De nieuwe concurrentie

De nieuwe concurrentie

 

Jan van Til

 

 

Wie was het ook nog maar weer die dwars door zijn rijk tal van zogenaamde heirwegen aanlegde? Inderdaad, wie zijn troepen snel(ler), gemakkelijk(er) enzovoort over grote afstanden wil kunnen verplaatsen, heeft daar adequate voorzieningen voor nodig. Met visie zie je ze in je hoofd verschijnen. Met macht/geld zie je ze werkelijkheid worden. Bijkomstig (?) voordeel was dat iedereen er gebruik van kon maken – als men maar aan de kant ging als een deel van het heir passeerde (de verkeersregels, zeg maar). Vandaag de dag zijn karren, paarden, ruiters, pleisterplaatsen, smederijen enzovoort natuurlijk vervangen door modernere varianten, maar het basisidee staat nog steeds – zij het dat er nu gelukkig sprake is van evenwichtiger toegang.

 

Wie, bijvoorbeeld, naar Chipper/Chipknip (terug)kijkt, ziet eigenlijk hetzelfde gebeuren. Alleen… zijn er vandaag de dag veel meer (kleinere?) machthebbers die, in hevige onderlinge (wed)strijd verwikkeld, allemaal hun eigen heirwegen aanleggen. Dus, zeg maar, gescheiden fysieke verkeersinfrastructuren voor ambtenaren en burgers of voor vrachtwagens en personenauto’s.

 

Tussendoor: In onze inmiddels ingesleten ideeën over struggle for life, survival of the fittest en het wantrouwen wat daarmee hand in hand gaat, wordt strijd vaak als een onmisbaar element gepresenteerd. Daar hebben we allerhande jargon voor ontwikkeld: vrije marktwerking, (moordende) concurrentie enzovoort. Vrijwel niemand vraagt zich af of er wellicht ook terreinen zijn van, zeg maar even, Algemeen Belang. Dat zijn terreinen waarop we onszelf momenteel vaak suf concurreren, maar waar die concurrentie/strijd eigenlijk alleen maar handen vol (belasting)geld kost, schade toebrengt, frustratie oplevert en waar meerwaarde voor wie of wat dan ook ver te zoeken is. In termen van strijd zouden dergelijke terreinen tot een soort van gedemilitariseerde zones moeten worden omgebouwd. No combat zones die in het algemeen belang van alle belanghebbenden geheel nieuwe vormen van samenwerking, kostenbesparing enzovoort mogelijk maken. De ‘oude’ strijd raakt dan op een geheel andere leest geschoeid en met fonkelnieuw karakter voortgezet.

 

Niet dat de Chipper fout was en de Chipknip goed of andersom, maar het heeft gewoon geen maatschappelijk nut, geen maatschappelijke (meer)waarde om twee of meer van dat soort systemen te hebben. En één van de twee… verdween uiteindelijk.

Kijk naar de ‘nieuwe’ OV-chipcard. Daar waar iedereen al sinds jaar en dag met een bankpas inclusief chip rondloopt… komt er ‘gewoon’ weer een pas bij om over een paar jaar weer net zo hard te verdwijnen.

 

Door te herkaderen en te zoeken naar terreinen van algemeen belang, naar terreinen waarop onderlinge concurrentie/strijd geen waarde (meer) heeft, komen we op enkelvoudige infrastructurele oplossingen (one size…) waarmee tal van gebruikers op tal van manieren op tal van momenten tal van concurrerende activiteiten kunnen ontplooien (fits all…).

 

Voor onze enkelvoudige fysieke verkeersinfrastructuur (one size…) is het voor iedereen volstrekt helder dat er legio verschillende gebruiksmogelijkheden zijn voor legio verschillende mensen met legio verschillende doelen (fits all…). En er is niemand die dergelijke gevarieerde en variërende mogelijkheden nog wil missen.

 

Precies hetzelfde geldt voor de enkelvoudige digitale infrastructuur voor de verplaatsing van bits en bytes – het tegenwoordige Internet, zeg maar even. Met de ‘schier’ onbegrensde mogelijkheden ervan creëerden we een hoeveelheid data (doublures, inconsistenties, …) die het voorstellingsvermogen van ieder van ons ver te boven gaat. We komen er (haast) in om! En ook dat leverde weer tal van nieuwe woorden op: keuzestress, informatie-overload enzovoort.

 

Mede daardoor verschuift nu de behoefte aan alomtegenwoordige beschikbaarheid van data naar alomtegenwoordige beschikbaarheid van eenduidige betekenis van informatie. Dit om greep te krijgen op al maar verder om zich heen grijpende verwarring en stagnatie. En dat vereist opnieuw infrastructurele voorzieningen, maar nu op het vlak van heldere, eenduidige betekenis van informatie: noem het maar infrastructuur voor informatieverkeer. Dat komt, kort door de bocht, neer op een andere organisatie van onze informatie: organisatie tot eenduidige betekenis ervan.

 

En dat is nu misschien even reuze lastig om te vatten, maar over een jaar of wat wil niemand dat meer missen. Er is dan enkelvoudige infrastructurele informatie ten dienste van onze algemene belangen (one size…) met daarnaast lokaal bijzondere informatie; specifiek voor elke afzonderlijke deelnemer aan informatieverkeer om zich er naar believen en in concurrentie mee te onderscheiden (fits all…).

 

 

 

Januari 2010, 2010 © Jan van Til

 

Voorgaand artikel is eveneens gepubliceerd op mijn blog “Informatiekundig bekeken” (en wel als een vervolg op “One size fits all”).