Barensnood
Jan van Til
In Post-capitalist Society (1993) wijst Peter Drucker op het
unieke kenmerk van markteconomie: de economische activiteiten zijn er georganiseerd
rond … informatie. Nu is dat voor
onderling menselijk verkeer eigenlijk altijd al het geval geweest, maar Drucker
doelt ongetwijfeld op het sterk toegenomen belang van informatie bij het
opzetten en afwikkelen van economische activiteiten in een steeds omvangrijker
en ook veranderlijker leef/werkwereld. Informatie over geld, transacties, mensen,
goederen enzovoort flitst met ‘lichtsnelheid’ rond de aardbol. Wie staat daar
nog bij stil?
In 2001 maakt Donald Marchand
c.s. in Information Orientation melding
van ‘information ubiquity’
in een ‘information age’
waarin vrijwel iedereen toegang heeft tot een (over)vloed aan ‘business and economic data’ afkomstig uit een veelheid aan communicatiekanalen.
Business analisten/strategen werken zich dan al het schompes
om juiste informatie tijdig uit te filteren met het oog op concurrentievoordeel.
Nee, Marchand is niet de eerste of de laatste die daar de vinger bij legt; wel wijst
hij op een ernstig tekort in onze oriëntatie op informatie (ons gedrag met
informatie).
En vandaag de dag zien we dat
de hoeveelheden informatie – het heeft iets van een understatement – exponentieel
zijn toegenomen. Een toenemend aantal mensen zucht nu letterlijk en figuurlijk met
de handen in het haar.
Informatiestress en informatie-infarct
tekenen zich af als weinig aanlokkelijke vooruitzichten en met onze conditionering
tot autonomie en autarkie moet dat uiteindelijk wel uitmonden in een fikse informatie-obesitas. Het gemis aan een gezond menselijk informatisch voedingspatroon wordt manifest en voelbaar:
‘het’ loopt ‘allemaal’ niet meer zo soepel. We missen de vakkundige zorg van de
informatie-diëtist die ons ongezonde gedrag-met-informatie corrigeert en tegelijk vruchtbare wegen
wijst voor gezonde omgang met adequaat geordende informatie.
Ja, de nood is hoog en de
afbraak van de bestaande toestand is al een tijdlang gaande.
Het is afbraak die uiteindelijk tot doorbraak leidt. Gelukkig vallen in de
chaos die dat onontkoombaar met zich meebrengt alvast de nodige lichtpunten te
noteren. Wie ze ziet èn aanpakt, komt als eerste boven
in getransformeerde wereld. Hieronder stip ik – kort – een viertal, elkaar aanvullende en belangwekkende lichtpunten en richtingwijzers
aan.
In Information Orientation (2001) wijzen Marchand c.s.
er met klem op dat er iets wezenlijks ontbreekt. Naast alle geformaliseerde managementaandacht
die er is voor enerzijds de IT praktijk en anderzijds de
informatiemanagement praktijk, is er ook formele managementaandacht nodig voor de
praktijk van menselijk gedrag met informatie met het oog op effectief informatiegebruik.
Pas wanneer deze derde ‘informatiecompetentie’ een formele status krijgt en in nauwe
verwevenheid met de eerste twee informatiecompetenties (IT praktijk en
informatiemanagement praktijk) wordt gemanaged, ontstaat er vruchtbaar ruimte
voor substantieel effectiever informatiegebruik uitmondend in sterke
verbetering van bedrijfsprestaties. Verbeteringen die tot op heden uitbleven –
ondanks het vele kostbare en langdurige werk dat op het vlak van de eerste twee
informatiecompetenties is gedaan.
Er is formele
managementaandacht nodig voor menselijk gedrag met informatie. In de ‘information age’ zijn succesvolle
bedrijven die bedrijven waar IT praktijk, informatiemanagement praktijk en de praktijk
van menselijk gedrag met informatie integraal en in goede onderlinge verhouding,
samenhang en harmonie gemanaged worden.
Er is aandachtsverbreding
nodig zodat het traditionele/bekende en objectief gedachte terrein van IT en
informatiemanagement tegelijk ook het diepere menselijke relationele terrein
van waarden/gedrag met/door hulpmiddelen (IT) en informatie omvat.
In Door de bomen het bos zien (2007) bepaalt Jan Bommerez
ons er (nog eens) bij dat er iets grondig mis is met de manier waarop wij de
dingen om ons heen waarnemen (lees ook: voor waar aannemen). Het zijn niet de
‘vaste’ dingen die netzo ‘vaste’ relaties ‘hebben’ – nee,
het zijn de dynamische menselijke relaties die de dingen steeds weer (op)nieuw voortbrengen.
Newton heeft zijn beste tijd gehad. Informatie iswordt
(be-comes) voortdurend in
formatie, in vorming, bezig vorm te worden. Het zijn de dynamische menselijke relaties
(informatie) die de dingen situationeel, dat wil zeggen in tijd en ruimte,
voortbrengen.
Er is een fundamentele aandachtsverschuiving
nodig van de object georiënteerde/gedachte wereld naar
de relatie georiënteerde wereld. Dat leidt ook tot een geheel andere – een
contextuele – ordening van informatie (relaties). Verschillende personen
verhouden zich in tijd en ruimte op verschillende manieren tot wat
ogenschijnlijk hetzelfde ding is.
In The Biology of Belief (2005) slaat Bruce
Lipton zich voor het hoofd als hij tot de conclusie komt: “It’s the
environment, stupid”! Lipton onderzocht grondig de
mechanismen waarmee (menselijke) cellen informatie ontvangen en verwerken. Hij
stelde (o.a.) vast dat het niet onze genen en ons DNA zijn die onze menselijke biologie
(be)sturen, maar dat die besturing van buiten de cel
komt – uit de celcontext, zeg ook maar. Niet het DNA in de cel heeft het
primaat, maar de signalen (relaties, informatie) uit de omgeving: onze
gedachten, onze percepties, ons gedrag, ons voedsel enzovoort.
Ook hier is het opnieuw
primair de omgeving die (het leven van) de cel maakt, ontwikkelt en weer afbreekt.
Ook hier draait het niet primair om het ding (cel) zelf, maar eerst en vooral om
de relaties met zijn omgeving.
Newton nam de materie, de
dingen als vertrekpunt in zijn drie wetten van de dynamica. De eerste en
bekendste: Objecten zijn of in rust of in beweging (in geval van een externe
kracht. Lipton, en met hem meer wetenschappers, komen tot de conclusie dat wie
op celniveau onderzoek doet vooral dáár niet moet
kijken, maar veel eerder in de omstandigheden waarin de cel verkeert en cel iswordt.
In Semiosis & Sign Exchange (2002) komt Pieter
Wisse tot de kernachtige uitspraak: “Every sign is a request for compliance”. Met de door
Wisse ontwikkelde semiotische enneade wordt duidelijk
hoe menselijke communicatie (sign exchange) werkt en
uitwerkt en hoe informatietechnologie, informatiemanagement en informatiegedrag
in combinatie met management van semantische interoperabiliteit tot nog robuustere
en duurzamere resultaten zullen leiden. Elk gegeven teken is een verzoek aan de
waarnemer ervan om te voldoen aan de intentie van dat teken – dat wil zeggen er
de door de zender bedoelde betekenis aan te hechten om tot het door de zender
bedoelde gedrag te kunnen komen.
Het zijn – altijd weer –
mensen die tekens (informatie) waarderen, relateren, interpreteren, delen
enzovoort. Mensen die op basis van gegeven betekenis tot gedrag komen;
menselijk gedrag dat op haar beurt weer tot nieuwe informatie (tekens) leidt. Inderdaad:
in innige en eindeloze ‘afwisselwerking’.
Er is een fundamentele
aandachtsverschuiving nodig, een heuse paradigmawissel van object-oriëntatie
naar relatie-oriëntatie (lees ook: context-oriëntatie). Het zijn de relaties die samen de
context uitmaken waarin het object iswordt (steeds
weer gesitueerd raakt) en ons mensen, steeds weer, via betekenisgeving tot specifieke,
situationele, acties (gedrag) aanzet.
Uit barensnood transformeert een
wereld aan verschil!
Augustus
2009, 2009 © Jan van Til
Voorgaande
tekst is eveneens gepubliceerd op mijn blog “Informatiekundig bekeken”.