Diversiteit
Jan van Til
Wij, mensen, zijn bijzondere
wezens. Ieder van ons is uitgerust met vijf zintuigen, zintuigen die ons de ons
omringende werkelijkheid signaleren. Signalen die ons brein binnenkomen en
vervolgens volkomen subjectief geassocieerd raken; ze raken ingepast en
aangepast aan alles wat ons brein – via eerdere signaleringen – al wist.
Geen wonder dus dat wanneer
verschillende mensen op één en hetzelfde ogenblik één en dezelfde gebeurtenis
in de werkelijkheid ervaren… ze toch tot (zo heel) verschillende
betekenisgeving ervan komen. De ervaringshistorie is immers van mens tot mens
per definitie uniek. En onlosmakelijk verbonden met die unieke betekenisgeving
is daar ook dat unieke, individuele gedrag: ieder mens reageert altijd weer
anders. Geen situatie is gelijk. Dat is wat je noemt natuurlijke diversiteit.
Wij, mensen, zijn bijzondere
wezens. We zijn niet ‘veroordeeld’ tot slechts reactief gedrag, maar kunnen ons
gedrag ook bewust kiezen. We kunnen bewust, dat wil zeggen vanuit een bepaald
motief, voor afwijkend, nieuw enzovoort gedrag kiezen. Ook kunnen we conform
aangeleerde, wellicht oude en vertrouwde gedragspatronen, reageren – als op de
automatische piloot.
Die automatische piloot is
erg krachtig. Zo hoeven we, bijvoorbeeld, onder het autorijden niet voordurend
te bedenken hoe we stuur, pedalen, versnelling enzovoort in combinatie moeten
bedienen. Dat weten we gewoon en gaat allemaal (allang) vanzelf. Op die manier
houden we onze aandacht vrij voor belangrijker zaken. Keerzijde van die
medaille is dat we ook niet meer zo gemakkelijk op het idee komen het
autorijden nu eens totaal anders in te steken. Het blijkt voor ons, mensen, reuze lastig om ‘de kar’ uit een diep ingesleten karrenspoor
te trekken en nieuwe wegen in te slaan.
Wie, ander voorbeeld, de
enorme kracht van standaardisatie heeft ervaren, kan maar zo, automatisch dus,
op het idee komen dat standaardisatie hèt middel is
om voorspelbaarheid te vergroten en (weer) grip te krijgen op zo gevarieerd
menselijk gedrag. Keerzijde van die medaille is dat het buiten de waard van de
natuurlijke menselijke diversiteit rekent en haar rücksichtslos aan de ketting
probeert te leggen. En dat werkt niet: er bestaat immers geen werkelijkheid die
zich aan onze onnatuurlijke ideeën erover aanpast. Standaardisatie kan, hier
als voorbeeld, zomaar doorschieten en uiterst disfunctioneel worden.
Die automatische piloot is
niet alleen erg krachtig, maar werkt tegelijk ook zonder aanzien des persoons. En dat is iets om rekening mee te houden, want die
automatische piloot is namelijk niet of nauwelijks op zijn drager betrokken.
Het maakt hem werkelijk niet uit wat de gevolgen zijn van door hem in gang
gezette handelingen. In relatief statische omgevingen is dat doorgaans geen
probleem, maar in hedendaagse dynamiek levert dat steeds gemakkelijker
decorumverlies (en erger) voor de drager op.
We leven in een uiterst
boeiende tijd. Een tijd waarin drastische wijzigingen zich direct onder onze
ogen voltrekken. Een tijd om vooral heel bewust mee te maken. De oude en
vertrouwde zuilen van weleer zijn (grotendeels) verdwenen. Veel van wat vroeger
goed werkte, werkt vandaag niet meer. De meest kleurrijke schakeringen aan
personenverbanden komen als vanzelf op als gemeenschappelijke belangen in
voldoende mate worden herkend en erkend. En netzo
gemakkelijk verdwijnen ze ook weer wanneer ze zijn uitgewerkt. Onderliggende
relaties blijven grotendeels in tact; de uiterlijke manifestaties ervan komen
en gaan. Sociale netwerken, smart/mobile devices
enzovoort vormen uiterst wendbare ingrediënten van moderne (her)groeperingsplatforms. Zo’n beetje
alles verandert waar we bij staan – recht voor onze neus. Één en al dynamiek en
natuurlijke diversiteit.
Vraag is even of we onszelf,
dat wil zeggen onze mindset, toestaan die diversiteit
te zíen. Of dat we ons er (nog) geen raad mee weten
en ons ‘dan maar’ (stevig) vastklampen aan half vergane en afbrokkelende
vestingwallen die geen mens nog werkelijke bescherming bieden. Onze ogen zien
die diversiteit al geruime tijd. Onze oren horen er al vele maanden over. Maar
wat ziet onze mind? Dat laatste is bepalend voor onze
reactie op hedendaagse menselijke diversiteit: reactief of creatief.
Eric Hoffer (1973) zei
het zo: “In times of
drastic change, learners inherit the world, while the learned remain
beautifully equipped to deal with a world that no longer exists”. Voor de learners vereist dat, nu in de woorden
van Shoshana Zuboff (1988),
een “rupture of the world [they took] for granted;
then the old categories of reference are called into question and revised”. Ja, we leven in een uiterst boeiende tijd.
Wat zou die indiaan, daar aan
de oostkust van Amerika, eigenlijk precies hebben gezien en gehoord toen Columbus daar, eeuwen geleden alweer, voor het eerst met
een aantal tall ships aan
kwam zeilen? Vergelijkingsmateriaal was in zijn brein (vrijwel) niet
voorhanden. Te herkennen viel er voor hem daardoor (vrijwel) niets. Wat zag hij
toen? Werd hij een learner of bleef hij een learned? Hoe dan ook: zijn wereld veranderde (uiteindelijk)
radicaal.
April
2010, 2010 © Jan van Til
Voorgaande
tekst is eveneens gepubliceerd op mijn blog “Informatiekundig bekeken”.