Juxtapositie

Juxtapositie

 

Jan van Til

 

 

Een krachtig woord vind ik het: jux-ta-po-si-tie. Volgens de Van Dale betekent juxtapositie ‘naast elkaar of op dezelfde lijn plaatsen’. Ik zei het al: krachtig! Want zou het niet krachtig zijn wanneer een nieuw stukje software gewoon als een soort insteekkaart aan het omvattender informatiesysteem zou kunnen worden toegevoegd – dus zònder aanpassingen van al operationele software? Zou het niet krachtig zijn wanneer een wijziging op een bestaand informatiemodel gewoon als een uitbreiding aan dat model zou kunnen worden toegevoegd – dus zònder aanpassingen van dat model en dus ook zònder aanpassingen van al operationele software?

 

Ga eens na wat dat zou betekenen voor de time-to-market en de kwaliteit van een informatiesysteem of onderdelen ervan. En ga ook eens na wat dat zou betekenen voor de doorgaans torenhoge kosten die gemoeid zijn met de ontwikkeling van een informatiesysteem. Bedenk verder wat dat zou betekenen voor de exploitatiekosten. Een veel snellere time-to-market in combinatie met drastisch lagere kosten in combinatie met een veel hogere kwaliteit. Inderdaad, dat zou een ontwikkelingsstap van formaat zijn!

 

Het goede nieuws is dat het, ik noem het maar even, ‘juxtapositioneren’ van informatie en software met hedendaagse technologie al vele jaren mogelijk is! Keerzijde van die Medaille is dat doorbraak ervan ernstig wordt belemmerd. Door ons eigen denken. Het is ons overwegend Cartesiaanse denken – ook over betekenisgeving aan informatie dat er effectief voor zorgt dat wat gejuxtapositioneerd vorm kan krijgen… toch als conglomeraat en rigide samenstel tot stand komt. De gevolgen daarvan zijn dat zo’n systeem al vrij snel niet meer kan leveren wat ervan verlangd wordt en dat relatief kleine wijzigingen vaak onbegrijpelijk grote impact hebben op informatiemodel/software en daardoor een (te) lange time-to-market kennen.

 

In ons denken over betekenisgeving aan informatie is de stellige overtuiging binnengeslopen dat betekenis van informatie over de dingen om ons heen rechttoe rechtaan en in absolute zin is vast te stellen. Die overtuiging deugt niet – heeft ook nooit gedeugd – en wordt vandaag de dag bovendien storend disfunctioneel.

 

In de tijd dat informatiesystemen qua mogelijkheden nog beperkt waren en ook geïsoleerd van elkaar opgezet, leverde dat denken geen problemen op. Elk afzonderlijk systeempje wist prima om te gaan met haar eigen en intern gehanteerde (absolute) betekenissen. Het ‘overleg’ tussen die afzonderlijke systemen verliep nadrukkelijk via mensen die als flexibele betekenismakelaars de onderlinge betekenisverschillen, afhankelijk van de onderhavige situatie, goed wisten op te vangen.

Er kwam echter serieuze kink in die kabel toen, na een aantal jaren van gestage ontwikkeling met en van ICT, de roep om integratie van – inmiddels veel omvangrijkere – systemen sterker werd en ze meer en meer automatisch gekoppeld raakten. De dynamische, menselijke koppelingen werden daarbij rücksichtslos vervangen door statische machinale koppelingen. Koppelingen die zonder uitzondering werken op basis van absoluut gedachte betekenis. Koppelingen die geen flauwe notie hebben van de precieze situatie annex betekenis van het moment.

En vandaag…. Vandaag de dag is het aantal omvangrijke systemen, systeemkoppelingen en informatietransacties tot zo grote hoogte gestegen dat vrijwel elk informatiesystemen wordt overstelpt met informatie: simultaan en uit een veelheid aan omringende informatiesystemen. Uiterst merkwaardig daarbij is dat elk afzonderlijk systeem in haar eigen individuele informatieverwerking nog altijd domweg uitgaat van haar eigen interne, afwijkende en absolute gehanteerde betekenissen.

 

Dergelijke systemen, de onderlinge koppelingen en informatie groeien daarmee – het is slechts een kwestie van tijd – uit tot indrukwekkende gordiaanse knopen. Doorhakken (in jargon: ‘a complete redesign’) resteert als enige optie.

Afzonderlijke en geïsoleerde systemen verliezen in hoog tempo hun waarde. Onze hedendaagse systemen vertonen sterke verwevenheid en zijn daarmee per definitie onderling afhankelijk. En die onderlinge afhankelijkheid moet haar nadrukkelijke weerslag krijgen in volstrekt ander – niet langer fragmentarisch, maar holistisch – denken over betekenisgeving aan informatie. Ten behoeve van een veelheid en aan heel diverse menselijke gebruikers. Absolute betekenis per systeem is geen optie meer: elk systeem maakt immers deel uit van een gevarieerd en ook nog eens variërend netwerk aan andere systemen annex betekenissen.

 

Of … zouden mensen in staat en bereid zijn afstand te doen van hun unieke vermogen situationeel en genuanceerd tot betekenisgeving te komen? Zouden mensen en masse genoegen kunnen en willen nemen met de beperkte mogelijkheden van hedendaagse systemen om tot gevarieerde betekenisgeving te komen?

Nee. Nee, daar geloof ik niets van. Menselijke betekenisgeving is zoveel rijker en gevarieerder dan dat van welke machine dan ook. Mensen laten zich in hun onderlinge communicatie niet opsluiten in het harnas van beperkingen opgelegd door een machine; een – nota bene – hùlpmiddel! Nee, dan deugt het hulpmiddel eenvoudigweg niet – en wordt het (uiteindelijk) aan de kant geschoven. Techniek dient de mens; niet andersom!

 

Het is niet langer verantwoord om betekenis van informatie in absolute zin vast te stellen. Betekenis van informatie is door en door situationeel. Het is de situatie die bepalend is voor de betekenis die wij, mensen, toekennen aan de informatie die zich aan ons voordoet. Andere situatie – andere betekenis.

Zodra we informatie als het ware opnieuw uitdenken en stelselmatig, dat wil zeggen als informatie-in-situatie gaan modelleren, op een rijtje gaan zetten – inderdaad – gaan juxtapositioneren, komt betekenis keer op keer nauwkeurig uit de verf. Dan ontstaan er ook als vanzelf ‘insteekmodules’ voor informatiemodel en software.

 

Wat zou structureel heldere betekenis van informatie betekenen voor mensen in hun onderlinge verhoudingen, in hun ervaring van het werk en in de omvang van hun werkresultaten? Heldere betekenisgeving leidt gemakkelijk en snel tot effectief gedrag – de onderlinge verhoudingen verbeteren, arbeidsvreugde en arbeidsproductiviteit nemen toe. Wat zou juxtapositioneren betekenen voor de time-to-market en de kwaliteit van een informatiesysteem als geheel? Wat zou dat betekenen voor ontwikkelingskosten en exploitatiekosten? Een veel snellere time-to-market in combinatie met drastisch lagere kosten in combinatie met een veel hogere kwaliteit.

 

Alstublieft: juxtapositie. Krachtig hoor!

 

 

 

Oktober 2009, 2009 © Jan van Til

 

Voorgaand artikel is eveneens gepubliceerd op mijn blog “Informatiekundig bekeken”.