Semiotische Triade
Jan van Til
Wij, mensen, zijn feitelijk
niet in staat tot het doen van onmiddellijke, dat wil zeggen directe
waarnemingen. Onze zintuigen staan altijd tussen ons en de ons omringende
werkelijkheid in; zonder onze zintuigen nemen wij niets waar. En ons brein
interpreteert die zintuiglijk opgepikte signalen op basis van wat het al weet
uit eerdere waarnemingen. Het is die interpretatie die ons vervolgens aanzet
tot activiteit, tot gedrag. Gedrag dat op zijn beurt in de vorm van nieuwe signalen
kan worden waargenomen en aansluitend weer door ons brein geïnterpreteerd. Zo
raakt kringloop van mens als informatieverwerkend wezen rond.
C.S. Peirce (1839-1914)
verwerkte dergelijke kennis tot ‘zijn’ semiotische
triade (1902). Objecten in de
ons omringende werkelijkheid leiden tot Betekenis
(interpretanten) in ons brein – nooit onmiddellijk, maar altijd via de Tekens (signalen) die onze zintuigen opvangen. Deze Tekens
intermediëren. Ze verwijzen ons enerzijds naar Objecten in de werkelijkheid. En
anderzijds leiden diezelfde Tekens tot Betekenis in ons brein.
De in de IT-praktijk als
vanzelfsprekend gehanteerde waarheid dat er een rechtstreeks en vast verband
tussen Object en Betekenis bestaat… berust op een misverstand. Want die relatie
‘loopt’, zo leren we van Peirce, altijd via
opgevangen Tekens (informatie) tot Betekenis in ons brein.
De semiotische triade
verklaart dat één en dezelfde gebeurtenis, op één en hetzelfde moment
waargenomen door twee (zij aan zij staande) waarnemers, tot (heel) verschillende
betekenisgeving kan en zal leiden. Elke afzonderlijke waarnemer beschikt immers
over een eigen brein dat is ‘geladen’ met een uniek netwerk aan interpretaties
dat is ontstaan uit vele individueel en door de tijd heen opgevangen tekens.
Ook het terugdenken aan een
bepaalde gebeurtenis door één persoon op twee verschillende momenten in de
tijd, kan gemakkelijk tot (heel) verschillende betekenissen leiden. Die beide
betekenissen worden immers gescheiden door een verzameling tussentijds ontstane
interpretaties – teweeggebracht door een veelheid aan tussentijds opgevangen
tekens.
Niet ieder mens is bang voor
spinnen. Verschillende ervaringen ermee leiden nu eenmaal tot verschillende
interpretaties van ‘spin’. Iemand die bang is voor spinnen, is dat waarschijnlijk
niet altijd (in dezelfde mate) geweest. Tussendoor ontstonden nieuwe
interpretanten die zijn/haar verhouding tot spinnen positief/negatief
beïnvloedden.
Tegelijk maakt de semiotische
triade glashelder dat menselijke betekenisgeving aan informatie (tekens) over
de ons omringende werkelijkheid niet alleen een volstrekt subjectieve, maar
vandaag de dag ook een zeer dynamische bezigheid is. Moderne technologie maakt
informatie in een handomdraai overal en voor wie dan ook maar beschikbaar. Any
thing, any time, any place, any body. De gevolgen daarvan tekenen zich af in
sterk toegenomen beweeglijkheid van betekenis, ontstaan uit alsmaar meer,
alsmaar beweeglijker tekens (informatie).
De vraag hoe IT menselijke
betekenisgeving in dynamiek van hedendaagse informatiemaatschappij effectief en
efficiënt dient te faciliteren, is een heel wezenlijke. Want een werkelijkheid
waarin zo’n beetje alles tegelijk in beweging is en verandering als enige
constante telt, vraagt om hernieuwde oriëntatie op betekenisgeving aan
informatie (tekens). De semiotische triade van Peirce wijst daarbij het begin
van een nieuw en vruchtbaar pad.
Ook deze column wordt aan u,
lezer, voorgesteld als een Teken. Een Teken dat u enerzijds verwijst naar
Objecten in uw persoonlijke realiteit en anderzijds nieuwe Betekenis bij u
oproept. Welke uitwerking heeft dit Teken op u? Is/blijft Betekenis voor u
vast… of ‘loopt’ Betekenis – voor uw (nieuwe) besef – via opgevangen Tekens?
Juli
2010, 2010 © Jan van Til
Voorgaande
tekst is eveneens gepubliceerd op mijn blog “Informatiekundig bekeken”.