Blinde vlek
Jan van Til
Waar denkt u zoal aan bij het
zien van een bouwtekening? Neemt u alstublieft een paar tellen om wat
antwoorden te laten opkomen. Wat kwam eerder bij u op – de aannemer of de
architect?
De aannemer gebruikt de
bouwtekening bij het realiseren van een constructie. Hij kijkt daarbij eerst en
vooral naar de zwarte lijnen. Daarbij is o.a. maatvoering van groot belang en
al dat soort zaken staat dan ook op de bouwtekening(en) vermeld. Voorschriften
en details over de bij de constructie toe te passen materialen, ontleent de
aannemer aan het bestek.
Bouwtekening (en bestek)
vormen voor de aannemer het vertrekpunt voor zijn realisatietraject. Voor de
architect vormen zij slechts een – belangrijke, dat wel – mijlpaal in het
overall traject. Zij markeren de overgang van ontwerptraject naar begeleiding
van realisatietraject.
De architect ontwerpt – het
klinkt misschien wat vreemd: de witte vlakken. Dat zijn de ruimten waarin zijn
cliënt straks – na oplevering – gaat (be)leven en
verkeren. Van binnenruimten naar buitenruimte en van buitenruimte naar
binnenruimten. De vertrekken – hoe ze zich onderling
verhouden en hoe ze zijn verbonden. De lichtinval, de kleurstelling. De keuze
van bouwmaterialen. Enzovoort, enzovoort. De architect ontwerpt de vele
onderling afhankelijke aspecten en smeedt ze samen tot de door zijn cliënt
gewenste coherente beleving van en met de toekomstige constructie.
En zo vertalen cliëntwensen
zich – in handen van de architect/ontwerper – uiteindelijk naar bouwtekening en
bestek. Bouwtekening en bestek vertalen zich op hun beurt – in handen van de
aannemer/constructeur – in daadwerkelijke constructie waarmee de cliënt
tevreden uit de voeten kan.
Daarbij kijken aannemer en
architect elk dus op een volstrekt eigen manier naar één en dezelfde
bouwtekening! De aannemer interesseert zich slechts voor de zwarte lijnen in
relatie tot de constructie. Voor de architect draait het allemaal om de witte
vlakken in relatie tot zijn cliënt.
Hoe werkt dat eigenlijk in de
ICT? Informatici bouwen ingewikkelde en geavanceerde technische constructies:
de zwarte lijnen op de bouwtekening. En vandaag de dag beschikken we over een ‘giga’ verzameling aan dergelijke, intensief gekoppelde
constructies. Zoiets vergt natuurlijk coördinatie. Coördinatie door allerhande,
zo zijn ze gaan heten, architecten. Maar die architecten houden zich in
hoofdzaak bezig met de constructie; met belangrijke zaken als netwerken,
systemen, beveiliging, technische standaarden, interfaces enzovoort. Allemaal
technische aspecten – van groot belang om de nog dagelijks groeiende
verzameling aan technische constructies ordelijk uit- en bij elkaar te houden.
De vraag laat zich stellen of
er ook een beroepsgroep is die zich bezighoudt met de witte vlakken. Wie
vervult de rol van architect zoals we die in de bouwwereld kennen? Waar is de
architect die in directe relatie tot zijn cliënt staat en zich verantwoordelijk
weet voor realisatie van diens beleving met behulp van de constructie? Van
prilst begin tot tevreden eind.
Wit vlak blijkt blinde vlek.
Naast de zwarte-lijnen-vaklui, professioneel ingevuld
door informatici, blijkt nog een beroepsgroep nodig: de witte-vlakken-vaklui,
zeg maar even. Laten we ze informatiekundigen noemen om onderscheid aan te
brengen met de al ingeburgerde architecten binnen de ICT. Informatiekundigen –
zorgvuldig georiënteerd op hun cliënten en de precieze invulling van hun
informatiebehoeften… nauw samenwerkend met informatici – zorgvuldig
georiënteerd op de met precisie te bouwen constructie.
Maart
2010, 2010 © Jan van Til
Voorgaande
tekst is eveneens gepubliceerd op mijn blog “Informatiekundig bekeken”.
Met
dank aan Jaap van Rees – bedenker van
de term informatiekunde (1980); tegelijk ook de eerste Nederlandse
informatiekundige. Jaap ontdekte van het belangrijke en aansprekende verschil
in oriëntatie tussen aannemer en architect.