantschap-in-frustratie
overbrengen (Ik weet waar je mee zit/worstelt)? Feit is: Hij doet er nu al weer
drie dagen het zwijgen toe; ik ga er van uit dat ik er niets meer op terughoor.
Wat beweegt een mens eigenlijk tot dit soort… bewegingen?
24. Volgens Einstein kunnen
we persistente
problemen (1) niet op oplossen op het niveau waarop ze zijn ontstaan. En de
problemen zijn persistent. Niet van vandaag of gisteren. Ze zijn ook niet
beperkt tot overheids-ICT. Ze liggen veel en veel breder.
Wie gaan we nu vragen voor zo’n
(overheids)onderzoek?
Wie met z’n hoofdpijn naar de
tandarts gaat, krijgt waarschijnlijk een nieuwe vulling: die ene oude
amalgaamvulling is mogelijk de boosdoener. Gaat degene met zijn hoofdpijn naar
de apotheker, dan blijkt een aspirientje de aangewezen weg. Enzovoort.
Als we bestuurders het
onderzoek laten doen, blijkt er al snel veel mis op het bestuurlijk vlak van al
die projecten. Vragen we ICT-ers dan is er op technisch vlak e.e.a. aan de hand
of de architectuur deugt niet.
Maar… als we Einstein nu eens
zouden vragen? Waarom komen we niet op dat idee? Persistente problemen wijzen
op een vrijwel uitgeputte oplossingsruimte. Einstein zou adviseren uit het
oude, vertrouwde en ingesleten karrespoor te klauteren… buiten de oude en
vertrouwde lichtkring te kijken.
Alleen dan… vinden we iets
werkelijk bruikbaars. Niet alleen voor de overheid, nee dan nemen we het
bedrijfsleven en burgers gelijk mee. Dat wordt wat!
25. Volgens Einstein kunnen
we persistente
problemen (2) niet oplossen op het niveau waarop ze zijn ontstaan. En de
problemen zijn persistent. Niet van vandaag of gisteren. Ze zijn ook niet
beperkt tot overheids-ICT. Ze liggen veel en veel breder [zie #24 hierboven].
Mogelijk moeten we het
perspectief ‘gewoon’ eens omdraaien. Niet de overheid centraal (ondanks
andersluidende en daarmee verwarrende retoriek), maar degenen wie de overheid
onveranderlijk dient te dienen. De overheid terug naar haar core business – zeg
ook maar. Met dat nieuwe perspectief zien we individuele burgers (natuurlijke
personen) en bedrijven (rechtspersonen) en al hun ‘gedoe’ prominent
verschijnen. In moderne informatiemaatschappij zijn we inmiddels allemaal
deelnemers aan heel dynamisch informatieverkeer geworden – op, inderdaad,
maatschappelijke schaal.
Natuurlijk moet er ook
voldoende aandacht zijn voor goed opdrachtgeverschap, voor projectmanagement,
voor realistische ambitieniveaus, voor scopebewaking, voor realistische
inschatting van spanningsveld tussen politieke, organisatorische en technische
factoren, voor evenwichtige belangenverdeling enzovoort. Maar als we niet méér
doen… komen we niet substantieel vèrder. Vraag maar aan Einstein.
Informatieverkeer op
maatschàppelijke schaal… da’s een heel àndere schaal dan waarop we momenteel
gewend zijn om onze problemen/vraagstukken op te vatten en in te kaderen.
Modern maatschappelijk informatieverkeer is niet langer zinvol te bekijken
vanuit het eenzijdige perspectief van de één of andere (overheids)instelling
die via een geavanceerd systeem ergens een oplossing voor gaat bieden. In
tegendeel; maatschappelijk informatieverkeer moet vandaag de dag vanuit een
veel ruimer, vanuit een stelselmatig en daarmee veel evenwichtiger perspectief
worden opgevat. Het perspectief wisselde. De problemen/vraagstukken die zich nu
eenmaal onveranderlijk midden in woelige informatiemaatschappij
voordoen/aandienen, dienen nu stelselmatig te worden ingekaderd en in lijn
daarmee bestuurlijk, projectmatig enzovoort te worden opgezet en geleid.
Persistente problemen kunnen
we nu eenmaal niet oplossen op het niveau waarop ze zijn ontstaan. Draai het
perspectief daarom eens om. Dan kan de overheid ‘de boel’ vanuit de
beweeglijkheid van burger en bedrijf weer bijfietsen en de ezel van het toneel
laten verdwijnen.
26. Eigenlijk veranderen we
continu. Het vroeger Unfreeze-Change-Freeze is allang vervangen door
Unfreeze-Change-Change-Change-... Vergis ik me? We veranderen ons suf. Het
lijkt er daarbij op dat we eigenlijk maar gewoon rondjes lopen (rondom een of
andere navel). Tredmolen als beeld doemt op.
Wellicht moeten we (vooral)
eens kijken naar versnelling. De verandering in de verandering. Hoe kunnen we
ervoor zorgen dat we uit onze oude en vertrouwde verander-baan schieten en in
een geheel nieuwe baan terechtkomen waarin geheel nieuwe werelden te exploreren
zijn.
Je kunt je natuurlijk
helemaal suf focussen op technologie en als maar leukere, snellere, hippere,
laagdrempeligere spullen ophoesten (waar we allemaal weer achteraan rennen
totdat het volgende speeltje zich aandient). Maar… wat schieten we daar nu
eigenlijk meer op? Komen we daar nu werkelijk, substantieel verder mee? Of
draaien we feitelijk in hetzelfde kringetje rond?
De laatste keer dat we onze
oude en vertrouwde baan verlieten was met de (op)komst van het
wereldomspannende netwerk, Internet. Dat heeft ons veel gebracht. Hulde. Dank.
Maar moeten we nu dan maar wat in die baan blijven hangen?
Een economie start met focus
(regulerend beginsel) op goederen, ontwikkelt zich waarbij de focus op
transport/transformatie van die goederen komt te liggen. Daarna draait het om
informatie over transport/transformatie van die goederen. Weer later om de
betekenis, om de zin ervan (we komen om in de zinloze, ambigue, inconsistente
informatie).
Naar die nieuwe baan… die
baan van zinvolle informatie, informatie van heldere betekenis waarmee we
eindelijk effectief/efficiënt het transport/transformatie van goederen ter hand
kunnen nemen… naar die baan zouden we toe moeten veranderen.
Welke versnelling helpt ons
naar zo’n nieuwe baan?
27. Tja, het is natuurlijk
nog maar de vraag of die “oude rotten” van jou het allemaal nog wel zo goed
zien…. Mogelijk zien zij eigenlijk alleen maar wat ze altijd al zagen en
projecteren ze wat er altijd al gebeurde ‘gewoon’ op wat er nu gebeurt – onder
al te sterke verwaarlozing van hetgeen even niet in het plaatje past.
Information society denkt, leeft, doet enzovoort – is toch kwalitatief ànders
dan de, zeg maar even, zuilen-maatschappij van weleer en is niet gewoon maar
wat meer van hetzelfde waar de “oude rot” gewoon maar even aan voorbij kan
stappen en zijn/haar schouders over op kan halen. Er is domweg sprake van een
discontinuïteit.
Wel denk ik met jou dat best
practices (meer dan ooit) betrekking moeten hebben op de tragere
onderstroom en daarmee infrastructureel van aard zijn.
28. Je stelt “dat veel
organisaties kunnen verbeteren door practices van anderen over te nemen, omdat
veelal de basale zaken nog niet op orde zijn.” Denk je daarbij aan een, zeg
maar even, categorie/type/soort best practice? Sjaak Laan geeft, bijvoorbeeld, in een
commentaar op Informatiekundig Bekeken [zie #27 hierboven] aan dat “best
practices […] vooral [moeten] gaan over de niet zo veranderlijke zaken; zeg
maar de infrastructuur.”
Ik ben met je eens dat een
practice waarvan de waarde door anderen wordt gezien en daarom wordt
overgenomen evolueert tot common practice. Dat, inderdaad, “schept ook wat
minder verwachtingen.” Mocht die evolutie via (enorme) populariteit ‘uit de
hand lopen’ dan zou er een best practice kunnen ontstaan. Vraag blijft dan
even: heeft Sjaak het bij het rechte eind? Is hij volledig?
29. Scharnier; kijk eens naar
een scharnier. Verkrijgbaar in allerlei Soorten en Maten en Samenstellingen.
Compact. Wendbaar. Elk deel van het scharnier (hoe ingewikkeld zo’n scharnier
ook is) doet precies wat ie moet doen. Niet meer. Niet minder. Als scharnier
doe je niets dubbel. Als scharnier verdeel je effectief en efficiënt het werk
over de onderscheiden onderdelen. Dat doe je scharnierend; met het oog op
samenwerking, duurzame samenhang en sterke onderlinge verhoudingen. Niet alleen
als overheid onderling. Nee juist ook met het oog op burgers en bedrijfsleven.
Een scharnier is er niet om zichzelf.
En dat is wat anders dan
“bundelen wat er te bundelen valt” om een compacte overheid te krijgen die
tegelijk voldoende wendbaar is. Dan ga je lijken op die trein met treinstellen
van, zeg, 200 meter lang en met koppelingen met maar één vrijheidsgraad. Zoiets
komt geen heuvel over en ontspoort al bij de eerste bocht. Mocht het je
interesseren, in juni 2009 schreef ik een blog over: Professioneel Scharnierwerk.
30.
Stel je voor je wilt iets, zeg X. Dan ga je op zoek naar (L)everanciers die jou
X kunnen leveren. En wie zoek je in vrijheid uit? Nou, die ene L. Omgekeerd is
het zo dat die ene L in vrijheid kan kiezen oftie jou als (K)lant wil om X te
leveren. Dat komt allemaal in een soort van onderhandelingsproces aan het
licht. En zo zoeken K die X wil en L die X kan leveren elkaar uit. Een match
betekent dat er voldoende overeenstemming is gevonden om met elkaar in zee te
gaan.
Zijn
er WeigerLeveranciers? Zijn er WeigerKlanten? Ja, natuurlijk! Massa’s! Maar wie
maakt daar nou een punt van?!?
31. Een Boeing met de
wendbaarheid van een straaljager staat al snel aan de grond: geen mens wil nog
mee. Lettend op het doel van een Boeing istie naar mijn idee ruim voldoende
wendbaar. Met een straaljager ligt dat totaal anders. Beide beschikken naar
mijn idee over ruim voldoende wendbaarheid. Met straaljagers kun je geen mensen
vervoeren; met Boeings geen land verdedigen. Wellicht is het hun optimale
verhouding die iets zegt over compactheid/wendbaarheid?
Bestuurders, of ze nu
specialist of generalist zijn… mijn indruk is dat we zitten met een scheve
verhouding: een overschot aan Boeings. En daardoor worden de (hoop ik)
aanwezige straaljagers veel te veel aan de grond gehouden.
32. Stel je voor, er is een
Groot Feest! Vooruit – een trouwerij. Dolgelukkig stel – hetero, homo, XYZ (een
nieuwe relatievorm die nog niet is uitgevonden), multi – maakt niet uit. De dag
van hun leven, nietwaar? Alles wat die dag gebeurt, moet harmonieus bijdragen
aan dat Grote Feest; het moet een onvergetelijke dag worden. Vanzelfsprekend
wordt alles tot in de puntjes geregeld en één van de aspecten daarvan is een
wettelijk verplicht ritueel: een samenzijn op een stadhuis t.b.v. opname in een
register ten overstaan van een overheidsdienaar. Ook van dat aspect wordt
uiteraard een klein feestje gemaakt. Toch?
Hoe creëert een, XYZ-Koppel
nu een Waar Feestje op het stadhuis – als onderdeel van hun trouwdag – als de
overheidsdienaar Overtuigd ABC is? Zou een XYZ-Koppel een overheidsdienaar
uitzoeken waarvan hen duidelijk is geworden dat die geen goede, bevlogen
bijdrage kan leveren aan die dag-van-Hun-XYZ-leven? Welnee. Het XYZ-Koppel weet
wel beter en zoekt – heel natuurlijk! – een overheidsdienaar uit die in
allerhande opzichten veel dichterbij Hen staat dan natuurlijkerwijs van een
Overtuigd ABC-er verwacht kan worden.
33.
Ja, klopt, er is uiteraard ook dat XYZ-koppel dat naar een stadhuis komt, een
nummertje trekt en zich aansluitend op het bij het getrokken nummer passende
zoem-signaal meldt bij het aangegeven loket. Ter plekke verneemt een
overheidsdienaar de bedoeling van het bezoek van het XYZ-koppel. Een
overheidsdienaar checked of het zich momenteel aandienende
koppel-XYZ-in-de-echt-verzoek een wettelijke basis kent en of er ter plekke
voldaan is/kan worden aan alle bijbehorende wettelijke verplichtingen. En in
het meest rooskleurige geval print een overheidsdienaar ook weer ter plekke de
XYZ-verband-akte uit, laat het XYZ-koppel tekenen en wenst hen verder nog een
fijne dag.
Geen
uitzoekwerk; geen moeilijk gedoe; gewoon doorwerken. Dagelijkse routine. Het
lijkt me dat elke gemeente een dergelijk proces voor elkaar moet kunnen krijgen
(waarbij ik er rekening mee houd dat het zojuist geschetste scenario lang niet
altijd in één loket-sessie afgewerkt kan worden).
34. The key problem in finding the truth in (master)data can be found
within our THINKING about the meaning of data. Is meaning of data absolute? Can
it be defined at forehand? Or… is meaning of data contextual? Does it depend on
the situation at hand? Is meaning always… in formation?
Current thinking says: Meaning of data IS absolute! It can and MUST be
defined at forehand. Well… is that true? Ehhh, No. And We All Know It. Yet we
deny it.
If you want to find the truth in (master)data… you have to organise it
in quite another way. A systematic way.
35.
Compact kan betrekking hebben op een scharnier als geheel, maar kan net zo goed
betrekking hebben op de afzonderlijke, maar onderling afhankelijke en ordelijk
samenhangende onderdelen van een scharnier. Op die manier kan een compacte
overheid vele, vele taken omvatten, maar kan ze door de stelselmatige
organisatie van die taken toch zeer wendbaar opereren.
Er
zijn vaste onderdelen (pen scharnier, Boeing – die onwrikbaar op hun plek
zitten of vaste banen beschrijven) waarop de rest (scharnierbladen,
straaljagers) samenhangend haar meer beweeglijke kunsten kan vertonen. En dat
onderling afhankelijke en ordelijk samenhangende geheel van vaste en losse
delen kent allerhande manifestaties. In de techniek wellicht een robot. In de
muziek een orkest/band. In de sport een geolied werkend team uit op
teamprestatie. In de organisatie mensen die met elkaar kunnen lezen en
schrijven. In onderlinge samenhang maakt ieder zijn/haar eigen (doel)punt.
36. Semantic Assets are only a means to another end: Semantic
Interoperability. And Semantic Interoperability, in turn, is also a means.
A means to the end of effective and efficient behaviour of people:
civilians-in-society, civilians-in-enterprise and
civil-officers-serving-society. In other words: people somehow serving (by
means of meaningful behaviour) other people.
Look at traffic infrastructure. It’s a large and coherent set of
material as well as immaterial facilities. We use public vehicles or bring our
own ‘devices’ and simply (simply?) move from A to B. It’s all about our various
and varying application of our very-much-valued physical mobility by means of
that one and single traffic infrastructure. And who sees to the continued
availability/applicability of the whole of traffic infrastructure? Our
government by means of people in their capacity as civil-officers-serving-society.
Look at information
infrastructure. It must (still (sic)) become a large and coherent set of
material as well as immaterial facilities. We use public
information-provisioning-vehicles or bring our own devices and simply (simply?)
avail ourselves (at A) of the information present somewhere else (B). It’s all
about our various and varying application of our very-much-valued information
mobility by means of that one and single traffic infrastructure-still-to-be.
Information that – in our contemporary and highly dynamic information society –
must be (a) quickly available and (b) of clear situational meaning – any time,
anywhere (only 100% of the time). And who sees to the continued
availability/applicability of the whole of
information-infrastructure-still-to-be? Nobody. No-bo-dy! Creating and
maintaining an information infrastructure is pre-eminently a governmental task…
serving people: civilians-in-society, civilians-in-enterprise and
civil-officers-serving-society.
Please do begin with the end in mind (Covey would say): making
information quickly and meaningfully available to any and all by means of one
single information infrastructure. Systematically
organised information is one of the essential means needed to provide that
end. Information repositories might play a(n important) role – provided they
are systematically organised.
37. Op information-roundabout plaatste
ik twee modelletjes: Natural
Persons en Person
Numbers. Mogelijk zag je ze al verschijnen. Inderdaad/Nee, geen nieuws;
gewoon bestaande modelletjes – met bronvermelding overgenomen. Op dezelfde
manier wil ik de komende tijd meer (en ook ‘eigen’) modelletjes publiceren.
Belangrijkste vraag vind ik nu even: Wat vind je van de opzet? Hoe zou het
beter kunnen? En natuurlijk ook: Kloppen ze inhoudelijk?
38. Bingo: “I believe that the way [information] is [organised and]
managed will radically change.” Fully agree! In order to reach human
interoperability at a European/World wide scale, information must be
reorganised from our current specific ways to new systematic
ways. Bingo again: “This will [surely] require the creation of governance
bodies”. Indeed information infrastructure requires material as well as
immaterial facilities. It’s all about e-SoCiEtY advancement (not “about
e-Government advancement”)!
Some further
recommended reading: Civil information
management, a short introduction: an information discipline for society and the
metaphor of traffic and Ontology for
interdependency: steps to an ecology of information management.
39. Hoe komt data eigenlijk
aan haar bedoelde betekenis? Door het aan de juiste contexten te relateren en
te voorkomen dat het daarnaast nog aan andere contexten gerelateerd raakt. Dat
vraagt, inderdaad, om een stelselmatige
ordening van data. En daar moet je een degelijk plan voor maken dat vervolgens
stapsgewijs uitgevoerd wordt. Zo creëer je samenhang – zowel binnen als ook
tussen datasets. En daarmee creëer je tegelijk duurzaam eenduidige betekenis
van data. Ons beperken tot het van snelle afweging naar snelle afweging hoppen
brengt ons uiteindelijk nergens. Ik zie (nog) niet hoe je als overheid gewoon
maar wat ongestructureerde data aan kunt leveren en de linkjes later (door
marktpartijen) laat aanbrengen. Dat klinkt toch wat als het dweilen uitbesteden
terwijl je zelf de kraan laat openstaan.
40. Onlangs verscheen de
bundel Interoperabel
Nederland bij Forum Standaardisatie.
Via de (eerste) link is de bundel in te zien. Ook kan gratis een exemplaar
worden opgevraagd.
In deel III van die bundel
staat een Belangwekkend Hoofdstuk over Manifest
voor informatieverkeer. Een aanzet voor nieuwe wetgeving – dat manifest!
Kijk ook eens in bijlage 2 van dat hoofdstuk (Grondwetsherziening). En in
Bijlage I: Pentas politica als vervanger van de trias politica.
41. Iemand die bepaalde
gegevens verzamelt, doet dat met een bepaald oogmerk. Dat oogmerk bepaalt welke
gegevens in welke onderlinge samenhang worden verzameld plus het minimale
kwaliteitsniveau ervan. Ander oogmerk? Andere gegevens, andere onderlinge
samenhang, andere kwaliteitseisen!
Voor welke doelen mag die
iemand die gegevens (ruw of niet; ge-link-ed of niet) dan aanbieden? Die doelen
moeten binnen de oogmerkcirkel liggen van het verzameloogmerk.
Bij het aanbieden van die
gegevens moet het toegestane toepassingsbereik door de aanbieder expliciet
gemaakt worden. Evenals de bedoelde betekenis van de gegevens. Er horen
gebruiksvoorwaarden bij. En informatie over de kwaliteit van de gegevens.
Opdat… opdat de gebruiker er verantwoordelijk mee om kan gaan.
Je kunt het je als overheid
niet permitteren die gegevens aan Jan en Alleman beschikbaar te stellen (op
straat gooien). Dat wat er momenteel met RDW gegevens gebeurt… is natuurlijk niet
fraai! En de RDW kijkt gewoon de andere kant op (wil eigenlijk niet eens weten
dat ze zelf de authentieke bron is van die gegevens).
Het gaat bij Open Data dus
helemaal niet om ruwe data, maar om data die authentiek is en nauwkeurig is
beschreven (betekenis, samenhang, kwaliteit, toepassingsbereik …). Een zuivere
grondstof dus….
Als overheid ga je natuurlijk
geen ruwe data aanbieden. Ook moet je vreselijk goed letten op de
privacygevoeligheid, commerciële gevoeligheid, fraudegevoeligheid van/met
beschikbaar gestelde data. Gewoon maar lekker snel wat Open handelen levert
maar zo claims op. En/of een nog verder dalend vertrouwen in de overheid: “zo
snel mogelijk naar buiten brengen van zoveel mogelijk ruwe data, en de
transformatie naar LOD of andere meer waardevolle verschijningsvormen van data
(voorlopig) lekker aan de markt over laten.” Brrr. De markt heeft maar één
belang: geld verdienen. Het belang dat ze zeker niet hebben is netjes met
gegevens omgaan. Bij eventuele missers… spoort men ‘gewoon’ terug naar de
bronnen annex verantwoordelijken. Kan niet missen.
42. In de bundel Eerlijk
zullen we alles delen, de bundel die voorafging aan de tweede FS bundel Interoperabel
Nederland staat een artikel dat aansluit bij je “slaaf zijn van de
automatisering”-gedachte: Ontsnapping
uit digitaal gekkenhuis. Techniek dient de mens; maar het lijkt te vaak
andersom.
Toch is het naar mijn idee zo
dat ‘dankzij’ de enorme vlucht die ICT heeft genomen… de maatschappij grondig
is veranderd. Zo grondig dat veel van de oude regels niet meer voldoen. Er moet
dan – opnieuw – grondig worden gekeken naar die regels om ze op
informatiemaatschappelijke leest te schoeien. Dat geeft vele bestaande regels
een nieuw kader en maakt het geheel eenduidiger.
43. Interessante gedachte.
Wat zijn zoal de gebruiksmogelijkheden van zo’n Kies-app? Als vertrouwelijkheid,
veiligheid enzo geregeld zijn… kun je iedereen in principe natuurlijk veel
laagdrempeliger en sneller dan nu bij in principe welke-keuze-dan-ook-maar
betrekken. Niet alleen bij verkiezingen en referenda, maar ook bij moties van
wantrouwen, wel-of-geen vaccinatie voor het één-of-andere doel, Zorreguieta mag
wel/niet bij happening-Y zijn enzovoort. Interessant hoe verhoudingen zich dan
zullen kunnen ontwikkelen…. De politiek krijgt een volstrekt nieuw karakter….
Bureaus voor Opiniepeiling worden overbodig…. Ga maar door. Kies(pijn)-app?
44. Contragram: verandering
van de constante is de constante van verandering.
45. Toch wel wat cryptisch,
misschien – jouw reactie op The Core
of Information Oriented Architecture; kortweg IOA. Hoe moet ik “MDM + EII”
opvatten? Als een hokje dat je passend vond om IOA in op te bergen? Als ik MDM
en EII vanuit IOA zou moeten duiden, komt het pak-um-beet neer op: MDM =
Systematic Data Management (open dus). EII = World Wide (open) Systematic
Organisation of Information (opdat er in tijd en ruimte duurzaam situationeel
geïntegreerd kan worden). Dat is – voor zover ik weet – niet zoals er vandaag de
dag tegenaan wordt gekeken. Of… miste ik iets?
46. MDM kende ik. EII zocht
ik even op. Met mijn The Core of
Information Oriented Architecture (kortweg IOA) probeer ik MDM, EII, ESB,
OO, SOA ETC even te laten voor wat ze zijn en ‘beyond’ te springen. Naar
stelselmatig betekenisvolle informatie tot effectieve actiepotentie – zeg maar.
47. Voor IOA is het verschil
tussen intern X en extern X niet of nauwelijks relevant. Voor IOA telt: ermee
is (komt) informatie-van-heldere-betekenis. En die is aanwezig in A en moet –
via techniek – in B beschikbaar komen. Punt. En, ja, als je e.e.a. doorvertaalt
naar techniek, gebruik je voor een willekeurig ‘intern’ natuurlijk ook gewoon
B2B. Dat heeft tal van belangrijke voordelen. Dat (en meer) kan logisch naar
voren komen met IOA, maar, zoals gezegd, voor IOA draait het niet primair om de
techniek; daar wil ik met IOA ‘beyond’.
48. Tja “hoe generiek kun je
het maken?”, vraag je. Wie z’n informatie stelselmatig ordent… is tot-en-met
Open bezig. Zo generiek als je wilt dus. Als je X0 (een stukje informatie) voor
je neus krijgt en je snapt niet (precies) wat de betekenis is, wil je nadere
informatie. Dat is contextuele informatie t.o.v. X0 – zeg maar even C(X0). Als
je daar niet voldoende aan hebt: C(C(X0)). Etc. In zo’n informatiestelsel kun
je elk punt naar believen als X0 aanwijzen en vervolgens naar C(X0), C(C(X0)),
... Maar het valt en staat met die stelselmatige organisatie van informatie. Als je wilt begin
je top-down. Of bottom-up. Of somewhere-in-between. Zo’n organisatie houdt dus ‘gewoon’
infrastructuralisering van informatie in.
49. Ja, dank je wel voor je verwijzing; daar
heeft het inderdaad wel e.e.a. van weg. Interessant! Het aardige van/met IOA is
ook dat je je niet meer bezig hoeft te houden met integratie (dat probleem is
met IOA domweg opgelost). Stelselmatig georganiseerde en beschikbaar gemaakte
informatie leent zich bij uitstek voor het maken van situationeel relevante
combinaties (“intersubjectieve kwaliteiten” etc.).
50. Ja, het ultieme wapen
tegen “dubbelzinnigheden” is naar mijn idee heel gewoon… volmondige erkenning
van Context! Maar dat dóórziet – jammer genoeg – nog vrijwel niemand. Door
informatie contextueel (stelselmatig, infrastructureel etc.) te ordenen… houd
je de informatie in het hele informatiestelsel in één klap zowel scherp uit
elkaar als ook keurig netjes en samenhangend bijeen. Zo veranderen
oorspronkelijke “dubbelzinnigheden” in geordende meerzinnigheden.
De ruimte voor commentaar is
hier (op LinkedIn) nogal beperkt: maximaal zo’n 700 tekens. Voor het volledige
commentaar verwijs ik je daarom graag naar mijn blog: Context
– de doodsschrik voor dubbelzinnigheden.
51. Asjeblieft! Mooi
weergegeven. Zo ingewikkeld-eenvoudig is het (nu eenmaal). Goed om dat weer
eens van iemand anders ge-echo-d te krijgen – dank je wel! Ken je de Semiotische
Enneade? Dat is een niet-reduceerbare negen-eenheid waarin context voorkomt
op de Sign (informatie) dimensie. Via het scharnierpunt ‘Signature’ raken ‘Context’
en ‘Intext’ innig onderling verbonden – inclusief hun connecties met Idealiteit
(Motive – Focus – Concept) en Werkelijkheid (Situation – Identity – Behaviour).
52. De spreker van de RDW
(Spaansche Hof sessie, december 2011) gaf aan dat de RDW als authentieke bron
van voertuiggegevens niet genoemd wil worden op de sites van hen die deze
gegevens gebruiken. Eenmaal geleverd (al dan niet tegen betaling) wil de RDW er
eigenlijk helemaal niets meer mee te maken hebben; men doet er maar mee wat men
leuk vindt. Dat komt op mij vreemd – ja, zeer vreemd over.
Als overheidsinstelling
behoort (bijv.) RDW voor al haar data in te staan. Veiligheid, Betrouwbaarheid,
Vertrouwelijkheid, Integriteit, Kwaliteit enzovoort. Conform haar wettelijke
takenpakket. Ook dient zo’n overheidsinstelling zich – uiteraard; open deur –
aan de geldende wet en regelgeving te houden (privacy etc.).
Dat instaan voor al haar data
geldt dus ook voor de data die om wat voor reden dan ook (Linked) Open Data
wordt genoemd. RDW kan dus maar niet zo maar data ter beschikking stellen en er
vervolgens niets meer mee te maken willen hebben.
Helder moet zijn voor welke
doelen de ontvangers die RDW-gegevens wel/niet mogen gebruiken, bewerken en
aanbieden. Die doelen moeten binnen de oogmerkcirkel liggen van het
verzameloogmerk.
Bij het aanbieden van die
gegevens moet het toegestane toepassingsbereik door elke aanbieder expliciet
gemaakt worden. Evenals de bedoelde betekenis van de gegevens. En informatie
over de kwaliteit van de gegevens. Opdat… opdat de ontvanger er
verantwoordelijk mee om kan gaan.
Er moeten gebruiksvoorwaarden
bij. Noem het wat mij betreft een “Bijsluiter”. Ook prima. De afgelopen tijd
zijn er voor verschillende producten zgn. “Bijsluiters” ontstaan. Soms
wettelijk verplicht – dacht ik. Waarom eigenlijk? Omdat de producten een
bepaalde mate van ingewikkeldheid in zich dragen. Met informatieproducten is
dat al vrij snel niet anders.
Een gewaagde stelling: “Open
Data is in mijn optiek nooit privacy gevoelig”. Is dat waar? Onze
privacywetgeving is een lappendeken. Iedere keer als er een privacy-gaatje
ontstaat wordt er weer een lapje bijgenaaid. Wat vandaag Open Data is… kan
morgen maar zo Open Data Af zijn.
Ook goed om rekening mee te
houden is het feit dat voor een deel van de data die bij RDW etc. aanwezig is
geldt dat RDW etc. – slechts – houder is van die data. Geen eigenaar! Dus.
Heeft RDW etc. wel toestemming van alle betrokken eigenaren van die data? Mag
RDW etc. die data m.a.w. wel ter beschikking stellen zoals ze nu doet?
Begrijp me goed: ik ben niet
tegen Open Data (wat het ook precies is). Ook ik maak er (vrijwel?) dagelijks –
en wellicht grotendeels onbewust – dankbaar gebruik van. Ik zou dan ook niet
goed weten wat ik allemaal aan inmiddels als doodgewoon ervaren mogelijkheden
zou missen als alle Open Data plotsklaps Gesloten Data zou worden. Een leuk
experiment!
Waar ik me wel zorgen over
maak is de hyperigheid en hijgerigheid rondom het onderwerp. Ik zie
mensen/groeperingen zich als lemmingen van een veelheid aan berghellingen naar
beneden storten. Onderweg heeft men van alles en nog wat ge-experience-d, maar
aan het einde van de dollemansrit is de informatische chaos alleen maar groter
geworden. Nee, ik twijfel niet aan de goede bedoelingen; wel aan goede afloop.
53. Zoals toegezegd… hier een soort
interesseprofiel. Ik ben niet zozeer geïnteresseerd in technische aspecten – in
informatica, zeg maar even. Ik ben eerst en vooral geïnteresseerd in de
informatische aspecten. In (civiele) informatiekunde. In
informatie-tot-betekenis-in-‘handen’-van-mensen. Techniek dient de mens – niet
andersom!
Om e.e.a. wat verder te duiden:
Wat is informatie eigenlijk? Hoe wordt betekenis van
informatie gevormd? Hoe gaan we in de ICT met betekenis van informatie om –
en... klopt dat wel? Is onze oriëntatie
op I, C, T wel de meest optimale?
Geldt het onzekerheidsprincipe van Heisenberg: als je ‘t
beet hebt weet je niet wat het betekent – en als je weet wat ‘t betekent kun je
‘t niet beetpakken? M.a.w. is informatie (eigenlijk) altijd in formatie?
Wat is de relatie van informatie met gedrag? Als betekenis
van informatie niet in absolute zin is vast te leggen (zoals ICT-ers doen),
maar contextueel
van aard is… wat is daarvan dan de consequentie voor onze informatiesystemen?
Wat is interoperabiliteit precies? Moeten we onderscheid
maken tussen technische en menselijke
interoperabiliteit?
Hoe ordenen we onze informatie nu? Past deze ordening bij
een contextueel betekenisvormingsproces? Welke ordening
van informatie hebben we dan nodig?
Lopen we langzaam maar zeker niet muur
- vast met onze huidige manier van
ICT-gedoe?
Als we al tot de conclusie komen dat we op veel robuustere
manieren tot informatievoorziening kunnen komen… hoe kunnen we dat dan
vormgeven? Hoe migreren we
van oud naar nieuw?
Hebben we een nieuwe architectuur
nodig?
In de komende tijd breid ik www.information-roundabout.eu
verder uit – zelf zie ik die site als een aanloop naar een dissertatie. Hoop
dat voorgaande je voldoende beeld geeft. Indien niet; ik hoor het natuurlijk
graag!
54. Soms denk ik wel eens… Is
de mens nu hulpmiddel van (ICT-)machine of is het andersom en is de
(ICT-)machine hulpmiddel ons mensen? Gelukkig herinner ik me dan altijd weer
dat bekende adagium van Paul Wouters: “Techniek dient de mens”. Inderdaad – zo
zit het!
Techniek is naar haar aard
beperkt tot fysisch/cybernetisch niveau. Precies om die reden omringen we ons
zo succesvol met technische hulpmiddelen. Mensen, echter, moeten we niet
gevangen willen zetten binnen de beperkingen die inherent zijn aan cybernetica.
Mensen bewegen zich, naar hun aard, op het hoger gelegen niveau van de
significa.
Als we vage begrippen beter
definiëren opdat de regels beter in digitale vorm te gieten zijn… moeten we
ervoor waken dat we de mens proberen te beperken tot de mogelijkheden van het
cybernetische en hem op die manier van het zo typisch menselijke beroven. Dat
werkt domweg niet.
Wel moet – in hedendaagse en
o zo dynamische informatiemaatschappij – tussen ICT (cybernetica) en mensen
(significa) een Passende Brug worden geslagen. Die brug kan zich qua
manifestatie niet beperken tot het cybernetische niveau van de machines.
Op signifisch niveau zal
aansluiting gezocht moeten worden bij de manier waarop mensen tot
betekenisgeving en vervolgens gedrag komen. Wil een mens tot bedoeld gedrag
kunnen komen… dan moet de bedoelde betekenis hem helder gemaakt zijn. En dat
lukt alleen als die informatie in verband gepresenteerd wordt met voldoende
context.
Momenteel bieden wij maar al
te vaak slechts informatie aan. Dat leidt in toenemende mate tot verwarring en
inconsistentie. Maar… als we overstappen op het stelselmatig aanbieden van
informatie-met-context… gaan we de goede kant op. Op signifisch niveau bedienen
we de mens dan optimaal, terwijl al die informatie (ook context is informatie)
nog steeds gewoon op cybernetisch niveau kan worden vastgelegd, bewerkt,
getransporteerd, gepresenteerd enzovoort. Dan koppel je menselijke ‘vaagheid’
aan machinale precisie en snelheid.
55. Uit je vorige bijdrage:
“Als ik je stelling goed begrijp geef je aan dat de partij die de data aanbiedt
duidelijk moet maken waarvoor de data hergebruikt mag worden. Is het niet zo
dat Innovatie met data betekent nieuwe toepassingen, toepassingen die door de
aanbieder nog niet bedacht zijn, en daarmee door deze voorwaarde gestopt
worden?”
Ja, inderdaad, de partij die
de data aanbiedt, moet duidelijk maken binnen welke randvoorwaarden de data
gebruikt mag worden. In geval er nieuwe situaties ontstaan waarin, zeg maar
even, “de Bijsluiter” niet voorziet… dan moet de belanghebbende zich melden bij
de partij die de data aanbiedt om zo (hopelijk) tot zinnig nieuw gebruik te
kunnen komen. Inderdaad, dan moet de bijsluiter mogelijk ook worden aangepast.
Daarmee stop je innovaties niet; je werkt juist optimaal mee aan zinnige (!) innovaties.
Open Data is gelukkig niet hetzelfde als (Vogel)Vrije Data.
56. Wat is Linked Open Data
eigenlijk? Nou, dat is een bijzonder geval van Open Data.
Wat is Open Data eigenlijk?
Nou, dat is een bijzonder geval van Data.
Wat is Data eigenlijk? Nou,
dat zijn gegevens in digitale vorm en die gegevens verwijzen altijd iets
anders.
Wat is dat ‘iets anders’
eigenlijk? Nou, dat zijn andere gegevens of – en daar loopt het uiteindelijk
altijd op uit – objecten in de werkelijkheid.
Over die objecten in de
werkelijkheid willen mensen (burgers, medewerkers, ambtenaren) soms iets weten.
Dat wat ze er over willen weten kan samengenomen worden in een entiteit. Dat
wat ze er over willen weten hangt af van het motief, het belang op een bepaald
moment in een bepaalde situatie. En dat is ook precies de reden dat er over één
type object in de werkelijkheid zo ongelooflijk veel verschillende entiteiten
(elk ws. met een beetje overlap) bestaan. Allemaal anders – en allemaal ook
ongeveer hetzelfde. Tja, dan zit je maar zo aan de “22 miljoen entiteiten” – en
dat (wild)groeit alleen maar verder.
Wat nu zo e-nor-rum
belangrijk is… is dat de overheid voor de gegevens waarvoor zij bij uitstek
verantwoordelijk is… zorgt voor adequate ordening, opslag, betekenis,
kwaliteit, beschikbaarheid enzovoort enzovoort. Dan ontstaan er duurzame en
robuuste basisgegevenssets (onge-link-ed) waar de overheid mee voor de dag kan
komen m.b.t. burgers en bedrijven en – niet te vergeten – zichzelf. Data uit
die basisgegevenssets wordt dan, afhankelijk van moment in de tijd, de
situatie, de belangen enzovoort, heel gevarieerd gecombineerd (ge-link-ed) tot
bruikbare informatie op dat moment en in die situatie. Dat is dan Linked Data.
En als het in het kader van
Algemeen Belang nuttig is/wordt (doelbinding) om bepaalde stelselmatig
geordende (Linked) Data breder ter beschikking te stellen… dan wordt er voor
die (Linked) Data door de overheid bewust voor gekozen er (Linked) Open Data
van te maken. Met een Bijsluiter (die de gebruiksruimte aangeeft) natuurlijk –
maar die Bijsluiter was er uiteraard al, want ook voor intern overheidsgebruik
is zo’n Bijsluiter natuurlijk allang onmisbaar. Een meevaller – gelukkig! Als
die (Linked) Open Data ook nog eens ge-link-ed gaat worden met andere data –
bijvoorbeeld van burgers/bedrijven/overheden/etc. (uiteraard binnen de gebruiksmarges
van de Bijsluiter), dan hebben we Linked (Linked) Open Data.
Prachtig allemaal! Echt waar!
Alleen… het moet wel beginnen
bij de wortel. En dat is nu bij uitstek een… overheidstaak: het
infrastructuraliseren van data. En dat zie ik eigenlijk (nog) nergens.
Wat ik wel zie is dat ‘het’
steevast en heel enthousiast gewoon ergens in het midden begint bij een mooie
dataset (al dan niet gestript van gegevens die mogelijk wat moeilijk liggen).
Die dataset maken we Open. Yes! Dan gaan we linken… Er komen app’s bij…
Prachtige innovaties enzovoort enzovoort.
Alweer: Prachtig allemaal!
Echt waar!
Alleen… als we niet ook
serieus de wortel ter hand nemen… creëren we een fantastische luchtbel. Of
luchtkasteel, zo je wilt. Was dat het doel? Ja? Gefeliciteerd! Cum Laude
geslaagd. Of…? Anders… was er toch een ‘iets’ ander doel? Tja, dan is het bij
de wortel (al) fout gegaan. Stop daarom de lemmingen als niet ook de wortel ter
hand wordt genomen!
57. Infrastructuraliseren is
bij uitstek een overheidstaak. In het kader van Algemeen Belang heft de
overheid met infrastructuur verschillen tussen allerhande partijen op door
middel van infrastructuur. Dat is – domweg – haar taak. Het zou bijzonder mooi
zijn als ze dat in het kader van Algemeen Belang ook zo zag… En zolang ze dat
niet zo ziet… wordt de ellende groter. En zolang allerhande zgn. marktpartijen
er eigenlijk alleen maar op uit zijn om snel geld in het Eigen Belang te
verdienen en naar de korte termijn kijken… wordt de ellende dagelijks groter.
Pas als we wat breder durven te gaan kijken… wordt de kans op verbetering van
de situatie groter.
Kijk eens naar de
infrastructuur voor fysiek verkeer. Tal van materiële en immateriële
voorzieningen worden in samenhang geboden. Van de wegen tot en met
hulpdiensten, ‘strakke’ verkeersregels, handhaving en sanctionering. Dat hele
verkeersstelsel (infrastructuur) zorgt ervoor dat iedereen met eigen
verkeersmiddelen over dezelfde infrastructuur en volgens dezelfde regels snel
en soepel van A naar B komt.
Vergelijkenderwijs moet er
ook informatie-infrastructuur komen. Daarmee kan iedereen (burger, bedrijf,
overheidsinstelling) met eigen informatieverkeersmiddelen op gelijkwaardige
wijze – volgens informatieverkeersregels – alle zinnige kanten op. Ook met
(Linked) (Open) Data.
58. Nee, dat
artikel van de hand van Rik Maes kende ik niet – het sluit inderdaad mooi
aan [op #54 hierboven] en biedt tegelijk een extra invalshoek! Mooi. Dank je
wel voor de verwijzing.
Op Emovere schreef ik over
het uiteenhouden/bijeenbrengen al eens een column: Professioneel scharnierwerk. Op
Informatiekundig Bekeken verscheen in het verlengde ervan: Absoluut
niet (in de notes staan verdere verwijzingen naar Semiotics).
59. Ik weet, net als jij, dat
“dat niet de realiteit [is] van het moment ”. Maar, als je zegt dat “hierbinnen
moet worden geopereerd”…, lijk je zoveel te zeggen als dat je het (maar) hebt
opgegeven – hoewel je je terdege bewust bent van die “overheidstaak in het
creëren van een maatschappelijke infrastructuur waarbij […] veel disciplines
betrokken zijn […]. Dus echt breed en multidisciplinair durven denken en doen
in plaats van geïsoleerde inspanningen”. Dat laatste getuigt wat mij betreft
van gezonde ambitie en van een open toekomstgerichte drive. Top! Het eerste
ademt, zo komt het in ieder geval op mij over, teveel een schouderophalend
voorbijgaan aan een Èchte (!), wat meer inspanning vereisende (dat ook),
InnovatieKans! Zolang je maar gewoon wat “hierbinnen” blijft opereren… komt je
nooit in de buurt van je eigenlijke ambitie.
Ik zie ook dat open data
“momenteel een vanzelfsprekendheid aan het worden is.” En dat heeft heel
interessante kanten – zeker! Dat is ook niet zonder meer goed of verkeerd –
zoals P aangaf in zijn eerdere bijdrage. Ook is het niet zo dat we er vooral
niet aan moeten beginnen zolang we het ‘hele plaatje’ nog niet scherp voor ons
zien – zoals P eveneens aangaf in diezelfde bijdrage. Alleen… we moeten méér
doen dan dat! Waar ik – al een aantal malen – met nadruk op wijs is dat goede
basis ontbreekt. En zolang aan die basis niet óók bewust en nadrukkelijk
gewerkt wordt, krijgt het resterende ‘vanzelfsprekende’ (?) gedrag sterke
gelijkenis met voortrazende (‘innovatie’ gedreven) lemmingen [#52].
Graag wil ik een stukje
maatschappelijke verantwoordelijkheid invullen en probeer ik stelselmatig
innovatieve (beginnetjes van) ideeën over te brengen op mensen die (veel)
dichter bij het vuur zitten dan ik.
60. Sjaak, hoe loopt het
eigenlijk met je nieuwe boek?
Voorziet het in een behoefte? Met een beetje mazzel, nou, ja, dacht ik, zit er
op een goede dag wel een exemplaar in mijn postvakje…. Ik denk dat de postkamer
‘um’ achterovergedrukt heeft….
61. Signs kunnen wat mij
betreft variëren van heel klein/simpel tot groot/complex. Voor menselijk
informatieverkeer ga ik er van uit dat die signs opgevangen kunnen worden met
de gangbare menselijke zintuigen. Wat er vervolgens ‘binnen’ allemaal mee
gebeurd… weet ik niet precies, maar het leidt – al dan niet bewust – tot interpretatie,
emotie en (taal)gedrag.
Wat je wilt zeggen met “Vwb
identity, ik leun meer richting Deleuze's variant op Leibniz’s ‘identity of
indiscernibles’” is me niet helemaal duidelijk. Mijn idee is dat het de
voortdurend veranderende relaties (context) zijn die voortdurend objecten
gloednieuw voortbrengen – inclusief hun eigenschappen (intext). Begin november
schreef ik Object
Orientation’s Credentials. Waarschijnlijk zijn Deleuze en Leibniz veel meer
Object Oriented dan ik ooit zal kunnen/willen worden….
62. “Ik moet zeggen dat het
lezen van de discussie [Linked open data] in ieder geval de richting van een ‘bijsluiter’
sterker maakt bij me, zolang deze bijsluiter maar geen vrijheid van hergebruik
en innovatie in de weg staan.” P, een bijsluiter beperkt niet, maar wijst juist de ruimte aan waarbinnen de data
zinnig gebruikt kan worden. Daarbuiten resteert slechts buiten-zinnig; lees
ook: onzinnig gebruik. De rem zetten op onzinnig gebruik… ervaar ik niet als
een beperking.
“Maar dat er een bijsluiter
komt […]. Hoewel dat laatste dan ook wel weer gaat lijken op het afhouden van
aansprakelijkheid.” P, met een bijsluiter geef je naar mijn idee juist aan
waarvoor je verantwoordelijkheid wilt nemen en waarop je aangesproken wilt
worden. Je maakt helder wat je precies levert, hoe je eraan komt, wat de
kwaliteit is enzovoort. En daar stá je dan ook voor!
63. Al een paar maal overwoog
ik om ook de eigendomskwestie aan te snijden. Ik deed het niet omdat dat
heikele punt op zichzelf genomen al een discussie (of wat) waard is. Maar,
klopt, eigendom moet (uiteindelijk) ook helder worden; niet alleen voor
(Linked) Open Data, maar voor alle data. Vraag is, het is maar weer even een
voorbeeld, voor welke gegevens die RDW vrijgeeft geldt dat ze er zelf eigenaar
van is. Dat ze houder is… is duidelijk. Maar als RDW niet van al die gegevens
als eigenaar telt… dan moet ze toestemming gaan vragen aan de eigenaren om die
gegevens vrij te mogen geven. Ook daarbij komt dan opnieuw zoiets als
doelbinding kijken. Tja, het is zo ingewikkeld als het is. Einstein waarschuwde
al: houd de dingen zo simpel mogelijk; niet simpeler!
64. Stelselmatig eenduidige
interpretatie van Begrip kan naar mijn idee alleen maar volgen als dat Begrip
netzo stelselmatig aan Context is vast-geklonken. Dat is dan ook wat ik bedoel
met Begrip@Context. Een twee-eenheid; Begrip is niet stelselmatig eenduidig los
verkrijgbaar.
Daarom moet die Context moet
dus netzo Expliciet worden gemaakt als Begrip. En daar gaat het vandaag de dag
fout. Bij het vaststellen van Begrip betrekken we uiteraard (dat kan ook niet
anders) de relevant ge(d)achte Context. Alleen… wat doen we zodra Begrip is
vastgesteld? Dan is het klaar en vergeten we (grote delen van) de betrokken
Context.
Dus, ja, de context van een
aantal regels is duidelijk… maar daarmee nog niet expliciet. En naarmate de
Context stabieler is… ontstaat daar ook minder verwarring en gedoe over.
Alleen… we weten dat Contexten vandaag de dag steeds beweeglijker worden. Het
loont daarom meer en meer om Contexten te Expliciteren. Begrip@Context geeft
die steeds feller verlangde helderheid in betekenis – op duurzame wijze.
Vergelijkenderwijs heeft elke
regel ook zo z’n eigen Context waarin die regel is als een vis in het water en
tot z’n werkelijke bestemming komt. Iets andere Context? Iets andere regel! Op
die manier kunnen we ook verschillende regels over (min of meer) hetzelfde
onderwerp geautomatiseerd naast elkaar bedrijven. En, ja, daar waar ‘het’
allemaal te lastig is/blijft, blijven we, gelukkig, aangewezen op menselijke
tussenkomst. Wel is het naar mijn overtuiging zo dat wanneer we onze informatie
stelselmatig gaan organiseren – Begrip@Context, dus – de vaagheid, verwarring
etc. die vandaag nog zo ‘gewoon’ is… enorm zal afnemen.
65. Het idee van de
Bijsluiter viel mij, eerlijk gezegd, in tijdens en door deze discussie.
Vervolgens ontmoet(te) Bijsluiter bijval. Het concept Bijsluiter spreekt aan;
dat is mooi! We moeten zien hoe vruchtbaar het Bijsluiter-concept verder
blijkt. Over een precieze, praktische of werkbare formulering maakte ik me om
die reden dan ook nog niet al te zeer zorgen. Vooralsnog lijkt het concept
voldoende aanknopingspunten in zich te dragen om mee verder te borduren.
Duidelijk is, hoop ik, dat
ieder die bepaalde gegevens op een bepaalde manier verstrekt daarmee een
bepaalde verantwoordelijkheid op een bepaalde manier naar zich toe trekt en dan
ook dient te dragen. Die verantwoordelijkheid kun je maar het beste helder op
het netvlies hebben staan. Nou, ja – dan kun je die verantwoordelijkheid ook
maar het beste formuleren in (bijvoorbeeld) de vorm van een Bijsluiter. Dan
weet jezelf precies wat je levert. Dan weet iedere gebruiker precies waar
hij/zij aan toe is.
De dataleverancier die zo
bezig is, realiseert zich ook dat wanneer hij/zij zelf afhankelijk is van
andere data-bronnen (en wie is dat eigenlijk niet)… daar, aan de bron-zijde,
natuurlijk ook graag Bijsluiters ziet. Op die manier weet de dataleverancier of
hij/zij zich met de toepassing van die bron-data op glad ijs begeeft of niet.
Degene die
data-met-Bijsluiter op een onverantwoorde wijze inzet/verwerkt en vervolgens
weer ‘verrijkt’ verstrekt (al dan niet tegen betaling), is daarmee… tja… onverantwoord
bezig – hoe groot de evt. economische belangen ook kunnen zijn. Zo iemand mag
verwachten dat hij/zij daarop wordt aangesproken en ter verantwoording
geroepen.
66. A, Er bestaat, naar mijn
idee, geen (wets)tekst zonder (wets)con-text! Alleen… hoe krijg je daar goed
zicht op? Uitstekende vraag!
Gelukkig is er op dit vlak al
reuze interessant werk verzet! Daarom verwijs ik je graag naar het volgende
PrimaVera Working Paper (Wisse, oktober 2011): Publieks- en stelseltaal
in wetgeving: Wat is het geval?. In dat artikel wordt “modeling the first
sentence in the Constitution of the Netherlands” gedemonstreerd met behulp van
een krachtige “method for disambiguating meaning through so-called contextual
differentiation”. Niet gemakkelijk; wel
uitermate verhelderend! Ik ben benieuwd naar je bevindingen.
Mocht je er wat in zien: Ik
kan je verklappen en verzekeren dat de auteur van genoemd artikel graag ‘jouw’
wetsteksten (met jou) zal vertalen (modelleren) in vergelijkbare contextuele
modellen zodat je scherp zicht krijgt op de Begrip@Context die voor jou
relevant zijn!
67. Ja, klopt, A stelde een
dergelijke uitstekende (!) vraag ook al. Ik ben reuze benieuwd of je er weer
een stukje verder mee komt – hou me ajb op de hoogte!?!
De modelletjes die je in het genoemde PrimaVera
artikel aantreft, laten goed zien (nou, ja – ik zie dat iig en hoop dat jij
dat ook (begint) te zien) hoe (in)text en context (Begrip@Context) op een
volstrekt open manier stelselmatig en consequent als twee-eenheden staan
gemodelleerd.
Mocht je (al) in het bezit
zijn van de bundel Interoperabel
Nederland… in deel III en daarvan het tweede hoofdstuk (p204) schrijft
Peter Waters (hoofd Bureau Forum Standaardisatie) zijn bijdrage: VN
kiest voor Nederlandse i-Pass. Ook daar tref je stelselmatige modellen aan
– ook weer gemodelleerd met Metapatroon – die glashelder maken hoe je
Begrip@Context zodanig modelleert dat verschillen in betekenis (van Begrip)
steeds zowel bij elkaar gehouden worden als ook scherp onderscheiden worden
middels Context. Zo geef je informatie (begrippen, regels, …) trefzeker
vleugels. Je verschuift je blik/denkveld van object orientatie (Begrip) naar
context oriëntatie (Begrip@Context).
Het Essence-project, waar P
melding van maakt, ontwikkelde/ontwikkelt een, naar mijn idee, soort derivaat
van Metapatroon.
68. P, ik ben me ervan bewust
dat het best wel lastig is om verhoudingen; overeenkomsten en verschillen in
een paar woorden voldoende te duiden. Dat lukte mij, zo begrijp ik uit jouw
reactie, niet 1-2-3. Dat lukt jou in jouw pogen evenmin, zo leid ik uit
diezelfde reactie af. Beetje off-topic toch ook wel, hier in deze discussie!
69. Context is, daar zijn we
het wel over eens, een probaat middel om tot de bedoelde betekenis van
informatie te kunnen komen. Let daarbij ook eens op het woord ‘kunnen’. Context
stelt een mens optimaal in staat om, let op, als hij/zij dat Wil, de bedoelde
betekenis af te leiden. Zonder context Moet hij/zij er maar al te vaak een slag
naar slaan. En in dynamiek van hedendaagse informatiemaatschappij slaan mensen
de betekenis-plank steeds vaker en ernstiger mis. Hetgeen leidt tot verwarring
en irritatie om maar eens wat te noemen.
Mensen zijn, zoals dat heet,
gemotiveerde wezens. Hoewel ze met de juiste en voldoende context de bedoelde
betekenis kunnen afleiden, Willen ze dat niet altijd. Dat is afhankelijk van
hun motieven. Vanuit een informatievoorzieningsperspectief kan echter niet meer
gedaan worden dan het aanleveren van ter zake doende Context in relatie tot
Begrip.
70. A, Stel je voor… een
visnet of iets dergelijks. Zo’n net telt vele, onderling verbonden, knopen. Als
je je dan concentreert op één van de knopen… die knoop als het ware langzaam
oppakt… dan trek je andere knopen mee… het eerst de knopen die direct aan je
pak-knoop vastzitten… dan de knopen die daar weer aan vastzitten… enzovoort.
Dat houdt een keer op; zo’n net is nu eenmaal niet oneindig groot.
Ons gedachte-experiment
verder voortzettend… Aan je pak-knoop kun je Begrip koppelen. Je maakt er
a.h.w. een informatieknoop van. De Context is nu in eerste instantie opgebouwd
uit de informatieknopen die direct aan je pak-informatieknoop vastzitten… in
tweede instantie uit de informatieknopen die daar weer aan vastzitten…
enzovoort.
Kies je nu een andere
informatieknoop als pak-informatieknoop… dan zie je dat je vorige
pak-informatieknoop nu ergens in de Context van je nieuwe pak-informatieknoop
opduikt.
Op welke informatieknoop
(Begrip, Concept) je je focussed… tja, dat hangt af van je motief.
Context is daarmee ‘gewoon’
informatie die op stelselmatige wijze is gedistribueerd over een aantal
onderling samenhangende informatieknopen. Elke informatieknoop bevat precies
dat beetje informatie om die knoop eenduidig helder te krijgen in het licht van
zijn omliggende informatieknopen (Context). Slechts in onderling verband wordt
betekenis helder.
Wat moet je nu aan met het
einde van dat visnet? Tja, ergens houdt het op! Waar dat ‘ergens’ ligt hangt af
van de samenhangende vraagstukken waar bijvoorbeeld een overheid mee zit. In
dat licht is het natuurlijk alleraardigst – wellicht zelfs wezenlijk – om
relevante wetten/wetsteksten stelselmatig in kaart te brengen. Maar, zoals
gezegd, ergens houdt het op. Dat ergens noemen we, heel natuurlijk, de horizon.
Als je de moeite wilt nemen deze
link (naar Water’s bijdrage in de bundel Interoperabel Nederland) te
volgen… door te bladeren naar pagina 208 en daarvan bijvoorbeeld het onderste
model te bekijken… dan zie je zo’n horizon als dikke, vette streep bovenin het
model. Het contextuele model ‘hangt’ als het ware aan die horizon. In het model
zelf zie je – in ‘eindeloze’ herhaling – Begrip@Context keer op keer
stelselmatig vorm krijgt.
Zo eerst maar even – in de
hoop dat voorgaande begin-van-antwoord kan gaan vormen.
71. Dank voor je compliment.
Het is toch altijd weer prettig om te horen dat zo’n artikel – What’s Really
New Here? – weerklank vindt en aanspreekt. Nu maar hopen dat het sommigen
helpt irrationele sprong door niemandsland/duister te maken naar dat ruimere
land waarin veel van het oude/bekende ook op nieuwe/ongekende manier weer
‘gewoon’ blijkt te (be)staan.
72. De discussie waarover ik
je recent al iets vertelde, ontwikkelt zich welhaast bizar. Er zijn daar enkele
(naar ik voorlopig aanneem) serieuze vragenstellers/belangstellenden voor nieuw
gedachtegoed. Zo goed en zo kwaad als het gaat geef ik antwoord op hun vragen.
Dan haakt (zeg maar: breekt) P in en begint ‘gewoon’
Essence/project/methode/taal te ventileren…. Een soort van kaping dus! Arme
mensen. Hoe moeten zij nu wijs worden uit die twee sporen….
73. Dank je wel voor je mooie
bijdrage Uit
het moeras van stam- en basisgegevens. In de afgelopen dagen stelde ik een
aantal diagrammen samen. Daaruit worden dubbelingen en duplicaties al prachtig
duidelijk. B reageerde er heel positief op. Laten we zien hoe deze schema’s
samen met jouw bijdrage in januari worden opgepikt!
74. Dank voor je nabrander.
Het inspireerde me plotsklaps tot onderstaand stukje tekst. Een stukje tekst
dat toch eindigt met een serieuzere toon dan ik kon weten toen ik aan het
geschrijf ervan begon. Dank dus!
Ja, je hebt best wel helemaal
gelijk. Maar… of zal ik En zeggen (soms weet ik het even niet zo precies meer)?
Maar/En… weet je… B zei ook nog tegen me: “Kijk, Jan… je moet je battles
zorgvuldig kiezen”. Huh?!? Hij bevindt zich, zo begreep ik na enige verdere
uitleg, in de ongelooflijk luxe positie dat hij kan kiezen. Er zijn voor hem,
met andere woorden, vele battles die naar (zijn) Rome (Waterloo?) leiden.
Daaruit moet hij dus voortdurend zorgvuldig kiezen. Het moeilijke van managen
is het managen van moeilijk – zal ik maar zeggen.
En op dit moment lijk ik – o,
mazzelende geluksvogel! – dus in de goede battle te figureren! Wat ik daarbij
‘natuurlijk’ niet precies weet, is, hoe beweeglijk zijn battle field of battle
fields precies is. Hoe dan ook: op mij rust nu de voortreffelijke taak om
precies deze battle voor hem voldoende verleidelijk aantrekkelijk te houden. Ga
er maar aan staan….
Maar goed, een groot schema
op A0 formaat (het formaat van de Visio herkende je vast en zeker) met daarop
de belangrijkste systemen in het landschap… samen met hun dooreenlopende
uitwisselingen… in datzelfde schema-op-A0… moet ik de verwarring indrukwekkend
aantrekkelijk blootleggen in combinatie met een onweerstaanbare aanzet tot
oplossing. Voorwaar niet eenvoudig, maar dat lijkt toch min of meer de opgave.
Zie je het (wat) voor je?
75. Ik plaatste de
definitieve recensie, IT-infrastructuur
in de breedte, zojuist op Emovere. De tekst schaafde ik nog minimaal bij. Je
mag de tekst natuurlijk gebruiken – verwijzing stel ik dan, netzo natuurlijk,
op prijs! Nog een Engelstalige versie voor Amazon? Nou, laat maar horen wanneer
‘het’ er staat.
76. Dank voor je reactie op Naar
Menselijke Maat! Helaas, het boek dat je noemt ken ik niet. Wat ik wel denk
te weten is dat mensen uit-ste-kend op hoog-signifisch niveau kunnen opereren.
Mensen kunnen zich echter ook –verlagen– en genoegen nemen met een opereren op
hoofdzakelijk laag-signifisch/(hoog-)cybernetisch niveau. En als ze dat (en
masse) doen… en klakkeloos achter een wereld aanrennen die hen door,
bijvoorbeeld, de knappe koppen van Google wordt voorgespiegeld… Tja, dan ga je
mogelijk zelfs werkelijk geloven dat er niet meer is. En dan wordt Nieuw
Flatland maar zo je volkomen nieuwe realiteit. Een nieuwe absurditeit, zeg ook
maar. Maar, je hebt gelijk: je kunt die denkstap terug zetten en tegelijkertijd
volstrekt overtuigd zijn weer een stap verder te zijn gekomen; in een netwerk
van breinen of zo. Is dit ant-woord een voor jou aangename
verwarringsverstoring?
77. Dank voor je reactie op Weg
met vage begrippen. Wat ik na enige studie van UDEF begrijp (dank voor je verwijzing), is dat
het verschillende vocabulaires (via indexen aan elkaar kan linken met als spil
de UDEF Core – een voorgedefinieerde vocabulaire. Er kunnen echter ook andere
vocabulaires worden geïmporteerd. Onduidelijk daarbij is wat hun positie t.o.v.
de UDEF Core is.
Wat ik van die spil begrijp,
is dat het in feite een light versie is van zoiets als CCTS. Over CCTS schreef
ik in de eerste bundel van Forum Standaardisatie een
bijdrage. Die spil is naar mijn idee dus… Zwak. Het idee van linken – en
daarmee bedoel ik het in onderling verband brengen van
afzonderlijke/verschillende elementen die tegelijk ook gelijkenis vertonen
(bijv. een natuurlijk persoon als student aan een opleiding enerzijds en een
natuurlijk persoon als medewerker bij een werkgever anderzijds (en ga maar door))
– is een idee dat ook op www.information-roundabout.eu
en al eerder op www.wisse.cc (Informatierotonde
voor semantische interoperabiliteit) wordt gepropageerd als opstap en
tussenstap naar stelselmatige informatievoorziening. Dat idee vind je
bijvoorbeeld ook verbeeld op SlideShare: infOrch.
november
– december 2011, 2011 © Jan van Til