2011

2011.03 Aantekeningen

 

Jan van Til

 

 

Onderstaande tekstfragmenten zijn veelal afkomstig uit reacties op LinkedIn, Computable, Binnenlands Bestuur, diverse blogs en e-mail die ik verstuurde in voornamelijk de periode mei tot en met augustus 2011. De volgorde van de fragmenten is chronologisch.

 

01. Inderdaad, een hele klont. Maar beslist de moeite waard! Veel leerzaam en belangwekkend gehamer op houding(sverandering) tot stelselmatigheid. Ook aandacht voor opleiding is in deze verzameling nadrukkelijk aanwezig. Broeit er wat vruchtbaars? En, inderdaad, “[e]r zit al [heel] wat correspondentie tussen met auteurs van bijdragen aan fs-bundel II”! Prachtig om te lezen hoe je alles op alles zet om een zo krachtig mogelijke bundel tot stand te brengen. Nog zes weken tot aan de sluitingsdatum! Is er inmiddels voldoende aanbod?

 

02. Nee, sinds juli 2010 heb ik geen contact meer met Jaap gehad. Wel heeft hij het uiterlijk van zijn site vernieuwd. Het ‘beeldmerk’ – geheel rechts en bovenin doet mij vermoeden dat zijn activiteiten meer en meer een andere ‘inkleuring’ krijgen. In juli 2010 stuurde ik hem nav de Update2010 de volgende opmerking-met-vraag: “In bijgevoegde PPT gebruik ik een IR plaatje uit de brochure van de Update 2010. Dat plaatje vergelijk ik met een drietal bekende/befaamde ‘paradigma’s’. Zie jij ze ook passen? Was jij je eigenlijk bewust van deze 'overlap'? Ik heb je er nooit (bewust) over gehoord”. Ik projecteerde – op jouw voorzet – afbeeldingsparadigma, besturingsparadigma en semiotische triade ‘op’ zijn informatieruimte-idee. Op die vraag kreeg ik tot op heden nog geen antwoord.

 

03. Heeft Liefde een tegendeel? Nee, naar mijn idee niet. Heeft liefde een tegendeel? Ik denk het wel: haat, hekel enzovoort. Is Liefde dwingend? Nee, nooit; Liefde IS. Niet meer; niet minder. Kan liefde dwingend zijn/worden? Uit ervaring weten we dat dat maar al te gemakkelijk en snel het geval kan zijn/worden. Hebben mensen besef van Liefde? Ja, ieder mens WEET – ergens, diep van binnen – van Liefde. We hunkeren naar Liefde en toch nemen we al sinds mensenheugenis keer op keer genoegen met liefde (die weer uitloopt op haar tegendelen). We zijn ‘ergens’ gaan geloven dat er ‘gewoon’ niet meer is. En toch… blijven we zoeken naar Liefde; daar hebben we WEET van. Dat WETEN houdt de zoektocht op gang. Het genoegen nemen met de (on)genoegens die liefde geeft… houdt ons gevangen in liefde. Hoe te ontsnappen aan liefde – tot Liefde? Is Liefde stoffelijk? Nee, Liefde IS. Is/wordt liefde stoffelijk? Ja, en ook: liefde houdt zich in haar eigen stoffelijkheid gevangen. Wanneer liefde haar stoffelijkheid loslaat, ontstaat ruimte en (uit)zicht op Liefde. Maar wie durft? Wie vertrouwt? Dat vraagt moed. Dat vraagt loslaten, opgeven, overgeven. Loslaten van Hebben tot Zijn: lees daarvoor (nog eens) de bijdragen #25 t/m #28 in 2011.02. Is Liefde belangeloos? Ja, Liefde IS. Is liefde belangeloos? Er zijn inderdaad kortstondige momenten van belangeloosheid aan te wijzen in ieders leven, maar die verkeren vaak al weer snel in het eigenbelang en of dat wel/niet voldoende aan zijn trekken komt (gevangen in Hebben). De Liefde is in staat om elk belang van iedereen te dienen: vrijheid, potentialiteit vanuit Zijn. De Liefde kent geen angst – onmogelijk – Liefde IS. Hoeft niks. Is tot alles in staat. En laat wat zich vormde zonder probleem weer los – zit er niet aan vast (Hebben). De liefde is gevangen in Hebben en daarmee ook voortdurend opgezadeld met schade en verlies. Gevaar ligt immers altijd om de hoek. Enzovoort. Bevrijd jezelf van liefde (en haar tegendelen). Kom tot weergaloze Liefde, kom tot (aan)Zijn.

 

04. S is erg gelukkig met de successen die hij boekt. Modderen noem ik het. Het oppoetsen van oud koper op slimme en geavanceerde manieren in de verwachting dat het zilver wordt. Willens en wetens stekeblind. Hij volgt nauwkeurig de blindheid waarmee zijn management zo vertrouwd is en is daar succesvol mee.

 

05. Digitale uitwisseling van gegevens is een bijzondere vorm van uitwisselen van gegevens: n.l. digitaal. Laten we het dus hebben over het uitwisselen van gegevens in het algemeen; dan past het breed – dus ook digitaal.

Een patiënt is een bijzondere vorm van een mens, een natuurlijk persoon. Een zorgverlener is ook een persoon; vaak een persoon die acteert namens een rechtspersoon. Laten we het dus hebben over personen in het algemeen; dan past het breed – dus ook de patiënt/zorgverlener.

Rechten bestaan niet zonder plichten. Het gaat hier ten diepste om hoe wij ons tot elkaar niet/wel (wensen te) verhouden. Onderling vertrouwen (of de afwezigheid daarvan) is daarbij van groot belang.

Het uitwisselen van gegevens tussen personen moet een doel hebben. Uitgewisselde gegevens – inclusief het gebruik ervan – moeten strikt sporen met dat doel. Hoe weten personen dat? Hoe kunnen personen daarop vertrouwen?

Het doel van zender tot uitwisseling kan verschillen van het doel van de ontvanger tot uitwisseling. Zender kan er belang bij hebben bepaalde gegevens niet uit te wisselen met welke andere persoon dan ook maar. Ontvanger kan er belang bij hebben die gegevens wel in te zien.

Vandaag de dag gaat uitwisseling van gegevens ongecontroleerd snel. Dat beent niemand meer bij. En vaak verloopt die uitwisseling ook ongecontroleerd. En vaak ook zonder dat er behoorlijk verantwoording over kan worden afgelegd. Goede bedoelingen alleen… zijn en blijken niet meer genoeg om ons trefzeker tot elkaar te kunnen verhouden. Dat voelt niet goed. Dat voelt slecht. Iedere zorgverlener kan in principe – internet enzo – vrij gemakkelijk overal bij. Toch? Wie steekt zijn hand er voor in het vuur dat zoiets niet kan? Precies. Niemand! Wie kan het nog bijbenen? Niemand. Waar zijn voldoende waarborgen te vinden? Hoe transparant zijn ze? Waarom zou ik wie vertrouwen? Ik zou het werkelijk niet weten.

De vraag of digitale uitwisseling van gegevens een patiëntrecht is of niet… of je de vraag nu omdraait of niet… draait in wezen om de hete brij heen.

De wezenlijke vraag is hoe wij ons (in moderne informatiemaatschappij) – als personen – onderling wensen te verhouden. Welke informatie willen wij in welke situatie en met welk doel wel/niet aan wie laten zien met het oog op het bereiken van dat overeengekomen doel; die ene keer in die bepaalde situatie? En hoe leggen personen over het daadwerkelijke gebruik ervan helder verantwoording af aan betrokkenen?

Is dat lastig? Ja, nou en of. Maar een goed antwoord erop levert oplossing voor een breed scala aan belangwekkende (zorg)vragen. Ook de in deze discussie gestelde vraag (al dan niet omgedraaid) raakt zonder moeite voorzien van passend antwoord.

Personen moeten er (blindelings) op kunnen vertrouwen dat hun informatie in goede handen is en valt. Personen moeten er (blindelings) op kunnen vertrouwen dat over daadwerkelijk informatiegebruik zonder mankeren verantwoording wordt afgelegd.

Daarvoor is een geheel nieuw wettelijk kader noodzakelijk; de huidige privacywetgeving is een schamele lappendeken en komt niet verder dan dweilen met kraan open. Een kader waarin eigenaarschap, houderschap, gebruik (annex rekeningschap) van informatie helder wordt geregeld met het oog op vertrouwenwekkend onderling maatschappelijk informatieverkeer.

 

06. Ja, je tools for living/living for tools herkende ik onmiddellijk uit Metapattern – Context and Time in Information Models. Het verschil ontgaat hem; hij mikt beide gewoon op de vertrouwde hoop van LfT en positioneert Metappattern dus, hoe kan het ook anders, precies daar waar de gevestigde orde er de-dingen-die-we-altijd-al-deden mee denkt te kunnen doen. En dat breekt die orde dus of bij de handen af… of raakt hopeloos verminkt tot iets dat die orde – op zijn gunstigst – eigenlijk allang kent. Ja wie denkt/doet wat ie altijd heeft gedacht/gedaan, laat in de toekomst het verleden opnieuw zijn oude lied zingen. Dat schiet, inderdaad, niet op. Nee.

 

07. Kent iemand de ‘gemiddelde burger’? Weet iemand eigenlijk wat een ‘dossier’ is in hedendaagse moderne informatiemaatschappij? Heeft iemand er wel eens bij stilgestaan dat het verschil tussen een modern digitaal dossier en een dossier uit het, zeg maar even, diligencetijdperk kwa-li-ta-tief van aard is?

Hebben personen als deelnemers aan onderling maatschappelijk informatieverkeer in moderne informatiemaatschappij eigenlijk wel een beetje interesse in de eigen gegevens? Zei iemand ‘nee’?

Zouden personen als staatsburger in moderne informatiemaatschappij die interesse niet als wettelijke (informatie)plicht aan de dag moeten gaan leggen? Zouden we niet eens wettelijk moeten gaan regelen dat iedere burger in principe de eigen informatische broek gaat ophouden? Zouden we met het oog op evenwichtige maatschappelijke verhoudingen – wezenlijk: informatie is een verhoudingsmiddel tot onderling vertrouwen – zo langzamerhand niet eens wettelijk moeten gaan regelen wie als eigenaar telt van welke informatie en wie bepaalt welke informatie door wie in welke situaties met welk doel op welke manier gebruikt mag worden?

Of heeft de gemiddelde burger (?) helemaal geen belang bij significante verbetering van onderling vertrouwen – in maatschappij – in zorg (als onderdeel van maatschappij)?

 

08. Gebruikers (burgers met een bepaalde gezondheidstoestand)… Zorgverleners… Wie weet zijn er nog meer partijen (belanghebbenden) te benoemen. Allen verhouden zij zich op de één of andere manier tot elkaar – verkeren zij in elkaars ‘midden’.

Beschouw hen allen nu eens als gelijkwaardige verkeersdeelnemers. Als deelnemers aan maatschappelijk informatieverkeer. Net als in fysiek verkeer: daar hebben ambtenaren, vrachtwagenchauffeurs etc. ook geen hogere/andere positie dan anderen. Elke deelnemer houdt zich aan de geldende regels. Er is toezicht. En evt. sanctionering. Enzovoort.

In gelijksoortige (informatieverkeers)situaties moeten we er op kunnen rekenen dat gelijksoortige deelnemers (aan informatieverkeer) gelijksoortig gedrag met informatie vertonen. Dat regelen we netjes – wettelijk – inclusief toezicht en sanctionering.

Is dat nou zo ingewikkeld? Net als bij fysiek verkeer moeten we bij ordelijk informatieverkeer toe naar een stelselmatige organisatie en omgang met informatie. In het geval van ordelijk informatieverkeer maken we daarbij gebruik van allerhande stelselmatig ingerichte informatievoorzieningen die via digitale ‘op- en afritten’ uitstekend bereikbaar zijn.

Of dat niet veel werk is? Ja, dat lukt niet in een achternamiddag! Maar zeer veelbelovend – dat zie je zo; daarvoor hoef je niet eens te hebben gestudeerd. Wat is het alternatief? ‘Lekker’ voor je eigen groepje doormodderen met tal van losse specifieke dossiers die het allemaal op hun eigen manier goed doen – voor zolang als het duurt.

Fysieke verkeersinfrastructuur doet het al jaaaaren. Goede regels. Rechts houden, Rechts gaat voor. Duurzame oplossing ligt voor het oprapen. Kijk er niet overheen.

 

09. Ja… informatie over mij is van mij. Helemaal mee eens. Maar wat betekent dat precies? Als we ons onderling in maatschappelijk informatieverkeer een beet je duurzaam overeind willen houden, moeten we wel goed regelen hoe we daar dan mee om gaan.

Van wie is ‘mijn’ geboortedatum? Van mij? Dus heb ik recht op bewindvoering? Ik zou mijn geboortedatum kunnen aanpassen…. Dat gaat niet (duurzaam) werken.

Van wie is ‘mijn’ BSN? Van mij? Dus heb ik recht op bewindvoering? Ik zou mijn BSN kunnen aanpassen…, een tweede BSN nemen…. Dat gaat niet (duurzaam) werken.

Als een zorgverlener een verslag maakt dat ook over mij gaat… is dat verslag dan van mij? Dus heb ik recht op bewindvoering?

Ja, ‘informatie over mij is van mij’ is een prima basisprincipe, maar verdient wel nuancering om het op maatschappelijke schaal – tussen burgers (die af en toe patiënt zijn) onderling – te laten vliegen.

 

10. Dank je wel voor je gedeelde gedachten! Balans – anders gezegd: evenwichtige verhoudingen – tussen tegen?polen doen de polen in harmonie, in onderling verband, samen-zijn. De ene pool heerst niet over de andere en vice versa. Ze zijn m.a.w. geen… tegenpool. Maar… zodra de ene pool zich verheft… de brui aan gevestigde balans geeft…, manifesteert zich spanning en gaan de polen op weg naar nieuwe balans of het gaat mis tot tegenpool.

Zelf ervaar ik in het Manifest voor Informatieverkeer (een stevige aanzet tot) evenwichtige onderlinge verhoudingen tussen polen. In die zin ervaar ik het Manifest voor Informatieverkeer als (een stevige aanzet tot) wezenlijke maatschappelijke grondslag(en). Op individueel niveau raken onderlinge verhoudingen tussen alle deelnemende polen evenwichtig gevestigd. En dat brengt, naar mijn idee, deze polen samenhangend met elkaar in verband – maatschappelijk verband.

Je opmerkingen over religie verbazen mij. Als ik het goed zie verwijzen die opmerkingen krachtig naar een bepaalde… religieuze vooringenomenheid. Tot welke balans/evenwichtige verhoudingen?

Wat ik niet (goed) begrijp is hoe je (scherp) een (duurzame) grens tussen private/publieke ruimte denkt te trekken. Situationeel kan informatie mogelijk in een bepaalde ruimte worden thuisgebracht, maar is dat nog zinvol? Raakt dat onderscheid mbv. het Manifest voor Informatieverkeer niet wat overbodig/uitgewerkt?

Is het niet zo dat het huidig Manifest voor Informatieverkeer “zowel de bescherming van de persoonlijke levenssfeer […] als tot degenen die de 'holistische' informatiehuishouding van de maatschappij” behandelt? Uit je tekst meen ik op te maken dat je dat anders ziet. Wat mist er naar jouw idee?

Ik hoop op je geduld; mogelijk heb ik wat weinig van je gegooide brokken van je denken begrepen.

 

11. Lezend in jullie brokken doe ik er maar ‘gewoon’ wat (rafeltjes en) brokjes bij ….

Het en/en van het of/of is het of/of van het en/en. Een fraai contragram – al zeg ik het zelf! Verstandelijk redenerend kom ik niet tot enige vorm van chocola. Maar zet ik mijn verstand even stil – stap ik even voorbij aan mijn verstand en treed ik in ruimere ruimte… dan Weet ik dat het klopt.

Er is en/en. En er is of/of. En dat of/of zit naar mijn idee dus binnen de ruimte van het en/en. Vele verstand-igen lijken het eenzijdig te willen (blijven) zoeken in of/of – onder (te) sterke verwaarlozing van en/en. Onevenwichtig zeg ook maar. Voor je het weet heb je er weer een paar (tegen)polen bij.

Ik denk ook dat je zou kunnen zeggen dat er eigenlijk alleen maar en/en is. Het verstand verscheurt en/en – om het praktisch beet te kunnen pakken (een menselijke beperking) – in allerhande of/of’s. Dat is typisch verstand; daar is verstand ijzersterk in. En daar is ook niets mee mis zolang je maar (verstandig) in de gaten houdt dat je de boel daarmee wel behoorlijk inperkt en verknipt. Om de één of andere ‘reden’ zijn mensen dat (toch wat) uit het oog verloren. Einstein deed regelmatig, zeg maar even, en/en-slaapjes om ideeën op te pikken die hij in of/of staat onmogelijk bij elkaar kon krijgen, maar waarvoor hij de of/of staat benutte om ze te manifesteren.

Het woord ‘grens’ hangt denk ik (meer) samen met of/of. Beweeg naar het woord toe ‘verbinding’ of ‘overgang’ en je komt (meer)in en/en terecht. België en Nederland zijn innig verbonden d.m.v. een …? Raar woord: grens? Is daarom het woord grensovergang erbij gekomen? Als en/en/of/of taalknoop?

Als we X willen verhelderen, dan doen we dat door alles aan te dragen dat zich met X verhoudt. Over X zeggen we dus eigenlijk… niets. Als we willen duiden wat het Manifest voor Informatieverkeer (in publiek domein) is… zeggen we er niets over, maar dragen alles ‘eromheen’ aan. We beschrijven het verdwijnpunt door iets te zeggen over hetgeen erdoor raakt voortgebracht. Zo kan je ook naar het Manifest voor Informatieverkeer kijken. Verdwijnpunt revisited? Manifest revisited?

Personen zijn enge dingen. Een steen leeft ook. Heeft ook een wezen. Welke tekens heeft/geeft een steen? Welke focus-en? Welke motieven? Hoe verhoudt een steen zich (zoal)? Wellicht is het allemaal ‘wat’ beperkter dan bij echt-levende wezens, maar toch… Manifest voor (wezenlijker) Informatieverkeer?

Met een bepaalde focus wijs je naar een bepaalde ‘one’. De rest vormt daarmee (voor de duur van de vastgehouden focus) ‘all’. En daarna beweegt one and all weer verder (er was nooit een one; nooit een all). Ther are many ones in that one all. The one of all is the all of one. Gewoon en/en als basis met constructieve uitstapjes naar of/of en dan weer op tijd loslaten en terugkeren naar en/en. Een soort nieuwe religie? Mogelijk. Totdat het zo doodgewoon is geworden… dat niemand er nog religie in ziet.

 

12. Paul, ik ga nu alleen even in op je eerste inhoudelijke alinea. De overige alinea’s begrijp ik nog niet (denk ik).

Ik zie het Manifest voor Informatieverkeer als een of/of ‘ding’. Een ‘one’ zo je wilt. Eventueel een vertraagde energie die waarneembaar is (voor mensen). Daaronder ligt zeker iets en/en-nerigs. Een ‘all’ zo je wilt. Een snelle energie (voorbij het waarneembare) waaruit vele vertragingen mogelijk zijn. Vanuit dat en/en-nerige kunnen vele of/of Manifesten voor Informatieverkeer tot aanzijn komen.

Belangrijk is dat je/we dat ene of/of Manifest voor Informatieverkeer gewoon kunnen loslaten; dat we er vooral niet aan vastzitten. Dan wordt het immers ten onrechte een verdwijnpunt van waaruit weer van alles en nog wat opgericht raakt. En dat brengt ons verder weg van en/en. Zo ontken je de ‘ziel’ en valt de ‘droom’ aan duigen.

Laat los. Zoek de en/en ziel erachter. Dring er diep in door. En laat er vervolgens iets nieuws uit tot aanzijn komen. Misschien wel CH. Prima. Maar… let op… zit ook daar vooral niet aan vast. Laat ook dat (op tijd) weer los.

Een zeepbel (‘ziel’) moet je eerst en vooral… genieten. Zodra je hem beroert... en probeert (beet) te pakken… spat hij uit elkaar. En allebei is goed (of fout). Jij kiest. Wil je de zeepbel – zwevend in de lucht in al z’n kleurschakerende schoonheid – genieten? Wil je de zeepbel laten Zijn? Laten Zijn voor iedereen om te genieten (zelfs als jij er niet meer zou zijn om hem te genieten)? Of wil je hem (eigenlijk) in je broekzak steken – wil je hem Hebben?

Laat de ‘ziel’ los en hij ontvouwt zich… vlijt zich aan je voeten neer. Pak je hem beet… dan glijdt hij tussen je handen/vingers door. Zoals mul zand tussen je vingers doorglipt. En wel sneller naarmate je steviger probeert hem vast te houden.

 

13. Hoeveel waarde zouden we kunnen creëren door die big data eerst eens grondig op te ruimen? Minstens 80% van die data is duplicaat (van duplicaat (van duplicaat) van …)). Van wat resteert organiseer je 80% op infrastructurele wijze zodat eenmalige opslag volstaat en het meteen voor algemeen gebruik beschikbaar komt…. De rest… de rest is geheim of gaat anderszins niemand wat aan. Sjonge dat zou enorm schelen, zeg…. En dan staat het paard meteen ook weer vóór de wagen!

 

14. Als ergens brand uitbreekt, bellen we de brandweer. Als ergens in de politieke arena een brandje uitbreekt, komt er vandaag de dag een fonkelnieuw register bij. Of een dossier. Toch wel jammer van al dat belastinggeld. Voor incidenten met geweld (op school) kunnen we toch – sinds jaar en dag – de politie bellen? Dat registratiesysteem bestaat toch al? Zit ik mis?

              

15. Verbanden spinnen continu Geest. Geest spint continu Verbanden. Geest van Verbanden is Verband van Geesten – om het met een contragram te zeggen. Dat is Weetwerk en ligt voorbij Denkwerk. Wie zich beperkt tot denkwerk en daarmee het één (geest/verband) losweekt van het ander (verband/geest), verliest beide. En gaat opnieuw op zoek naar hetgeen al is, maar waaraan voorbij wordt gezien.

 

16. De afronding van Essence (fase 1) zag ik op de site van Forum Standaardisatie verschijnen. Jullie hebben er wel wat van gemaakt hoor! Op weg naar de klepel luidde de klok maar door. Mogelijk zijn jullie horendol geworden van het gelui? Maar de klepel is nog niet echt gevonden – zo is mijn stellige indruk. Voor zoiets als een inhoudelijke relatie (met klok) is dan ook geen echte/vruchtbare ruimte. Wel kregen jullie – eerlijk is eerlijk – een ti(c)k van de klepel mee.

 

17. In de eigen omgeving is de echo van semantische interoperabiliteit – triest maar waar – nog steevast ‘standaardisatie’. Een mooi beeld. In de eigen omgeving lijkt men zich nog bijzonder thuis en comfortabel te voelen in/bij/met zo’n beetje alle valkuilen die het TIEM artikel opsomt. En zolang die valkuilen hoge ogen gooien en op voldoende waardering kunnen rekenen….

 

18. Mijn idee is dat je met Essence willens en wetens een bepaald pad bent ingeslagen. Een pad waarop voor Metapattern niet een werkelijke, niet een serieuze plaats was en is ingeruimd. Aan het begin van dat pad lagen en liggen weliswaar prominent elementen als Metapattern, context, contextuele verbijzondering etc. voor het (be)grijpen en constructief verder bouwen, maar die zijn daar – jammergenoeg – ‘gewoon’ blijven liggen. Ze dienden, zo valt in het rapport inzake de taaldefinitie te lezen, slechts ter inspiratie. Voor de eigen, nieuwe modelleertaal.

Sporen van Metapattern zijn overduidelijk in de door jullie zelf ontwikkelde modelleertaal terug te vinden. Tegelijk heeft de nieuwe modelleertaal in essentie weinig tot niets meer met Metapattern van doen en doet er afbreuk aan. Zo is mijn idee. Mijn idee is, nogmaals, dat je met Essence willens en wetens een bepaald pad bent ingeslagen. In mijn ogen uiteindelijk leidend naar valkuil. En zolang zo’n naderende valkuil aanstekelijk wordt gepresenteerd en (mede) daardoor voldoende hoge ogen gooit en op voldoende waardering, middelen etc. kan rekenen… zolang verandert Essence niet van koers/pad – vrees ik.

En dat is, nog steeds naar mijn idee, jouw grote kracht. Aanstekelijk presenteren en over de bühne brengen van ideeën. Daarom vind ik het ook zo bijzonder jammer dat je een eigen ‘pragmatisch’ pad koos. Werkelijke vernieuwingen, Metapattern bijvoorbeeld, zitten om ambassadeurs zoals jij te springen om vonken-van-inzicht te laten ontstaan èn overspringen.

Maar, wie weet, loopt het pad van Essence via valkuil dóór en blijkt het een vruchtbare aanloop naar iets wat al was, maar nog niet gezien en derhalve op waarde geschat kòn worden.

Ondertussen volg ik de ontwikkelingen met belangstelling.

 

19. Based on what grounds does one choose some data to be data and other data to be metadata? How does that choice change when one chooses other grounds? How many grounds would be there to choose from? What, uhh…, is metadata management?

 

20. Leg mij, zo herhaalt hij keer op keer zijn mantra, nu eens – één keertje maar – in voor mij begrijpelijke termen uit wat jij bedoelt. Doe jij nu eens – één keertje maar – die knieval en trek Metapattern door mijn slijk. De blinde die zich vastklampt aan zijn professionele vermogen niet te kunnen zien en dat vervolgens met droge ogen houdt voor zo’n beetje alles wat er te zien is. Die ziensruimte (lees ook: zijnsruimte en zinsruimte) moet ook voor jou toch groot genoeg zijn. Dat jij dat niet ziet. Ho-pe-loos. In zo’n lucht-ledig-ruim kàn niets vliegen.

 

21. Ik stel het Niet op prijs dat je mij betrekt in jouw verhouding met P. Een groot deel van je bericht laat ik om die reden onaangeroerd.

Verder: Je stelt een, naar mijn idee, bijzondere vraag.

Ik herinner mij een ‘oude’ aantekening die ik voor het gemak nogmaals weergeef: In 2006 zag ik een Oosterse film met daarin een oude wijze man (jaar of 70) en een jonge vrouw (jaar of 17). De ouders van de jonge vrouw waren een aantal jaren geleden omgekomen; de oude wijze man, een familielid, had de zorg voor de jonge vrouw op zich genomen. Die zorg liep nogal eens stroef; veel vragen van de jonge vrouw – vergezeld van ‘slecht’ passende antwoorden van de oude wijze man. Zo tegen het einde van de film, stelt de jonge vrouw de oude wijze man een vraag. Het verbluffend eenvoudige en oog-openende antwoord van de oude wijze man maakt haar boos en ze schettert iets als: “waarom heb je dat niet veel eerder gezegd?”. De oude wijze man reageert dan met: “I was just waiting for you to ask the right question”.

De vragensteller geeft, anders gezegd, met de formulering van zijn/haar vraag vergaand aan hoe hij/zij er zelf in staat, wat hij (al) wel/(nog) niet kan (over)zien, waar hij/zij (al) wel/(nog) niet ontvankelijk voor is.

Begin 2011 schreef ik Paradigm Shift. Wat ik me voorstel is het volgende. Tot nu toe heb jij de klok flink horen luiden ten aanzien van, zeg maar even, “Contextuele Verbijzondering”. Je hebt jezelf echter nog niet toegestaan e.e.a. Werkelijk en in Volle Omvang te (be)grijpen, te (be)leven. Anders gezegd: de irrationele (lees: je verstand even Uit zetten), paradigmatische sprong van 2-dim naar 3-dim Werkelijk te wagen… Er aansluitend de bedoelde Zin van te Zien en het tot je Zijn (Essence) te maken. Je bleef, ergo, in bekende 2-dim stand staan en zag in die stand ruim voldoende mogelijkheden om de opgevangen glimp – de, zeg maar even, de Contextuele Lichtflits van gene zijde van de paradigmatische kloof handen en voeten te geven: het Essence project; fase-1 inmiddels (bijna) afgerond; fase-2 in de steigers.En het is vanuit die situatie/(toe)stand dat je me uitnodigt “concrete aanwijzing[en te geven] waar Essence beter kan”. Een bijzondere vraag. Hoe zal ik antwoorden? Sluit ik aan bij ‘jouw’ 2-dim perspectief of bedien ik me van ‘mijn’, ruimere, 3-dim perspectief?

Als ik voor het laatste kies, geef ik antwoord vanuit 3-dim ruimte en daarvan maak jij – je kunt vanuit 2-dim ‘ruimte’ eenvoudigweg niet anders – een projectie naar 2-dim. Mijn 3-dim bedoeling komt zwaar gehavend in 2-dim aan. En sneuvelt. Onontkoombaar.

Een 2-dim ‘ruimte’ past op talloze manieren in 3-dim ruimte. Maar in een 2-dim ‘ruimte’ is onvoldoende ruimte voor welk 3-dim antwoord dan ook maar. Wanneer ik dus aansluiting zoek bij 2-dim, kom ik er niet uit want samenhangend antwoord ligt nu eenmaal voor een belangrijk deel buiten die ‘ruimte’.

Voila: de leegte van paradigma-overgang.

“[Z]olang ik geen concrete aanwijzing krijg waar Essence beter kan, [zie ik] geen reden aan de kwaliteit ervan te twijfelen”, zeg je in volst vertrouwen. De waargenomen en op z’n 2-dims geïnterpreteerde Contextuele Lichtflits bracht een (tot nu toe) vruchtbare 2-dim beweging op gang die tot het huidige 2-dim Essence leidde. Prima! Ga ontdekkend door – zou ik zeggen!Maar het is niet reëel te denken/verwachten dat “concrete aanwijzing[(en)]” van mijn kant op z’n 2-dims gesteld of begrepen kunnen worden. De leegte van paradigma-overgang zit er immers tussen. Bedenk goed dat die Contextuele Lichtflits uit een kwalitatief andere sfeer stamt: 3-dim ruimte.

Het lijkt er op dat je met Essence een uiterst serieuze poging doet de grenzen van 2-dim te zoeken/vinden en zo ver als mogelijk op te rekken, maar vooralsnog wenst weg te blijven van de (niet uit te leggen) leegte van paradigma-overgang. Nogmaals: Prima; ga er ontdekkend mee door! Zo kan op termijn “the right question” gesteld worden.

Het lijkt er op dat je met Essence veel moeite doet om Metapattern (Context Oriëntatie) in het keurslijf van Object Oriëntatie te persen. Onder invloed van Contextuele Lichtflits lijkt daarbij mogelijk zoiets als ROO (Relatieve OO) te ontstaan – maar het blijft in essentie OO. Vraag is even of ROO echt iets nieuws brengt….

Ondertussen ben ik blij met de gepubliceerde Essence-casusbeschrijvingen. Die geven, hoop ik, beter zicht op Essence Taal-In-Concrete-Actie. Daar moet ik de komende vakantietijd eens wat nader induiken. Wat komt er in de uitwerking van zo’n casus terecht van stelselmatigheid? Hoe werkt Essence’s Multi-grond ‘gebeuren’ praktisch (uit)? Hoe consequent, soepel/natuurlijk en nauwkeurig wordt de Essence-taal gevolgd/gehanteerd? Wat zijn verschillen/overeenkomsten met Metapattern? Zo maar een handjevol vragen.

 

22. Als ik jouw bericht goed invoel, dan lijk jij eigenlijk toch maar gewoon wat schokschouderend voorbij te stappen aan de twee metaforen die ik in mijn vorige bericht presenteerde. Nota Bene: ik houd de mogelijkheid ruimhartig Open dat je jezelf Onvoldoende tijd gunde om mijn Bedoeling ermee te Vatten. Hoe dan ook: het stelt mij teleur. Oprecht Zelfs.

Je lijkt onmiddellijk uit de (eerste) metafoor te stappen en op stap te gaan met oude-wijze-man en jonge-vrouw-van-17. Mij is het te doen om hun onderlinge Gedrag. Mij is het er om te doen de wereld aan verschil tussen hun beider ervaringssferen te demonstreren: de, zeg maar even, overeenstemmende begripsruimte is vrijwel leeg. Begrip kan pas gaan ontstaan op vruchtbare gronden. Nu (pas) uit de metafoor stappend: Hoeveel overeenstemmende begripsruimte ‘zit’ er tussen jou en mij?

Nogmaals, als ik jouw bericht goed invoel, dan lijk jij aan die vraag gewoon voorbij te stappen. Je ziet dan niet (in) dat je mijn antwoord(en) wel eens heel, heel Anders – Kwalitatief Anders – zou kunnen begrijpen dan dat ik ze Bedoel. Je geeft immers zo heel losjes aan dat ik toch vooral vanuit mijn eigen (voorkeurs)perspectief moet antwoorden. Ik begrijp dat antwoord. Maar… begrijp jij de consequenties ervan? Gewoon maar wat antwoorden ongeacht de omvang/aard van de werkelijk overeenstemmende begripsruimte is wat mij betreft… hoogst onwetenschappelijk. Vandaar mijn metaforisch ingezette (voor)onderzoekje. Dat leek en lijkt me wetenschappelijk verantwoord.

Je suggestie dat ik me geen raad zou weten met jouw vraag/vragen is, naar mijn idee, dan ook wat voorbarig. Mijn Zorg is dat jij met mijn antwoord(en) niets nuttigs kunt aanvangen. En die zorg blijkt, afgaande op jouw laatste bericht, ook Gegrond. Zijn er wel voldoende overeenstemmende gronden op basis waarvan wij gezamenlijk op wetenschappelijke wijze erin kunnen slagen e.e.a. verzoenbaar te verbijzonderen. Je wilt toch serieus in kunnen gaan op elkaars werk – nietwaar?

Mag je meerdere concepten ineens gezamenlijk verbijzonderen? Essence doet dat wel; Metapattern niet. Een soortgelijke vraag staat – naast andere vragen (stelselmatigheid, …), zoals je uit mijn vorige bericht al opmaakte, op mijn (vakantie)lijstje.Mag ik op je geduld rekenen? Mag ik er ook op rekenen dat je nog eens diep(er) nadenkt over dit en mijn vorige bericht? Het zou toch jammer zijn als we uiteindelijk niets bereiken. Dat zou teleurstellend zijn.

Overigens… Wist je… dat Metapattern geen concepten verbijzondert? Metapattern relateert systematisch één object aan één eenduidige context en richt zich op het karakteristieke (bijzondere) Gedrag van dat ene object in die ene eenduidige context. Zelfde object in Andere context? Dat levert ander Gedrag! Ergo een andere intext! Het gaat immers om een, zo zou je kunnen zeggen, andere verbijzondering.

 

23. After reading your ‘emergency' post… one word emerged in my mind: backbone. You need a backbone something that integrates as well as differentiates (ties together as well as sets free) at the same time the posts (and more) you mention. What is the Invariant, the Infrastructural ‘ingredient’ in them all? The wave on which all of them coherently ride?

Putting it in your own terms: “The only thing that will work is to create something – […] that will fully support the awareness that in enterprise-architecture, everywhere and nowhere is ‘the centre’, all at the same time.”

Continually creating living wholenesses by living centres. Centres coming into being, being there, shining, fainting away and disappearing again. Wholes creating centres; centres creating wholes. Source: The Nature of Order by Christopher Alexander.

(Your) Thinking mind cannot grasp ‘this’. Yet, you Know that ‘this’ is true. Coming to terms with ‘this’ requires you to skip and stop your dualistic mind/thinking for a while and quietly and patiently wait for the answer to present itself to you. You have to let it all go, Tom…. And, when you do, it will come back to you in unprecedented wholeness. The answer is already there. Only your thinking mind prevents you to really get (to) it.

Einstein used to take Light Creating Non Thinking Naps using two pebbles loosely held between the fingers of his two hands. When one/both of the pebbles would drop onto the (stone) floor… it would wake him up. One has to stay awake, but ‘nappy’ enough to stop/skip ones dualistic thinking.

 

24. “[I]nformation about the data”… isn’t that data too? Labelling data as data or as metadata very much depends on ones interest/perspective… isn’t it? Isn’t all data related to other data? Independent data or data ‘an sich’ does not exist – does it? Isn’t all data in some way meta to other data? Why do we still make such a strict/separatist distinction between the two? The strictness of the distinction is of no use anymore in our dynamic contemporary societies. A good tool for metadata management will also be a good tool for data management and vice versa. Agree?

 

25. Op mijn vraag (via Twitter) hoe ik zijn jongste artikel diende te begrijpen/lezen, antwoordde hij: “het is bedoeld als eerste kennismaking en wordt binnen kort gevolgd door een Engelse versie in de webetalage informatieruimte.nl”. Er zijn (voor zover ik kon nagaan) geen nieuwe inzichten in verwerkt.

In het verleden heb ik geprobeerd de kleinst mogelijke IR (informatieruimte) te beschrijven. Ik stelde hem destijds de natuurlijke persoon voor die allerhande waarnemingen doet:

1. Waarnemingen uit eerste hand – aan de directe en blote werkelijkheid; onbewerkt door anderen.

2. Waarnemingen uit n-de hand – neerslagen van waarnemingen van (waarnemingen van …) anderen.

Hoewel interessant is daar (voor zover ik weet) nooit antwoord/resultaat uit voortgekomen. Wat je precies met “Team” als IR moet weet ik niet: een Team kan naar mijn idee niets waarnemen. Eigenlijk is zo’n Team-IR een weer een andere soort IR: er is sprake van zoiets als een groeps-IR (team) als bepaalde vensters voor verschillende personen (teamleden) gelijk/hetzelfde (?) zijn.

In de afbeeldingen (zie het artikel) blijft de situatie (tijdschrijven) impliciet. Afhankelijk van ingesleten gedragssporen (zo gedragen wij ons hier nu eenmaal (cultuur zeg maar even)) kun je modelletjes maken waaruit specifieke inkleuringen naar voren komen. Allemaal leuk en aardig, maar zo komen we stelselmatig niet verder. Hoe krijgen we overeenkomsten en verschillen in gedrag nu ordelijk samenhangend bij elkaar?

 

26. Contragram: The behaviour of meaning is the meaning of behaviour.

 

 

 

mei, juni, juli en augustus 2011, 2011 © Jan van Til