Netwerk voor ontketende burgers

Netwerk voor ontketende burgers

 

Jan van Til

 

 

 

Op 18 maart 2009 presenteerde Nationale Ombudsman Alex Brenninkmeijer het jaarverslag over 2008: “De burger in de ketens”. Brenninkmeijer is bezorgd, want burgers dreigen hopeloos vast te lopen in al maar waziger wordend web aan overheidsdiensten.

 

De overheid spant zich enorm in en rolt de ene na de andere goedbedoelde keten voor haar burgers uit. Ook onderling leggen onderscheiden overheidsinstellingen een wirwar aan ketens aan. Overheidsdienaren raken erin verstrikt. Burgers weten niet meer waar ze het zoeken moeten. Daas doolt men rond in ketenwoud.

 

Het valt allemaal nog wel wat mee, zegt u? Mogelijk dat een goed gesprek met Brenninkmeijer verhelderend kan werken. Nee, met zo’n ratjetoe aan ketens stagneert ordelijk informatieverkeer tussen burgers, bedrijven en overheden als vanzelf.

 

Daar hebben we de Overheidsservicebus (OSB) voor, zegt u? Kijkt u (nog) eens goed. De OSB doet niet of nauwelijks meer dan het rechtleggen, het kanaliseren van die wirwar aan ketens. Dat lijkt mooi, maar is niet meer dan een doekje voor het bloeden. Stagnatie van ordelijk informatieverkeer tussen burgers, bedrijven en overheden houdt hardnekkig aan. En dat leidt tot dito problemen, soms zelfs met fatale afloop – zo waarschuwt Brenninkmeijer.

 

In de dynamiek van hedendaagse en toekomstige informatiemaatschappij dragen contacten tussen burgers, bedrijven en overheden in toenemende mate een zeer gevarieerd en ook stevig variërend karakter. Dat betekent dat een toenemend deel van al die aangelegde (en nog aan te leggen) ketens, al dan niet via OSB gekanaliseerd, grotendeels ongebruikt en onbegrepen blijven liggen. Anders gezegd: heersend keten-denken verdraagt zich niet meer met leven van alle dag in onze moderne informatiemaatschappij.

 

De hele samenleving – dus zowel burgers, bedrijven als overheden – moet òntketend worden! Waarom? Ketens zijn in de meeste gevallen domweg te log, te statisch. Ketens moeten vandaag de dag eerst en vooral worden opgevat als… gelegenheidsketens.

De hedendaagse samenleving en informatiemaatschappij met haar wirwar aan vluchtige kriskrascontacten loopt vast in ketens en snakt naar lucht; naar netwerksamenleving. Uit de ketens dus en in het netwerk! En dat is kwa-li-ta-tief andere koek!

 

Belangrijke vraag is nu: ketenperspectief of netwerkperspectief? Vanuit welk perspectief dènkt en wèrkt U (nog)?

 

In de afgelopen weken deed Freek Blankena op de weblog van Digitaal Bestuur (www.digitaalbestuur.nl/weblog) viermaal verslag van de “Masterclass Basisregistraties”. De vier verslagen op een rij: ‘Napoleon als informatiemanager’ (10 maart), ‘Basisregistraties als workaround’ (19 maart), ‘Lastige ketens’ (26 maart) en ‘Multidimensionale overheid?’ (2 april). Vanuit netwerkperspectief loop ik deze vier verslagen kort (met u) door.

 

 

1. ‘Napoleon als informatiemanager’ (10 maart)

Prof. Arre Zuurmond (tevens moderator van deze Masterclass) verzorgde zelf de aftrap van de vierdelige cyclus “Masterclass Basisregistraties”.

 

Zuurmond: “Net zoals automatiseringseilanden binnen bedrijven en organisaties achterhaald zijn, zijn de grenzen van die organisaties zelf arbitrair geworden.” In onze informatiemaatschappij is, dankzij o.a. Internet, de informatische perforatie van onze als vast en veilig veronderstelde organisatiegrenzen al heel ver voortgeschreden. Op de ‘gekste’ momenten en vanuit de ‘gekste’ invalshoeken kloppen burgers, bedrijven en overheden bij elkaar op de ‘gekste’ deuren om steeds meer en ook meer gevarieerde informatie. Welkom in hedendaagse informatiemaatschappij – netwerksamenleving is ook een prima term! Wil iemand nog een lans breken voor het ketenperspectief?

 

Nog een keer Zuurmond: “Maar je gaat niet alle organisaties met alle organisaties verbinden.” Nee, natuurlijk niet! Daar waar “de grenzen van die organisaties zelf arbitrair [zijn] geworden” ligt dat ook niet langer voor de hand. Die verbindingen worden ‘gewoon’ gelegd op het moment en op de plaats waar behoefte aan bepaald informatieverkeer ontstaat. Zulke verbindingen zijn inderdaad… gelegenheidsketens. Dan weer zus, dan weer zo. Dan weer apart, dan weer verweven. Daar kun je vanuit ketenperspectief al gauw geen touw meer aan vastknopen. Als overheid kun je dan wirwar aan ketens blijven aanbieden, maar dat zet in een netwerksamenleving geen zoden meer aan de dijk.

 

Er is een heus deltaplan nodig: Uit de keten; In het netwerk! Het is ronduit ongepast ‘de boel’ op zijn beloop te laten; stelselmatige (overheids)sturing is keihard nodig! Alleen dan ontstaat een robuust informatiestelsel (lees netwerk) aan coherente informatieknooppunten – een informatie-infrastructuur met alles erop en eraan (zowel materieel als immaterieel). Wie dat een informatierotonde – nee, niet beperkt tot Nederland; dat is ook maar weer zo’n organisatie waarvan “de grenzen […] zelf arbitrair [zijn] geworden” – wil noemen heeft mijn zegen!

 

Het gebruik van zo’n informatierotonde blijft ook niet beperkt tot overheidsinstellingen – met toegang via aparte sectorale etc. netwerken. Natuurlijk niet! Zowel burgers, bedrijfsleven en overheden maken maar wat graag gebruik van zo’n informatie-infrastructuur. Zo’n informatie-infrastructuur heeft perspectief! Netwerkperspectief wel te verstaan en gaat net zo’n hoge vlucht nemen – wellicht zelfs hoger! – als onze infrastructuur voor fysiek verkeer. Ziet u het al (wat) voor u? Een e-society mèt en vóór en dóór zowel burgers, bedrijven als overheden! Hoe denkt u: vanuit netwerkperspectief of ketenperspectief?

 

 

2. ‘Basisregistraties als workaround’ (19 maart)

De tweede Masterclass Basisregistraties werd ingeleid door dr. René Matthijsse (‘Thoughtleader e-overheid’ bij Capgemini Public Sector en universitair hoofddocent aan de VU).

 

Het beeld dat Blankena schetst van Matthijsse’s inleiding is er één van toenemende maatschappelijke complexiteit waarin de onderlinge afhankelijkheid van overheidsorganisaties als departementen, ZBO’s etc. (schakels in een keten) groot is en vrijwel niemand voor zichzelf nog een compleet product levert aan burger, bedrijf of overheidsinstelling. Dat vereist nauwe samenwerking die echter stuk loopt op verkokering, eigenbelang, wantrouwen enzovoort. Zorgelijk, want wat moeten burgers en bedrijven met zo’n overheid? In netwerksamenleving kun je daar niet (al te lang) op blijven wachten.

 

Matthijsse: “Dus wat we nu doen met de basisregistraties is de [overheids]structuur intact laten en de informatiehuishouding aanpassen, als een pragmatische manier om met de verkokering om te gaan. Zodat je de burger aan het loket tóch kunt helpen.” Waar Matthijsse hier precies op doelt, blijft (in het verslag van Blankena) vaag. Maar het heeft er alle schijn van dat Matthijsse op een “pragmatische manier” – dat wel, gewoon dat wirwar aan ketens wil blijven uitrollen. Ketenperspectief dus! En dat terwijl het veel ruimere netwerkperspectief voor het oprapen ligt.

 

Tegelijk lijkt Matthijsse toch ook al wat op het spoor van het netwerkperspectief te zitten: “Het netwerk overlaten aan zijn eigen dynamiek is hetzelfde als een kruiwagen met kikkers.” Wat dat precies betekent is (mij) niet helemaal duidelijk, maar het past, inderdaad, niet ‘de boel’ op zijn beloop te laten; stelselmatige (overheids)sturing is onmiskenbaar nodig. Maar hoe? Vanuit welk perspectief? Vanuit ketenperspectief? Vanuit netwerkperspectief! Een netwerk dat als een (ingewikkelde) keten wordt behandeld werkt niet; het verschil tussen die twee is immers kwalitatief. Hoe denkt u: vanuit ruim netwerkperspectief of beperkt ketenperspectief!

 

 

3. ‘Lastige ketens’ (26 maart)

Tijdens de derde Masterclass Basisregistraties verzorgde prof. Jan Grijpink (hoogleraar in Utrecht en raadadviseur bij het ministerie van Justitie) de inleiding.

 

Blankena: “Vanuit zijn ‘ketenvisie’ op basisregisters ziet Grijpink op dit moment en de nabije toekomst nog wel het een en ander misgaan in de steeds belangrijker wordende maatschappelijke ketens waarin de basisregisters een rol spelen.” U begrijpt inmiddels waarom Grijpink gelijk heeft en krijgt. Het is precies het ketenperspectief dat leidt tot vernauwd blikveld. Zo’n blikveld is te klein om netwerksamenleving te zien.

 

Gek genoeg lijkt Grijpink dat zelf nog niet zo scherp te zien: “Het [Centraal Administratie Kantoor] lijdt onder verknoping van regelingen. Ketens zijn op zich al moeilijk stuurbaar, dus als je ze aan elkaar gaat knopen, gaat het nog meer mis.” Wie vanuit een netwerkperspectief kijkt, ziet dat Grijpink (nog) van alles en nog wat door elkaar haalt. Strikwerda (zie hieronder) lijkt wat dat betreft alweer een stap verder.

 

Nog een keer Grijpink: “Grootschalige stelsels doen vaak heel andere dingen dan je gedacht had.” Ja, logisch: het netwerkperspectief verschilt nu eenmaal kwalitatief van het ketenperspectief! En inderdaad, daar verliest Grijpink, en met hem iedereen die vasthoudt aan het ketenperspectief “juist het zicht op de werkelijkheid.” Ketens zijn niet alleen maar lastig; ze zijn log en onhandelbaar in een netwerksamenleving. Dat leidt tot ongelukken. Het netwerkperspectief biedt daarentegen alle ruimte voor dynamiek die onze informatiemaatschappij kenmerkt. Uit de ketens; In het netwerk!

 

 

4. ‘Multidimensionale overheid?’ (2 april)

Tijdens de vierde en laatste Masterclass Basisregistraties kwam prof. Hans Strikwerda (UvA/Nolan NOrton Institute) aan het woord.

 

Centrale vraag die Strikwerda daar stelde, zo maak ik uit Blankena’s verslag op, is in welke mate de overheid ‘haar’ informatie (al) lòs heeft staan van de specifieke manier waarop overheidsorganisatie en -processen (momenteel) zijn georganiseerd. Blankena licht toe: “Grote bedrijven hebben inmiddels redelijk door dat ze hun activiteiten niet meer (alleen) langs de lijnen van de traditionele bedrijfsunits kunnen organiseren. De transactiegegevens worden daar in ieder geval los van de businessmodellen vastgelegd.” Waarom zouden die bedrijven dat doen? Omdat de traditionele keten wurgend knelt.

 

Wie er in slaagt zijn/haar informatie zo te organiseren en los te weken van welke specifieke (toekomstige) (schakel)toepassing dan ook maar… die is klaar voor de toekomst, voor verdere en vruchtbare ontwikkeling van netwerksamenleving. Zonder het al ten volle te beseffen beantwoorden bedrijven de vraag “netwerk of keten?” kennelijk meer en meer met: netwerk!

 

Ook Strikwerda lijkt dat met zoveel woorden (al wat) aan te geven: “De markt is niet eendimensionaal te segmenteren, en de burger ook niet”. Onze omringende wereld – de moderne informatiemaatschappij dus, met burgers, bedrijven en overheden – is, anders gezegd, zo veranderlijk geworden dat één kijk op ‘de werkelijkheid’ niet langer tot goede resultaten leidt. Ketens zijn, met andere woorden, zo beweeglijk geworden dat traditionele (statische) ketens domweg niet meer voldoen. En alweer is daar dat vragend refrein: Netwerkperspectief of ketenperspectief?

 

Aan de hand van een voorbeeld (IBM) geeft Strikwerda aan dat “[d]e klant daarbij het centrale profit center [is]”. Hoe de maatschappelijke vertaling van dit netwerkperspectief luidt? In onze moderne netwerkmaatschappij dient de burger in al zijn gevarieerde en variërende samenlevings- en samenwerkingsverbanden het vertrekpunt te vormen voor (organisatie van) overheidshandelen; voor robuuste organisatie van informatie tot soepel gebruik in netwerksamenleving.

 

 

Afsluitend kom ik opnieuw uit bij die belangrijke vraag: ketenperspectief of netwerkperspectief? Vanuit welk perspectief dènkt en wèrkt U (nog)?

 

Wie in zijn/haar netwerksamenleving stug blijft doormikken op ketens, loopt hopeloos vast in het netwerk dat hij/zij (nog) verwart met een wirwar aan ketens. Overweeg eens een perspectiefwissel – zou ik zeggen!

 

 

 

April 2009, 2009 © Jan van Til

 

Voorgaande tekst is eveneens gepubliceerd op BurgerBlog.